Stevigheid en beweging

advertisement
STEVIGHEID EN
BEWEGING
Basisstof 5 en 6
5. Houding en beweging
•
Een goede lichaamshouding verkleint de kans op klachten. Vooral rugklachten.
•
Ook belangrijk: regelmatig bewegen.
•
Je houding ontstaat tijdens de jeugd en hoe ouder je wordt, hoe moelijker je je
houding nog kunt veranderen.
•
Lichaamsbeweging is goed voor je houding en spieren en je krijgt een goede
conditie.
Lichaamshouding
•
Lichaamshouding: de manier waarop je zit of staat.
•
Wervelkolom: een deel van je skelet.
•
In de wervelkolom zit een soort slinger, de vorm van de wervelkolom noem je een
dubbele S-vorm
•
Houd je je rug recht; dan heeft je lichaam die dubbele S-vorm.
•
Goede zithouding: bovenarmen en onderarmen maken een rechte hoek. Ook je
bovenbenen en onderbenen moeten een rechte hoek maken.
Opdracht 25; zitten op school (practicum)
•
Nodig: een lineaal of meetlint en een klasgenoot.
•
Vul de opdracht in. Wissel daarna om.
Tillen
•
Om rugproblemen te voorkomen, moet je op de juiste manier tillen.
Regels voor verstandig tillen:
-Buk en til niet onnodig
-Gebruik war nodig hulpmiddelen
-Til niet te veel ineens
-Zorg dat er niets in de weg staat als je gaat lopen met de last
-Sta steeds recht voor de last
-Til nooit met gedraaide rug. Verplaats je voeten als je moet draaien
-Til met twee handen, houd de last zo dicht mogelijk bij je lichaam
-Buig niet verder voorover dan noodzakelijk, en gebruik je beenspieren bij het tillen
-Voorkom dat je moet reiken, til niet hoger dan schouderhoogte
-Luister naar je lichaam: neem signalen serieus. Bij klachten goed nadenken over wat wel en niet kan.
6. Blessures, spierpijn en spierscheuring
•
Een blessure: is een beschadiging aan de spieren, botten of gewrichten.
•
Spierpijn: je spieren zijn niet beschadigd, maar doen letterlijk pijn. (dit komt vaak
doordat je een sport of inspanning niet gewend bent)
•
Spierscheuring: bij een plotselinge beweging een scheurtje in een spier oplopen.
Bijvoorbeeld: zweepslag.
Daarbij is er een scheurtje ontstaan in de kuitspier, wat veel pijn geeft.
Botbreuken
•
(afb. 39)
•
Bij een vermoeden van een botbreuk,
moet er een röntgenfoto worden gemaakt.
Op de foto kan een arts goed zien waar de botbreuk zit.
•
Soms moet het bot weer in de goede stand worden gebracht: het bot zetten.
•
Gips zorgt ervoor dat botten op de goede plek blijven zitten weer aan elkaar groeien.
http://schooltv.nl/video/botbreuk-over-wat-er-in-je-lichaam-gebeurt-en-wat-je-als-ehbo-erkunt-doen/#q=blessure
Kneuzing
•
In het lichaam gaan bloedvaten kapot door bijvoorbeeld een duw, een stomp of
een trap.
•
Hierdoor ontstaat een blauwe plek, een kneuzing, soms met een zwelling (bult)
erbij.
•
Koelen helpt bij een kneuzing.
Ontwrichting
•
Bij een ontwrichting schiet de gewrichtskogel uit de kom.
•
Bijvoorbeeld: je arm schiet uit de kom.
•
Een arts moet dit vaak weer in de kom brengen. (afb. 44 ontwrichting)
Doen:
•
Maken opdrachten basisstof 4,5,6
•
Begrippenlijst basisstof 4,5,6
•
Oefen d.m.v. flitskaarten en test jezelf.
•
Afmaken opdracht organismen.
Download