Geestelijke gezondheid Zich goed voelen in de gemeenschap: Waarop terugvallen als men psychische problemen heeft? Elise Henin & Rebekka Verniest (R&D) Met dank aan de Christelijke Mutualiteit van Namen en het Réseau Santé Namur voor hun medewerking. Samenvatting De Wereldgezondheidsorganisatie bepleit een vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg. Gemeenschapsgerichte zorg sluit beter aan bij de noden van psychisch zieken en leidt tot betere resultaten. Op het terrein bestonden al heel wat initiatieven die hierop inspeelden. In het kader van de hervormingen in de geestelijke gezondheidszorg (“psy 107”), verscheen de ‘Gids naar een betere geestelijke gezondheidszorg door zorgcircuits en netwerken’1 (2010). Hierin engageerden de beleidsmakers in België zich om dit mee te helpen realiseren. Al enkele jaren lopen in ons land pilootprojecten die de vermaatschappelijking van de GGZ in de praktijk brengen. Door het anders inzetten van ziekenhuismiddelen en door structurele samenwerking tussen terreinactoren uit verschillende domeinen, worden de noodzakelijke zorg en ondersteuning meer in de thuissituatie aangeboden. Dit is zonder meer een positieve evolutie. Desondanks waren er ook signalen over hinderpalen, drempels die het enthousiasme bij de betrokkenen temperen. CM bracht gebruikers, mantelzorgers en zorgverleners rond de tafel om deze in kaart te brengen, maar tegelijk ook om na te denken over mogelijke oplossingen. Parallel met de vastgestelde drempels, zijn oplossingen nodig zowel op het vlak van de organisatie van het zorgsysteem en de financiële draagkracht van de gebruikers als op het vlak van de beeldvorming in de samenleving. In deze bijdrage geven we een overzicht van de voorstellen uit de focusgroepen op deze drie assen. Ter illustratie geven we ook enkele voorbeelden van initiatieven en projecten waar deze oplossingen in de praktijk worden gebracht. Ze bewijzen dat oplossingen mogelijk zijn. Terwijl deze initiatieven nu nog vooral exemplarisch zijn, hopen we dat ze inspirerend werken voor andere initiatiefnemers en beleidsverantwoordelijken. Ze toepassen op grotere schaal, met meer middelen, zal bijdragen tot een sterker kader voor kwalitatieve en toegankelijke vermaatschappelijkte GGZ. Het is de gedeelde verantwoordelijkheid van de samenleving, zorgverleners, ziekenfondsen, beleidsmakers en individuele burgers om hieraan mee te werken binnen de eigen mogelijkheden. Sleutelwoorden: geestelijke gezondheid, vermaatschappelijking van de zorg, hervorming 107, kosten, inkomsten 1http://www.psy107.be 14 CM-Informatie 264 • juni 2016 1.Inleiding In juni 2015 publiceerden we een eerste artikel over de problemen die werden vastgesteld als een gebruiker met geestelijke gezondheidsproblemen in de gemeenschap wenste te worden opgevolgd2. Het doel van dit artikel is een gedeeltelijk antwoord te bieden voor de problemen die toen naar voren zijn gebracht. We richten ons hier dus op het aspect “oplossingen”. De analyse en de aanbevelingen die we hieruit kunnen afleiden, baseren zich op de resultaten van de focusgroepen die we tussen maart en september 2014 met gebruikers, naasten en professionelen hebben georganiseerd (methodologie: cfr. vorig artikel) evenals op die van andere concrete projecten die op verschillende plaatsen in België werden gerealiseerd, door CM of door andere organisaties. De naar voor geschoven projecten werden willekeurig gekozen, afhankelijk van het onderwerp dat we wilden illustreren en de projecten waarover we hebben gehoord. Er bestaan - gelukkig! - meer initiatieven dan de initiatieven die in dit artikel worden vermeld. Ter herinnering, opdat een gebruiker zich goed kan voelen, identificeerden we 5 noodzakelijke elementen op basis van de focusgroepen die we leidden: (1) geschikte zorg en begeleiding, (2) een fatsoenlijke woning, (3) een rol te spelen hebben in de samenleving, (4) een mogelijkheid tot activiteiten en vrijetijdsbestedingen, en tot slot (5) verrijkende relaties hebben met anderen. Elke mens, op enkele uitzonderingen na, heeft dat alles nodig om gelukkig te zijn. Obstakels zorgen er echter voor dat sommige mensen minder gemakkelijk toegang hebben tot deze elementen. Die belemmeringen zijn meestal van drieërlei aard: (a) de organisatie van ons gezondheidszorgsysteem en, meer in het algemeen, van onze samenleving in België, (b) financiële problemen, en (c) de beeldvorming die we allemaal hebben over sommige groepen in de samenleving. De voorgestelde, of reeds op het terrein toegepaste, oplossingen zijn divers en talrijk. Om u door dit artikel te loodsen - waarvan we hopen dat het bemoedigender is dan het vorige - volgen we opnieuw het schema dat we bij onze eerste analyse hebben uitgewerkt (figuur 1). Deze keer gaan we uit van de obstakels. Figuur 1: Voorstelling van de noodzakelijke elementen en de obstakels voor het welzijn van de gebruiker met geestelijke gezondheidsproblemen Pathologie Financiën Relaties/ contacten Organisatie Rol Zorg en begeleiding Een gebruiker die zich goed voelt Activiteiten Huisvesting Beeldvorming 2 Henin E, Verniest R, Crommelynck A, "Zich goed voelen binnen de gemeenschap: welke hindernissen overwinnen wanneer men psychische problemen heeft?", CM-Info 260, juni 2015. CM-Informatie 264 • juni 2016 15 Onze analyse is gestructureerd in drie punten, één per uit de weg te ruimen obstakel. Vervolgens kozen we ervoor om elk van deze punten onder te verdelen in twee of drie verbeterpunten, die we prioritair achten voor de toekomst van de geestelijke gezondheid. 