Sociale Geneeskunde

advertisement
Nupie 't Olifantje
Geneeskunde
4de Doc
Sociale Geneeskunde
2009-2010
Nupie 't Olifantje
Sociale Geneeskunde
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1: JEUGDGEZONDHEIDSZORG IN VLAANDEREN
7
SAMENVATTING
7
1.
8
OPGROEIEN IN VLAANDEREN
1.1.
1.2.
1.2.1
1.2.2
1.3.
2.
JGZ: ALGEMEEN KADER
2.1.
2.2.
2.2.1
2.2.2
2.3.
2.3.1
2.3.2
2.4.
2.4.1
2.4.2
3.
DEMOGRAFISCHE GEGEVENS
8
GEZONDHEID EN ZIEKTE
10
MORTALITEIT
10
MORBIDITEIT
10
NIEUWE GEZONDHEIDSPROBLEMEN VRAGEN EEN NIEUWE JEUGDGEZONDHEIDSZORG 12
ENKELE BEGRIPPEN
DOELSTELLINGEN
ALGEMENE DOELSTELLING
STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN
OPERATIONALISERING VAN DEZE DOELSTELLINGEN
PROGRAMMATISCHE PREVENTIE VERSUS PROBLEEMGESTUURDE AANPAK
POPULATIE- VERSUS RISICOGROEPBENADERING
STANDAARDISERING EN REGISTRATIE
RICHTLIJNEN - STANDAARDEN
REGISTRATIE EN GEZONDHEIDSINDICATOREN
UITVOERING VAN JGZ
3.1.
3.1.1
3.1.2
3.1.3
3.2.
3.2.1
3.2.2
3.2.3
3.2.4
3.2.5
KIND EN GEZIN
VAN 1900 TOT 2000
OVERZICHT VAN DE HUIDIGE WERKING
BEREIK VAN DE DOELGROEP
CENTRA VOOR LEERLINGENBEGELEIDING
VAN MEDISCHE SCHOOLINSPECTIE NAAR MEDISCH SCHOOLTOEZICHT
VAN MST EN PMS NAAR CENTRA VOOR LEERLINGENBEGELEIDING (CLB)
ALGEMEEN KADER VOOR DE CLB
OPDRACHT VAN DE CLB
DOELGROEP VAN DE CLB
12
12
13
13
13
14
14
19
20
20
20
21
21
21
22
24
25
25
26
26
26
27
1
Nupie 't Olifantje
3.2.6 ONDERWIJSBELEID INZAKE GEZONDHEID EN GEZONDHEIDSBEVORDERING:
SAMENWERKING MET DE SCHOOL
28
3.2.7 STRATEGISCHE EN OPERATIONELE DOELSTELLINGEN M.B.T. PREVENTIEVE
GEZONDHEIDSZORG
28
3.2.8 GEZONDHEIDSEDUCATIE EN -BEVORDERING IN HET KADER VAN DE CLB-BEGELEIDING 30
3.2.9 TOEKOMST
30
3.3. SAMENWERKING MET ANDERE ZORGVERSTREKKERS
31
HOOFDSTUK 2: ARBEID EN GEZONDHEID
33
4.
33
DE RELATIE ARBEID EN GEZONDHEID
1.1. BETEKENISSEN VAN AGORALE ARBEID (WERK)
1.2. LANGDURIGE WERKLOOSHEID IS BELANGRIJK GEZONHEIDSRISICO
1.3. ARBEID VERSUS WERKLOOSHEID
33
33
33
5.
34
BETEKENIS/BELANG ARBEIDSONGESCHIKTHEID
5.1.
5.2.
5.3.
5.3.1
5.3.2
5.4.
6.
ARBEIDSONGESCHIKTHEID IN DE PRAKTIJK
6.1.
6.2.
6.2.1
6.2.2
6.2.3
6.2.4
6.2.5
6.2.6
7.
NIEUWE VISIE OP WERK EN GEZONDHEID
INFORMATIE EN ADVIES: ROL VAN DE ARTS
VOORSCHRIJVEN ARBEIDSONGESCHIKTHEID: ROL VAN DE ARTS
VERZUIMMODEL
CLINICAL FLAGS
ALGEMENE MEDISCHE DEFINITIE ARBEIDSONGESCHIKTHEID
3 SOCIALE GROEPEN
GEWAARBORGD LOON - CONTROLEGENEESKUNDE
OVERZICHT WETGEVING
DEFINITIE ARBEIDSONGESCHIKTHEID
AANGIFTEPROCEDURE
CONTROLE ARBEIDSONGESCHIKTHEID
OPDRACHT CONTROLEARTS
PROCEDURE
ARBEIDSONGESCHIKTHEID IN DE ZIEKTEVERZEKERING
7.1.
7.2.
7.3.
7.4.
7.5.
7.6.
ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING
CRITERIUM ARBEIDSONGESCHIKTHEID
ORGANISATIE VAN DE EVALUATIE: SCHEMA
GEDEELTELIJKE OF PROGRESSIEVE WERKHERVATTING
VERGOEDING
UITKERING WERKNEMERS
34
34
34
35
35
36
36
36
37
37
37
37
38
38
38
40
40
42
42
43
43
43
2
Nupie 't Olifantje
7.6.1
7.6.2
7.7.
7.8.
8.
PRIMAIRE ARBEIDSONGESCHIKTHEID
INVALIDITEIT
MOEDERSCHAP WERKNEMERS
MOEDERSCHAP ZELFSTANDIGEN
PROFESSIONEEL RISICO
8.1.
8.2.
8.2.1
8.2.2
8.2.3
8.3.
8.4.
8.4.1
8.4.2
8.5.
ARBEIDSONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN: ALGEMENE KENMERKEN
BEROEPSZIEKTEN
LIJST VAN BEROEPSZIEKTEN
AANGIFTE VAN EEN BEROEPSZIEKTE
10 BELANGRIJKSTE BEROEPSZIEKTEN (2004)
ARBEIDSONGEVALLEN
SCHADEPOSTEN ARBEIDSONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN
TIJDELIJKE ARBEIDSONGESCHIKTHEID: BEGRIP
BLIJVENDE ARBEIDSONGESCHIKTHEID: DEFINITIE
VERGOEDING BIJ BEROEPSZIEKTEN/ARBEIDSONGEVALLEN
43
43
44
44
44
44
45
45
45
45
46
46
46
47
47
HOOFDSTUK 3: ARBEIDSGENEESKUNDE
49
1.
49
INLEIDING
1.1. WELZIJN
1.2. CONTEXT
49
50
2.
51
EXTERNE BLOOTSTELLING
2.1. GRENSWAARDEN
2.2. CONTEXT
51
52
3.
53
INTERNE DOSIS
3.1.
3.2.
3.3.
3.4.
4.
VAN EXTERNE BLOOTSTELLING NAAR INTERNE DOSIS
REFERENTIE VERSUS BEI
PREVENTIE
CONTEXT
GEZONDHEIDSEFFECTEN
4.1.
4.2.
4.3.
4.4.
WERK
MEDISCHE ONDERZOEK
PREVENTIE
GEZONDHEIDSEFFECTEN
53
53
53
54
55
55
55
56
57
3
Nupie 't Olifantje
4.5. VROEGE EFFECTEN VERSUS ZIEKTE
4.6. INDIVIDUELE GEVOELIGHEID
57
58
5.
59
MULTIDISCIPLINAIR
5.1. WELZIJN OP HET WERK
59
6.
59
WETGEVING
6.1. WERK
60
7.
60
UITDAGINGEN
7.1. EVOLUTIES
60
8.
61
BESLUIT
8.1. PREVENTIE
8.2. PREVENTIEADVISEUR-ARBEIDSGENEESHEER
8.3. TAKE HOME MESSAGES
61
62
62
HOOFDSTUK 4: MILIEU EN GEZONDHEID: ZIEK DOOR TOXISCHE STOFFEN IN LUCHT, BODEM OF
WATER
63
1.
63
INLEIDENDE BEGRIPPEN
1.1.
1.2.
1.3.
1.3.1
1.3.2
1.3.3
1.3.4
2.
PRAKTISCH
MILIEU - OMGEVING
LUCHTVERONTREINIGING
OUTDOOR AIR POLLUTION
INDOOR AIR POLLUTION
PERSONAL – INDOOR - OUTDOOR AIR POLLUTION
TOBACCO SMOKING
TOXICOLOGIE
2.1.
2.2.
2.2.1
2.2.2
2.2.3
2.2.4
DEFINITIE
DETERMINING FACTORS
INTRINSIC TOXICITY
DOSE
EXPOSURE CONDITIONS
RESPONSE OF HOST
63
64
65
65
65
66
66
67
67
67
67
76
76
76
4
Nupie 't Olifantje
HOOFDSTUK 5: ORGANISATIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG IN BELGIË
77
1.
77
BEVOEGDHEIDSVERDELING
1.1.
1.2.
1.3.
1.4.
2.
POSITIONNERING IN DE SOCIALE ZEKERHEID
2.1.
2.2.
2.3.
2.4.
2.5.
2.5.1
2.5.2
2.5.3
2.6.
2.7.
2.8.
2.9.
3.
BEVOEGDHEID GEMEENSCHAPPEN (BW VAN 8 AUGUSTUS 1980 ART 5, §1, I)
FEDERALE BEVOEGDHEID
EXTRAMURALE PREVENTIEVE GEZONDHEIDSZORG: GEMEENSCHAPSBEVOEGDHEID
GEZONDHEIDSWETGEVING
BASISPRINCIPES
FINANCIERING
SOCIALE ZEKERHEID EN SOCIALE BIJSTAND
ORGANISATIEMODEL
ORGANISATIE
WERKNEMERSSTELSEL (RSZ)
ZELFSTANDIGEN (RSVZ)
AMBTENAREN (RSZPPO)
UITBETALINGEN VAN UITKERINGEN/PRESTATIES DOOR PARASTATALEN
PROCENTUELE VERDELING VAN DE UITGAVEN
EVOLUTIE RIZIV BUDGET (MILJARD €))
GEZONDHEIDSZORGUITGAVEN
RIZIV / VERZEKERINGSINSTELLINGEN
77
77
77
78
78
78
78
79
79
80
80
80
80
80
81
81
81
82
3.1. VOORWAARDEN OM AANSPRAAK TE KUNNEN MAKEN OP PRESTATIES VAN DE
VERPLICHTE ZIEKTVERZEKERING
3.2.
3.3.
3.4.
3.4.1
3.4.2
3.5.
3.6.
VERZEKERINGSINSTELLINGEN: OPDRACHTEN
VERZEKERINGSINSTELLINGEN: FINANCIERING
RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING
OPDRACHTEN
STRUCTUUR EN BEHEER
RUBRIEKEN IN DE TERUGBETAALBARE ZORG
VERZEKERINGSTEGEMOETKOMING IN DE KOSTEN VOOR DE GENEESKUNDIGE
VERSTREKKINGEN
3.7.
3.8.
3.9.
3.10.
3.10.1
3.10.2
STATUUT VERZEKERDE: VOORKEURREGELING INZAKE TERUGBETALING
ACCREDITERING
NATIONAAL AKKOORD GENEESHEREN-ZIEKENFONDSEN
TERUGBETALINGSPROCEDURE GENEESMIDDELEN
COMMISSIE TEGEMOETKOMING GENEESMIDDELEN
VERZEKERINGSTEGEMOETKOMING IN DE KOSTEN VOOR GENEESMIDDELEN VIA
OFFICINA
3.10.3 GENEESMIDDELEN: REFERENTIETERUGBETALING
82
82
83
83
83
84
85
85
85
86
86
86
87
87
87
5
Nupie 't Olifantje
3.11. DE MAXIMUMFACTUUR
3.12. BIJZONDER SOLIDARITEITSFONDS (BSF)
88
89
4.
89
ZIEKENHUISFINANCIERING
4.1.
4.2.
4.2.1
4.2.2
ZIEKENHUISORGANISATIE
ZIEKENHUISFINANCIERING
BUDGET AAN FINANCIËLE MIDDELEN: TOEPASSINGSGEBIED
BUDGET VAN FINANCIËLE MIDDELEN VAN DE ZIEKENHUIZEN (KB 25 APRIL 2002):
SAMENSTELLING
4.2.3 BUDGET AAN FINANCIËLE MIDDELEN: BEREKENING
4.2.4 ALL PATIENT REFINED – DIAGNOSIS RELATED GROUPS
4.2.5 BUDGET AAN FINANCIËLE MIDDELEN: BEREKENING B1/B2
89
90
90
90
90
90
91
6
Nupie 't Olifantje
Hoofdstuk 1: Jeugdgezondheidszorg in Vlaanderen
Prof. Dr. K. Hoppenbrouwers
Samenvatting

