Leerkrachtenversie Contractwerk Van Manu Periode : _____________________________________________________ Moet – taken Taaknr. 1 Leerplandoelen Frans Memory woordenschat dieren 2 Wiskunde Wiskundige bingo 3 Nederlands De infoborden 5 Nederlands De geschiedenis van een dierentuin FR-DOD-01.09 De leerlingen gebruiken de woorden en woordcombinaties uit het woordveld ‘tijd, ruimte, natuur’ functioneel. Ze houden daarbij rekening met de vorm, de betekenis en het reëel gebruik in een context. WI-GK.ORD.15 De lln. kunnen eenvoudige breuken, decimale breuken, kommagetallen en procenten naar elkaar omzetten (les)doelen (=concreetoperationeel) De leerling vertaalt de dieren correct. De leerling heeft plezier met woordenschat. De leerling kan procenten, kommagetallen & breuken aan elkaar koppelen. NL-SCH-DV-D06-05 De leerlingen De leerling herkent kunnen op hun niveau spelling- en een foute spelling interpunctieregels in acht nemen van een woord. De leerling verbetert woorden die verkeerd geschreven zijn. NL-SCH-DV-D04-02e-02-01 De De leerling vervoegt leerlingen kunnen in functie van de werkwoorden in doelstellingen SCH-DV-D04-02e-01-01, - tegenwoordige tijd 02 en -03 een oplossingsmethode correct. hanteren voor de schrijfwijze van De leerling vervoegt werkwoorden in de tegenwoordige tijd werkwoorden in verleden tijd correct. NL-SCH-DV-D04-02e-02-02 De leerlingen kunnen in functie van de doelstellingen SCH-DV-D04-02e-01-01, 02 en -03 een oplossingsmethode Leerkrachtenversie hanteren voor de schrijfwijze van werkwoorden in de verleden tijd. 6 7 8 9 Wero Aanvallen! Wiskunde De zeehondenshow Muzische vorming Origami Dobbelstenen Frans: werkwoorden WO-NAT-03.15 De leerlingen verwoorden op een eenvoudige wijze de functie van belangrijke organen die betrokken zijn bij de spijsvertering in het menselijk lichaam. WI-ME.OBJ.3.1.12 De leerlingen. Kennen volgende maateenheden en hun symbolen en kunnen daarmee meet- of berekeningsresultaten noteren: m², dm², cm², km² WI-MVL.IDEN.6 De leerlingen. Kunnen resultaten van knipfiguren (een stukje wegsnijden uit een gevouwen blad) voorspellen. Ze kunnen zelf knipfiguren maken: vrij of naar model. FR-DOD-01.17 De leerlingen gebruiken werkwoordsvormen en de tijdsmarkeerders? In relatie tot de communicatie in de tegenwoordige tijd en de ‘futur proche’ functioneel. De leerling benoemt wat omschreven wordt. De leerling lost de oefeningen met betrekking tot herleidingen op. De leerling volgt het stappenplan voor het maken van de pinguin in origami. De leerling vervoegt de werkwoorden naar gelang de worp. Mag – taken Taaknr. 4 Leerplandoelen Frans Gids ‘monsieur Baguette’ de weg FR-DOD-01.06 De leerlingen gebruiken de woorden en woordcombinaties uit het woordveld ‘dagelijks leven’ functioneel. Ze houden daarbij rekening met de vorm, de betekenis (les)doelen (=concreetoperationeel) De leerling herhaalt de woordenschat om de weg te wijzen. Leerkrachtenversie en het reëel gebruik in een context. FR-DOD-01.19 De leerlingen gebruiken eenvoudige bevestigende zinnen functioneel. FR-SCH-06.01 *De leerlingen tonen bereidheid en durf om te schrijven in het Frans. FR-SCH-06.06 De leerlingen blijven zich concentreren op de schrijftaak. 10 11 Frans Kwartet Wero ID-kaart FR-SPR-04.04 De leerlingen zeggen vooraf beluisterde zinnen na. FR-MOI-02.03 De leerlingen nemen deel aan een gesprek door te reageren op vragen, antwoorden en uitspraken te begrijpen en door erop te reageren. FR-MOI-02.01 *De leerlingen tonen bereidheid om gesprekken te voeren in het Frans. ICT – opzoeken Nederlands – schrijven MV-MED-MO-4.9 De kinderen benaderen de media kritisch 12 GAIA NL-LEZ-DV-D03-02a-01 De leerlingen kunnen bepalen of een gelezen woord, afkorting of uitdrukking belangrijk is voor het begrijpen van de tekst. NL-LEZ-TV-02-07 De leerlingen kunnen persoonlijke uitnodigingen en voor hen bestemde uitnodigingen van instanties kritisch lezen. De leerling beleeft plezier aan de Franse werkwoorden. De leerling gebruikt de opgegeven voorbeeldzin correct. De leerling gebruikt de computer om informatie te vinden. De leerling maakt een identiteitsfiche over een dier naar keuze. De leerling beantwoordt vragen over de gelezen tekst. De leerling denkt na over een gegeven en schrijft zijn bevindingen neer. Leerkrachtenversie