FUNCTIEBENAMING: EENHEID: UNIT/CLUSTER: FUNCTIENIVEAU: FORMATIE: DATUM VASTSTELLING: Brandweercommandant Brandweer 14 1,0 fte 1 mei 2002 1. Doelstelling van de functie Geeft richting aan de uitvoering alsmede beleidsvoorbereiding van de afdeling en draagt zorg voor het optimaal functioneren hiervan, teneinde de in de afdelingsplannen beoogde resultaten te behalen c.q. het collegeprogramma beleidsmatig uit te voeren. Een en ander binnen de vooraf vastgestelde beschikbare middelen (geld en mensen) en in overeenstemming en afstemming met het totale organisatiebeleid en het bestuurlijk beleidsprogramma. Dit alles binnen de principes van het integraal management. 2. Plaats van de functie in de organisatie (organigram) Functionaris is rechtstreeks verantwoording verschuldigd aan de Burgemeester voor wat betreft zijn/haar taken op het gebied van openbare orde en veiligheid. Voor wat betreft de taken aangaande de bedrijfsvoering is de functionaris verantwoordelijkheid verschuldigd aan het Directieteam. De functionaris rapporteert aan de Gemeentesecretaris/Algemeen Directeur dan wel aan de Adjunct-secretaris/Directeur. 3. Taken en resultaten Het op een inspirerende wijze leidinggeven aan de gemeentelijke brandweer en zorgdragen voor de beleidsontwikkeling en -uitvoering van de dienst. Draagt zorg voor de effectieve uitvoering van operaties en de optimale inzet van personele, financiële en organisatorische middelen van de dienst. Treedt zowel beleidsmatig als operationeel op in de gehele veiligheidsketen proactie/preventie/preparatie/repressie; 4. Het zijn van een deskundig adviseur voor de burgemeester en het bestuur. Het verrichten van werkzaamheden voor de regionale brandweer. Het als lid van het managementteam vormgeven van concernbreed beleid e.d. Functieprofiel 4.a. Zelfstandigheid/verantwoordelijkheid/bevoegdheden Keuzes en beslissingen hebben betrekking op strategie, richting geven en concipiëren ten aanzien van het ontwikkelen, vaststellen en realiseren van doelstellingen en beleid. Keuzes en beslissingen zijn door de functiehouder veelal zelf geïnitieerd en vinden plaats binnen algemeen geformuleerde doelstellingen. Alternatieven zijn veelal onbekend. Complexe afwegingen met veel factoren zijn op dit niveau aan de orde. Uitkomsten van keuzes en beslissingen zijn ongewis. 4.b. Contacten Contacten wisselen qua doel, intensiteit en betekenis. Rol van partijen wordt vaak pas tijdens het contact duidelijk. Contactpartijen kunnen tegengestelde belangen hebben. Een anticiperende houding op afweer en onzekerheidsreductie bij de andere contactpartij moet bij de functiehouder inherent aan het functioneren zijn, evenals de vaardigheid tot motiveren, (blijvend) overtuigen en beïnvloeden om gestelde doelen te kunnen realiseren. Doel van het contact is het verwerven van inzicht in beweegredenen en achtergronden van contactpartijen. De aard van de contacten is het zich instellen op anderen met doorgaans kritisch (opbouwend) tegenspel. 4.c. Functie-eisen (uitgedrukt in kwaliteit en kwantiteit) Een academisch werk- en denkniveau en een afgeronde opleiding tot brandweerofficier (commandeur), zo mogelijk aangevuld met de leergang master of crisis and disaster management of vergelijkbare opleiding; Managementervaring binnen complexe (overheids)organisaties; Relevante ervaring met operationele (repressieve) brandweertaken; Een goed ontwikkeld gevoel voor politiek-bestuurlijke verhoudingen; Repressief inzetbaar als commandant van dienst en operationeel leider; Ervaring en affiniteit met vrijwilligers in de brandweerorganisatie. Voor akkoord, Gemeentesecretaris GEMEENTE OOSTERHOUT MOTIVERING FUNCTIEWAARDERINGSSCORE Behorend bij organieke functie: BRANDWEERCOMMANDANT Totaalscore: hoofdgroep V met 18 punten. Via conversie: functieschaal 14 Vastgesteld door Burgemeester en Wethouders d.d.: 28 oktober 2003 HOOFDGROEP V Werkzaamheden in de sfeer van bestuur en beleid op onderscheiden terreinen van overheidszorg en apparaatsbeheer en/of (toegepaste) wetenschapsbeoefening, waartoe de bekwaamheid in het algemeen slechts denkbaar is op basis van voltooide wetenschappelijke studie. Bij de vereiste bekwaamheid gaat het vooral om de kwaliteit van analytisch, synthetisch-methodisch denken, creatieve zin en onafhankelijke oordeelsvorming o.a. tot gelding komend in het uitwerken (prognose, planning, onderzoek) van beleidsideeën en het ontwikkelen van beleidslijnen op breed terrein en lange termijn, in standpuntbepaling en belangenbehartiging met de contactuele instelling die ter zake (in communicatie, coördinatie, ambtelijk beraad, contacten met maatschappelijke groeperingen, in commissies enz., ook internationaal) is vereist, in het (mede) geven van richting aan de ontwikkeling van grote technische of maatschappelijke projecten, of in de conceptie daarvan. Te denken valt aan hoofden van zeer grote afdelingen, het leiding geven aan grote maatschappelijke projecten of aan strategische beleidsontwikkeling. Voor onderhavige functie wordt gedacht aan de (voormalige) opleiding RBA danwel een gelijkwaardig opleidingstraject. FUNCTIONELE VORMING SCORE 3 Na de beroepsopleiding is meer dan 2 jaar t/m 4 jaar school- en/of praktijkopleiding nodig. Te denken valt aan het opdoen van managementvaardigheden in het kader van het principe integraal management en kennis op het gebied van bedrijfsvoering. ZELFSTANDIGHEID SCORE 8 Voor wat betreft de handelingsvrijheid geldt dat beoordeling/toetsing van het werk of werkresultaat slechts plaats kan vinden op grond van de uitwerking in de praktijk (score 4). M.b.t. keuzemogelijkheden geldt dat het werk het ontwerpen en realiseren van nieuwe oplossingen omvat voor problemen in de sfeer van het beleid, waarbij dit in de regel algemeen geldende structurele oplossingen zijn (score 4). LEIDINGGEVEN SCORE 3 Eindverantwoordelijkheid voor product en managementverantwoordelijkheid voor PIOFA op afdelingsniveau en tevens vakinhoudelijke eindverantwoordelijkheid op concernniveau. CONTACT SCORE 4 Er is sprake van een controversiële situatie, waarbij een beslissing tot stand komt, hetzij door overtuigen, hetzij door onderhandelen.