2. Hoe de organisatie van ons gezondheidszorgsysteem wijzigen? De oplossingen die we bij onze focusgroepen hebben verzameld zijn wel divers, maar iedereen – gebruikers, naasten en professionelen – is het erover eens dat het “menselijker!” moet. We hoorden hetzelfde verhaal in de 4 hoeken van België, waar we onze focusgroepen organiseerden: minder geneesmiddelen, minder ziekenhuisopnames, minder verslagen en evaluaties, meer praten, meer contacten, meer begrip en empathie. Een leidmotief: “Menselijker!” Maar hoe dit nieuwe model implementeren? Hoe te werk gaan opdat het houdbaar is? Een reorganisatie van onze samenleving en van het zorgsysteem in het bijzonder is noodzakelijk. Er moeten alternatieven worden voorgesteld, maar vooral ook oplossingen die elkaar aanvullen. 2.1. De alternatieven voor een ziekenhuisopname bevorderen Hoewel we bij ons onderzoek mensen hoorden pleiten voor de afschaffing van de ziekenhuizen, is de meest veelbelovende koers alternatieven uit te werken voor een ziekenhuisopname wanneer mogelijk, dit wil zeggen in de meeste gevallen, en een opvangcapaciteit in het ziekenhuis te behouden voor de zware gevallen die dit soort begeleiding nodig hebben, of voor crisismomenten. Deze optiek is niet innoverend, de hervorming 107 zelf is gebaseerd op het principe van de piramide van de WGO voor de organisatie van centra voor geestelijke gezondheidszorg3 (figuur 2). Dit model stelt voor om zich zoveel mogelijk te baseren op de informele zorg (wat ik zelf kan doen of met hulp van mijn naasten, mijn buren, vrijwilligers), vervolgens op de geestelijke gezondheidszorg in de eerste lijn (de zorg door mijn huisarts, de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, enz.) en alleen in een minderheid van de gevallen een beroep te doen op de meest intensieve zorg in het ziekenhuis. Om de alternatieven voor het ziekenhuis te bevorderen, stelden de deelnemers aan de focusgroepen ons voor de middelen van de ziekenhuissector over te brengen naar de ambulante sector. Die beweging moet namelijk sneller gaan en sterker worden. Hierdoor kan geschiktere, maar ook betaalbaardere zorg worden aangeboden. Figuur 2: WHO Service Organization Pyramid for an Optimal Mix of Services for Mental Health 3 WHO Service Organization Pyramid for an Optimal Mix of Services for Mental Health, Improving Health systems and services for mental health. Publication WHO (2009), p.29 16 CM-Informatie 264 • juni 2016 Ze stellen ook voor om het aantal centra voor geestelijke gezondheidszorg, goedkopere structuren met een lage toe­ gangs­­drempel, te verhogen, dat therapeuten en psychiaters vaker aan huis komen, en het aanbod aan medische huizen, die naar verluidt personen met geestelijke gezondheidsproblemen beter zouden kunnen opvangen en helpen, te vergroten. De hervorming 107, die pleit voor de deïnstitutionalisering van de zorg, moet bij voorrang voor de 65-plussers worden uitgebreid. Er zijn al specifieke projecten voor dit publiek (de vzw Menos in Genk bijvoorbeeld4), maar volgens de deelnemers is dit onvoldoende. Toch zijn volgens de overheid kinderen en adolescenten het publiek met voorrang. Het is inderdaad een belangrijke en noodzakelijke taak. We hopen dat de volgende stap zal zijn om het publiek van 65-plussers te dekken. Volgens sommigen zou het model van Geel of dat van Lierneux, namelijk van de psychiatrische gezinsverpleging, waarbij de patiënten in gezinnen worden geplaatst, ook moeten worden aangemoedigd. Deelnemers aan de focusgroepen herinneren ons er ook aan dat al deze alternatieven enerzijds in het ziekenhuisaanbod moeten worden ingepast. Soms is het echt nodig om langs het ziekenhuis te gaan: bij een crisis, om op adem te komen als dat elders niet kan, enz. Anderzijds hangen het succes en de doeltreffendheid van deze alternatieven af van de mogelijkheid voor de gebruiker om buiten het ziekenhuis te worden ondergebracht. Ook de overgangsfase aan het einde van een ziekenhuisopname is bijvoorbeeld delicaat. Tijdens deze periode moeten te plotselinge veranderingen in de begeleiding en de zorg dus worden vermeden. Huisvesting - Enkele voorbeelden uit de praktijk Alodgî, in Ottignies, is een innoverend en alternatief groepswoningproject voor personen met problemen in het kader van de geestelijke gezondheid. Het tracht dit gebrek aan overgangshuisvesting, tussen de verblijven in instellingen en de standaard vastgoedmarkt, op te lossen. Onder impuls van de families van gebruikers en verzorgers is dit project een gezamenlijk initiatief geworden van de Dienst voor Geestelijke Gezondheidszorg van Waals-Brabant, “Entre Mots”, de vzw’s Similes en Psytoyens met de steun van de Clinique-St-Pierre in Ottignies, de Christelijke Mutualiteiten, het Waalse Woningfonds en begeleiding van SAW-B. Alodgî bestaat uit 11 appartementen en een gemeenschappelijke ruimte, die open is voor de wijk en personen “van buiten”. Het terrein is eigendom van de stichting (cfr. community land trusts), wat de huur- of koopformule betaalbaarder maakt. Een samenwerkingsverband tussen het Réseau Santé Namur (hervorming psy 107), het Relais Social Urbain Namurois (sociale