Toenemende veroudering vd bevolking: vergrijzing en ontgroening
- Vergrijzing: # 60+ 
- Ontgroening: # 20- 
- Beide groepen nu even groot, maar ouderen gaan jongeren in aantal overtreffen
 steeds kleiner wordende actieve bevolkingsgroep zorg op zich nemen voor
groeiende groep ouderen
 zorg voor groei en ontwikkeling van jongeren ter harte nemen

Aandacht voor gezond en evenwichtig opgroeien in eerste plaats in belang van
kinderen en jongeren zelf
- Kwetsbare groep met snelle lichamelijke, emotionele en psychische ontwikkeling

Jeugdgezondheidszorg: preventieve zorg, die het bevorderen (verbeteren), bewaken
(monitoring) en behouden (pro-actief) van de gezondheid, groei en ontwikkeling van
jeugdigen nastreeft
Ontwikkelingen in de JGZ door demografische evoluties en wijzigingen in het
patroon van gezondheid en gezondheidsproblemen van jongeren
Organisatorische vernieuwingen  meer multidisciplinaire samenwerking
"Guidelines" voor goede preventieve praktijkvoering  kwalitatief hoogstaande
integrale jeugdgezondheidszorg gebaseerd op wetenschappelijke evidentie of op
professionele consensus



