Algemene Directie van het Middelenbeheer en de Informatie – Dienst Rekrutering en Selectie COMPETENTIEGERICHTE BEOORDELING VAN HET POTENTIEEL VAN HET PERSONEELSLID – KANDIDAAT VOOR EEN PROMOTIE-EXAMEN Een personeelslid van uw korps of federale entiteit heeft zich kandidaat gesteld voor het intern bevorderingsexamen van het middenkader naar het officierenkader - Sessie 2016-2017. In het raam van deze selectieprocedure wordt u als korpschef van lokale politie of als directeur van de federale politie verzocht uw personeelslid competentiegericht te willen beoordelen in de huidige functie. Dit met als doel concrete gedragsgerichte elementen te identificeren die relevant en ook voorspellend zijn voor de prestaties in de toekomstige graad van commissaris. 1. ESSENTIELE IDENTIFICATIE-ELEMENTEN VAN HET PERSONEELSLID NAAM, Voornaam: Identificatienummer: Graad: Korps/Entiteit/Dienst: Functie: 2. ESSENTIELE IDENTIFICATIE-ELEMENTEN VAN DE BEOORDELAAR NAAM, Voornaam: Graad: Korps/Entiteit/Dienst: Functie: E-mailadres: 3. TE BEOORDELEN COMPETENTIES In deze rubriek kan u een competentiegerichte beoordeling uitbrengen betreffende uw kandiderend personeelslid. Hiertoe dient u het volgende te doen: 1 Algemene Directie van het Middelenbeheer en de Informatie – Dienst Rekrutering en Selectie - binnen elke competentie, per gedragsanker die omschrijving aanvinken die volgens u het meest passend is voor uw personeelslid; - per competentie ook een eindbeoordeling aanvinken, waarbij u kan kiezen tussen zwakte - te ontwikkelen - competent - excellent; - per competentie ook beschrijvende commentaarelementen toevoegen ter illustratie: een verduidelijking, voorbeelden, concrete situaties/gebeurtenissen e.d. 3.a. MANAGEN VAN PERSONEN - Competentie: MENSEN AANSTUREN Definitie: Ervoor zorgen dat iedereen gepast gedrag stelt door duidelijke instructies te geven en door het opvolgen en het bijsturen van hun prestaties in functie van de doelstellingen en de middelen Taakgericht Kan/durft geen doelstellingen te Weet enkel algemene en vage Tracht doelgericht te werken, maar Kan (voor een team) duidelijke en formuleren. doelstellingen te formuleren. heeft het soms moeilijk om doelen meetbare doelstellingen voorop stellen. concreet te formuleren. Chaotisch. Gaat niet planmatig te Maakt een aanzet tot planning. Is niet Heeft een plan van aanpak. Houdt zich Organisatorisch sterk. Gaat planmatig te werk. Heeft geen oog voor altijd efficiënt in zijn/haar plan van niet altijd consequent aan zijn/haar werk en weet zijn/haar planning aan te timemanagement. aanpak. planning of houdt er sterk aan vast. passen i.f.v. de omstandigheden. Goed Tracht een duidelijke timing te hanteren. timemanagement. Houdt geen toezicht op de Laat zaken soms teveel op hun beloop. Heeft voldoende oog voor opvolging, Sterk resultaatgericht. Houdt nauwgezet vooruitgang. Loopt achter de Gaat onvoldoende opvolgen en/of maar durft de teugels al eens te laten toezicht op de vooruitgang. Heeft de 2 Algemene Directie van het Middelenbeheer en de Informatie – Dienst Rekrutering en Selectie feiten aan. controleren. vieren. teugels in handen. Heeft de teugels niet in handen. Mensgericht Ontoegankelijk. Onverschillig. Eerder gesloten houding. Weinig oog Open houding. Toegankelijke, uitnodigende houding. Misprijzend. Negatief kritisch. voor het geven van feedback. Tracht oog te hebben voor het geven Moedigt aan. Oog voor positieve van opbouwende feedback, maar heeft bekrachtiging. minder oog voor een verdere Geeft opbouwende kritiek en begeleidt zelfontwikkeling. verder naar zelfontwikkeling. Sterk controlerend. Wil alles liever Verdeelt de taken op een