1/4 SCHRIJNWERKERIJ – ERGONOMIE – FYSIEKE BELASTING Binnen de houtbewerkingssector merken we op dat geen enkel bedrijf hetzelfde is. Ook naar fysieke belasting zien we grote verschillen. Fysieke belasting is de belasting, die spieren en gewrichten ondervinden, tijdens lichamelijke arbeid. Op zich is deze belasting niet gezondheidsbedreigend, het wordt een probleem wanneer er overbelasting ontstaat. Overbelasting kan namelijk leiden tot letsels en langdurige ongeschiktheid. Binnen de houtbewerking kunnen twee categorieën van werkposten onderscheiden worden: De medewerkers die in het atelier tewerkgesteld worden De plaatsers (monteurs op de bouwplaats, interieurbouwers, …) Het komt eveneens voor dat beide functies door één en dezelfde persoon worden uitgevoerd. De fysieke belasting is verschillend voor beide categorieën. Door blootstelling aan bepaalde handelingen is er kans op het ontstaan van klachten aan het bewegingsstelsel: Tillen Dragen Trekken en duwen Ongunstige werkhoudingen: gewrichtsstanden die afwijken van de neutrale gewrichtsstand Grote krachtuitoefeningen In dit infodocument worden een aantal adviezen geformuleerd om het risico op fysieke overbelasting zo klein mogelijk te houden. Zoals steeds wordt ergonomie gesteund door drie pijlers: een aangepaste infrastructuur, een goede organisatie en opleiding van de medewerkers. De risicoanalyse zal bepalen aan welke pijler er gewerkt moet worden. 1 Aangepaste infrastructuur Bij de inrichting van het atelier van de schrijnwerker moet er aandacht besteed worden aan een goede infrastructuur, zodat het risico op fysieke overbelasting zo laag mogelijk gehouden kan worden. Volgende zaken zijn van belang: Pg. 1/4 Inrichting van de werkposten Plaats van de materialen Aanwezigheid van hulpmiddelen 201407/PROVIKMO-I/1990 2/4 Enkele adviezen: - De vaste werkposten zijn goed ingericht. De werknemers kunnen hun taken uitvoeren in een comfortabele, rechtopstaande houding. De werkhoogte moet dus worden aangepast aan het soort werk om te vermijden dat de werknemer voorovergebogen of boven schouderhoogte moet werken. fijn werk licht werk zwaar werk De werknemer heeft voldoende ruimte om de werkzaamheden uit te voeren (ruimte tussen de verschillende machines, tussen de verschillende werkposten) Het gereedschap is goed geordend en makkelijk bereikbaar. De machines laten toe om in een comfortabele houding te werken. Lasten zwaarder dan 25kg worden niet manueel getild door één persoon, lasten zwaarder dan 42 kg worden niet manueel getild door twee personen (ISO 11228 en NBN-EN 1005). Deze maximale waarden gelden enkel indien in een rechtopstaande houding gewerkt kan worden. Vanop de grond tilt men best geen lasten. De voorwaartse reikafstand bij tillen mag nooit meer dan 63 cm bedragen. Er kan niet getild worden hoger dan 175 cm. De aanbevolen tilgewichten op de verschillende werkhoogtes en voorwaartse reikafstanden worden samengevat in volgende figuur: Maximale tilgewicht volgens Health and Safety Executive, naar ISO 11228 Er zijn hulpmiddelen aanwezig om manueel tillen te vermijden en zware lasten te tillen en te verplaatsen. Pg. 2/4 201407/PROVIKMO-I/1990 3/4 Afleesborden, schermen en displays zijn makkelijk afleesbaar. 2 Organisatie van het werk Om overbelasting van spieren en gewrichten te vermijden is het aangewezen af te wisselen in houdingen en bewegingen. Afwisselen in taken is de boodschap. Jobrotatie kan meer afwisseling creëren in de werkhoudingen van de werknemers. Vooral voor de plaatsers is het samenwerken een belangrijke maatregel om overbelasting tegen te gaan. Grote en zware lasten moeten steeds met twee getild worden. Indien mogelijk beschikken de plaatsers over een hefsysteem op de werf om zware zaken niet manueel te moeten tillen. Eveneens is het belangrijk dat de werknemer op een comfortabele wijze van de rustpauzes kan genieten. Hij kan gebruik maken van tafel en stoel tijdens de pauzes. Een logische indeling van de werkruimte is belangrijk voor het beperken van de afstanden waarover materialen verplaatst moeten worden (bijvoorbeeld het plaatsen van de machines in volgorde van het productieproces). Ook een goede organisatie in de rekken, die rekening houdt met de zwaarte van de materialen, zal leiden tot een verlaagde rugbelasting. Pg. 3/4 201407/PROVIKMO-I/1990 4/4 Een goed periodiek onderhoud van de wielen van de karren, kan de belasting als gevolg van duwen/trekken omlaag halen. Orde en netheid op de werkplaats en op de werf, leidt tot efficiënter werk. 3 Goede werkmethode De werkgever kan zorgen voor een goede infrastructuur en een aangepaste organisatie van het werk. De medewerkers moeten de mogelijkheden van de infrastructuur ten volle benutten. Enkele adviezen: Tillen van lasten wordt vermeden. De hulpmiddelen worden maximaal ingezet. Indien er getild wordt, wordt een goede tiltechniek toegepast (rechte rug en last dicht bij het lichaam). Bij het rijden met karren verdient ‘duwen’ de voorkeur op ‘trekken’. Bij duwen kan namelijk gans het lichaamsgewicht gebruikt worden. Op hoogte plaatsen van de materialen, waardoor voorovergebogen houdingen vermeden worden. Door een goede organisatie van de werkpost moeten gedraaide houdingen vermeden worden. 4 Plan van aanpak Om risico’s op fysieke overbelasting te beperken is het belangrijk waar nodig maatregelen te nemen. De aanpak van ergonomische risico’s kan worden opgedeeld in 4 stappen: 1. Voorkomen: manueel tillen van materialen vermijden door een hefsysteem te gebruiken. 2. Risicoanalyse: een specifieke risicoanalayse (laten) uitvoeren om de ergonomische knelpunten op te sporen 3. Maatregelen nemen om de risico’s te beperken 4. Opleiding en instructie voor de werknemers voorzien. Auteur: Annick Vanlerberghe, preventieadviseur ergonomie © Provikmo 2014, Provikmo geeft u deze informatie op vrijwillige basis. Daarbij streven wij er steeds naar om dit op een zeer zorgvuldige manier te doen. Gelet op deze middelenverbintenis, kan op basis van deze informatie nooit de aansprakelijkheid van Provikmo vzw ingeroepen worden. Pg. 4/4 201407/PROVIKMO-I/1990