7
Nupie 't Olifantje
1. Opgroeien in Vlaanderen
1.1. Demografische gegevens









19de E: snelle aangroei van de bevolking  hoog geboortecijfer en dalend
sterftecijfer
Rond 1870-1880: geboortecijfer 
20ste E: stagnatie natu urlijke bevolkingsaangroei
“Schokken”: dr "babyboom" na W.O.II en migratiegolven
Vanaf jaren 80  totaal vruchtbaarheidscijfer (gemiddeld # kinderen/vrouw)
verder: laatste decennium van vorige eeuw tss 1,5 en 1,6 = minder dan 2,1 ~ nodig om
in natuurlijke vervanging van een generatie te voorzien
Mogelijke verklaring  geboortecijfer: gewijzigde maatschappelijke positie van
mannen en vrouwen op de arbeidsmark; zoeken nr nieuw evenwicht tussen de sociale
rol van de vrouw en de vruchtbaarheid
Huwelijk en geboorte 1ste kind steeds langer uitgesteld
# vrouwen in de vruchtbare leeftijdsperiode  ~ haast constante daling van
geboortecijfer sinds midden vd jaren 60
1991: > 70 000 geboorten; 10 jaar later < 62 000
Sinds 2002 weer stijgende trend (fig. 1)
2007: totaal vruchtbaarheidscijfer in het Vlaamse Gewest 1,76
- Belgische vrouwen: 1,66
- Niet-Belgische vrouwen: 3,05
75000
70000
65000
60000
55000
50000
Figuur 1. Evolutie van het aantal geboorten sinds 1980 in het Vlaams Gewest

Dr deze evolutie zal komend decennium aandeel kinderen in maatschappij verder  =
ontgroening
- 1990: 24,6% < 20j
- 2002: 22,6%
- 2015: 20,6%


Aangroei bevolking uit migratie > natuurlijke aangroei, maar ook 
2007: proportie kinderen van niet-Belgische nationaliteit in Vlaams Gewest 5,5%
Rekening mee houden dat 20% vd kinderen geboren in 2007: moeder niet v Belgische
origine
8
Nupie 't Olifantje

Geboortecijfer allochtone bevolkingsgroep hoger dan bij Vlamingen (2000: 11,7
versus 10,3 per 1000 inwoners)

Maatschappelijke veranderingen  groeiende verscheidenheid in de gezinscontext
- 1991-2000: # eenoudergezinnnen van 7,6% nr 9,3%, meerderheid alleenstaande
moeders met kinderen
2007: 7,6% van de kinderen < 3j in eenoudergezin
- # kinderen in kansarme gezinnen niet te verwaarlzen: 2001 5,8% van de gezinnen
met geboorte kansarm; 2006: 6,8%
Groot deel te maken met verhoogde aandacht en verbeterde registratie
Vgl ons omringende landen: % kinderen in relatieve armoede (gezinsinkomen lager
dan de helft van het landelijk gemiddelde) laag
- Woonomstandigheden scoort België gemiddeld
Evolutie kansarme gezinnen
%
10
5
0
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Reeks1 4,7
5,8
6,3
5,7
5,9
5,6
6,8
9
Nupie 't Olifantje
1.2.

Verbeterde levensomstandigheden en medische vooruitgang  belangrijke
wijzigingen in het patroon van gezondheid, ziekte en overlijden bij kinderen
- Begin 20e E: infectieziekten, maternele en perinatale pathologie en ondervoeding
belangrijkste oorzaken van ziekte en overlijden bij kinderen
- Voorbije decennia is het sterftecijfer bij kinderen sterk 
Algemeen lichamelijk gezonder dan vroeger
Psychosociale en pedagogische problemen, en leefstijlgebonden chronische
aandoeningen meer op de voorgrond
1.2.1





Mortaliteit
Zuigelingensterfte (geboorte tot 1j) tot zeer laag niveau gedaald (2005: 3,9 per
1000 levendgeborenen) (Vlaanderen scoort goed binnen Europa, enkel Zweden en
Finland beter met 3,1 in 1999)
Belangrijkste doodsoorzaken: verwikkelingen Verwikkelingen tijdens de ZS en de
perinatale periode en congenitale afwijkingen
1-14j: verkeersongevallen, ongevallen in de privé-sfeer en kanker
15-24j: meer dan de helft verkeersongevallen, daarna zelfmoord (Vlaanderen scoort
slecht binnen Europa)
1.2.2


Gezondheid en ziekte
Morbiditeit
Slechts beperkte epidemiologische gegevens
Gezondheidsenquête door middel van interview (2001)
- ! Cijfers sterk afhankelijk vd gebruikte meetmethode
- Zicht op gezondheidstoestand, de leefstijl en medische consumptie
- 0-14j: 10% lijdt aan langdurige ziekte, een langdurige aandoening of handicap die
bij 1,4% en 0,5% tot resp. matige of ernstige beperkingen in het dagelijks leven
leidt
- Welbepaalde ziekten of aandoeningen in de afgelopen 12 maanden: meest allergie
(14% 0-14j)
- 15-24j: mentale gezondheid: 23,5% psychologische problemen, ook somatische
klachten (4,8%), depressieve problemen (6,9%), angst (4,6%) en slaapstoornissen
(10,7%)
Minder gegevens over psychische gezondheid van jonge kinderen
- Epidemiologisch onderzoek nr voorkomen v gedrags- en emotionele problemen bij
lagere schoolkinderen (6-12 jaar) adhv Child Behavior Checklist (CBCL)
(screeningsinstrument): bij 15,4% vd 1120 kinderen ernstige gedrags- en
emotionele problemen (score boven p 90 volgens de Amerikaanse normgegevens)
vermoed
Agressie, sociaal isolement, hyperactiviteit en depressie
 Grote nood aan hulp op dit vlak
10
Nupie 't Olifantje

Vanuit voormalige Medisch Schooltoezicht (MST) gegevens over overgewicht en
obesitas bij kinderen
- Prevalentie  sterk ~ “epidemie”
- Methodiek van Cole: percentiellijnen die op 18j overeenstemmen met BMI van 25
en 30 als grenswaarde waarboven resp. overgewicht en obesitas: 1996-1997 12%
vd schoolkinderen overgewicht, 2% obesitas
- Andere studie met andere criteria: BMI  p85 of  p95 op Nederlandse
referentiecurve van 1980: 1998-1999 15% in eerste kleuterklas overgewicht,
33,3% in secundair onderwijs en 6,5% obesitas in eerste kleuterklas tot 20% in
secundair onderwijs

