Nota van wijzigingen In de nota van wijzigingen lichten we de majeure inhoudelijke wijzigingen toe. De meer procesmatige en tekstuele wijzigingen zijn in de betreffende documenten geel gearceerd. De volgende afkortingen worden gebruikt: - Verordening MO 2015 = Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 - Besluit MO 2015 = Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 - PGB = Persoonsgebonden budget - Beleidsregels PGB = Beleidsregels PGB voor de ondersteuning bij het huishouden, de Wmo maatwerkvoorzieningen zelfstandig leven en maatschappelijke deelname en ondersteuning gericht op het wonen en verplaatsen binnen de leefomgeving, Beschermd wonen en Jeugd - Concept-Verordening MO 2016 = Verordening maatschappelijke ondersteuning 2016 - Concept-Besluit MO 2016 = Besluit maatschappelijke ondersteuning 2016 - Concept-Beleidsregels S&L = Beleidsregels Ondersteuning Huishouden (schoon en leefbaar huis) - Wmo 2015 = Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 Verordening maatschappelijke ondersteuning Onderwerp Toelichting & voorstel Persoonsgebonden budget voor personen uit het sociale netwerk bij ondersteuning bij het huishouden. Hoe was het? In de Verordening MO 2015 wordt onder artikel 6.1 benoemd wanneer de cliënt in aanmerking komt voor een PGB. In artikel 6.1. lid 3 sub c staat: uit het PGB mogen niet personen uit het sociale netwerk worden betaald, tenzij dat leidt tot effectievere en meer doelmatiger ondersteuning. Reden tot voorgestelde wijziging? De eigen verantwoordelijkheid van de burger is een belangrijke pijler in de Wmo 2015. Uitgangspunt is dat burgers zelf primair verantwoordelijk zijn voor hun zelfredzaamheid en participatie. Tot de eigen verantwoordelijkheid behoort ook dat hij een beroep doet op familie en vrienden – zijn eigen sociale netwerk – alvorens hij een beroep doet op ondersteuning via de gemeente. Echter in sommige gevallen sluit de ondersteuning bij het huishouden door een persoon uit het sociale netwerk beter aan bij de ondersteuningsbehoefte van de cliënt. In deze gevallen is het mogelijk om een PGB toe te kennen. Hoe wordt het? In de concept-Verordening MO 2016 is het uitsluitingscriterium voor het PGB aan personen uit het sociale netwerk geschrapt. In het concept-Besluit MO 2016 is een PGB tarief opgenomen voor personen uit het sociale netwerk die ondersteuning bij het huishouden leveren. Gevolgen voor inwoners Op grond van de Verordening MO 2015 is het niet mogelijk om een PGB te verstrekken aan personen uit het sociale netwerk, tenzij dit leidt tot een effectievere en meer doelmatige ondersteuning. Op grond van de concept-Verordening MO 2016 is dit mogelijk indien de ondersteuning beter aansluit bij de ondersteuningsbehoefte van de cliënt. Juridische aspecten De gemeente heeft op grond van artikel 2.3.6 lid 4 Wmo 2015 de bevoegdheid in de Verordening te bepalen dat er nadere voorwaarden gelden voor het inkopen van ondersteuning door personen uit het Nota van wijzigingen versie 11 mei2016 sociale netwerk. Uit de memorie van toelichting blijkt dat de te stellen voorwaarden niet zover gaan dat het inschakelen van hulp door personen uit het sociale netwerk geheel wordt uitgesloten (TK 20132014, 33841, nr 3, p. 153). Begripsbepaling sociaal netwerk: Artikel 1.1.1 Wmo 2015: personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de cliënt een sociale relatie onderhoudt; Hoofdregel is dat de tarieven toereikend moeten zijn. De cliënt moet de noodzakelijke ondersteuning kunnen inkopen. Uitgangspunt is het tarief waarvoor de gemeente zorg in natura heeft ingekocht. Afhankelijk van de zorgverlener kan van dit tarief worden afgeweken. Zie ook het schema Vaststellen hoogte PGB voor hulp bij het huishouden van Schulinck (http://www.schulinck.nl/Uploads/2016/2/Infographic-Wmo--Vaststellen-hoogte-pgb-hulp-bij-het-huishouden.pdf). Gevolgen voor overige partijen Uitvoeringsaspecten (inclusief benodigde aanpassingen in verordening, besluit, beleidsregels) Onderwerp