nota-van-wijzigingen

advertisement
Nota van wijzigingen
In de nota van wijzigingen lichten we de majeure inhoudelijke wijzigingen toe. De meer
procesmatige en tekstuele wijzigingen zijn in de betreffende documenten geel gearceerd.
De volgende afkortingen worden gebruikt:
- Verordening MO 2015 = Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015
- Besluit MO 2015 = Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015
- PGB = Persoonsgebonden budget
- Beleidsregels PGB = Beleidsregels PGB voor de ondersteuning bij het huishouden,
de Wmo maatwerkvoorzieningen zelfstandig leven en maatschappelijke deelname en
ondersteuning gericht op het wonen en verplaatsen binnen de leefomgeving,
Beschermd wonen en Jeugd
- Concept-Verordening MO 2017 = Verordening maatschappelijke ondersteuning 2016
- Concept-Besluit MO 2017 = Besluit maatschappelijke ondersteuning 2016
- Wmo 2015 = Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Verordening maatschappelijke ondersteuning
Onderwerp
Toelichting &
voorstel
Persoonsgebonden budget voor personen uit het sociale netwerk
bij ondersteuning bij het huishouden.
Hoe was het?
In de Verordening MO 2015 wordt onder artikel 6.1 benoemd wanneer
de cliënt in aanmerking komt voor een PGB. In artikel 6.1. lid 3 sub c
staat: uit het PGB mogen niet personen uit het sociale netwerk worden
betaald, tenzij dat leidt tot effectievere en meer doelmatiger
ondersteuning.
Reden tot voorgestelde wijziging?
De eigen verantwoordelijkheid van de burger is een belangrijke pijler in
de Wmo 2015. Uitgangspunt is dat burgers zelf primair
verantwoordelijk zijn voor hun zelfredzaamheid en participatie. Tot de
eigen verantwoordelijkheid behoort ook dat hij een beroep doet op
familie en vrienden – zijn eigen sociale netwerk – alvorens hij een
beroep doet op ondersteuning via de gemeente.
Echter in sommige gevallen sluit de ondersteuning bij het huishouden
door een persoon uit het sociale netwerk beter aan bij de
ondersteuningsbehoefte van de cliënt. In deze gevallen is het mogelijk
om een PGB toe te kennen.
Hoe wordt het?
In de concept-Verordening MO 2017 is het uitsluitingscriterium voor
het PGB aan personen uit het sociale netwerk geschrapt. In het
concept-Besluit MO 2017 is een PGB tarief opgenomen voor personen
uit het sociale netwerk die ondersteuning bij het huishouden leveren.
Gevolgen voor
inwoners
Op grond van de Verordening MO 2015 is het niet mogelijk om een
PGB te verstrekken aan personen uit het sociale netwerk, tenzij dit
leidt tot een effectievere en meer doelmatige ondersteuning.
Op grond van de concept-Verordening MO 2017 is dit mogelijk indien
de ondersteuning beter aansluit bij de ondersteuningsbehoefte van de
cliënt.
Juridische aspecten
De gemeente heeft op grond van artikel 2.3.6 lid 4 Wmo 2015 de
bevoegdheid in de Verordening te bepalen dat er nadere voorwaarden
gelden voor het inkopen van ondersteuning door personen uit het
sociale netwerk. Uit de memorie van toelichting blijkt dat de te stellen
voorwaarden niet zover gaan dat het inschakelen van hulp door
Nota van wijzigingen versie 21 november 2017
personen uit het sociale netwerk geheel wordt uitgesloten (TK 20132014, 33841, nr 3, p. 153).
Begripsbepaling sociaal netwerk:
Artikel 1.1.1 Wmo 2015: personen uit de huiselijke kring of andere
personen met wie de cliënt een sociale relatie onderhoudt;
Hoofdregel is dat de tarieven toereikend moeten zijn. De cliënt moet
de noodzakelijke ondersteuning kunnen inkopen. Uitgangspunt is het
tarief waarvoor de gemeente zorg in natura heeft ingekocht.
Afhankelijk van de zorgverlener kan van dit tarief worden afgeweken.
Zie ook het schema Vaststellen hoogte PGB voor hulp bij het
huishouden van Schulinck
(http://www.schulinck.nl/Uploads/2016/2/Infographic-Wmo--Vaststellen-hoogte-pgb-hulp-bij-het-huishouden.pdf).