Leefstijl in relatie tot gezondheid bij jongeren
- Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD): 2001 bevraging meer
dan 15 000 jongeren: 75% afgelopen jaar alcohol gedronken (31% minstens
wekelijks), 60% al eens medicatie (mstl lichte pijnstiller) gebruikt, 36% rookte
en 16% illegale drugs (mstl cannabis)
- Internationale studie "Health Behaviour in School-Aged" Children: enquêtes
Jongeren en Gezondheid: 2002: 24% van de jongens en 21% van de meisjes
rookte
Bijna 60% dagelijks
Evolutie rookgedrag 1990-2002: # rokende jongeren (jongens en meisjes) 
sterk eerste helft jaren 90, hogere prevalentie bij jongens. 1994-1996: meisjes
achterstand ingehaald. Beperkte  in 2000. 2002 weer  bij jongens en 15-16
jarige meisjes (fig. 2)
30
25
20
jongens
meisjes
15
10
5
0
1990
1994
1996
1998
2000
2002
Figuur 2. Evolutie van het aantal rokers (%) van 1990 tot 2002 per geslacht.(10)
-
-
Alcohol: 2002 71% vd 17-18j jongens wekelijks, meisjes 46%
Sedert 1994 , vooral meisjes (39% nr 46%)
Overmatig drankgebruik : 2002 29% vd jongens 19% vd meisjes van 11-18j
meermaals echt dronken (1994 25% en 12%)
Drugs: 2002 46% vd jongen en 36% vd meisjes van 17-18j ooit hash (1994 29 en
14%)
11
Nupie 't Olifantje
12% vd jongens en 4% vd meisjes regelmatige gebruikers: laatste 12 maanden 40
keer of meer hash
-
Seksuele gedragspatroon: 17-18j de helft (49% vd jongens, 53% vd meisjes) ooit
geslachtsgemeenschap
Onderzoek prevalentie van chlamydia meisjes 16-19j in A’pen: 52% seksueel
actief waarvan 1,4% besmet en 3,5% ooit zwanger geweest
1999 1,7% vd Belgische meisjes onder de 20 jaar al dan niet ongeplande
zwangerschap (excl. niet-geregistreerde abortussen en spontane miskramen)
Bijna 60% draagt ZS uit; jongere meisjes vaker abortus
Be: 9,1 tienermoeders per 1000 15-19-jarigen in 1995 ~ middenmoot (GB 28,4 –
NL 4,2)
Nieuwe gezondheidsproblemen vragen een nieuwe
jeugdgezondheidszorg
1.3.

Verschuivingen in het morbiditeitspatroon bij kinderen en jongeren  wijziging
aandachtsgebieden binnen jeugdgezondheidszorg
- Hoge prevalentie van psychologische problemen, leer- en gedragsproblemen, het
stijgend middelengebruik, de sterke toename van overgewicht en obesitas, het
stijgend aantal tienerzwangerschappen, het toenemend aantal kinderen met een
chronische aandoening of handicap  speciale aandacht en gerichte aanpak < JGZ
2. JGZ: algemeen kader
2.1.





Enkele begrippen
Deelgebied vd sociale geneeskunde dat zich richt tot jeugdigen (0-19 jaar)
° jaren 70 NL ~ basisconcepten NL JGZ inspiratiebron voor Vlaanderen
Aanwijsbare discipline binnen de preventieve gezondheidszorg
3 niveau's van preventie
- Primaire preventie: uitschakelen schadelijke of ziekmakende factoren vrdat deze
ziekte of afwijking hebben kunnen veroorzaken  voorkomen nieuwe
ziektegevallen (ziekte-incidentie)
- Secundaire preventie: opsporen ziektegevallen of afwijkingen vrdat deze op een
andere manier (klinisch) manifest zijn geworden
Succesvoller naarmate vroegtijdige opsporing en behandeling de kansen op
volledig herstel aanzienlijk verhogen (ziekteprevalentie)
- Tertiaire preventie: maatregelen gericht op R/ van klinisch manifeste
ziektegevallen, met de bedoeling een verergering van de aandoening te voorkomen
Andere indeling binnen preventieve gezondheidszorg
- Ziektepreventie: maatregelen om specifieke ziekten te voorkomen of in een
vroeg stadium te detecteren, zodat behandeling nog mogelijk
- Gezondheidsbevordering: leefomstandigheden en leefwijzen v mensen zodanig
beïnvloeden dat hun gezondheid bevorderd, beschermd of behouden
12
Nupie 't Olifantje
-

Gezondheidsbescherming: potentieel schadelijke invloed v factoren, zoals
consumptiegoederen of installaties, waarmee mensen in contact komen in de
publieke of in de private sfeer beperken
JGZ ~ vooral primaire en secundaire preventie, minder tertiair
JGZ ~ Ziektepreventie en gezondheidsbevordering, minder gezondheidsbescherming
Na detectie van gezondheidsproblemen  verdere diagnostiek en eventuele
behandeling ~ curatieve gezondheidszorg
2.2.
2.2.1

Doelstellingen
Algemene doelstelling
Binnen het netwerk van voorzieningen van gezondheids- en welzijnszorg jeugdigen
(0-19j) longitudinaal sociaal-medisch begeleiden  ieder individu als jongere en als
volwassene een optimaal niveau van individueel en maatschappelijk functioneren kan
bereiken
- Bevorderen en beveiligen van een gezonde lichamelijke, geestelijke en sociale
ontwikkeling van kinderen, individueel en als groep
- Dmv beïnvloeding van relevante gezondheidsdeterminanten waaronder medischbiologische factoren, gezondheidsgedrag en relevante omgevingsfactoren
2.2.2 Strategische doelstellingen







Periodiek bepalen van de gezondheidstoestand op specifieke momenten
Ontwikkeling: dynamisch proces ~ nature en nurture
Groei: indicator of genetisch potentieel volledig tot uiting kan komen oiv “nurture”
factoren
Onderkennen en beïnvloeden v gezondheidsbedreigende en -bevorderende factoren
Bepalen van zorgbehoefte en zorgaanbod
Initiëren, opzetten en uitvoeren van preventieprogramma’s
Voorlichten en adviseren van jongeren en hun begeleiders m.b.t. Gezondheid en
gezondheidsbevorderend gedrag
Samenwerken rond zorgsystemen, netwerken en overleg
Preventie én zorg: binnen eigen mogelijkheden maximale ontplooiing





Populatie  individueel  populatie-gericht met aandacht voor het individuele
kind
Aanbod  vraaggestuurd  programmatisch en probleem/vraaggestuurd
Uniform  maatwerk  uniform en maatwerk
Systematisch  risicogericht  systematisch en risicogericht
Preventief  remediërend, curatief  preventief en met zorg voor ontwikkeling
13
Nupie 't Olifantje
2.3.

Methoden ten dele specifiek voor de preventieve gezondheidszorg  andere ook in
bredere domein vd gezondheids- en welzijnszorg
2.3.1





Operationalisering van deze doelstellingen
Programmatische preventie versus probleemgestuurde aanpak
Sociaal-medische begeleiding niet enkel op vraag, maar een programma van
preventief medische zorg voor álle kinderen en jongeren, zonder onderscheid van
ras, levensbeschouwelijke of sociaal-economische achtergrond
~ belangrijk voor die aspecten van de gezondheid, waarbij de vroegtijdige detectie
(in een pre-symptomatisch stadium) en tijdige preventieve acties of behandeling
aanleiding kunnen geven tot belangrijke gezondheidswinst
Uitgangspunt: grootst mogelijk groep kinderen bereikt wordt, ook diegenen voor wie
hulpverlening en GZZ moeilijk te bereiken zijn  voor schoolgaande jongeren
deelname aan bepaalde aspecten van dit programma (met name sommige
gezondheidsonderzoeken, en de profylaxe van besmettelijke aandoeningen) verplicht
~ individuele vrijheid ondergeschikt gesteld aan het algemeen belang: behouden en
bevorderen vd gezondheid vd jongeren als bevolkingsgroep
Geen verplichting in de preventieve zuigelingenzorg
Kern vh programma: reeks van leeftijdsspecifieke gezondheidsonderzoeken
Ook activiteiten op het vlak van de preventie van besmettelijke aandoeningen
(profylaxe en vaccinaties) en van gezondheidsbevordering
Ook aanbod van opvoedingsondersteuning
2.3.1.1 Gezondheidsonderzoeken