Toelichting & voorstel Mogelijke toename van verstrekkingen persoonsgebonden budget. - De beoordeling door de consulent is inhoudelijk anders. Aanpassing in beleidsregels persoonsgebonden budget; Aanpassing Verordening MO 2015; Aanpassing van de tarieven in het BMO 2015. Beheer van het persoonsgebonden budget Hoe was het? In de Verordening MO 2015 zijn onder artikel 6.1 criteria opgenomen wanneer cliënt in aanmerking komt voor een PGB. Een van de criteria bepaalt dat cliënt op eigen kracht, al dan niet met hulp uit zijn sociale netwerk of zijn vertegenwoordiger, voldoende in staat is tot: - Een redelijke waardering van zijn belangen, en - Het op een verantwoorde manier uitvoeren van de aan het PGB verbonden taken. Dit houdt in dat de cliënt zelf of met behulp van iemand uit het sociale netwerk of diens vertegenwoordiger in staat moet zijn om een PGB te beheren. Reden tot voorgestelde wijziging? Wij hebben een criterium toegevoegd om mogelijke belangenverstrengeling tegen te gaan. Hiervan is sprake wanneer de ondersteuner een commercieel belang heeft. Een voorbeeld hiervan is wanneer de ondersteuner bij de uitvoering van het persoonsgebonden budget tevens de eigenaar is van een zorgbureau. Deze ondersteuning is niet wenselijk gezien mogelijke belangenverstrengeling. Hoe wordt het? In de concept-Verordening MO 2016 is toegevoegd dat aan dit criterium niet wordt voldaan als degene die de cliënt ondersteunt met het beheer van het PGB een belang heeft dat tegengesteld is aan het belang van de cliënt. Gevolgen voor inwoners Deze bepaling is opgenomen om de cliënt te beschermen. Uit het oogpunt van mogelijke belangenverstrengeling is het niet wenselijk om iedere ondersteuning bij het uitvoeren van een persoonsgebonden budget toe te laten. Juridische aspecten Binnen de kaders van de Wmo 2015 zijn wij vrij om te bepalen Nota van wijzigingen versie 11 mei2016 Gevolgen voor overige partijen Uitvoeringsaspecten (inclusief benodigde aanpassingen in verordening, besluit, beleidsregels) Onderwerp Toelichting & voorstel wanneer iemand in aanmerking komt voor een PGB. In de huidige situatie is het zo dat er zorgbureaus zijn die zowel de ondersteuning aan cliënten leveren als het PGB beheren. Dit leidt soms tot onwenselijke situaties. - Aanpassing in Verordening MO 2015 Persoonsgebonden budget: tarief ondersteuning bij het huishouden Hoe was het? In de Verordening MO 2015 is één PGB tarief opgenomen voor ondersteuning bij het huishouden voor het basispakket en het pluspakket. Het gaat om ondersteuning die beroepsmatig wordt geboden en geldt uitsluitend voor PGB. Op basis van de Verordening MO 2015 is het uitsluitend mogelijk om eenmaal het basispakket in te zetten. Reden tot voorgestelde wijziging? In 2015 is regelmatig de hardheidsclausule toegepast op situaties waarbij het basistarief PGB niet toereikend was op basis van de beperkingen die cliënt ervaart, in die gevallen is tot maximaal tweemaal het basistarief toegekend. Door deze werkwijze hebben we feitelijk nieuw beleid ontwikkeld. Met deze wijziging wordt dit beleid geformaliseerd. Hoe wordt het? Op basis van de concept-Verordening MO 2016 is het mogelijk om tweemaal het basispakket PGB in te zetten. De verhoging vindt plaats in de mate waarin een huishoudelijke activiteit vaker moet worden verricht dan de standaard frequentie (zie hiervoor ook de beleidsregels Ondersteuning Huishouden). Verhoging van het budget vindt plaats wanneer er sprake is van een afwijkende ondersteuningsbehoefte. Gevolgen voor inwoners Deze wijziging geeft meer ruimte voor het bieden van maatwerk. Daardoor kan beter aangesloten worden op de ondersteuningsbehoefte van de cliënt. Juridische aspecten Gevolgen voor overige partijen Uitvoeringsaspecten (inclusief benodigde aanpassingen in verordening, besluit, beleidsregels) Onderwerp Toelichting & voorstel Niet van toepassing Niet van toepassing - Aanpassing tarieven in het Besluit MO 2015; Opstellen beleidsregel Ondersteuning Huishouden. Aanpassing