willekeurige Tracht taken te delegeren, maar baseert Kan goed delegeren. Baseert zelf doen. Stelt geen vertrouwen in manier en/of heeft het moeilijk om de de taakverdeling niet altijd op de taakverdeling op de competenties, collega’s. controle los te laten. Stelt weinig competenties, interesses en/of interesses en/of beschikbaarheid van vertrouwen in collega’s. beschikbaarheid van medewerkers. Stelt medewerkers. Stelt vertrouwen in doorgaans vertrouwen in collega’s. collega’s. Verzwijgt informatie. Houdt Informatiedoorstroming verloopt slechts Er vindt een zekere Zorgt voor een volledige informatie achter. Saboteert. in één richting. informatiedoorstroming plaats, maar het informatiedoorstroming in beide Manipuleert. Geeft informatie enkel wanneer ernaar gebeurt niet altijd op een spontane richtingen. Maakt informatie voor Duldt geen inbreng. gevraagd wordt. manier. iedereen toegankelijk. Aanvaardt soms moeilijk inbreng van Staat open voor inbreng van anderen. Moedigt actief inbreng van anderen aan. anderen. Overtuigingskracht Heeft geen eigen mening. Wacht met het geven van een eigen Brengt meestal zijn/haar mening naar Heeft een goed onderbouwde eigen Volgzaam, beïnvloedbaar, draait mening tot iemand anders een standpunt voor. Tracht zijn/haar mening met mening. Is standvastig. Durft er een met de wind mee. inneemt. Aanvullende rol. argumenten te staven. andere mening op na te houden Is niet in staat om duidelijke Kan enkel op korte termijn instrueren. Gegeven instructies zijn voldoende Geeft klare en duidelijke instructies, 3 Algemene Directie van het Middelenbeheer en de Informatie – Dienst Rekrutering en Selectie instructies te geven, noch op korte Instructies zijn niet altijd duidelijk. Gaat duidelijk. Tracht bij te sturen waar zowel op korte als lange termijn. Weet te noch op lange termijn. Gaat niet weinig bijsturen. nodig. allen tijde op een gepaste manier bij te bijsturen. sturen. ERVARING IN HET AANSTUREN VAN MENSEN (indicatief) Geen ervaring. Toont geen Werd aangesproken om mensen aan te Vroeg zelf om mensen aan te sturen. Vroeg zelf om mensen aan te sturen. interesse voor het aansturen van sturen. Toonde weinig interesse. Voerde Voerde uit naar eigen goeddunken Stuurde aan volgens de principes van het mensen. Staat hier weigerachtig de opdracht uit zonder meer. zonder toepassing van de principes van situationeel leiderschap. Vroeg nadien situationeel leiderschap. Vroeg geen feedback. tegenover feedback. Zwakte Te ontwikkelen EINDBEOORDELING VOOR DEZE COMPETENTIE BESCHRIJVENDE COMMENTAAR BIJ DEZE COMPETENTIE 4 Competent Excellent Algemene Directie van het Middelenbeheer en de Informatie – Dienst Rekrutering en Selectie 3.b. MANAGEN VAN INTERPERSOONLIJKE RELATIES - Competentie: KLANTGERICHT OPTREDEN Definitie: Partners (publiek en overheid) de best mogelijke dienst verlenen en hen begeleiden naar de meest passende oplossing door op een constructieve manier contacten te onderhouden. Communicatief zwak. Weet zijn/haar Weet zich niet altijd voldoende Voldoende verstaanbaar. Kan een Communicatief sterk. Weet zijn/haar boodschap niet onder woorden te verstaanbaar te maken. Heeft het boodschap voldoende vlot en duidelijk boodschap gemakkelijk en duidelijk brengen. Kan zich niet uitdrukken. moeilijk om zijn boodschap onder overbrengen. onder woorden te brengen. Rijke Beperkte woordenschat. woorden te brengen. Te introvert. Stuntelig, aarzelend, Weet op een correcte manier in contact Voldoende contactvaardig. Weet op een Weet op een vlotte en krachtige manier voorzichtig in contactname. te treden met anderen, maar zal niet gepaste manier in contact te treden met