Systeem van longitudinale observatie en begeleiding, gericht op bewaking en
begeleiding van groei en ontwikkeling, het bevorderen van gezondheid, alsmede het
signaleren van ziekten, stoornissen of gezondheidsbedreigende factoren
Omvat anamnese, preventief lichamelijk en psycho-sociaal onderzoek, screening,
gezondheidsbevordering, advisering, begeleiding en (eventuele) verwijzing

Meerdere doelen
- Vroegtijdig ontwikkelingsstoornissen en specifieke gezondheidsproblemen
opsporen: screening
- Longitudinale bewaking en bevordering van gezondheid: gezondheidsbilan op
vooraf vastgelegde leeftijden
- Signalen bij kinderen en hun begeleiders herkennen en duiden: signaalfunctie
- Primaire preventie (vb. vaccinaties)
- Programma's van gezondheidsbevordering met succes doen verlopen of
ondersteunen (gezondheidsbevordering)
14
Nupie 't Olifantje

Ondersteunende activiteit medische en andere zorg (draagt bij tot betere zorg)
Levert gegevens vr epidemiologisch onderzoek en beleidsvoering (bron v
gezondheidsgegevens)
Vbn van screeningsprogramma's die in mindere of meerdere mate voldoen aan
criteria van Wilson en Jungner
- Opsporing van phenylketonurie en congenitale hyperthyreoïdie
- Neonatale gehoorscreening
- Screening van visusafwijkingen (amblyopie)
Casus gehoorafwijking
Lotte, 4 weken
Regiovplgk K&G 2de keer op huisbezoek
AlgoTM-gehoorscreener  gehoorstoornissen vroegtijdig opsporen
Na enkele minuten testen geeft het toestel 'refer' aan
Volgende dag op het consultatiebureau herhaling van de test: weer positief
Consultatiebureau-arts doet een otoscopie en overloopt met de ouders een
vragenlijst
Bespreking met ouders  contact met HA: overleg  doorverwijzing nr
gespecialiseerd centrum: die week nog bijkomend onderzoek
Bilateraal gehoorverlies bevestigd  intensieve multidisciplinaire begeleiding
opgestart
Op 3 maanden: hoorapparaatje
Dr vroegtijdige revalidatie en behandeling meer dan waarschijnlijk een zo
goed als normale spraakontwikkeling

Programma niet alleen om leeftijdsspecifieke ontwikkelings-, gezondheids- en
gedragsproblemen op het spoor te komen, ook kanaal voor het herkennen van signalen
 aanzet tot probleemgestuurde aanpak, die zich niet alleen richt tot risicogroepen
maar ook tot individuele kinderen en jongeren met specifieke problemen
- Bijkomende individuele consulten of huisbezoeken

Risicogroepen en risicokinderen gedefinieerd obv kenmerken van kansarmoede
(criteria K&G), onderwijstype, individuele risico's die actief opgespoord of gemeld
worden door ouders, de school, het kind zelf of derden

Concrete basisprogramma en specifiek aanbod: zie verder
15
Nupie 't Olifantje
2.3.1.2 Preventie van infectieziekten en vaccinatiebeleid








Preventie infectieziekten door vaccinaties is één van de grote successen van de
moderne geneeskunde ~ zeer grote impact op morbiditeits- en mortaliteitscijfers in
de bevolking in het algemeen
Wereldwijde vaccinatiecampagnes  eradicatie van pokken en een spectaculaire
daling van de incidentie en prevalentie van infectieziekten waartegen op een
systematische wijze ingeënt
 resistentie tg AB  belang vaccinaties 
Nieuwe technologieën en efficiëntere zuiveringsmethoden bij de ontwikkeling 
nieuwe vaccins en verbeterde versies van reeds bestaande vaccins  gamma van
infectieziekten waartegen op een veilige en efficiënte manier kan gevaccineerd
worden 
Gecombineerde vaccins: verschillende antigenen in éénzelfde injectie 
aanvaardbaarheid vaccinatiecampagnes 
Beheersing van infectieziekten en zeker eradicatie  zeer hoge vaccinatiegraad in
algemene bevolking
Basis op jonge leeftijd: programma van primaire en herhalingsvaccinaties 0-18j
Primaire preventie
Samenwerking JGZ, HA en kinderartsen
16
Nupie 't Olifantje
4 mnd
Poliomyelitis
(6)
(5)
(6)
(6)
IPV
Difterie
Tetanus
Kinkhoest
DTPa
DTPa
DTPa
DTPa
DTPa
Haemophilus
influenzae b
Hib
Hib
Hib
Hib
Hepatitis B
HBV
HBV
HBV
HBV
IPV
Mazelen
Bof
Rubella
14 mnd
IPV
MBR1
Meningokok
C(7)
18 mnd
(1)
3 mnd
(IPV)
13 mnd
15
mnd
2 mnd
IPV
12 mnd
(8)
Vaccins
5-7 j
(3)
j
10-13
(4)
14-16 j
dTpa
(3)
HBV
MBR
MBR2 MBR2
(2)
MenC
Pneumokok(9)
Pn7V
Rotavirus(10)
Rota
Pn7V
Rota
Pn7V
(Rota)
Figuur 3. Basisvaccinatieschema voor de Vlaamse Gemeenschap, op basis van de aanbevelingen door de Hoge
Gezondheidsraad (2009)
Richtperiode waarbinnen gevaccineerd kan worden
Vaccinatietoestand nagaan en zo nodig aanvullen
(1)
5-7 jaar: eerste jaar lager onderwijs
10-13 jaar: vijfde jaar lager onderwijs
(3)
10-13 jaar: eerste jaar secundair onderwijs, tweede cohorte met basisinenting van
drie doses
(4)
14-16 jaar: het derde jaar secundair onderwijs
(5)
Poliovaccinatie bij voorkeur met gecombineerd IPV-DTP vaccin
3 doses met een maand interval tijdens het eerste jaar en 1 herhalingsinenting in
de loop van het 2de levensjaar
Indien IPV (inspuitbaar poliovirus) vaccin alleen  3 doses: interval tss eerste 2
minimum 8 weken, 3de dosis id loop vh 2e levensjaar
(6)
Data te vermelden op wettelijk voorziene vaccinatiedocument bestemd vr gemeente
(7)
Vaccinatie tg meningokok C op 15 maand aanbevolen, gelijktijdig met hexavalent DTPaHBV-IPV-Hib-vaccin, maar op  injectieplaatsen
(8)
Om praktisch organisatorische redenen bij K&G op 15 maand
(9)
Vaccinatie tg pneumokokken dmv het Pnc 7 valent vaccin dmv 3 dosissen vlgs het 2+1
schema. Toediening vd 3de dosis zo vroeg mogelijk in het 2de levensjaar om een
langdruing, doeltreffende bescherming te verzekeren, bij voorkeur op 12maand
(10)
Peroraal rotavirusvaccin aangeraden bij alle zuigelingen vóór de lft van 6 maand ~ elke
tijdsgebonden associatie tss deze vaccinatie en het risico op darminvaginatie, waarvan
(2)
17
Nupie 't Olifantje
de incidentie-piek plaatsvindt vanaf de leeftijd van 6 maanden, te vermijden. Na deze
lft geen enkele inhaalvaccinatie.
Naargelang het gebruikte vaccin zal het schema bestaan uit 2 dosissen (Rotarix) of 3
dosissen (Rotateq)
Casus meningitis
Jakob, 14j: dringend opgenomen met hoge koorts en huiduitslag
D/ meningitis, dr meningokokken type C
HA contacteert school  schoolarts verwittigd: meisje
id klas met
gelijkaardige klachten: meningokokken type C infectie
Sinds  2j algemene vaccinatiecampagne tg meningokokken C ~ CLB
Leeftijdsgroep van Jakob nog niet aan de beurt geweest
# klasgenoten op eigen initiatief laten vaccineren dr HA
Contact met behandelend arts en provinciale gezondheidsinspecteur 
versnelde
vaccinatie
van
deze
leeftijdsgroep
en
preventieve
antibioticabehandeling van de medeleerlingen die nog niet gevaccineerd
werden
Schoolarts identificeert leerlingen die nog moeten gevaccineerd ~ medische
dossiers en bevraging vd ouders
Ouders ingelicht en aangespoord om hun kind te laten vaccineren dr de HA,
kinderarts of schoolarts
2 weken later is Jakob volledig hersteld; vaccinatiecampagne voorbij; geen
nieuwe meningitisgevallen id school