periode kortdurend verblijf Hoe was het? De maatwerkvoorziening/ondersteuning kortdurend verblijf in een instelling is gericht op het ontlasten van de mantelzorger waarbij de draagkracht en de draaglast verstoord dreigt te raken en het zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen laten wonen van de cliënt. In de Verordening MO 2015 is opgenomen dat het kortdurend verblijf in een instelling maximaal drie etmalen per week omvat. Reden tot voorgestelde wijziging? In de Verordening MO 2015 was de bepaling maximaal drie etmalen Nota van wijzigingen versie 11 mei2016 per week opgenomen in aansluiting bij de praktijk zoals die in de AWBZ stond. In de uitvoeringspraktijk vanaf 2015 is gebleken dat het criterium van maximaal 3 etmalen per week verblijven in een instelling niet in alle gevallen aansluit bij de behoefte van de mantelzorger. Bijvoorbeeld in geval van vakantie van de mantelzorger. Het verruimen van de omvang van het kortdurend verblijf in een instelling is daarom gewenst. In de praktijk werd in sommige gevallen reeds afgeweken van het criterium. Met deze wijziging wordt dit beleid geformaliseerd. Gevolgen voor inwoners Juridische aspecten Gevolgen voor overige partijen Uitvoeringsaspecten (inclusief benodigde aanpassingen in verordening, besluit, beleidsregels) Hoe wordt het? De omvang van het kortdurend verblijf is in de concept-Verordening MO 2016 verruimd. Naast de mogelijkheid om drie etmalen per week te verblijven in een instelling is het ook mogelijk om een aaneengesloten periode te verblijven, bijvoorbeeld tijdens vakantie van de mantelzorger. Het aantal etmalen is gemaximeerd op 28 etmalen op jaarbasis. Hierbij is aangesloten bij de wettelijke vakantiedagen. Door het verruimen van de omvang van het kortdurend verblijf wordt beter aangesloten bij de behoefte van de mantelzorger die overbelast is of overbelast dreigt te raken. Niet van toepassing Niet van toepassing - Aanpassing in Verordening MO 2015. Beleidsregels Onderwerp Toelichting & voorstel Persoonsgebonden budget Hoe was het? De huidige beleidsregels PGB zijn een uitwerking van de Verordening MO 2015. Reden tot voorgestelde wijziging? De huidige beleidsregels PGB worden herzien in analogie met de concept-Verordening MO 2016. Ook wordt er met het wijzigen van de gewijzigde beleidsregels PGB meer aansluiting gezocht bij de herinrichting van het primaire proces, waarbij het accent komt te liggen op voorlichting en informatieverstrekking aan de cliënt met een ondersteuningsvraag. Inzetten op het helder maken van de verschillende mogelijkheden om zelf, als inwoner, te onderzoeken wat een mogelijke oplossing kan zijn voor de eigen ondersteuningsvraag. Denk hierbij aan algemene voorzieningen zoals maaltijdvoorziening, was- en strijkservice, boodschappenservice, inloop buurthuizen en zo verder. Hoe wordt het? In het gewijzigde beleidsregels PGB gaan wij uit van de cliënt met een (ondersteuning)aanvraag die gericht kiest voor een PGB. Motivatie voor de keuze van een PGB Naast de reguliere toetsingscriteria die opgenomen zijn in de wet wordt in de gewijzigde beleidsregels opgenomen wat wij verstaan onder een deugdelijke motivatie. De motivatie waarom cliënt kiest voor een PGB dient expliciet te worden opgenomen in het Budgetplan. Het Nota van wijzigingen versie 11 mei2016 ontbreken van een deugdelijke motivatie kan leiden tot een afwijzing van een PGB. Bekwaamheid voor het afsluiten van een zorgovereenkomst Ook de bekwaamheid van de cliënt voor wat betreft het kunnen afsluiten van een passende zorgovereenkomst, is een belangrijk criterium. Uitsluitend wordt de zorgovereenkomst geaccepteerd die gelijk is aan de model zorgovereenkomst van de SVB. De ingediende zorgovereenkomst wordt vervolgens beoordeeld en wel of niet geaccordeerd. Beoordeling vindt plaats op: - De kwaliteitseisen die opgenomen zijn onder ad. 3 van de beleidsregels PGB - Aanvultermijn bij het niet gelijktijdig indienen van aanvraagformulier en het budgetplan. - De afspraken die