Gevolgen voor
overige partijen
Uitvoeringsaspecten
(inclusief benodigde
aanpassingen in
verordening, besluit,
beleidsregels)
Onderwerp
Toelichting &
voorstel
Mogelijke toename van verstrekkingen persoonsgebonden budget.
-
De beoordeling door de consulent is inhoudelijk anders.
Aanpassing in beleidsregel persoonsgebonden budget;
Aanpassing Verordening MO 2015;
Aanpassing van de tarieven in het BMO 2015.
Beheer van het persoonsgebonden budget
Hoe was het?
In de Verordening MO 2015 zijn onder artikel 6.1 criteria opgenomen
wanneer cliënt in aanmerking komt voor een PGB. Een van de criteria
bepaalt dat cliënt op eigen kracht, al dan niet met hulp uit zijn sociale
netwerk of zijn vertegenwoordiger, voldoende in staat is tot:
- Een redelijke waardering van zijn belangen, en
- Het op een verantwoorde manier uitvoeren van de aan het
PGB verbonden taken.
Dit houdt in dat de cliënt zelf of met behulp van iemand uit het sociale
netwerk of diens vertegenwoordiger in staat moet zijn om een PGB te
beheren.
Reden tot voorgestelde wijziging?
Wij hebben een criterium toegevoegd om mogelijke
belangenverstrengeling tegen te gaan. Hiervan is sprake wanneer de
ondersteuner een commercieel belang heeft. Een voorbeeld hiervan is
wanneer de ondersteuner bij de uitvoering van het persoonsgebonden
budget tevens de eigenaar is van een zorgbureau. Deze
ondersteuning is niet wenselijk gezien mogelijke
belangenverstrengeling.
Hoe wordt het?
In de concept-Verordening MO 2017 is toegevoegd dat aan dit
criterium niet wordt voldaan als degene die de cliënt ondersteunt met
het beheer van het PGB een belang heeft dat tegengesteld is aan het
belang van de cliënt.
Gevolgen voor
inwoners
Deze bepaling is opgenomen om de cliënt te beschermen. Uit het
oogpunt van mogelijke belangenverstrengeling is het niet wenselijk om
iedere ondersteuning bij het uitvoeren van een persoonsgebonden
budget toe te laten.
Juridische aspecten
Binnen de kaders van de Wmo 2015 zijn wij vrij om te bepalen
wanneer iemand in aanmerking komt voor een PGB.
In de huidige situatie is het zo dat er zorgbureaus zijn die zowel de
Gevolgen voor
Nota van wijzigingen versie 21 november 2017
overige partijen
Uitvoeringsaspecten
(inclusief benodigde
aanpassingen in
verordening, besluit,
beleidsregels)
Onderwerp
Toelichting &
voorstel
ondersteuning aan cliënten leveren als het PGB beheren. Dit leidt
soms tot onwenselijke situaties.
-
Aanpassing in Verordening MO 2015
Persoonsgebonden budget: tarief ondersteuning bij het
huishouden
Hoe was het?
In de Verordening MO 2015 is één PGB tarief opgenomen voor
ondersteuning bij het huishouden voor het basispakket en het
pluspakket. Het gaat om ondersteuning die beroepsmatig wordt
geboden en geldt uitsluitend voor PGB.
Op basis van de Verordening MO 2015 is het uitsluitend mogelijk om
eenmaal het basispakket in te zetten.
Reden tot voorgestelde wijziging?
In 2015 is regelmatig de hardheidsclausule toegepast op situaties
waarbij het basistarief PGB niet toereikend was op basis van de
beperkingen die cliënt ervaart, in die gevallen is tot maximaal
tweemaal het basistarief toegekend. Door deze werkwijze hebben we
feitelijk nieuw beleid ontwikkeld. Met deze wijziging wordt dit beleid
geformaliseerd.
Hoe wordt het?
Op basis van de concept-Verordening MO 2017 is het mogelijk om
tweemaal het basispakket PGB in te zetten.
De verhoging vindt plaats in de mate waarin een huishoudelijke
activiteit vaker moet worden verricht dan de standaard frequentie (zie
hiervoor ook de beleidsregels Ondersteuning Huishouden). Verhoging
van het budget vindt plaats wanneer er sprake is van een afwijkende
ondersteuningsbehoefte.
Gevolgen voor
inwoners
Deze wijziging geeft meer ruimte voor het bieden van maatwerk.