contact te leggen met mensen van Te extravert. Theatraal iemand. Te spontaan contact leggen en heeft het anderen. Weet zich doorgaans aan te verschillende niveaus en in verschillende joviaal. soms moeilijk om zich aan te passen passen aan de persoon v oor zich. omstandigheden. woordenschat. aan de persoon voor zich. Niet zichtbaar of aanspreekbaar. Eerder koel en sec in de omgang. Stelt Open houding. Vriendelijk en aangenaam Is zichtbaar, aanspreekbaar en Ontoegankelijk. Zakelijk, emotieloos. zich minder toegankelijk en in de omgang. Empathisch vermogen, contacteerbaar. Empatisch en begripvol. Koele kikker. aanspreekbaar op. Heeft het moeilijk maar zal het niet altijd expliciet tonen. Weet medeleven gepast over te om zich empathisch en open op te brengen. Vertrouwenspersoon. stellen. Heeft enkel oog voor het repressieve Heeft het moeilijk om mensen en Tracht een evenwicht te zoeken tussen Vindt zelf steeds een goed evenwicht aspect. Verschuilt zich achter situaties goed in te schatten. Neigt naar het repressieve en het tussen het repressieve en het voorgeschreven regels en procedures. het repressieve of sociale aspect. sociale/preventieve aspect van sociale/preventieve aspect van 5 Algemene Directie van het Middelenbeheer en de Informatie – Dienst Rekrutering en Selectie Te mensgericht. Verliest het politiewerk, heeft het hierbij soms doel/resultaat uit het oog. moeilijk om grenzen te trekken. politiewerk. Betrekt geen andere (relevante) Schenkt onvoldoende aandacht aan Heeft oog voor andere partners en Zeer partnergericht. Denkt ifv partners en partijen. Solospeler. mogelijk relevante partners en partijen. partijen, maar gaat ze niet altijd actief gemeenschapsgerichte politiezorg. Durft deze uit het oog te verliezen. betrekken. Betrekt actief relevante partners en partijen. Minimaliseert problemen en klachten. Elementaire dienstverlening. Luistert Neemt klachten ernstig. Ziet de Heeft aandacht voor en komt tegemoet Ziet de ernst niet in. Doet geen weinig/niet naar het verhaal van de probleempunten en tracht hieraan te aan de noden van de burger en moeite om te peilen en om tegemoet klant. Stelt weinig/geen bijkomende beantwoorden. Reactief hulpverlenend partners. Proactief en preventief te komen aan de noden van de vragen. Ziet bijgevolg niet in wat de ingesteld. Doet wat de klant verwacht of hulpverlenend ingesteld. Heeft oog voor klanten. (onderliggende) probleempunten zijn. vraagt. nazorg. Biedt geen/irrelevante oplossingen Beperkt probleemoplossend vermogen. Tracht op zoek te gaan naar een Begeleidt en helpt de klant in het aan. Weet de klant onvoldoende te oplossing. Weet standaardoplossingen te zoeken naar de meest passende begeleiden naar de meest passende bieden. Heeft niet altijd oog voor de oplossing. Gaat indien nodig op zoek oplossing. Doet louter aan bredere context. naar alternatieven en/of oplossingen op symptoombestrijding. Zwakte structureel vlak. Te ontwikkelen EINDBEOORDELING VOOR DEZE COMPETENTIE BESCHRIJVENDE COMMENTAAR BIJ DEZE COMPETENTIE 6 Competent Excellent Algemene Directie van het Middelenbeheer en de Informatie – Dienst Rekrutering en Selectie 3.c. MANAGEN VAN ZICHZELF - Competentie: COPING 7 Algemene Directie van het Middelenbeheer en de Informatie – Dienst Rekrutering en Selectie Definitie: Reageren op frustraties, obstakels en tegenwerking en hierbij de resultaten voor ogen te houden, door kalm te blijven, de eigen emoties te controleren en constructief te reageren op kritiek. Gebrek aan zelfvertrouwen. Functioneert Bij moeilijke omstandigheden laat Heeft in de meeste situaties het Gezond zelfvertrouwen. niet zonder de steun van anderen. zijn/haar