dienstverlening) en het Sociaal Immobiliënkantoor van Namen bracht een initiatief tot stand, “capteur de logement” genaamd. Door financiële garanties en garanties rond de begeleiding van woningeigenaren aan te bieden, bevordert dit initiatief de toegang tot huisvesting voor personen met psychische problemen en/of in een onzekere situatie. In de praktijk werd een persoon aangeworven die gespecialiseerd was in vastgoed en niet uit de sociale of gezondheidszorgsector kwam – dus “neutraal” was – en hij legt contact met privé-eigenaars om gebruikers met geestelijke gezondheidsproblemen fatsoenlijk te huisvesten. SSeGA of ‘Samenwerking Sociale Huisvestingsmaatschappijen en Geestelijke Gezondheidszorg Antwerpen’ is een uniek samenwerkingsproject tussen enkele huisvestingsmaatschappijen en GGZ-voorzieningen5. Vertrekpunt is de ervaring dat in sociale woningen ook heel wat mensen met psychische problemen wonen en zij moeilijk of niet bereikt worden door het GGZ-aanbod, wat soms tot overlast leidt of zelfs ernstige problemen. Door expertises op het vlak van wonen en GGZ te bundelen, worden problemen snel aangepakt, vermindert de overlast, vergroot de kans op een vlottere doorstroming tussen het GGZ-zorgaanbod en het zelfstandig wonen in sociale huisvesting en kunnen uithuiszettingen vermeden worden. Huurders worden zo nodig ook toegeleid naar noodzakelijke zorg. Een sociaal verhuurkantoor (SVK) is in Vlaanderen een erkende organisatie die mee het recht op wonen voor iedereen helpt realiseren. Hiertoe huurt het zelf kwaliteitsvolle woningen en appartementen op de private huurmarkt en verhuurt die vervolgens voor een redelijke huurprijs verder aan personen met een bescheiden inkomen. Het is het SVK dat de verantwoordelijkheid als huurder draagt. SVK’s geven voorrang aan de meest kwetsbare gezinnen en bewoners. Ze ondersteunen huurders in hun rechten en plichten en werken samen met lokale huisvestings- en/of welzijnsactoren. Een deel van de huurders zijn mensen met psychische problemen. Dankzij de participatie van SVK’s in onder meer hervormingsprojecten GGZ, wordt expertise rond GGZ en rond wonen gebundeld ten voordele van GGZ-cliënten. 4 De vzw Menos is een samenwerkingsinitiatief tussen OCMW Genk, Wit-Gele Kruis, OPZC Rekem, vzw CGG/LITP en de huisartsenvereniging vzw Prometheus. Menos wil door de intensieve samenwerking tussen de verschillende partners een zorgketen ontwikkelen voor ouderen met psychische problemen of demen­ tie en de mensen die betrokken zijn in hun zorg (http://www.menosgenk.be). 5http://www.devliering.be/index.php?option=com_content&view=article&id=67&Itemid=76 CM-Informatie 264 • juni 2016 17 De mobiele equipes zijn volgens de deelnemers een waardenvolle aanvulling op het ambulante aanbod en hebben hun meerwaarde al bewezen, ook in voortgezette ondersteuning en begeleiding na een ziekenhuisopname. Bijkomende middelen kunnen ervoor zorgen dat ze nog meer mensen kunnen helpen en wachtlijsten kunnen verminderen/wegwerken. in de thuissituatie kunnen handhaven. Het is ook in het voordeel van eigenaars voor wie er zo een aantal garanties zijn. Allereerst moeten er dus voldoende structuren worden gecreëerd tussen het ziekenhuis en de standaard huisvestingsmarkt voor gebruikers die zich nog niet klaar voelen om alleen of onafhankelijker te leven. Vervolgens moet de standaard huisvesting toegankelijk zijn voor gebruikers met geestelijke gezondheidsproblemen. Hoewel het voor de hand ligt dat deze huisvesting financieel toegankelijk moet zijn (premies, sociale woningen, enz.), dienen een gettovorming in de geestelijke gezondheidszorg of sociale problemen in het algemeen tot elke prijs te worden vermeden. Er is tegelijk nood aan een aanbod aan ondersteuning, begeleiding en waar nodig bemiddeling voor wie het moeilijk heeft om (in een eerste fase) het zelfstandig wonen volledig zelf te organiseren. Een bundeling van de expertise op het vlak van GGZ en op het vlak van wonen is hier noodzakelijk. Dit is in het voordeel van de gebruikers die zich zo De informele zorg is de basis van de piramide die door de WGO wordt voorgesteld en de deelnemers aan de focusgroepen herinnerden ook aan dit feit. Zonder de naasten zou niets goed lopen! Die naasten - ouder, broer of zus, man of echtgenote, kind, buur, vriend – nemen veel zaken op zich opdat hun naastegebruiker met geestelijke gezondheidsproblemen zich goed kan voelen: ze steunen hem financieel, ze helpen hem met de administratie, brengen hem tot bij de verzorgers, controleren of hij of zij zijn/haar geneesmiddelen wel neemt, pakken crisissen aan en bovenal luisteren en praten ze, maken ze plezier, troosten ze, doen ze activiteiten, ... Ze spelen ook een cruciale rol in de empowerment van hun zieke naaste. 