Andere belangrijke taak JGZ: voorkomen vd verspreiding (profylaxe) van
infectieziekten in kinderopvangmilieus en onderwijsinstellingen
- Melding kind met infectieziekte  jeugdarts coördineert profylaxebeleid en
neemt, in overleg met de provinciale gezondheidsinspecteur en de behandelende
arts, de nodige preventieve maatregelen ((algemene en specifieke maatregelen
van hygiëne, advies tot preventieve behandeling, vaccinatie, verwijdering uit het
school- of opvangmilieu, …) (zie casus)
2.3.1.3 Gezondheidsbevordering




WGO: gezondheid: staat van volledig fysiek, psychisch en sociaal welbevinden
Meer dan afwezigheid van ziekte en handicap
 gezondheid ~ actief te verwerven goed, toestand die moet nagestreefd worden,
geen verworvenheid vanaf de geboorte
Verantwoordelijkheid bij de persoon zelf en bij de maatschappij
Beïnvloeden en het daadwerkelijk aannemen van gezond gedrag & creëren van een
gezondheidsbevorderende leefomgeving  individuen beter in staat om
gezondheidsbeschermende en -bedreigende determinanten te controleren
Vooral gericht op leefstijl en gedragsverandering: leermogelijkheden om specifieke
gedragingen die gezondheid schaden te veranderen
18
Nupie 't Olifantje




Gezondheidsbevordering = combinatie v gezondheidseducatie en structurele
veranderingen die het maken van gezonde keuzen vergemakkelijken
Richt zich tot kinderen, jongeren en hun begeleiders
Maakt deel uit van programmatische preventie binnen JGZ: zowel activiteiten naar
alle kinderen toe, als naar specifieke risicogroepen en risicokinderen
Risicoreducerende en ontwikkelingsondersteunende gezondheidseducatie
- Risicoreducerend: primair preventief, loopt vooruit op risicovolle situaties die
inherent zijn aan de ontwikkelingsfasen van het kind
Voeding, verzorging, veiligheid, preventie van SOA’s en verslaving, …
- Ontwikkelingsondersteunend: bevorderen van een goede ontwikkeling vh kind en
de rol vd ouders of verzorgers bij de opvoeding
Opvoeding, relaties, pesten, geweld, mishandeling, sport, …
2.3.2 Populatie- versus risicogroepbenadering


JGZ richt zich id eertse plaats tot de volledige leeftijdsgroep van jeugdigen ~ in
essentie populatiegericht
? preventieve gezondheidszorg effectiever en efficiënter maken dr deze niet meer
op de gehele populatie toe te passen, maar voor te behouden aan bepaalde delen vd
bevolking die een verhoogd risico lopen
- Preventie richt zich op de totale bevolking, met als doel problematiek te
voorkomen die zich voor heel wat gezondheidsaspecten maar bij een deel ervan
voordoet  als vooraf vastleggen in welk deel van de populatie je de meeste
gevallen van de gezochte problematiek vindt  preventie efficiënter en
goedkoper
- Pogingen om indicatoren van gezondheidsrisico's te identificeren, die dan aan de
hand van vragenlijsten en "checklists" bij de ruime doelgroep werden opgespoord
- Voor een aantal problemen tamelijk betrouwbare indicatoren: vb. sociale klasse
en graad van armoede ~ algemene gezondheidstoestand
- Indicatoren en risicogroepen vr "ontwikkelingsstoornissen” veel moeilijker ~
complex kluwen v factoren ten grondslag & geen eenvoudig instrument
beschikbaar om op een snelle en betrouwbare manier risicokinderen te
onderscheiden
- Risicogroepen bestaan, maar risicogroepen onderzoek heeft alleen mogelijke
waarde vr uitzetten v preventiebeleid als er duidelijke causale relaties zijn
Anders kan het stigmatiseren, groepen aanwijzen op grond vd verkeerde
kenmerken en de grote aantallen probleemgevallen die buiten de risicogroepen
vallen, zullen onzichtbaar blijven
- Toch streven nr zekere mate v differentiatie nr  groepen ouders en kinderen
 Naast basisprogramma van preventieve zorg voor alle kinderen een surplus van
activiteiten afgestemd op specifieke doelgroepen: risicogroepen indien voldoende
wetenschappelijke basis daarvr; groepen met speciale noden zoals kinderen van
kansarme gezinnen, kinderen met een chronische ziekte of handicap, prematuur
geboren kinderen, kinderen met ontwikkelingsstoornissen
19
Nupie 't Olifantje


In Vlaanderen tweesporenbeleid van programmatische en risicogroepbenadering
principieel niet ter discussie
Minder eensgezindheid over de omvang van een basisprogramma voor álle kinderen en
jongeren, en de mate waarin dit geheel of gedeeltelijk vervangen kan worden door
een risicogestuurd aanbod voor specifieke deelgroepen
2.4.
2.4.1




