nota-van-wijzigingen-11-05-2016

advertisement
Nota van wijzigingen
In de nota van wijzigingen lichten we de majeure inhoudelijke wijzigingen toe. De meer
procesmatige en tekstuele wijzigingen zijn in de betreffende documenten geel gearceerd.
De volgende afkortingen worden gebruikt:
- Verordening MO 2015 = Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015
- Besluit MO 2015 = Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015
- PGB = Persoonsgebonden budget
- Beleidsregels PGB = Beleidsregels PGB voor de ondersteuning bij het huishouden,
de Wmo maatwerkvoorzieningen zelfstandig leven en maatschappelijke deelname en
ondersteuning gericht op het wonen en verplaatsen binnen de leefomgeving,
Beschermd wonen en Jeugd
- Concept-Verordening MO 2016 = Verordening maatschappelijke ondersteuning 2016
- Concept-Besluit MO 2016 = Besluit maatschappelijke ondersteuning 2016
- Concept-Beleidsregels S&L = Beleidsregels Ondersteuning Huishouden (schoon en
leefbaar huis)
- Wmo 2015 = Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Verordening maatschappelijke ondersteuning
Onderwerp
Toelichting &
voorstel
Persoonsgebonden budget voor personen uit het sociale netwerk
bij ondersteuning bij het huishouden.
Hoe was het?
In de Verordening MO 2015 wordt onder artikel 6.1 benoemd wanneer
de cliënt in aanmerking komt voor een PGB. In artikel 6.1. lid 3 sub c
staat: uit het PGB mogen niet personen uit het sociale netwerk worden
betaald, tenzij dat leidt tot effectievere en meer doelmatiger
ondersteuning.
Reden tot voorgestelde wijziging?
De eigen verantwoordelijkheid van de burger is een belangrijke pijler in
de Wmo 2015. Uitgangspunt is dat burgers zelf primair
verantwoordelijk zijn voor hun zelfredzaamheid en participatie. Tot de
eigen verantwoordelijkheid behoort ook dat hij een beroep doet op
familie en vrienden – zijn eigen sociale netwerk – alvorens hij een
beroep doet op ondersteuning via de gemeente.
Echter in sommige gevallen sluit de ondersteuning bij het huishouden
door een persoon uit het sociale netwerk beter aan bij de
ondersteuningsbehoefte van de cliënt. In deze gevallen is het mogelijk
om een PGB toe te kennen.
Hoe wordt het?
In de concept-Verordening MO 2016 is het uitsluitingscriterium voor
het PGB aan personen uit het sociale netwerk geschrapt. In het
concept-Besluit MO 2016 is een PGB tarief opgenomen voor personen
uit het sociale netwerk die ondersteuning bij het huishouden leveren.
Gevolgen voor
inwoners
Op grond van de Verordening MO 2015 is het niet mogelijk om een
PGB te verstrekken aan personen uit het sociale netwerk, tenzij dit
leidt tot een effectievere en meer doelmatige ondersteuning.
Op grond van de concept-Verordening MO 2016 is dit mogelijk indien
de ondersteuning beter aansluit bij de ondersteuningsbehoefte van de
cliënt.
Juridische aspecten
De gemeente heeft op grond van artikel 2.3.6 lid 4 Wmo 2015 de
bevoegdheid in de Verordening te bepalen dat er nadere voorwaarden
gelden voor het inkopen van ondersteuning door personen uit het
Nota van wijzigingen versie 11 mei2016
sociale netwerk. Uit de memorie van toelichting blijkt dat de te stellen
voorwaarden niet zover gaan dat het inschakelen van hulp door
personen uit het sociale netwerk geheel wordt uitgesloten (TK 20132014, 33841, nr 3, p. 153).
