Remediëring wiskunde 4de jaar: Hoofdstuk 6 – Driehoeksmeting. Extra oefeningen hoofdstuk 6: Driehoeksmeting. 6.1 Goniometrische getallen van willekeurige hoeken a) goniometrische getallen van een hoek 1. Teken een goniometrische cirkel en teken daarin met je geodriehoek de hoek 30 met beeldpunt P. Duid op de figuur aan: cos en sin . 2. Welk teken heeft de tangens van een hoek uit IV ? 3. Bepaal tot welk kwadrant een hoek behoort als je weet dat de cosinus van deze hoek negatief is. 4. Vul <, > of = in zodat je telkens een ware uitspraak krijgt: a) 0 cos ...... 0 , sin ...... 0 , tan ...... 0 b) 90 cos ...... 0 , sin ...... 0 , tan ...... 0 c) 180 cos ...... 0 , sin ...... 0 , tan ...... 0 d) 80 cos ...... 0 , sin ...... 0 , tan ...... 0 e) 165 cos ...... 0 , sin ...... 0 , tan ...... 0 5. Bepaal met je GRM (rond af op 4 decimalen). a) sin 2512' b) cos 8736'48" c) tan 176 06'08" 6. Construeer door middel van de goniometrische cirkel de hoek uit het tweede kwadrant waarvoor geldt: cos 0,8 . Bereken de hoek daarna met je GRM. 7. Construeer door middel van de goniometrische cirkel de hoek uit het eerste kwadrant waarvoor geldt: sin 0,5 . Bereken de hoek daarna met je GRM. 8. Bewijs door middel van de hoofdformule van de goniometrie: 3 2 a) sin sin . cos sin b) 1 sin . 1 sin cos 2 cos 1 1 sin cos 1 1 1 1 d) sin . cos . cos sin 1 sin cos tan cot c) tan 1 Remediëring wiskunde 4de jaar: Hoofdstuk 6 – Driehoeksmeting. b) supplementaire hoeken 9. Van een hoek is de sinus gegeven: sin 0,5 . Construeer d.m.v. de goniometrische cirkel de hoeken 1 en 2 die hieraan voldoen. Controleer daarna met je GRM. 10. Vul aan met een goniometrisch getal van een geschikte hoek zodat je telkens een ware uitspraak krijgt. Voorbeeld: sin 53 sin 180 53 sin 127 11. a) sin 31 ...... b) cos 82 ...... c) cos 82 ...... d) tan 35 ...... Bepaal met je GRM alle hoeken waarvoor geldt: a) sin 0,8546 c) b) sin 2 2 complementaire hoeken 12. Van een hoek is de cosinus gegeven: cos 0,3 . Construeer d.m.v. de goniometrische cirkel de hoeken 1 en 2 die hieraan voldoen. Controleer daarna met je GRM. 13. Vul aan met een geschikte hoek zodat je telkens een ware uitspraak krijgt. Voorbeeld: sin 53 cos90 53 cos 37 a) sin 75 cos ...... b) sin 11 cos ...... cos13 sin ...... d) cos 82 sin ...... c) 14. Bepaal met je GRM alle hoeken waarvoor geldt: a) 15. cos 0,7541 b) Verklaar volgende gelijkheden: a) sin 70 cos20 b) cos65 sin 155 2 cos 3 2 Remediëring wiskunde 4de jaar: Hoofdstuk 6 – Driehoeksmeting. 3