Standaardisering en registratie
Richtlijnen - standaarden
Ontwikkeling ve kwaliteitsvolle JGZ dr het nastreven van een wetenschappelijk
onderbouwd geneeskundig handelen (evidence based)
~ wetenschappelijk bewijs vr de handelwijzen ih programma nodig, maar talrijke
handelingen, onderzoeken en methoden groeiden eerder uit ervaring
Ontwikkeling van richtlijnen voor goed preventief medisch handelen binnen
zuigelingenzorg en schoolgeneeskunde
Opdracht vr Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg
(VWVJ) vd Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen
dergelijke richtlijnen (standaarden jeugdgezondheidszorg) vr de CLB’s te
ontwikkelen
- Richtlijnen vr opsporing van visusstoornissen, toepassing van de Vlaamse
vaccinatie-aanbevelingen, evaluatie van groei en pubertaire ontwikkeling,
profylaxe van besmettelijke aandoeningen in voorbereiding
- Samenwerking met Nederlandse Jeugdgezondheidszorg Adviesraad Standaarden
(JAS)
Aanbevelingen voor voor neonatale gehoorscreening met de Algo™-gehoortest en
ontwikkelingsonderzoek volgens Van Wiechen zijn richtlijnen ontwikkeld door K&G en
van toepassing in de zuigelingenzorg
2.4.2 Registratie en gezondheidsindicatoren







JGZ is belangrijke bron van informatie over de gezondheid van kinderen en jongeren
Gefinancierd dr Vlaamse overheid  wil hiervan gebruik maken om beleid vr deze
doelgroep te ontwikkelen en bij te sturen
K&G registreert via een informaticaprogramma van de regioverpleegkundigen
(Ikaros) een set van gezondheidsgegevens per kind
Vaccinatiegegevens in afzonderlijke databank (VacVlaanderen) die deel uitmaakt van
Vaccinet, een web-based bestel- en registratiesysteem voor vaccinaties
Bundeling gezondheidsgegevens jaarlijks in een rapport "Het Kind in Vlaanderen"
CLB: informaticaprogramma in ontwikkeling vr registratie van gezondheidsgegevens
- Ministerieel besluit (22 juni 2001)  welke gegevens (gezondheidsindicatoren)
van schoolgaande kinderen aan de Vlaamse Overheid moeten aangeleverd worden
Dr ontwikkeling van standaarden jeugdgezondheidszorg  zo uniform mogelijke
uitvoering van preventief medische opdrachten  kwaliteit en betrouwbaarheid vd
verzamelde gezondheidsdata bevorderen
20
Nupie 't Olifantje

Naast epidemiologische en beleidsdoeleinden (lokaal, regionaal en op
gemeenschapsniveau) ook mogelijkheid tot evaluatie vd kwaliteit vd eigen werking ~
principes van de integrale kwaliteitszorg
3. Uitvoering van JGZ

Programmatische en risicogestuurde aanbod van JGZ dr
- K&G ~ 0-3j
- CLB ~ 3-18j
3.1.
3.1.1





Kind en Gezin
Van 1900 tot 2000
Hoge zuigelingensterfte  zorg om "moeder en kind"
- 1896-1900: 157,8 kinderen jongen dan 1 jaar/1000 geboorten overleden in Be
1919: oprichting Nationaal Werk voor Kinderwelzijn (NWK)  initiatieven in de
zuigelingenzorg die tot dan toe privaat genomen werden, geconsolideerd en door de
overheid ondersteund
- Taken
Steunen van alle beschermende maatregelen en initiatieven vr de fysieke
en geestelijke gezondheid van de zuigeling en het kind
Subsidiëren van werken vr de zuigelingenzorg
Administratieve en medische controles over de “Werken vr
Zuigelingenzorg”
-  ° gestructureerd netwerk van consultatiebureaus met preventieve
raadplegingen voor het jonge kind, centra voor prenataal onderzoek, kinderdagen nachtverblijven, vakantiekolonies, …
1980: overheveling van belangrijke bevoegdheden in het domein van de welzijnszorg
en preventieve gezondheidszorg naar de gemeenschappen  afschaffing NWK
1984: oprichting Vlaamse overheidsinstelling K&G
- Gesubsidieerd dr Vlaamse overheid, bevoegdheid Vlaamse minister van Welzijn
1994-1995: grondige reorganisatie van de preventieve zorg voor zuigelingen en jonge
kinderen  uitwerking eerste strategisch plan
- Indeling in 61 regio’s ~ jaarlijks  1000 geboorten
- Regio-teamwerking met regioverpleegkundigen
- Per provincie medische kwaliteitscoördinatoren (artsen) vr kwaliteitsbewaking vd
locale werking
- # consultatiebureaus per regio drastisch 
- Consulten die oorspronkelijk door artsen en verpleegkundigen samen werden
uitgevoerd  opgesplitst in een medisch en een verpleegkundig consult
21
Nupie 't Olifantje
-
Meer aandacht naar de psycho-pedagogische en psycho-sociale begeleiding en de
uitbouw van een groepsgerichte werking
 1997: gelijkaardig strategisch plan voor het domein van de kinderopvang
 Daaropvolgende jaren: nagedacht over vernieuwing vh strategisch plan vr de
kinderopvang en preventieve kinderzorg
 Eind 2000: één strategisch kader voor de hele instelling ~ krijtlijnen waarbinnen de
organisatie de komende jaren zal werken
- "mission statement":"Kind en Gezin wil, samen met haar partners voor elk kind,
waar en hoe het ook geboren is of opgroeit, zoveel mogelijk kansen creëren."
3.1.2 Overzicht van de huidige werking

2 grote actieterreinen
- Preventieve gezinsondersteuning met de preventiediensten en de hulp voor
gezinnen in specifieke situaties
- Kinderopvang
3.1.2.1 Preventieve gezinsondersteuning



Preventieve zorg voor gezinnen met kinderen tot 3 jaar
Gestandaardiseerd basiszorgpakket: een aantal gezinsbezoeken door de
regioverpleegkundige gedurende de eerste drie levensmaanden en consulten bij arts
en verpleegkundige op het consultatiebureau voor het jonge kind
Gezinnen extra belast owv gezondheids- of welzijnsbedreigende factoren 
uitgebreider en specifiek zorgaanbod
a
Preventiediensten
 Basiszorgaanbod




Voor de geboorte infoavonden 'Kind op Komst' in samenwerking met kraamklinieken:
antwoord op vragen over het verloop van de zwangerschap en de bevalling
Na ontslag uit de kraamkliniek bezoek v regioverpleegkundige ths
- Gezinsbezoeken: lft 2 weken, 4 weken (bij eerstgeborene), 6 weken en 10 weken
- Vast programma: biometrie, voeding, verzorging en fysieke toestand, veiligheid,
psychomotoriek, sociale en pedagogische aspecten
- Informatie over dienstverlening van onder andere K&G
- Sinds 1998 rond 4 weken screeningstest vr vroegtijdig opsporen van
gehoorafwijkingen: Algo™-gehoortest
Naast gezinsbezoeken 340 consultatiebureaus met een team van deskundigen
Basiszorgprogramma: 10 consulten, op de leeftijden van 2 weken en 2, 3, 4, 5, 7, 10,
12, 15 en 30 maanden
- Verpleegkundig consult  begeleiden van jonge ouders door in te spelen op eigen
vragen en behoeften m.b.t. de ontwikkeling en de opvoeding van hun kind &
voorkómen
van
gezondheidsen
opvoedingsproblemen
dmv
gezondheidsvoorlichting
22
Nupie 't Olifantje
-
Gevolgd door een medisch consult: anamnese, volledig KO, opvolgen van
biometrische
gegevens,
bespreken
en
opvolgen
van
eventuele
voedingsmoeilijkheden, oogonderzoek (op de leeftijd van 7 en 15 maanden) en
het toedienen van vaccinaties
 2000: Van Wiechenonderzoek: gestandaardiseerd opvolgingsschema voor de
algemene en neuromotorische ontwikkeling van het jonge kind (signalerend effect)
 Consultatiebureau's beheerd door organiserende besturen: vzw's of openbare
besturen die los staan van K&G, maar wel subsidies ontvangen en het door K&G
opgelegde programma volgen
 Consultatiebureau-artsen in dienst van de organiserende besturen (anderen K&G)
 Permanentie in regiohuizen: vragen van ouders persoonlijk, telefonisch of per e-mail
- Uitvalsbasis waar regioverpleegkundigen hun activiteiten coördineren
 Specifiek zorgaanbod