Daardoor kan beter aangesloten worden op de
ondersteuningsbehoefte van de cliënt.
Juridische aspecten
Gevolgen voor
overige partijen
Uitvoeringsaspecten
(inclusief benodigde
aanpassingen in
verordening, besluit,
beleidsregels)
Onderwerp
Toelichting &
voorstel
Niet van toepassing
Niet van toepassing
-
Aanpassing tarieven in het Besluit MO 2015;
Opstellen beleidsregel Ondersteuning Huishouden.
Aanpassing periode kortdurend verblijf
Hoe was het?
De maatwerkvoorziening/ondersteuning kortdurend verblijf in een
instelling is gericht op het ontlasten van de mantelzorger waarbij de
draagkracht en de draaglast verstoord dreigt te raken en het zo lang
mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen laten wonen van de cliënt.
In de Verordening MO 2015 is opgenomen dat het kortdurend verblijf
in een instelling maximaal drie etmalen per week omvat.
Reden tot voorgestelde wijziging?
In de Verordening MO 2015 was de bepaling maximaal drie etmalen
per week opgenomen in aansluiting bij de praktijk zoals die in de
AWBZ stond. In de uitvoeringspraktijk vanaf 2015 is gebleken dat het
Nota van wijzigingen versie 21 november 2017
criterium van maximaal 3 etmalen per week verblijven in een instelling
niet in alle gevallen aansluit bij de behoefte van de mantelzorger.
Bijvoorbeeld in geval van vakantie van de mantelzorger. Het verruimen
van de omvang van het kortdurend verblijf in een instelling is daarom
gewenst.
In de praktijk werd in sommige gevallen reeds afgeweken van het
criterium. Met deze wijziging wordt dit beleid geformaliseerd.
Gevolgen voor
inwoners
Juridische aspecten
Gevolgen voor
overige partijen
Uitvoeringsaspecten
(inclusief benodigde
aanpassingen in
verordening, besluit,
beleidsregels)
Onderwerp
Toelichting &
voorstel
Hoe wordt het?
De omvang van het kortdurend verblijf is in de concept-Verordening
MO 2017 verruimd. Naast de mogelijkheid om drie etmalen per week
te verblijven in een instelling is het ook mogelijk om een
aaneengesloten periode te verblijven, bijvoorbeeld tijdens vakantie van
de mantelzorger. Het aantal etmalen is gemaximeerd op 28 etmalen
op jaarbasis. Hierbij is aangesloten bij de wettelijke vakantiedagen.
Door het verruimen van de omvang van het kortdurend verblijf wordt
beter aangesloten bij de behoefte van de mantelzorger die overbelast
is of overbelast dreigt te raken.
Niet van toepassing
Niet van toepassing
-
Aanpassing in Verordening MO 2015.
Eigen bijdrage voor algemene voorzieningen
Hoe was het?
In de Verordening MO 2015 wordt onder artikel 11.2 lid 1 gesteld
dat er een eigen bijdrage kan worden geheven voor het gebruik
van een algemene voorziening. De hoogte van de bijdrage wordt
door de aanbieder afgestemd met het College.
Reden tot voorgestelde wijziging?
Wanneer we toe willen naar een meer inclusieve samenleving,
moeten we op zoek naar collectieve oplossingen om
belemmeringen weg te nemen. Algemene voorzieningen passen
dan beter dan maatwerkvoorzieningen.
We willen met het aanbieden van goede algemene
voorzieningen bereiken dat mensen de ondersteuning kunnen
krijgen die ze nodig hebben, zonder een beroep te doen op
maatwerkvoorzieningen. Een eigen bijdrage werpt een drempel op
die we niet willen. Een eigen aandeel in de kosten blijf mogelijk
wanneer het gaat om kosten die iedereen normaal gesproken
maakt, bijvoorbeeld voor maaltijden, wassen, drogen, strijken.
Geen indicaties betekent ook minder uitvoeringskosten, aangezien
we voor de gebruiker van de algemene voorziening geen
onderzoek hoeven uit te voeren en geen beschikkingen hoeven af
te geven.
Hoe wordt het?
In de concept-Verordening MO 2017 staat onder artikel 11.2 lid 2
dat cliënt geen eigen bijdrage is verschuldigd voor het gebruik van
een algemene voorziening. Het kan wel voorkomen dat dat er een
eigen aandeel in de kosten wordt berekend, bijvoorbeeld bij
maaltijdvoorziening, was- en strijkservice. Het eigen aandeel is
verschuldigd aan de aanbieder.