gemaakt zijn en vastgelegd in het ondersteuningsplan, het aanvraagformulier en het budgetplan moeten overeenkomen. Besteding PGB Onder ad.3 Kwaliteitseisen in de gewijzigde beleidsregels PGB zijn 3 wijzigingen aangebracht: - De eenmalige uitkering bij overlijden is geformaliseerd. - Aangegeven wordt welke uitgaven niet uit het PGB mogen worden gedaan. - In de huidige beleidsregels kon geen PGB verstrekt worden aan ‘maandloners’. Op basis van de gewijzigde beleidsregels is dit wel mogelijk. Dit geldt alleen indien cliënt een zorgovereenkomst arbeidsovereenkomst heeft afgesloten waar sprake is van een werkgever/ werknemersrelatie met minimaal 4 werkdagen per week. Tarieven In de gewijzigde beleidsregels is de passage over ‘tarieven’ er volledig uit gelaten zodat herhaling in de verschillende documenten wordt voorkomen. Deze passage kunt u terug vinden in het concept-Besluit Maatschappelijke ondersteuning 2016. Uitgangspunt ondersteuningsvraag Onder artikel 7 PGB inzet sociaal netwerk, benadrukken we wat het uitgangspunt bij een ondersteuningsvraag moet zijn. Dat is vooral met hulp uit het eigen sociale netwerk een oplossing zoeken. Gevolgen voor inwoners De wijziging betekent meer verantwoordelijkheid leggen en laten bij de cliënt die kiest voor een PGB. Hierop wordt gestuurd en er wordt geëvalueerd of cliënt het PGB conform het wettelijk beleid beheert. Juridische aspecten Wijzigingen in het beleidsmatige- en uitvoeringsproces geven meer sturing aan het besluit om gericht een PGB te verstrekken. Deze wijzigingen passen binnen de wettelijke kaders van de Wmo 2015. Gevolgen voor overige partijen Uitvoeringsaspecten (inclusief benodigde aanpassingen in besluit, beleidsregels) Afstemming met de zorgverleners door de cliënt/ budgethouder. Door het accent van de keuzemogelijkheid aan de voorkant van het primaire proces te leggen (zowel intern als extern) betekent dit een andere werkwijze. De inwoner/cliënt ontvangt bij het vastleggen van een afspraak voor een gesprek over de ondersteuningsvraag een informatie set en nadat het gesprek heeft plaats gevonden en er blijkt een aanvraag voor een PGB te worden gedaan, een formulier budgetplan. Nota van wijzigingen versie 11 mei2016 Onderwerp Toelichting & voorstel Beleidsregel Ondersteuning Huishouden (schoon en leefbaar huis) Hoe was het? In de Verordening MO 2015 wordt onder artikel 7.1 benoemd op welke resultaten de maatwerkvoorziening Ondersteuning bij het Huishouden is gericht. De gemeente kent een resultaat (of resultaten) toe aan de cliënt. Het is aan de cliënt om in samenspraak met de eigen gekozen zorgaanbieder af te stemmen welke werkzaamheden en hoeveel tijdsinzet nodig is. Reden tot het opstellen van de beleidsregels? Uit jurisprudentie blijkt dat het indiceren op basis van resultaatsgebieden mogelijk is, maar wanneer er sprake is van het enkel toekennen van een resultaat, een objectieve maatstaf mist die bij een indicatiebesluit gebaseerd op normtijden wel aanwezig is. Hierdoor is niet voldoende concreet en bepaalbaar wat de inhoud van de toegekende indicatie is. De jurisprudentie waar hiervoor naar verwezen wordt, is afkomstig van lagere rechtbanken, dan wel uitspraken in het kader van een voorlopige voorziening. Dit houdt in dat er geen sprake is van verbindende jurisprudentie. Toch hebben we, vooruitlopend op verbindende jurisprudentie, gemeend ons resultaat nader te moeten concretiseren. De cliënt zal op deze wijze beter kunnen herleiden dat de toegekende voorziening is afgestemd op zijn behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden. Ook wordt het voor de cliënt duidelijker wat hem nu is toegekend. Met het oog op het bezwaarproces is dit een gewenst effect. De cliënt wil vaak pas bezwaar maken op het moment dat de werkzaamheden en tijdsinzet van ondersteuning bij het huishouden door de zorgaanbieder naar zijn mening te laag is vastgesteld. Een beslissing van een zorgaanbieder is echter geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waardoor