zelfvertrouwen hem/haar in nodige zelfvertrouwen om te blijven Heeft geen steun van anderen nodig, de steek. Is steunzoekend. functioneren. Heeft in complexe ook niet in complexe situaties. Overmatig veel zelfvertrouwen. Komt Neigt overmoedig te reageren. Is situaties de neiging raad of advies bij arrogant en/of zelfvoldaan over. soms te zelfzeker. anderen te vragen. Verliest het overzicht in moeilijke In moeilijke omstandigheden weet Behoudt meestal het overzicht in Behoudt steeds het overzicht in moeilijke omstandigheden. Blokkeert in benarde hij/zij niet altijd het overzicht te moeilijke omstandigheden. Zal omstandigheden. Blijft te allen tijde situaties. Kan niet doelgericht te werk gaan behouden. Slaagt er niet altijd in om doorgaans voldoende doelgericht doelgericht functioneren onder druk. onder druk. doelgericht te blijven functioneren blijven functioneren onder druk. Heeft ook moeilijke situaties onder onder druk, prestatieniveau daalt. controle. Heeft zijn/haar emoties niet onder Weet zijn/haar emoties niet altijd te Houdt meestal zijn/haar emoties Heeft zijn/haar emoties onder controle. controle. Controleverlies, onbeheerst. Zeer beheersen. Onrustig/gejaagd. Kan onder controle. Heeft doorgaans Beheerste houding. Houdt zichzelf in de duidelijke uiterlijke tekenen van zijn/haar zenuwen onvoldoende zichzelf voldoende in de hand. Enige hand. Blijft uiterlijk rustig, geen vertoon stress/zenuwen/spanning zichtbaar. Kan controleren. uiterlijke tekenen doch weet van stress/zenuwen. Heeft non-verbaal algemeen zijn/haar zenuwen zijn/haar gedrag onder controle. zijn/haar zenuwen niet controleren. Overgecontroleerd. voldoende te controleren. Komt voldoende beheerst over. Relativeert niet. Denkt dat de last van de Heeft het soms moeilijk om te Weet doorgaans de zaken te Heeft een gezond relativeringsvermogen. wereld op zijn/haar schouders rust. relativeren. Krabbelt slechts moeizaam relativeren. Veerkrachtig persoon. Laat snel het hoofd hangen. recht na een tegenslag. Kan dingen Vertoont de nodige veerkracht, maar Zet door, ook bij moeilijke moeilijk een plaats geven. Geneigd heeft soms wat tijd nodig om dingen omstandigheden. Laat het hoofd nooit snel op te geven. Heeft vaak nood een plaats te kunnen geven. hangen. Gaat zaken te sterk relativeren. 8 Algemene Directie van het Middelenbeheer en de Informatie – Dienst Rekrutering en Selectie aan een oppepper. Zet algemeen voldoende door. Bij moeilijke omstandigheden heeft hij/zij een soms duwtje in de rug nodig. Lage frustratietolerantie. Reageert Heeft het moeilijk om met frustraties Weet over het algemeen met Hoge frustratietolerantie. Weet het gefrustreerd bij tegenwerking of tegenslag. om te gaan/om deze te verbergen frustraties om te gaan. hoofd te bieden aan tegenwerking of (het humeurige type). tegenslag. Staat niet open voor kritiek. Reageert Staat weinig open voor kritiek. Is ontvankelijk voor kritiek, maar Gaat op zoek naar feedback. Staat open vijandig, defensief bij het krijgen van kritiek Weet zichzelf niet bij te sturen. heeft soms tijd nodig om te laten voor kritiek en gaat er op een of het glijdt van hem/haar af. bezinken. constructieve manier mee om. Wilt zichzelf niet bij te sturen. Is bereid om zich bij te sturen, maar Is in staat om zichzelf bij te sturen moet soms aangestuurd worden door anderen. Zwakte Te ontwikkelen EINDBEOORDELING VOOR DEZE COMPETENTIE BESCHRIJVENDE COMMENTAAR BIJ DEZE COMPETENTIE 9 Competent Excellent Algemene Directie van het Middelenbeheer en de Informatie – Dienst Rekrutering en Selectie 3.d. WAARDEN - Competentie: NORMBESEF - INTEGRITEIT Definitie: Aan geloofwaardigheid