Begripsbepaling sociaal netwerk:
Artikel 1.1.1 Wmo 2015: personen uit de huiselijke kring of andere
personen met wie de cliënt een sociale relatie onderhoudt;
Hoofdregel is dat de tarieven toereikend moeten zijn. De cliënt moet
de noodzakelijke ondersteuning kunnen inkopen. Uitgangspunt is het
tarief waarvoor de gemeente zorg in natura heeft ingekocht.
Afhankelijk van de zorgverlener kan van dit tarief worden afgeweken.
Zie ook het schema Vaststellen hoogte PGB voor hulp bij het
huishouden van Schulinck
(http://www.schulinck.nl/Uploads/2016/2/Infographic-Wmo--Vaststellen-hoogte-pgb-hulp-bij-het-huishouden.pdf).
Gevolgen voor
overige partijen
Uitvoeringsaspecten
(inclusief benodigde
aanpassingen in
verordening, besluit,
beleidsregels)
Onderwerp
Toelichting &
voorstel
Mogelijke toename van verstrekkingen persoonsgebonden budget.
-
De beoordeling door de consulent is inhoudelijk anders.
Aanpassing in beleidsregels persoonsgebonden budget;
Aanpassing Verordening MO 2015;
Aanpassing van de tarieven in het BMO 2015.
Beheer van het persoonsgebonden budget
Hoe was het?
In de Verordening MO 2015 zijn onder artikel 6.1 criteria opgenomen
wanneer cliënt in aanmerking komt voor een PGB. Een van de criteria
bepaalt dat cliënt op eigen kracht, al dan niet met hulp uit zijn sociale
netwerk of zijn vertegenwoordiger, voldoende in staat is tot:
- Een redelijke waardering van zijn belangen, en
- Het op een verantwoorde manier uitvoeren van de aan het
PGB verbonden taken.
Dit houdt in dat de cliënt zelf of met behulp van iemand uit het sociale
netwerk of diens vertegenwoordiger in staat moet zijn om een PGB te
beheren.
Reden tot voorgestelde wijziging?
Wij hebben een criterium toegevoegd om mogelijke
belangenverstrengeling tegen te gaan. Hiervan is sprake wanneer de
ondersteuner een commercieel belang heeft. Een voorbeeld hiervan is
wanneer de ondersteuner bij de uitvoering van het persoonsgebonden
budget tevens de eigenaar is van een zorgbureau. Deze
ondersteuning is niet wenselijk gezien mogelijke
belangenverstrengeling.
Hoe wordt het?
In de concept-Verordening MO 2016 is toegevoegd dat aan dit
criterium niet wordt voldaan als degene die de cliënt ondersteunt met
het beheer van het PGB een belang heeft dat tegengesteld is aan het
belang van de cliënt.
Gevolgen voor
inwoners
Deze bepaling is opgenomen om de cliënt te beschermen. Uit het
oogpunt van mogelijke belangenverstrengeling is het niet wenselijk om
iedere ondersteuning bij het uitvoeren van een persoonsgebonden
budget toe te laten.
Juridische aspecten
Binnen de kaders van de Wmo 2015 zijn wij vrij om te bepalen
Nota van wijzigingen versie 11 mei2016
Gevolgen voor
overige partijen
Uitvoeringsaspecten
(inclusief benodigde
aanpassingen in
verordening, besluit,
beleidsregels)
Onderwerp
Toelichting &
voorstel
wanneer iemand in aanmerking komt voor een PGB.
In de huidige situatie is het zo dat er zorgbureaus zijn die zowel de
ondersteuning aan cliënten leveren als het PGB beheren. Dit leidt
soms tot onwenselijke situaties.
-
Aanpassing in Verordening MO 2015
Persoonsgebonden budget: tarief ondersteuning bij het
huishouden
Hoe was het?
In de Verordening MO 2015 is één PGB tarief opgenomen voor
ondersteuning bij het huishouden voor het basispakket en het
pluspakket. Het gaat om ondersteuning die beroepsmatig wordt
geboden en geldt uitsluitend voor PGB.