daartegen geen bezwaar kan worden gemaakt. Door een objectief en concreet resultaat te beschrijven, is bepaalbaar wat de inhoud van de aan de cliënt toegekende indicatie is. Hoe wordt het? In de concept-Verordening MO 2016 is artikel 7.1 ongewijzigd opgenomen. Wel stellen we een beleidsregel op waarin de resultaten worden geconcretiseerd. In nadere regels moet beschreven worden wat de ondersteuning bij het huishouden daadwerkelijk dient in te houden. Ook moet voldoende kenbaar zijn dat de toegekende voorziening is afgestemd op de zorgbehoefte van de cliënt. De beleidsregel beschrijft welke resultaatgebieden vallen onder de maatwerkvoorziening Ondersteuning bij het Huishouden. Ook wordt inzichtelijk gemaakt welke activiteiten (in welke ruimten) dienen te worden verricht. De frequentie van deze activiteiten worden eveneens beschreven, waarbij de frequentie van uit te voeren activiteiten altijd maatwerk blijft en in samenspraak tussen de cliënt en zorgaanbieder tot stand komt. De beleidsregel geeft de cliënt inzicht in waar in de woning het resultaat wordt behaald, welke activiteiten worden verricht en in welke frequentie dit wordt gedaan. Indien de zorgbehoefte, naar mening gemeente, afwijkt van hetgeen beschreven in de beleidsregel, zal de gemeente dit opnemen in het ondersteuningsplan, zodat het specifieke rechtsgevolg van ons besluit op voorhand beter inzichtelijk wordt voor de cliënt en ook volledig is afgestemd op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de cliënt. Nota van wijzigingen versie 11 mei2016 Gevolgen voor inwoners De beleidsregel is ontworpen om de cliënt meer rechtszekerheid te bieden. Juridische aspecten De mogelijkheid om resultaatgericht te indiceren staat, juridisch, niet ter discussie. De invulling hiervan wel degelijk. Er moet sprake zijn van een: Objectieve maatstaf - Waarbij hetgeen beschreven moet leiden tot de conclusie dat de cliënt voldoende wordt gecompenseerd voor de aanwezige beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie; - De geïndiceerde zorg daadwerkelijk wordt verleend; - Er voldoende concreet en bepaalbaar is wat de inhoud van de toegekende indicatie is. Er is nog geen sprake van verbindende jurisprudentie. Gevolgen voor overige partijen In de huidige situatie is het, na het toekennen van de maatwerkvoorziening, aan de zorgaanbieder om met de cliënt te bespreken welke en hoeveel zorg nodig is. De zorgaanbieder bepaalt dus hoeveel tijdsinzet de cliënt krijgt. In de concept-verordening MO 2016 wordt slechts zeer beperkt omschreven wat de ondersteuning bij het huishouden daadwerkelijk in dient te houden. In feite wordt niet meer bepaald dan dat het resultaat een schoon en leefbaar huis dient te zijn. Wat een schoon en leefbaar huis is wordt niet nader beschreven dan wel toegelicht. Met de beleidsregel Ondersteuning Huishouden laten we de totstandkoming van het specifieke rechtsgevolg van ons besluit niet meer geheel over aan de zorgaanbieder, waardoor de cliënt op voorhand beter inzichtelijk heeft wat zijn concrete rechten zijn. Hiermee wijzigen we de overeengekomen werkwijze met zorgaanbieders. Zij bepalen nog steeds de werkelijke tijdsinzet bij cliënten, maar waar we nu zijn overeengekomen dat de cliënt met de toegekende maatwerkvoorziening moet beschikken over een schoon en leefbaar huis, en de zorgaanbieder de afspraken maakt die passen bij de cliënt, concretiseren we op cliënt niveau het te bereiken resultaat. Dit heeft in enige mate gevolgen voor de vrije zorginzet van zorgaanbieders. Uitvoeringsaspecten (inclusief benodigde aanpassingen in de verordening, besluit, beleidsregels) - - - Beschrijving in het ondersteuningsplan van de zorginzet, gelet op de geïndiceerde resultaatgebieden, wordt voor de consulent anders; Werkwijze zorgaanbieder wordt inhoudelijk niet anders. Het te bereiken resultaat wordt op voorhand wel meer geconcretiseerd door het College; Opstellen beleidsregels Ondersteuning Huishouden. Nota van wijzigingen versie 11 mei2016