Nota van wijzigingen versie 21 november 2017
Gevolgen voor
inwoners
Er wordt geen eigen bijdrage geheven voor de gebruikers van een
algemene voorziening.
Juridische aspecten
Niet van toepassing
Gevolgen voor
overige partijen
Uitvoeringsaspecten
(inclusief benodigde
aanpassingen in
verordening, besluit,
beleidsregels)
Onderwerp
Toelichting &
voorstel
Niet van toepassing
-
Aanpassing in Verordening MO 2015.
Vaststellen hoogte PGB
Hoe was het?
In de Verordening MO 2015 wordt onder artikel 6.2 gesteld dat het
College nadere regels stelt in het besluit MO over de hoogte van
het PGB.
Reden tot voorgestelde wijziging?
Naar aanleiding van recente uitspraken op het gebied van hoogte
PGB blijkt dat de hoogte van het PGB bij Verordening moet
worden geregeld (delegatieverbod College).
Gevolgen voor
inwoners
Juridische aspecten
Gevolgen voor
overige partijen
Uitvoeringsaspecten
(inclusief benodigde
aanpassingen in
verordening, besluit,
beleidsregels)
Onderwerp
Toelichting &
voorstel
Hoe wordt het?
In de concept Verordening MO 2017 wordt onder artikel 6.2 per
maatwerkvoorziening aangegeven hoe de hoogte van het PGB
wordt vastgesteld. Bijvoorbeeld: het PGB voor de
maatwerkvoorziening Ondersteuning bij Zelfstandig Leven die
uitgevoerd wordt door een beroepskracht bedraagt 90 % van het
ZIN tarief.
De wijziging biedt meer duidelijk over de hoogte van de PGB’s.
Bij wet is bepaald dat het vaststellen van de hoogte van het PGB
bij Verordening moet worden geregeld.
Niet van toepassing
-
Aanpassing in Verordening MO 2015.
Wijziging naar aanleiding van inkoop 2017
maatwerkvoorzieningen Ondersteuning Zelfstandig Leven en
Ondersteuning Maatschappelijke Deelname
Hoe was het?
In de Verordening MO 2015 kennen we voor de
maatwerkvoorzieningen Ondersteuning Zelfstandig Leven en
Ondersteuning Maatschappelijke Deelname drie categorieën voor
de mate van ondersteuning, namelijk 1: helpen bij, 2: stimuleren
en toezicht en 3: overnemen. Naar aanleiding van de nieuwe
contractafspraken verdwijnt categorie 3 en kennen we straks 2
categorieën. Door het verdwijnen van deze categorie worden ook
de tarieven aangepast.
Reden tot voorgestelde wijziging?
Omdat de gemeente Enschede en de zorgaanbieders (waarmee
de gemeente Enschede een contract heeft) het systeem van de
maatwerkvoorzieningen wilden verbeteren en vereenvoudigen.
Hiermee worden ook de tarieven van de verschillende
Nota van wijzigingen versie 21 november 2017
maatwerkvoorzieningen bijgesteld.
Gevolgen voor
inwoners
Juridische aspecten
Gevolgen voor
overige partijen
Uitvoeringsaspecten
(inclusief benodigde
aanpassingen in
verordening, besluit,
beleidsregels)
Hoe wordt het?
We kennen nog maar 2 categorieën voor wat betreft mate van
ondersteuning bij Ondersteuning Zelfstandig leven en
Ondersteuning Maatschappelijke Deelname. De tarieven voor
Zelfstandig leven gaan omhoog en de tarieven voor
Maatschappelijke Deelname gaan omlaag.
De cliënten die de ondersteuning in zorg in natura ontvangen
Merken niets van deze wijziging. De ondersteuning blijft voor hen
hetzelfde. De cliënten die een PGB ontvangen merken wel
wat van deze wijziging. Cliënten die van categorie 3 naar 2 gaan
ontvangen minder budget. De cliënten die Ondersteuning
Zelfstandig Leven ontvangen en die in categorie 1 en 2 zitten
krijgt een hoger budget. Voor de cliënten Ondersteuning
Maatschappelijke Deelname in deze categorieën gaat het budget
omlaag.