Op basis van de Verordening MO 2015 is het uitsluitend mogelijk om
eenmaal het basispakket in te zetten.
Reden tot voorgestelde wijziging?
In 2015 is regelmatig de hardheidsclausule toegepast op situaties
waarbij het basistarief PGB niet toereikend was op basis van de
beperkingen die cliënt ervaart, in die gevallen is tot maximaal
tweemaal het basistarief toegekend. Door deze werkwijze hebben we
feitelijk nieuw beleid ontwikkeld. Met deze wijziging wordt dit beleid
geformaliseerd.
Hoe wordt het?
Op basis van de concept-Verordening MO 2016 is het mogelijk om
tweemaal het basispakket PGB in te zetten.
De verhoging vindt plaats in de mate waarin een huishoudelijke
activiteit vaker moet worden verricht dan de standaard frequentie (zie
hiervoor ook de beleidsregels Ondersteuning Huishouden). Verhoging
van het budget vindt plaats wanneer er sprake is van een afwijkende
ondersteuningsbehoefte.
Gevolgen voor
inwoners
Deze wijziging geeft meer ruimte voor het bieden van maatwerk.
Daardoor kan beter aangesloten worden op de
ondersteuningsbehoefte van de cliënt.
Juridische aspecten
Gevolgen voor
overige partijen
Uitvoeringsaspecten
(inclusief benodigde
aanpassingen in
verordening, besluit,
beleidsregels)
Onderwerp
Toelichting &
voorstel
Niet van toepassing
Niet van toepassing
-
Aanpassing tarieven in het Besluit MO 2015;
Opstellen beleidsregel Ondersteuning Huishouden.
Aanpassing periode kortdurend verblijf
Hoe was het?
De maatwerkvoorziening/ondersteuning kortdurend verblijf in een
instelling is gericht op het ontlasten van de mantelzorger waarbij de
draagkracht en de draaglast verstoord dreigt te raken en het zo lang
mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen laten wonen van de cliënt.
In de Verordening MO 2015 is opgenomen dat het kortdurend verblijf
in een instelling maximaal drie etmalen per week omvat.
Reden tot voorgestelde wijziging?
In de Verordening MO 2015 was de bepaling maximaal drie etmalen
Nota van wijzigingen versie 11 mei2016
per week opgenomen in aansluiting bij de praktijk zoals die in de
AWBZ stond. In de uitvoeringspraktijk vanaf 2015 is gebleken dat het
criterium van maximaal 3 etmalen per week verblijven in een instelling
niet in alle gevallen aansluit bij de behoefte van de mantelzorger.
Bijvoorbeeld in geval van vakantie van de mantelzorger. Het verruimen
van de omvang van het kortdurend verblijf in een instelling is daarom
gewenst.
In de praktijk werd in sommige gevallen reeds afgeweken van het
criterium. Met deze wijziging wordt dit beleid geformaliseerd.
Gevolgen voor
inwoners
Juridische aspecten
Gevolgen voor
overige partijen
Uitvoeringsaspecten
(inclusief benodigde
aanpassingen in
verordening, besluit,
beleidsregels)
Hoe wordt het?
De omvang van het kortdurend verblijf is in de concept-Verordening
MO 2016 verruimd. Naast de mogelijkheid om drie etmalen per week
te verblijven in een instelling is het ook mogelijk om een
aaneengesloten periode te verblijven, bijvoorbeeld tijdens vakantie van
de mantelzorger. Het aantal etmalen is gemaximeerd op 28 etmalen
op jaarbasis. Hierbij is aangesloten bij de wettelijke vakantiedagen.
Door het verruimen van de omvang van het kortdurend verblijf wordt
beter aangesloten bij de behoefte van de mantelzorger die overbelast
is of overbelast dreigt te raken.
Niet van toepassing
Niet van toepassing
-
Aanpassing in Verordening MO 2015.