2.2. De naasten steunen en vertrouwen op de vaardigheden van de gebruikers Net zoals wij begrijpt u het belang van de schakel die de naasten vormen. Hun “werk” is bewonderenswaardig en Steun aan de naasten - Enkele voorbeelden uit de praktijk In het kader van de zogeheten doelgroepvakanties, voorziet Ziekenzorg CM binnen haar vakantieaanbod jaarlijks 2 vakanties specifiek voor personen met een psychische kwetsbaarheid en hun familie. Het is voor zowel de psychisch zieken zelf als hun mantelzorgers een gelegenheid om even te ontspannen in een andere omgeving dankzij een gevarieerd programma. Bijkomend voordeel is de mogelijkheid van lotgenotencontact. Deze vakanties worden begeleid door deskundige vrijwilligers waaronder psychiatrisch verpleegkundigen. Altéo Namur organiseert praatgroepen, aangestuurd door een psycholoog, om mantelzorgers te steunen. Naasten kunnen er hun problemen en vermoeidheid van zich afzetten, hun tips uitwisselen en vriendschap met elkaar sluiten. Er hebben al 150 mensen aan deelgenomen. De ervaringen zijn positief: “Hierdoor kan men zich bevrijden van zijn last, zijn frustraties uiten, andere personen in dezelfde situatie ontmoeten... men voelt zich minder alleen”, “Door de groep kan ik afstand nemen van mijn situatie, maar ook andere standpunten innemen”. In Luik hebben Enéo en Altéo sinds enkele jaren hun krachten gebundeld om te beantwoorden aan een nijpende behoefte: de behoefte van de mantelzorgers om een break te kunnen nemen, om afstand te kunnen nemen zonder zich schuldig te voelen, waarbij ze er zeker van zijn dat de hulpbehoevende wordt verzorgd en veilig is. Enéo en Altéo organiseren dus elk jaar een respijtverblijf voor mantelzorgers. De doelstellingen zijn duidelijk: de helper een moment bieden om op adem te komen en uit te rusten, de helper leren om zijn naaste aan iemand anders toe te vertrouwen, ontmoetingen en uitwisselingen tussen peers bevorderen (formele EN toevallige momenten). En het werkt al 5 jaar! "Ik neem geen tijd voor mezelf meer. Iedereen is erg zenuwachtig, de karakters zijn veranderd. Als men altijd thuis blijft, heeft men niet veel contact meer met de buitenwereld, behalve met kinesisten, verplegers... Hier ontspant men een beetje, ontmoet men andere mensen met gelijkaardige problemen, die dagelijks hetzelfde doen". In het kader van de focusgroepen is verwezen naar gespreksavonden van CM Limburg rond omgaan met personen met een psychische kwetsbaarheid. In samenwerking met Similes wordt rond verschillende thema’s informatie gegeven en ondersteuning geboden. Er is ook ruimte voor ervaringsuitwisseling. Door de beperkte deelnameprijs is het een zeer laagdrempelig ondersteuningsaanbod. Ook de diensten maatschappelijk werk van het ziekenfonds ondersteunen de mantelzorgers door vraagverheldering, hulp en ondersteuning, rechtenvrijwaring, alsook toeleiding naar bijkomende of specifieke ondersteuning en zorg. 18 CM-Informatie 264 • juni 2016 van onschatbare waarde. Ze maken zich echter zorgen, zijn ongerust, soms worden ze moe, ze verouderen, ze worden ziek. Als samenleving is het onze plicht hen te steunen en bovendien zouden we hen eerlijk gezegd niet kunnen missen. Zonder hen zou de vermaatschappelijking van de zorg niet mogelijk zijn. De bestaande initiatieven moeten worden bevorderd: praatgroepen voor mantelzorgers, mogelijkheden voor respijtzorg, activiteiten die uitwisselingen mogelijk maken. De naasten moeten ook kunnen genieten van therapieën, moeten leren om voor zichzelf te zorgen, af en toe te stoppen, zonder zich schuldig te voelen. De naasten hebben ook meer informatie nodig over geestelijke gezondheid, in verband met hoe hun naaste-gebruiker leeft, over de structuren en de bestaande behandelingen. Het ziekenfonds biedt, in samenwerking met Similes en andere verenigingen, steun ter zake, maar zou kunnen verbeteren. Tot slot werd ook herhaaldelijk aangedrongen op de structurelere raadpleging van de naasten bij het nemen van beslissingen voor hun verzorging. Mantelzorgers willen worden beschouwd als partners in de verzorging van hun naaste-gebruiker. Laten we vooral niet vergeten dat de gebruikers zelf vindingrijk zijn. Ze zijn de beste schakel voor hun belangen in de 107-netwerken, in de voorzieningen, voor onderzoeken zoals dit. Er moet rekening worden gehouden met hun standpunt, ze moeten meer en meer worden geraadpleegd. We zullen het er opnieuw over hebben in het gedeelte over de beeldvorming over de geestelijke gezondheid. 2.3. Het werk van het ziekenfonds en de besturen verbeteren Opdat de gebruiker zich beter kan voelen, toegang kan krijgen tot een inkomen (cfr. punt “financiën” hieronder), zich kan engageren voor vrijwilligerswerk en/of weer aan het werk kan of de juiste informatie kan vinden op het juiste moment, spelen het ziekenfonds, de adviserend geneesheer, maar ook het OCMW, de Directie-generaal Personen met een handicap en andere instanties een belangrijke rol. We hebben talrijke vragen gehoord met betrekking tot adviserend geneesheren en sociale en administratieve medewerkers van CM of de administraties. Het lijkt ons dat er twee projecten prioritair zijn. Het is hoog tijd om zich te wagen aan informatie- en opleidingscampagnes van professionelen die niet rechtsreeks in de sector van de geestelijke gezondheidszorg tewerkgesteld zijn. De complexiteit van dit soort problemen, hun bijzonderheden en uitdagingen moeten worden uitgelegd. Hierdoor zou de werkwijze van de professionelen kunnen worden aangepast. De gebruikers vragen bijvoorbeeld dat hun adviserend geneesheren meer tijd voor hen vrijmaken, proactiever zijn als ze een probleem of een opportuniteit ontdekken, de leden verdedigen, meer openstaan voor vrijwilligerswerk. Het tweede project moet een vereenvoudiging en een traject naar meer transparantie van het werk van de besturen zijn, waaronder het ziekenfonds. De werking van administratieve diensten, de specificiteit van