winnen door op een gedisciplineerde manier te werk te gaan, door zijn eigen opvattingen in te schrijven in de normen en verwachtingen van de organisatie. Kan niet redeneren rond normen en Beperkt redeneervermogen. Heeft het Kan doorgaans redeneren rond normen Kan goed redeneren rond normen en regels. Houdt geen rekening met moeilijk om beslissingen goed af te en regels. Tracht rekening te houden regels. Weegt beslissingen goed af. 10 Algemene Directie van het Middelenbeheer en de Informatie – Dienst Rekrutering en Selectie gegeven omstandigheden. Maakt geen wegen. Kan zaken niet altijd in de juiste met de gegeven omstandigheden, dit Weet zelf zaken in de juiste context te afwegingen. Denkt zwart-wit of stelt context plaatsen. binnen aangereikte krijtlijnen. plaatsen. Ziet krijtlijnen en houdt zich zich te flexibel op. hier ook aan. Houdt zich niet aan afgesproken regels. Houdt zich niet altijd aan afgesproken Houdt zich doorgaans aan geldende Houdt zich steeds aan geldende regels, Heeft zijn/haar eigen gewoontes en regels. Weinig plichtbewust. regels. ook onder druk. Plichtbewust. Loyaal. Kent de deontologische code niet. Neemt het niet altijd nauw met de Tracht zelf de deontologische code te Is doordrongen van de deontologische Negeert voorgeschreven regels en deontologische code. Durft de kantjes hanteren. code. Gaat deze zelf steeds naleven, procedures. eraf lopen. Is zich helemaal niet bewust van de Voorbeeldfunctie stopt na de diensturen. Is zich bewust van de voorbeeldfunctie Draagt de voorbeeldfunctie hoog in het voorbeeldfunctie (noch op het werk Hangt het uniform aan de haak van en gedraagt zich er ook doorgaans vaandel (verkeer, alcohol- en noch in privé). zodra de dienst erop zit. naar. druggebruik, gebruik sociale media, …) principes. Legt opdrachten, richtlijnen, afspraken … van bovenaf naast zich neer. alsook uitdragen naar anderen toe. en verwacht dit ook van collega’s. Beschikt over morele moed om deviant gedrag van collega’s aan te pakken. Is niet gedisciplineerd. Maakt misbruik Mist zelfdiscipline. Moet gestuurd Toont voldoende zelfdiscipline. Draagt Is zeer gedisciplineerd (correcte van professionele middelen voor privé worden. Draagt weinig zorg voor doorgaans zorg voor professionele uniformdracht, respecteren van doeleinden. professionele middelen. middelen. diensturen, …) en zet ook collega’s aan tot discipline. Draagt steeds zorg voor professionele middelen (voertuigen, software, …) én treedt op tegen misbruik voor privé doeleinden door collega’s. 11 Algemene Directie van het Middelenbeheer en de Informatie – Dienst Rekrutering en Selectie Ongenuanceerd. Onrespectvol. Heeft het soms moeilijk om zich Tracht zich onpartijdig en neutraal op Stelt zich steeds onpartijdig en neutraal Discrimineert. Partijdig. Tendentieus. onpartijdig en neutraal op te stellen. Is te stellen. Voldoende objectief. Toont en respectvol op. Objectief. Is discreet niet altijd even objectief. Praat zijn/haar de nodige discretie. en houdt zich aan het beroepsgeheim. mond soms voorbij. Zwakte Moedigt ook collega’s hiertoe aan. Te ontwikkelen EINDBEOORDELING VOOR DEZE COMPETENTIE BESCHRIJVENDE COMMENTAAR BIJ DEZE COMPETENTIE 12 Competent Excellent Algemene Directie van het Middelenbeheer en de Informatie – Dienst Rekrutering en Selectie Voorbehouden aan de beoordelaar Voorbehouden aan het betrokken personeelslid Op basis van de elementen, om de kandidaat naar een hogere Voor kennisname, graad te kunnen bevorderen, geef ik volgend advies betreffende het potentieel van de kandidaat: GUNSTIG ONGUNSTIG Datum: Handtekening van de beoordelaar: Datum: Handtekening van het personeelslid: 13