Beleidsregels
Onderwerp
Toelichting &
voorstel
Persoonsgebonden budget
Hoe was het?
De huidige beleidsregels PGB zijn een uitwerking van de Verordening
MO 2015.
Reden tot voorgestelde wijziging?
De huidige beleidsregels PGB worden herzien in analogie met de
concept-Verordening MO 2016. Ook wordt er met het wijzigen van de
gewijzigde beleidsregels PGB meer aansluiting gezocht bij de
herinrichting van het primaire proces, waarbij het accent komt te liggen
op voorlichting en informatieverstrekking aan de cliënt met een
ondersteuningsvraag. Inzetten op het helder maken van de
verschillende mogelijkheden om zelf, als inwoner, te onderzoeken wat
een mogelijke oplossing kan zijn voor de eigen ondersteuningsvraag.
Denk hierbij aan algemene voorzieningen zoals maaltijdvoorziening,
was- en strijkservice, boodschappenservice, inloop buurthuizen en zo
verder.
Hoe wordt het?
In het gewijzigde beleidsregels PGB gaan wij uit van de cliënt met een
(ondersteuning)aanvraag die gericht kiest voor een PGB.
Motivatie voor de keuze van een PGB
Naast de reguliere toetsingscriteria die opgenomen zijn in de wet
wordt in de gewijzigde beleidsregels opgenomen wat wij verstaan
onder een deugdelijke motivatie. De motivatie waarom cliënt kiest voor
een PGB dient expliciet te worden opgenomen in het Budgetplan. Het
Nota van wijzigingen versie 11 mei2016
ontbreken van een deugdelijke motivatie kan leiden tot een afwijzing
van een PGB.
Bekwaamheid voor het afsluiten van een zorgovereenkomst
Ook de bekwaamheid van de cliënt voor wat betreft het kunnen
afsluiten van een passende zorgovereenkomst, is een belangrijk
criterium. Uitsluitend wordt de zorgovereenkomst geaccepteerd die
gelijk is aan de model zorgovereenkomst van de SVB. De ingediende
zorgovereenkomst wordt vervolgens beoordeeld en wel of niet
geaccordeerd.
Beoordeling vindt plaats op:
- De kwaliteitseisen die opgenomen zijn onder ad. 3 van de
beleidsregels PGB
- Aanvultermijn bij het niet gelijktijdig indienen van
aanvraagformulier en het budgetplan.
- De afspraken die gemaakt zijn en vastgelegd in het
ondersteuningsplan, het aanvraagformulier en het budgetplan
moeten overeenkomen.
Besteding PGB
Onder ad.3 Kwaliteitseisen in de gewijzigde beleidsregels PGB zijn 3
wijzigingen aangebracht:
- De eenmalige uitkering bij overlijden is geformaliseerd.
- Aangegeven wordt welke uitgaven niet uit het PGB mogen
worden gedaan.
- In de huidige beleidsregels kon geen PGB verstrekt worden
aan ‘maandloners’. Op basis van de gewijzigde beleidsregels
is dit wel mogelijk. Dit geldt alleen indien cliënt een
zorgovereenkomst arbeidsovereenkomst heeft afgesloten
waar sprake is van een werkgever/ werknemersrelatie met
minimaal 4 werkdagen per week.
Tarieven
In de gewijzigde beleidsregels is de passage over ‘tarieven’ er volledig
uit gelaten zodat herhaling in de verschillende documenten wordt
voorkomen. Deze passage kunt u terug vinden in het concept-Besluit
Maatschappelijke ondersteuning 2016.
Uitgangspunt ondersteuningsvraag
Onder artikel 7 PGB inzet sociaal netwerk, benadrukken we wat het
uitgangspunt bij een ondersteuningsvraag moet zijn. Dat is vooral met
hulp uit het eigen sociale netwerk een oplossing zoeken.