elke instelling en de onderlinge afstemming tussen de verschillende structuren zijn moeilijk te begrijpen. De gebruikers vinden dat, in de bestaande administratieve chaos, de ziekenfondsen een richtpunt moeten zijn/worden dat kan adviseren, oriënteren, helpen. Het contact met het ziekenfonds moet deuren kunnen openen naar de juiste hulp, zo nodig ook buiten het domein welzijn en gezondheid. In contact komen met een consulent, een maatschappelijk werker, een referentiepersoon moet gemakkelijker zijn. De telefoonlijnen moeten toegankelijker zijn, de permanentie-uren minder beperkt. Er moet ook worden gewerkt aan de zichtbaarheid van de diensten maatschappelijk werk. Zijn rol is vaak essentieel, maar weinig bekend bij veel gebruikers en professionelen. Vooral in grote steden zijn er niet echt meer andere algemene sociale diensten. Opdat het landschap van de zorg en hulp niet onleesbaar is, moet er worden geïnvesteerd in een cartografie van de netwerken, een echt kadaster waardoor gebruikers en werknemers er wijs uit kunnen worden. Cartografie van het zorgaanbod: voorbeeld op het terrein Om het voor de professionelen, maar ook voor de gebruikers mogelijk te maken wijs te worden uit het aanbod van de mobiele equipes, werd een zeer eenvoudige toepassing6 ontwikkeld in Namen. Ze is gebaseerd op een reeks vragen en stelt de meest geschikte oplossing voor. Dit soort toepassing zou kunnen worden uitgebreid en kunnen worden aangeboden op grotere schaal. Nog steeds in het kader van de vereenvoudiging en transparantie is de manier waarop de beslissingen worden genomen soms vrij ondoorzichtig en onbegrijpelijk voor de gebruikers. Een harmonisatie van de regels en de praktijken van de adviserend geneesheren bijvoorbeeld is gewenst, ook al moet in het achterhoofd worden gehouden dat elke situatie specifiek is en dat een evaluatie altijd door een mens wordt uitgevoerd die met een ander mens praat, en bijgevolg niet perfect is. Het is niet mogelijk om te garanderen dat iedereen dezelfde beslissing zal nemen. Deze vereenvoudiging zou moeten gebeuren met de hulp van de gebruikers zelf. 6www.psymobilenamur.be. CM-Informatie 264 • juni 2016 19 3. Hoe te werk gaan om de financiële situatie van de gebruikers te verbeteren? Een menselijker model dus, waarin de contacten, de tijd, het welzijn allemaal hun plaats hebben en dat een toereikend zorgscala aanbiedt, aangepast aan elke gebruiker. Hoe zeker zijn dat iedereen die deze nodig heeft toegang krijgt tot de juiste zorg, wanneer het nodig is? Hoe te werk gaan opdat de hulp, de zorg, maar ook de huisvesting en de vrijetijdsbesteding voor iedereen betaalbaar is? 3.1. Een toereikend en stabiel inkomen garanderen Een eerste element - dat uiteindelijk bijna deel uitmaakt van de zorg - is een toereikend en stabiel inkomen garanderen aan de gebruikers, en aan hun naasten. Professionelen verklaarden het volgende: “zolang men de financiële problemen niet heeft aangepakt, kan men zich niet concentreren op de therapeutische problemen”. Zolang men de financiële problemen niet heeft aangepakt, kan men zich niet concentreren op de therapeutische problemen. Bij de focusgroepen ontstonden er verschillende pistes opdat de gebruikers toegang kunnen krijgen tot een inkomen: de begeleiding van jongeren met psychische problemen die de school verlaten opdat ze een job vinden, begeleiding op langere termijn van gebruikers met geestelijke gezondheidsproblemen in het algemeen (hen motiveren, dat collega’s hen ‘s ochtends thuis ophalen, enz.), opleiding - aangepast7 - van personen die de beroepswereld hebben verlaten en die willen terugkeren, de mogelijkheid om te kunnen toetreden tot een traject voor hulp bij de terugkeer naar de arbeidsmarkt, de bewustmaking van werkgevers opdat ze geschiktere jobs aanbieden (inhoud, flexibele uurroosters, minder stress). Als de mensen niet kunnen werken en dus geen inkomen uit werk kunnen krijgen, moet er een oplossing worden gevonden om hen een toereikend inkomen te verzekeren en om verwijzing tussen de instellingen te vermijden. Dit zou kunnen gebeuren door een harmonisatie en een versoepeling van de beoordelingskaders Arbeidsbegeleiding - Enkele voorbeelden uit de praktijk Sinds enige tijd is het multidisciplinair team van het Medisch Departement van CM uitgebreid met een aantal psychologen. Hun rol bestaat erin de lokale teams te optimaliseren in functie van een volledige evaluatie van de arbeidsongeschiktheid en de socio-professionele re-integratie. Hun expertise wordt ook ruimer ingezet binnen het ziekenfonds, onder meer voor het ontwikkelen of evalueren van aanvullende diensten, projecten in het kader van gezondheidspromotie en de ruimere werking rond GGZ. Met twee coaching-initiatieven - ‘inwerkcoaching’ en ‘ability case management’ – biedt CM Limburg aangepaste ondersteuning en begeleiding aan arbeidsongeschikten om hen zo sneller en vooral duurzamer terug aan het werk krijgen. Indien nodig, wordt een samenwerking opgezet met de werkgever, de arbeidsgeneesheer, de behandelend arts en de adviserend geneesheer, zodat samen een oplossing gevonden kan worden. Het aanbod is vrijblijvend. De projecten werpen duidelijk hun vruchten af. Uit een onderzoek bij 380 leden van CM Limburg over 2013 en 2014 bleek dat na ergotherapeutische coaching meer mensen sneller aan het werk konden en er