De cliënten die minder PGB ontvangen moeten een
gewenningsperiode krijgen zodat zij tijd hebben om nieuwe
afspraken te maken met hun zorgverlener.
Niet van toepassing
-
Aanpassing in Verordening MO 2015 en Besluit MO.
Cliënten op de hoogte brengen van de wijziging.
Nieuwe besluiten versturen.
Aanpassen van systemen.
Verordening Jeugdhulp
Onderwerp
Toelichting en
voorstel
Aanpassing van verordening aan uitvoeringspraktijk
Hoe was het?
Bij het opstellen van de verordening Jeugdhulp is gebruik gemaakt
van de modelverordening die door de VNG is opgesteld. Er was
immers voor 1 januari 2015 nog geen verordening en geen ervaring
met uitvoering van de verordening. Inmiddels is ervaring opgedaan
met de uitvoeringspraktijk.
Bij het opstellen van het Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp 2015 zijn i.v.m.
overgangsrecht in 2015 voor clienten naast de regionaal ingekochte
jeugdhulp-voorzieningen ook de oorspronkelijke AWBZvoorzieningen van voor 2015 opgenomen. Het overgangsrecht gold
alleen voor 2015.
Reden tot voorgestelde wijziging?
De uitvoeringspraktijk en de verordening sluiten niet volledig op
elkaar aan. Het gaat met name om de artikelen 5 t/m/ 11 waarin de
procedure van melding tot beschikking is beschreven.
Gevolgen voor
inwoners
Juridische aspecten
Gevolgen voor
overige partijen
Uitvoeringsaspecten
Hoe wordt het?
De verordening Jeugdhulp 2015 en het Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp
2015 aanpassen aan de uitvoeringspraktijk
Eenduidigheid tussen verordening en uitvoeringspraktijk
Geen; de Awb is van toepassing
Geen
Aanpassing van artikelen 5 t/m/ 11 van de Verordening Jeugdhulp
Nota van wijzigingen versie 21 november 2017
Onderwerp
Toelichting &
voorstel
2015
Aanpassing van artikel 2.2.d. van het Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp
2015
Vereenvoudigingen van de verordening omdat een aantal artikelen
uit de verordening al bij wet of anders geregeld zijn, de artikelen te
algemeen zijn.
Hoe was het?
Bij het opstellen van de verordening Jeugdhulp is gebruik gemaakt
van de modelverordening Jeugdhulp van de VNG.
Reden tot voorgestelde wijziging?
Uit de modelverordening zijn een aantal artikelen overgenomen die
al bij wet geregeld zijn (15), te ruim zijn geformuleerd als het gaat om
delegatie naar het college (18 en 19) en zijn gewijzigd (artikel 11.4).
Hoe wordt het?
Aanpassing van de Verordening Jeugdhulp 2015; schrappen artikel
artikelen 11.4, artikel 15, artikel 18 en artikel 19.
Gevolgen voor
inwoners
Juridische aspecten
Gevolgen voor
overige partijen
Uitvoeringsaspecten
Geen directe gevolgen omdat de wijzigingen betrekking hebben op
wettelijke regels.
Geen, omdat de inhoud van de artikelen al bij wet geregeld zijn,
danwel het een wijziging van de landelijke regels betreft.
Geen
Aanpassing in Verordening Jeugdhulp 2015; laten vervallen van
genoemde artikelen
Beleidsregels
Onderwerp
Toelichting &
voorstel
Persoonsgebonden budget
Hoe was het?
De huidige beleidsregels PGB zijn een uitwerking van de Verordening
MO 2015.
Reden tot voorgestelde wijziging?
De huidige beleidsregels PGB worden herzien in analogie met de
concept-Verordening MO 2017. Ook wordt er met het wijzigen van de
gewijzigde beleidsregel PGB meer aansluiting gezocht bij de
herinrichting van het primaire proces, waarbij het accent komt te liggen
op voorlichting en informatieverstrekking aan de cliënt met een
ondersteuningsvraag. Inzetten op het helder maken van de
verschillende mogelijkheden om zelf, als inwoner, te onderzoeken wat
een mogelijke oplossing kan zijn voor de eigen ondersteuningsvraag.
Denk hierbij aan algemene voorzieningen zoals maaltijdvoorziening,
was- en strijkservice, boodschappenservice, inloop buurthuizen en zo
verder. Ook wordt verduidelijkt dat het PGB wordt geweigerd als er
sprake is van een dubbelrol van professionele hulpverlener en
bewindvoerder/wettelijk vertegenwoordiger. Er kan sprake zijn van
belang wat tegengesteld is aan het belang van de cliënt/budgethouder.