Gevolgen voor
inwoners
De wijziging betekent meer verantwoordelijkheid leggen en laten bij de
cliënt die kiest voor een PGB. Hierop wordt gestuurd en er wordt
geëvalueerd of cliënt het PGB conform het wettelijk beleid beheert.
Juridische aspecten
Wijzigingen in het beleidsmatige- en uitvoeringsproces geven meer
sturing aan het besluit om gericht een PGB te verstrekken. Deze
wijzigingen passen binnen de wettelijke kaders van de Wmo 2015.
Gevolgen voor
overige partijen
Uitvoeringsaspecten
(inclusief benodigde
aanpassingen in
besluit,
beleidsregels)
Afstemming met de zorgverleners door de cliënt/ budgethouder.
Door het accent van de keuzemogelijkheid aan de voorkant van het
primaire proces te leggen (zowel intern als extern) betekent dit een
andere werkwijze. De inwoner/cliënt ontvangt bij het vastleggen van
een afspraak voor een gesprek over de ondersteuningsvraag een
informatie set en nadat het gesprek heeft plaats gevonden en er blijkt
een aanvraag voor een PGB te worden gedaan, een formulier
budgetplan.
Nota van wijzigingen versie 11 mei2016
Onderwerp
Toelichting &
voorstel
Beleidsregel Ondersteuning Huishouden (schoon en leefbaar
huis)
Hoe was het?
In de Verordening MO 2015 wordt onder artikel 7.1 benoemd op welke
resultaten de maatwerkvoorziening Ondersteuning bij het Huishouden
is gericht.
De gemeente kent een resultaat (of resultaten) toe aan de cliënt. Het
is aan de cliënt om in samenspraak met de eigen gekozen
zorgaanbieder af te stemmen welke werkzaamheden en hoeveel
tijdsinzet nodig is.
Reden tot het opstellen van de beleidsregels?
Uit jurisprudentie blijkt dat het indiceren op basis van
resultaatsgebieden mogelijk is, maar wanneer er sprake is van het
enkel toekennen van een resultaat, een objectieve maatstaf mist die
bij een indicatiebesluit gebaseerd op normtijden wel aanwezig is.
Hierdoor is niet voldoende concreet en bepaalbaar wat de inhoud van
de toegekende indicatie is. De jurisprudentie waar hiervoor naar
verwezen wordt, is afkomstig van lagere rechtbanken, dan wel
uitspraken in het kader van een voorlopige voorziening. Dit houdt in
dat er geen sprake is van verbindende jurisprudentie. Toch hebben
we, vooruitlopend op verbindende jurisprudentie, gemeend ons
resultaat nader te moeten concretiseren. De cliënt zal op deze wijze
beter kunnen herleiden dat de toegekende voorziening is afgestemd
op zijn behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden. Ook wordt
het voor de cliënt duidelijker wat hem nu is toegekend. Met het oog op
het bezwaarproces is dit een gewenst effect. De cliënt wil vaak pas
bezwaar maken op het moment dat de werkzaamheden en tijdsinzet
van ondersteuning bij het huishouden door de zorgaanbieder naar zijn
mening te laag is vastgesteld. Een beslissing van een zorgaanbieder
is echter geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht,
waardoor daartegen geen bezwaar kan worden gemaakt. Door een
objectief en concreet resultaat te beschrijven, is bepaalbaar wat de
inhoud van de aan de cliënt toegekende indicatie is.
Hoe wordt het?
In de concept-Verordening MO 2016 is artikel 7.1 ongewijzigd
opgenomen. Wel stellen we een beleidsregel op waarin de resultaten
worden geconcretiseerd.
In nadere regels moet beschreven worden wat de ondersteuning bij
het huishouden daadwerkelijk dient in te houden. Ook moet voldoende
kenbaar zijn dat de toegekende voorziening is afgestemd op de
zorgbehoefte van de cliënt.
