Eerste Communieproject 14 God trekt met de mensen mee God laat de mensen niet in de steek In les 2 heb je geleerd, dat Adam en Eva ongehoorzaam zijn geweest. Ze hebben ZONDE gedaan. L Dat betekent: Ze hebben niet gedaan wat God wil. Daarom maken de mensen elkaar ongelukkig. Toch blijft God van de mensen houden. Hij wil nog steeds dat alle mensen gelukkig worden. God laat zijn schepping niet in de steek. Daarom doet God iets om de mensen te helpen. Hij sluit een VERBOND met de mensen (een afspraak). L Dat betekent: God belooft altijd bij de mensen te blijven. Als God bij de mensen is, zijn de mensen weer een beetje gelukkig. God beschermt de mensen tegen slechte dingen. God helpt de mensen om zelf het goede te doen. Hoe weten wij dat God bij de mensen blijft? Dat staat in een groot boek, de BIJBEL. L De Bijbel is het boek waarin staat wat God heeft gedaan voor de mensen. Het verhaal van de Schepping staat in de Bijbel. Het verhaal van de zonde van Adam en Eva staat ook in de Bijbel. Er staan verhalen in over mensen die zonde doen. Maar ook verhalen over God die bij de mensen blijft. Dat zijn de verhalen van het verbond. Een paar van die verhalen gaan we nu samen lezen. 15 Eerste Communieproject God helpt de mensen Het verhaal van Abraham Abraham is een goed mens. God houdt heel veel van hem. Maar Abraham is nog niet zo gelukkig. Op een dag zegt God tegen Abraham: “Ga weg uit het land waar je nu woont. Ik zal je naar een nieuw land brengen. En Ik beloof je, dat je de vader zal worden van een groot volk. Ik zal jou en alle mensen gelukkig maken. Dit is het verbond: Ik blijf bij je.” Abraham doet wat God zegt. Hij gaat op reis. Zijn familie gaat mee. Het is heel spannend! Abraham weet niet waar hij heengaat. Maar God wijst hem de weg. Abraham kent God nog niet zo goed. Soms denkt hij dat God er niet meer is. Maar God laat Abraham niet in de steek. Na een tijd komt Abraham in een mooi land aan. Het land heet Kanaän. Daar gaat hij wonen. God maakt de familie van Abraham heel groot. Die familie wordt een volk. Abraham 16 Eerste Communieproject Het verhaal van Mozes en het volk Na een tijd gaat het volk verhuizen naar een ander land. Ze gaan in Egypte wonen. Maar in Egypte woont een gemene koning. Die koning heet ‘Farao’. Hij kent de God van Abraham niet. Hij laat het volk heel hard werken. Ze krijgen weinig te eten. Het volk roept: “God, help ons!” God luistert naar de mensen. Hij ziet dat Zijn volk lijdt. Daar moet iets aan gedaan worden! Daarom kiest God Mozes. Mozes is een eerlijk mens. God zegt tegen Mozes: “Mijn volk roept om hulp. Ga naar Farao en zeg tegen hem, dat hij mijn volk moet vrijlaten. W ees niet bang. Ik zal bij je zijn.” Het lukt! Farao laat het volk vrij. God zal het volk de weg wijzen. Op een dag komen ze bij de zee. Ze kunnen niet verder. Maar wat gebeurt er? Farao heeft soldaten gestuurd om het volk gevangen te nemen! Farao wil het volk weer laten werken! De mensen worden bang. Maar Mozes zegt: “W ees niet bang, God zal ons helpen.” In de verte ziet hij de soldaten van Farao al aankomen. De mensen kunnen nergens heen. God zegt tegen Mozes: “Steek je staf uit over de zee!” Mozes doet het. Het begint heel hard te waaien. Midden in de zee is opeens een pad. Zo snel als de mensen kunnen, lopen ze naar de overkant. De soldaten komen hen achterna. Als het volk aan de overkant is, houdt het op met waaien. Het water stroomt weer terug naar zijn plaats. De soldaten van Farao kunnen niet verder. Het volk is gered! Farao 17 Eerste Communieproject De mensen trekken verder door de woestijn. De reis duurt lang. Eindelijk komen ze in het land dat God hen beloofd heeft. De mensen gaan het land binnen. Het is een mooi land. Er is veel water en genoeg te eten. En ze zijn vrij! Opnieuw ellende Er gaat een lange tijd voorbij. De mensen zijn gelukkig. Maar na een tijdje gaat het toch weer mis. Er komen slechte koningen. Er is oorlog. Er is armoede. Het volk zondigt en wordt weer ongelukkig. Een nieuw verbond God zegt: “De mensen leren het nooit! Ik moet ze helpen, en nu goed! Ik beloof dat ik ze niet in de steek laat. Ik zal zelf als mens op aarde komen wonen.” Daarom stuurt God een man naar de koning. Die man heet Jesaja. Jesaja zegt tegen de koning: “Luister goed, koning! God heeft genoeg van de zonde en het kwaad. Hij gaat daar een einde aan maken. Let op! Een jonge vrouw zal een zoon krijgen. Zij zal het kind noemen: ‘Emmanuel’. Dat betekent: ‘God is bij ons.’ Dat kind zal koning zijn. Hij is de Zoon van God. Hij zal eindelijk het goede op aarde brengen. Hij zal ons verlossen van het kwaad.” Jesaja Eerste Communieproject OPWatPstaatPdaarPnou?PQ In de puzzel zit een zin verstopt. En die zin is voor jou heel belangrijk. Maar je kunt hem zo niet lezen. Kleur daarom de vakjes waarin een blokje staat. Dan zie je daarna wat de oplossing is. De letters in de lege vakjes vormen de zin. 18 Eerste Communieproject Hoe was het ook alweer? Ø Ù Ú Û W at â ã ä å betekent: Het Verbond van God met de mensen? De Schepping. De Hof van Eden. Dat God de mensen niet in de steek laat. Dat God de mensen uit de tuin heeft gestuurd. W at â ã ä å is ‘zonde’? Dat de mensen niet naar God luisteren. Als je niet gelukkig bent. Als iets wat je graag wilt mislukt. Als je niet doet wat papa en mama willen. W ie â ã ä å is Mozes? De Farao van Egypte. Een kleinzoon van Abraham. Een man, die in het land Kanaän woont. De man, die het volk uit Egypte wegvoert. W at â ã ä å is de Bijbel? Een boek met het verhaal van de Schepping. Het boek waarin staat wat God voor de mensen heeft gedaan. Dit werkboek voor de Eerste Communie. De boodschap van Jesaja. 19