Hoe wordt het?
In de gewijzigde beleidsregel PGB gaan wij uit van de cliënt met een
(ondersteuning)aanvraag die gericht kiest voor een PGB.
Motivatie voor de keuze van een PGB
Naast de reguliere toetsingscriteria die opgenomen zijn in de wet
Nota van wijzigingen versie 21 november 2017
wordt in de gewijzigde beleidsregel opgenomen wat wij verstaan onder
een deugdelijke motivatie. De motivatie waarom cliënt kiest voor een
PGB dient expliciet te worden opgenomen in het format- Budgetplan.
Het ontbreken van een deugdelijke motivatie kan leiden tot een
afwijzing van een PGB.
Bekwaamheid voor het afsluiten van een zorgovereenkomst
Ook de bekwaamheid van de cliënt voor wat betreft het kunnen
afsluiten van een passende zorgovereenkomst, is een belangrijk
criterium. Uitsluitend wordt de zorgovereenkomst geaccepteerd die
gelijk is aan de model zorgovereenkomst van de SVB. De ingediende
zorgovereenkomst wordt vervolgens beoordeeld en wel of niet
geaccordeerd door respectievelijk de SVB en de gemeente.
Beoordeling vindt plaats op:
- De kwaliteitseisen die opgenomen zijn onder ad. 3 van de
beleidsregels PGB
- Aanvultermijn bij het niet gelijktijdig indienen van
aanvraagformulier en het opgestelde budgetplan.
- De afspraken die gemaakt zijn en vastgelegd in het
ondersteuningsplan, het aanvraagformulier en het ingeleverde
budgetplan moeten overeenkomen.
Besteding PGB
Onder ad.3 Kwaliteitseisen in de gewijzigde beleidsregels PGB zijn 3
wijzigingen aangebracht:
- De eenmalige uitkering bij overlijden is geformaliseerd.
- Aangegeven wordt welke uitgaven niet uit het PGB mogen
worden gedaan.
- In de huidige beleidsregels kon geen PGB verstrekt worden
aan ‘maandloners’. Op basis van de gewijzigde beleidsregels
is dit wel mogelijk. Dit geldt alleen indien cliënt een
zorgovereenkomst arbeidsovereenkomst heeft afgesloten
waar sprake is van een werkgever/ werknemersrelatie met
minimaal 4 werkdagen per week.
Tarieven
In de gewijzigde beleidsregels is de passage over ‘tarieven’ er volledig
uit gelaten zodat herhaling in de verschillende documenten wordt
voorkomen. Deze passage kunt u terug vinden in het concept-Besluit
Maatschappelijke ondersteuning 2017.
Uitgangspunt ondersteuningsvraag
Onder artikel 6 PGB inzet sociaal netwerk, benadrukken we wat het
uitgangspunt bij een ondersteuningsvraag moet zijn. Dat is vooral met
hulp uit het eigen sociale netwerk, een oplossing zoeken.
Gevolgen voor
inwoners
De wijziging betekent meer verantwoordelijkheid leggen en laten bij de
cliënt die kiest voor een PGB. Hierop wordt gestuurd en er wordt
geëvalueerd of cliënt het PGB conform het wettelijk beleid beheert.
Juridische aspecten
Wijzigingen in het beleidsmatige- en uitvoeringsproces geven meer
sturing aan het besluit om gericht een PGB te verstrekken. Deze
wijzigingen passen binnen de wettelijke kaders van de Wmo 2015.
Gevolgen voor
overige partijen
Uitvoeringsaspecten
(inclusief benodigde
aanpassingen in
besluit,
beleidsregels)
Afstemming met de zorgverleners door de cliënt/ budgethouder.
Door het accent van de keuzemogelijkheid aan de voorkant van het
primaire proces te leggen (zowel intern als extern) betekent dit een
andere werkwijze. De inwoner/cliënt ontvangt bij het vastleggen van
een afspraak voor een gesprek over de ondersteuningsvraag een
informatie set en nadat het gesprek heeft plaats gevonden en er blijkt
Nota van wijzigingen versie 21 november 2017
een aanvraag voor een PGB te worden gedaan, een formatbudgetplan.
Nota van wijzigingen versie 21 november 2017
Download