minder hervielen dan bij de leden die geen coaching volgden. Na coaching maakten meer mensen gebruik van progressieve tewerkstelling en gingen nadien weer volledig aan de slag. Bovendien stegen het zelfvertrouwen en het psychisch welbevinden. Echo in Sint-Niklaas is een dienst voor arbeidstrajectbegeleiding en biedt individuele begeleiding aan personen met psychische kwetsbaarheid op het vlak van werk. In functie van de concrete nood is er ondersteuning in het exploreren van interesses en mogelijkheden, het organiseren van een stage, het aanbieden van arbeidstraining, het begeleiden bij de zoektocht naar werk en/of de sollicitatie en tijdens de tewerkstelling. Het is een gratis dienstverlening. De entreprise de formation par le travail, “le Perron de l’Ilon”, in Namen heeft het project “Bien dans mon assiette“ gelanceerd, waardoor gebruikers met geestelijke gezondheidsproblemen en rechthebbenden van het AWIPH (Agence Wallonne pour l’intégration des personnes handicapées - Waals Agentschap voor de integratie van gehandicapte personen) een kortdurende stage kunnen lopen - 2 tot 4 weken. De doelstelling is niet om hen op te leiden of hun competenties in de keuken te evalueren, maar wel om te beoordelen of ze de noodzakelijke vaardigheden hebben om aan een opleiding deel te nemen: op tijd zijn, de instructies naleven, enz. 7 20 Er worden bijvoorbeeld veel opleidingen aangeboden in de sector van de Horeca. We weten echter dat het een omgeving is met veel druk en zware werktijden. Is dit daarom de juiste manier om te trachten de gebruikers met geestelijke gezondheidsproblemenom te scholen? CM-Informatie 264 • juni 2016 om een ziekte of een handicap te erkennen. Er zijn namelijk verschillende beoordelingsschalen die allemaal sterk gericht zijn op de fysieke/motorische gevolgen van een ziekte en niet op de psychische gevolgen. Opdat de pathologieën die onder de geestelijke gezondheid vallen in aanmerking kunnen worden genomen voor bepaalde soorten vergoedingen, moet de opleiding van de adviserend geneesheren worden herzien/ aangepast/aangevuld. Parallel hiermee bevatten de toekenningsvoorwaarden voor tegemoetkomingen vaak een drempel die men al dan niet overschrijdt (vb. Vlaamse zorgverzekering, recht op verhoogde tegemoetkoming). Mensen die aanwezig waren bij de focusgroepen pleiten voor een progressiviteit in de tegemoetkomingen, opdat men niet helemaal op niets overgaat. Tot slot pleiten we voor de individualisering van de rechten. Een gebruiker die bij zijn ouders woont, bij huisgenoten, om te besparen of bij wijze van therapie, of samenwoont met zijn echtgeno(o)t(e) en zijn kinderen, heeft net zo een dure behandeling nodigen als wie alleen woont. Vaak moeten naasten ook hun werktijd verminderen. Er moet nog een oplossing worden gevonden voor het inkomen van de mantelzorgers die, zoals gezegd, vaak hun beroepsactiviteit verminderen om zich te kunnen concentreren op hun naastegebruiker. Tot op heden is er, afgezien van “verlof voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid”, geen enkel inkomen voor de mantelzorger. 3.2. De uitgaven beperken Inkomsten aan de ene kant, uitgaven aan de andere. Als men een psychisch probleem heeft, vermindert niet alleen ons vermogen tot verdienen, maar stijgen ook onze uitgaven. De financiën van het gezin vlot trekken wordt dus een evenwichtsoefening ... De oplossing die het snelst bij ons opkomt als uw gesprekspartner het ziekenfonds is: de terugbetaling van de gezondheidszorg moet worden verbeterd. Eerst en vooral zijn het volgens de deelnemers aan de focusgroepen de geneesmiddelen die beter moeten worden terugbetaald. Er is ook een grote behoefte op het niveau van de kosten van psychotherapie. Ze voegen er ook aan toe dat het wenselijk zou zijn om een speciale dekking te bedenken voor de tandverzorging van personen met geestelijke gezondheidsproblemen. De situatie is gekend: het is een uitdaging die bijzonder sterk aanwezig is in de sector8,9. De deelnemers vragen ook om de veralgemening van de toepassing van de derdebetalersregeling bij de huisartsen, de tandartsen en de psychiaters. De rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming zouden nog niet genoeg worden terugbetaald. Vanuit organisatorisch standpunt vermelden de gebruikers hun behoefte aan begeleiding ‘s avonds, hulp bij de planning van het dagelijks leven, een meer geïndividualiseerde begeleiding en verbeterde begeleiding bij een zwangerschap en een geboorte. Daarom zouden de hulpverlening aan huis en de thuiszorg voor dit publiek meer moeten worden ontwikkeld, moeten deze financieel toegankelijk zijn en de bezwaren wegnemen die bepaalde professionelen in deze sector hebben met betrekking tot de geestelijke gezondheidszorg. We weten het, de huidige budgettaire context is niet gunstig, de budgetten van de ziekteverzekering lijken bevroren, Vrijetijdsbesteding, kledij, enz. - Enkele voorbeelden uit de praktijk Verspreid over Vlaanderen zijn op lokaal en zelfs wijkniveau heel wat buurtwerkingen actief. Zij hebben een gevarieerd aanbod voor mensen met een specifieke kwetsbaarheid (kansarmoede, psychische problemen). Het zijn laagdrempelige initiatieven die kansen bieden tot ongedwongen ontmoetingen en zelfontplooiing. Het is ook een mogelijkheid tot lotgenotencontact. Doorgaans is er ook een aanbod aan culturele, educatieve