De beleidsregel beschrijft welke resultaatgebieden vallen onder de
maatwerkvoorziening Ondersteuning bij het Huishouden. Ook wordt
inzichtelijk gemaakt welke activiteiten (in welke ruimten) dienen te
worden verricht. De frequentie van deze activiteiten worden eveneens
beschreven, waarbij de frequentie van uit te voeren activiteiten altijd
maatwerk blijft en in samenspraak tussen de cliënt en zorgaanbieder
tot stand komt.
De beleidsregel geeft de cliënt inzicht in waar in de woning het
resultaat wordt behaald, welke activiteiten worden verricht en in welke
frequentie dit wordt gedaan. Indien de zorgbehoefte, naar mening
gemeente, afwijkt van hetgeen beschreven in de beleidsregel, zal de
gemeente dit opnemen in het ondersteuningsplan, zodat het specifieke
rechtsgevolg van ons besluit op voorhand beter inzichtelijk wordt voor
de cliënt en ook volledig is afgestemd op de behoeften,
persoonskenmerken en mogelijkheden van de cliënt.
Nota van wijzigingen versie 11 mei2016
Gevolgen voor
inwoners
De beleidsregel is ontworpen om de cliënt meer rechtszekerheid te
bieden.
Juridische aspecten
De mogelijkheid om resultaatgericht te indiceren staat, juridisch, niet
ter discussie. De invulling hiervan wel degelijk.
Er moet sprake zijn van een:
Objectieve maatstaf
- Waarbij hetgeen beschreven moet leiden tot de conclusie dat
de cliënt voldoende wordt gecompenseerd voor de aanwezige
beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en
maatschappelijke participatie;
- De geïndiceerde zorg daadwerkelijk wordt verleend;
- Er voldoende concreet en bepaalbaar is wat de inhoud van de
toegekende indicatie is.
Er is nog geen sprake van verbindende jurisprudentie.
Gevolgen voor
overige partijen
In de huidige situatie is het, na het toekennen van de
maatwerkvoorziening, aan de zorgaanbieder om met de cliënt te
bespreken welke en hoeveel zorg nodig is. De zorgaanbieder bepaalt
dus hoeveel tijdsinzet de cliënt krijgt. In de concept-verordening MO
2016 wordt slechts zeer beperkt omschreven wat de ondersteuning bij
het huishouden daadwerkelijk in dient te houden. In feite wordt niet
meer bepaald dan dat het resultaat een schoon en leefbaar huis dient
te zijn. Wat een schoon en leefbaar huis is wordt niet nader
beschreven dan wel toegelicht.
Met de beleidsregel Ondersteuning Huishouden laten we de
totstandkoming van het specifieke rechtsgevolg van ons besluit niet
meer geheel over aan de zorgaanbieder, waardoor de cliënt op
voorhand beter inzichtelijk heeft wat zijn concrete rechten zijn.
Hiermee wijzigen we de overeengekomen werkwijze met
zorgaanbieders. Zij bepalen nog steeds de werkelijke tijdsinzet bij
cliënten, maar waar we nu zijn overeengekomen dat de cliënt met de
toegekende maatwerkvoorziening moet beschikken over een schoon
en leefbaar huis, en de zorgaanbieder de afspraken maakt die passen
bij de cliënt, concretiseren we op cliënt niveau het te bereiken
resultaat. Dit heeft in enige mate gevolgen voor de vrije zorginzet van
zorgaanbieders.
Uitvoeringsaspecten
(inclusief benodigde
aanpassingen in de
verordening, besluit,
beleidsregels)
-
-
-
Beschrijving in het ondersteuningsplan van de zorginzet, gelet
op de geïndiceerde resultaatgebieden, wordt voor de
consulent anders;
Werkwijze zorgaanbieder wordt inhoudelijk niet anders. Het te
bereiken resultaat wordt op voorhand wel meer
geconcretiseerd door het College;
Opstellen beleidsregels Ondersteuning Huishouden.
Nota van wijzigingen versie 11 mei2016
Download