Campus Sint-Aloysius Naam:………………… Klas: 3 … Kasteelstraat 53 3800 Zepperen Datum: ……………. Lkr: Van Stappen N. Vak: Chemie LABO:CHEMISCHE REACTIES Attitudebeoordeling …/3 Werken in groep o Trekt zich weinig van anderen aan o Werkt samen na aandringen o Werkt goed samen, wil samen iets bereiken, is behulpzaam Productiviteit o Werkt niet door o Voert uit, maar te traag o Is productief en werkt eventueel spontaan Nauwkeurigheid o Werkt onnauwkeurig o Werkt nauwkeurig onder toezicht o Werkt nauwkeurig en onberispelijk Netheid en ordelijkheid Initiatief Stiptheid o Wacht af tot men zegt wat er moet gebeuren o Initiatief vermindert wanneer het toezicht vermindert o Neemt ook initiatief zonder toezicht/ externe hulp en betrekt anderen Veiligheid (oa. labojas,veiligheidsbril; haren samen) o Houd geen rekening met de veiligheidsvoorschriften o Houd rekening met de veiligheidsvoorschriften na herinnering o Houd spontaan rekening met de veiligheidsvoorschriften o Werkt slordig en onoverzichtelijk o Werkt net, maar wanordelijk o Volgt de regels van orde en netheid goed op o Is boeken, notities vergeten, te laat in de les o Heeft alles bij, maar geeft de opdracht te laat af o Heeft een onberispelijke attitude qua stiptheid. Andere… A. Oriënteren Inleiding We kennen ondertussen het verschil tussen een chemische reactie en een fysische reactie dit was: Fysische Reactie Chemische Reactie Andere stoffen met andere eig. Stoffen en hun eigenschappen blijven behouden. Welnu, een chemische reactie, waarvan de analyse van water met het toestel van Hoffman en het verbranden van kolen twee voorbeelden zijn, vertoont specifieke eigenschappen. Het is aan jou om uit te maken welke deze zijn. Onderzoeksvraag Wat zijn de typische kenmerken voor een chemische reactie ? Enkele deelvragen kunnen zijn: - Wat gebeurt er met de energie tijdens de chemische reactie? - Welke veranderingen kan je zien bij de chemische reacties? Hypothese Een eerste typisch kenmerk is al zeker het ontstaan van andere stoffen, met andere stofeigenschappen. Bij de verbranding van kolen komt ook warmte vrij. We zouden dus ook kunnen zeggen dat bij een chemische reactie warmte kan afgegeven worden. B. Voorbereiden Voorzorgsmaatregelen - Welke algemene voorzorgen, in verband met veiligheid, neem je steeds voor aanvang van het practicum ? ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………. - Zoek voor volgende stoffen de H-, en P-zinnen op. Houd hier tijdens het practicum ook rekening mee ! Huishoudazijn: …………………………………………………………………………………………………... Bakpoeder (NaHCO3): …………………………………………………………………………………………………... Badzout (Na2CO3): …………………………………………………………………………………………………... Magnesium (Mg): ………………………………………………………………………………………………....... Waterstofchloride, verdund ( HCl): ………………………………………………………………………………………………….. Experiment 1: Melk en huishoudazijn samenvoegen - Benodigdheden: melk, proefbuizen, huishoudazijn Experiment 2: Bakpoeder en huishoudazijn samenvoegen - Benodigdheden: bakpoeder ( NaHCO3), proefbuis, spatel, huishoudazijn Experiment 3: Rodekoolsap met huishoudazijn en met wit badzout ( Na2CO3) samenvoegen - Benodigdheden: blad van rode kool, pipetje, badzout, beker 100 ml, 2 proefbuizen, huishoudazijn Experiment 4: Mg-lint en waterstofchloride-oplossing ( HCl-oplossing) samenvoegen - Benodigdheden: waterstofchloride-oplossing ( HCl-oplossing),schuurpapier, proefbuis, magnesiumlint C. Uitvoeren, waarnemen Experiment 1: Breng in een proefbuis 1 ml melk ( ongeveer 1 cm in de proefbuis) Voeg ongeveer 1 ml kraantjeswater toe. Homogeniseer het mengsel door de proefbuis te kwispelen Voeg hierbij een paar druppels azijn Houd de proefbuis naar het licht en noteer de waarneming Wat neem je waar ? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… Maak een kleine schets van de opstelling: Experiment 2: Breng in een proefbuis ongeveer 3 ml azijn ( ongeveer 3 cm in de proefbuis) Voeg een spatelpunt bakpoeder toe en noteer waarneming 1 Voel met de handpalm onderaan de proefbuis en noteer waarneming 2 Waarneming 1: ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… Waarneming 2: ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………. Maak een kleine schets van de opstelling: Experiment 3: Experiment 3: Bereid rodekoolsap door een kleine hoeveelheid rodekool te versnipperen in een minimale hoeveelheid kraantjeswater, even laten trekken en dan af te gieten. Doe in elk van de 2 proefbuizen ongeveer 2 ml sap van rodekool Voeg vervolgens aan de ene proefbuis enkele druppels huishoudazijn toe en aan de andere een korreltje badzout Noteer de waarnemingen in onderstaande tabel. Welke kleur krijgt het water bij het bereiden van rodekoolsap ? ……………………………………………………………………………………………. Welke scheidingstechniek paste je toe bij de bereiding van rodekoolsap ? ……………………………………………………………………………………………. Noteer de waargenomen kleur na toevoegen van huishoudazijn en badzout in de tabel: Waargenomen kleur Rodekoolsap + azijn Rodekoolsap + badzout Maak een kleine schets van de opstelling: Experiment 4: Neem een stukje Mg-lint en schuur het proper met het schuurpapier Breng het in een proefbuis, voeg 10 druppels HCl ( 2mol/l) toe en noteer waarneming Voel met de handpalm onderaan de proefbuis en noteer waarneming 2 Verzamel het afval in de afvalbus van de zuren Waarneming 1: ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… Waarneming 2: ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… Maak een kleine schets van de opstelling: D. Reflecteren D. Reflecteren De vier bovenstaande proeven zijn elk een voorbeeld van een chemische reactie. Elk van de reacties is door een zintuiglijke waarneming vast te stellen. Vermeld de visuele vaststelling voor elk van de vier proeven. - Proef 1: ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… - Proef 2: ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… - Proef 3: ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… - Proef 4: ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… Behalve de visuele waarneming stellen we bij een aantal proeven ook nog iets anders vast. - Wat ? …………………………………………….. - Bij welke experimenten? …………………………………………… Probeer nu, aan de hand van je vaststellingen tijdens het uitvoeren van de experimenten, een antwoord te geven de je onderzoeksvraag: ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………… …