en sportactiviteiten, afhankelijk van het seizoen en de interesses van de leden. In de focusgroepen is in dit kader verwezen naar twee initiatieven in Leuven: buurthuis ’t Lampeke en vzw Walden. Al jaren kunnen bepaalde gebruikers met geestelijke gezondheidsproblemen en hun naasten via initiatieven, die voor iedereen toegankelijk zijn, zich kleden, zich uitrusten, herstellingen uitvoeren, eten en goedkoop of gratis een beroep doen op dienstverlening. Die initiatieven worden steeds talrijker en kunnen de vorm aannemen van donaties, gemeenschappelijke of solidaire aankoopgroepen (GAC: groupes d’achat en commun/GAS: groupes d’achat solidaires), repair cafés, lokaal uitwisselingssysteem (SEL: système d’échanges local), enz. Voor meer informatie verwijzen we u naar de website van het réseau des consommateurs responsables10. 8 Hiervoor zijn meerdere redenen: 1) gezien de impact van de psychische problemen, is er soms minder aandacht voor lichaamsverzorging en verdwijnt ook de aandacht voor somatische problemen. 2) Tandzorg wordt soms uitgesteld om financiële redenen. 3) Er is aangetoond dat bepaalde medicatie, waaronder ook psychotropica, gebitschade kunnen veroorzaken. 9 Zie onder andere: Yazbeck M, McVilly K, Parmenter TR, “Attitudes Toward People with Intellectual Disabilities. An Australian Perspective”, Journal of Disability Policy Studies Fall 2004 vol. 15 no. 2 97-111. 10http://www.asblrcr.be/ CM-Informatie 264 • juni 2016 21 maar sommige elementen zoals de veralgemening van de derdebetalersregeling bij de huisartsen voor rechthebbenden van de verhoogde tegemoetkoming en de gesprekken rond psychotherapie gaan wel in de goede richting. Zowel psychisch zieken zelf als hun mantelzorgers hebben een grote behoefte aan ontspanning, maar vaak is de kostprijs een grote drempel. Er is dus nood aan ontspanningsactiviteiten die gratis zijn of met een beperkte kostprijs. In de praktijk bestaan al enkele voorbeelden, maar deze zijn vaak onvoldoende gekend. 4. Hoe werken aan de beeldvorming over geestelijke gezondheid? Het derde grote obstakel voor het welzijn van de gebruikers met geestelijke gezondheidsproblemen blijft de voorstelling, het beeld dat de samenleving van dit publiek heeft. 4.1. Werken aan het beeld van de geestelijke gezondheid De laatste jaren zien we een belangrijke evolutie. In de media, maar ook op het werk en op school praat men immers steeds meer over de geestelijke gezondheid. Toch zijn de prevalentie en de incidentie van psychische problemen nooit zoveel gestegen. Hoewel het idee dat we onze geestelijke gezondheid, ons “welzijn”, moeten beschermen, burn-out en, in sommige gevallen, depressie, stilaan worden aanvaard door de samenleving, maakt een groot deel van het domein van de geestelijke gezondheid ons nog steeds bang. Dit bemoeilijkt een vlotte toegang tot vermaatschappelijkte zorg, het belemmert een integratie in en volwaardige participatie aan de samenleving. Om het isolement van gebruikers met geestelijke gezond­ heidsproblemen tegen te gaan, moet het beeld dat de samenleving van hen heeft veranderen, en wat is er nu beter daarvoor dan samen activiteiten te organiseren, samen dingen te beleven? Op het gebied van gehandicapten werd meermaals aangetoond dat hoe meer men contacten onderhoudt, des te meer personen met een handicap men kent, des te minder vooroordelen men over hen heeft en des te minder men hen discrimineert11. De gebruikers moeten ook rechtstreeks worden betrokken bij de beleidslijnen die betrekking op hen hebben, ze moeten ze vastleggen samen met de professionelen – al dan niet gespecialiseerde actoren in de geestelijke gezondheidszorg. Maar er moet ook worden gestreden voor hun integratie in de samenleving: strijden tegen de getto’s die we hierboven vermeldden, gemeenschappelijke activiteitenprogramma’s bedenken, gemengde huisvesting, werkplekken waar gebruikers en niet-gebruikers zich mengen, enz. Beeld van de geestelijke gezondheid Enkele voorbeelden uit de praktijk Algemeen is het belangrijk de samenleving een juist beeld te geven over psychisch lijden. De media kan hierin een belangrijke rol spelen. Daarom wordt door CM in de eigen publicaties geregeld een bijdrage hierover opgenomen. Binnen Ziekenzorg CM bestaat al enkele jaren het project Op-Stap i.s.m. Buddywerking Vlaanderen. Het project groeide vanuit de vaststelling dat mensen met een psychische kwetsbaarheid soms sociaal geïsoleerd raken en moeilijk aansluiting vinden bij anderen in de samenleving. In het kader van het project gaan een vrijwilliger en een persoon met psychische problemen, los van een hulpverleningscontext, op regelmatige basis samen iets doen waar ze beiden plezier aan beleven. Voor dit project is er ook samenwerking met de Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG). Het advies van gebruikers en naasten van het Réseau Santé Namur brengt de gebruikers en hun naasten rond de tafel, net zoals de professionelen. Ze kunnen rapporteren over hun ervaring en bovenal aanbevelingen formuleren. Ze dragen actief bij aan de verbetering van het netwerk. 4.2.De gebruikers met geestelijke gezondheidsproblemen opnieuw een rol geven De beeldvorming in de samenleving wordt beïnvloed door het beeld dat de gebruikers met geestelijke gezondheidsproblemen over zichzelf hebben. Het belang van een rol in de samenleving werd in alle focusgroepen van gebruikers benadrukt. Om het beeld van binnenuit te veranderen, moeten gebruikers die willen werken een job kunnen krijgen, maar bovenal moet vrijwilligerswerk worden gesteund. Herintreding op de arbeidsmarkt is slechts een oplossing voor een deel van het publiek van gebruikers met geestelijke gezondheidsproblemen. De adviserend geneesheren, de gebrui­ kers en hun families – die vaak nog terughoudender zijn dan de adviserend geneesheren - moeten dus worden bewustgemaakt van vrijwilligerswerk, wat opnieuw zin geeft aan het bestaan van veel mensen. In vermaatschappelijkte zorg moet veel meer vertrokken worden van de competenties van mensen, veeleer dan van hun beperkingen. De gebruikers geven aan dat ze over heel wat talenten beschikken die ze op een of andere manier ten 11 Lees onder andere: Findler Liora, Vilchinsky Noa, Werner Shirli, « The Multidimensional Attitudes Scale Toward Persons With Disabilities (MAS): Construction and Validation”, Rehabil Couns Bull April 2007 vol. 50 no. 3 166-176. 22 CM-Informatie 264 • juni 2016 Valorisatie van ervaringsdeskundigheid: voorbeeld uit de praktijk Binnen VLABO, het overlegplatform GGZ in VlaamsBrabant, bestaat de werkgroep DENK12. DENK staat voor Door Ervaring Naar Kennis. De werkgroep bestaat uit ervaringsdeskundigen die al een hele weg hebben afgelegd in de GGZ. Zij weten als geen ander hoe het voelt om psychisch kwetsbaar te zijn, hoe het herstelproces verloopt en hoe ze dagelijks kunnen omgaan met hun kwetsbaarheid. De deelnemers gebruiken hun ervaring door het geven van beleidsadvies, het bespreekbaar maken van de thematiek en het uitwerken van een aanbod rond herstelgericht werken. dienste willen stellen van de samenleving. En in de samenleving moeten voldoende mogelijkheden voor vrijwilligerswerk op maat voorzien worden. De erkenning van de rol van ‘peer helper’ is ook een interessante weg om te volgen. Een “gestabiliseerde” gebruiker met geestelijke gezondheidsproblemen heeft immers kennis ver­ zameld met betrekking tot het zorgsysteem, de behandeling, de ziekte, de zaken die al dan niet moeten worden gedaan. Hij kan daarom heel nuttig zijn voor peers of bij het definiëren van beleidslijnen/programma’s met betrekking tot gebruikers met geestelijke gezondheidsproblemen. 4.3. Opleiden en informeren Laten we tot slot herinneren aan het belang van het opleiden en informeren van professionelen in de zorg- en de hulpverlening, en daarnaast van de samenleving in het algemeen. Een bewustmaking van de geestelijke gezondheid vanaf zeer jonge leeftijd zou helpen om de gebruikers beter te begrijpen, dus om hen beter op te nemen. De professionelen in de zorg moeten zelf een veel uitgebreidere opleiding dan de huidige krijgen over de geestelijke gezondheid. Dit zal hen toelaten om bij het uitoefenen van hun specifieke opdrachten rekening te houden met de specificiteit van de doelgroep. 5.Besluit De geestelijke gezondheidszorg is in volle evolutie. Een belangrijke doelstelling van de lopende hervormingen is de verdere vermaatschappelijking van de zorg. In een reeks pilootprojecten wordt, in samenwerking tussen vele actoren, sinds enkele jaren gewerkt aan de concretisering van deze doelstelling. In een eerste artikel toonden we aan dat, ondanks de goede initiatieven en de vele positieve inspanningen, gebruikers, mantelzorgers en professionelen nog heel wat hindernissen ondervinden. We gaven een overzicht van deze drempels die te maken hebben met zowel de manier waarop ons gezondheidszorgsysteem georganiseerd is, als met de kostprijs van zorg en ondersteuning en de beeldvorming over geestelijke gezondheid in de samenleving. Ze zorgen ervoor dat we nog een heel eind verwijderd zijn van de best mogelijke zorg en ondersteuning voor personen met ernstige en langdurige psychische problemen. Toegegeven, het was bij momenten een weinig bemoedigend verhaal. Maar in de realiteit is het verhaal op het terrein nu al genuanceerder. De drempels zijn er, maar zowel gebruikers, hun naasten als professionelen hebben tijdens de focusgroepen tal van suggesties gedaan om drempels te verlagen en weg te werken. Ze verwezen geregeld naar de oplossingen die hen zelf vooruit hebben geholpen en naar de vele initiatieven op het terrein die bijdragen tot een nog meer toegankelijke vermaatschappelijkte GGZ. Ze bewijzen dat het kan. Laten we deze stappen in de goede richting en de suggesties aangrijpen om als samenleving de uitdaging van vermaatschappelijkte zorg verder aan te gaan. Het is immers de gezamenlijke verantwoordelijkheid van beleidsmakers, zorgaanbieders en burgers zich te blijven inspannen voor een samenleving die volwaardige kansen biedt aan iedereen. Ook CM zal hierin haar verantwoordelijkheid blijven opnemen. Opleiding van professionelen - Enkele voorbeelden uit de praktijk Om de twee jaar wordt er een opleiding voor sociaal assistenten, georganiseerd door de dienst HRM (Humanresourcesmanagement) van de christelijke ziekenfondsen, gewijd aan psychisch kwetsbare personen. Door deze dag kunnen ze inzicht krijgen in het brede terrein van de geestelijke gezondheid, en er worden manieren aangeboden om de gebruikers te begeleiden. Alle nieuwe medewerkers moeten deze opleiding volgen. 12http://www.vlabo.be/?action=onderdeel&onderdeel=606&titel=Over+DENK CM-Informatie 264 • juni 2016 23