~ Tegemoet komen aan de individuele behoeften van elk gezin
Extra ondersteuning igv kansarmoede, kindermishandeling, ziekte of handicaps
- Kansarmoede: duurzame toestand waarbij mensen worden beknot in hun kansen
om voldoende deel te nemen aan maatschappelijk hooggewaardeerde goederen,
zoals onderwijs, arbeid en huisvesting
 6 selectiecriteria
Maandinkomen
Opleiding vd ouders
Ontwikkeling vd kinderen
Arbeidssituatie vd ouders
Huisvesting
Gezondheid
Als  3 onder vooraf bepaalde norm  kansarm
- Sinds 1996 9 preventieve-zorgcentra in buurten met een hoge concentratie aan
kansarme gezinnen (Antwerpen, Gent, Brussel, Ronse en Menen): uitgebreidere
dienstverlening (onder meer prenatale consulten, bijkomende preventieve
consulten en groepsbijeenkomsten)
Nu
=
INLOOP-teams
(10
erkend):
INtegraal
Laagdrempelig
OpvoedingsOndersteuningsPunt
 aandacht vr opzetten van opvoedingsondersteunende activiteiten
I.t.t. vroegere preventieve-zorgcentra actieterrein verbreden en ondersteuning
bieden aan de bestaande consultatiebureaus
b
Hulp in specifieke situaties


Kinderen in moeilijke leefsituaties
Steun en opvang bij probleem- of crisisituaties vr gezinnen met kinderen tot 6j,
soms uitzonderlijk tot 12j ~ centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG)
- Erkend en gesubsidieerd dr K&G
Vetrouwenscentra kindermishandeling in Vlaanderen en Brussel ook erkend en
gesubsidieerd dr K&G

23
Nupie 't Olifantje

- Meldpunt bij kindermishandeling
- Opvang en doorverwijzing van mishandelde kinderen
- Coördinatie hulpverlening
Binnen- en buitenlandse adoptiediensten erkend dr K&G
3.1.2.2 Kinderopvang



Niet zelf aanbeiden
Wel toezien op kwaliteit vd opvanginitatieven vr kinderen van 0-12 j in Vlaanderen en
Brussel
Informatie voor ouders over mogelijke opvangvormen, adressen, prijs en kwaliteit
3.1.3


Bereik van de doelgroep
Begeleiding dr K&G op vrijwillige basis en gratis
Bereik is groot, vooral 1ste levensjaar
- 2006: 98,4% vd Vlaamse gezinnen met een pasgeboren kind minstens één
gezinsbezoek gebracht tijdens de neonatale periode
Volgende pasgeboren kinderen 97,3% (fig. 4)
- Kinderen in 2005 geboren: 88,9% minstens één keer gezien op het
consultatiebureau; meer dan de helft (58,4%) kwam 6 keer of meer tijdens het
1ste levensjaar
2de levensjaar: 78% minstens één keer teruggezien op het consultatiebureau
(fig. 5)
Doelbereik gezinsbezoeken (eerste kind)
3.0%
27.0%
46.0%
24.0%
Figuur 4. Doelbereik van de
gezinsbezoeken Kind en
Gezin: percentage eerste
kinderen geboren in 2007
naar gelang van het aantal
gezinsbezoeken
in
de
neonatale periode (0 tot 15
weken) in het Vlaams
Gewest.
geen gezinsbezoek
1 gezinsbezoek
2 gezinsbezoeken
3 of meer gezinsbezoeken
24
Nupie 't Olifantje
Doelbereik consulten
eerste
Doelbereik
consulten
levensjaar
tweede levensjaar
11.0%
20.0%
5.0%
28.0%
53.0%
32.0%
52.0%
geen consult
1 of 2 contacten
geen consult
3 tot 5 contacten
1 of 2 contacten
6 contacten of meer
3 of meer contacten
Figuur 5. Doelbereik van de consulten Kind en Gezin in het eerste en tweede levensjaar : percentage
kinderen geboren in 2006 (voor het eerste levensjaar) en 2005 (voor het tweede levensjaar) naar aantal
consulten in het eerste, respectievelijk tweede, levensjaar in het Vlaams Gewest.(25)
3.2.

Evolutie schoolgezondheidszorg loopt grotendeels parallel met ontwikkelingen in de
zuigelingenzorg
3.2.1









Centra voor leerlingenbegeleiding
Van medische schoolinspectie naar medisch schooltoezicht
1914: verplichte medische schoolinspectie om verspreiding van besmettelijke ziekten
via scholen tegen te gaan
1964: de ‘Wet op het Medisch Schooltoezicht ’(kortweg MST)  duidelijke
taakomschrijving en een kader
Jaarlijks preventief geneeskundig onderzoek v alle schoolgaande jongeren
gedurende de schoolloopbaan
Daaropvolgende wetten en besluiten: # onderzoeken 
~ parallel met accentverschuivingen in de JGZ vd preventie van kindersterfte en
infectieziekten nr een grotere aandacht vr problemen in relatie tot o.a. ongezonde
eetgewoonten, psychosociale problemen, risicogedrag
MST-aanbod: geprogrammeerde algemene geneeskundige onderzoeken, de
aanvullende selectieve geneeskundige onderzoeken, en het toezicht op besmettelijke
ziekten verplicht voor scholen, leerlingen en ouders
Volgen vd vaccinatiestatus, initiatieven inzake gezondheidsbevordering, toezicht op
veiligheid en hygiëne vh schoolmilieu, beheer ve preventief medisch dossier vr elke
leerling en de gezondheidsmonitoring via registratie v gegevens
Periodieke geneeskundige onderzoeken in erkende centra en door erkende equipes,
samengesteld uit schoolartsen, sociaal verpleegkundigen en administratieve krachten
Bestuurd dr openbare besturen of vzw’s
25
Nupie 't Olifantje
Onder toezicht v en gesubsidieerd dr Vlaamse minister bevoegd vr
gezondheidsbeleid
 Samenwerking met andere hulpverlenende instanties: o.a. Psycho-Medisch-Sociale
(PMS)-diensten
- Vast PMS-team: psychologen, maatschappelijk werkers en verpleegkundigen, met
aan het hoofd een psycholoog of pedagoog
- Begeleidinsaanbod georganiseerd via de school
- Domein van psychisch en sociaal functioneren, het leren en studeren en het
studiekeuzeproces
- Niet verplicht ( MST)
- Onder toezicht van en gesubsidieerd dr Vlaamse minister voor Onderwijs
 Verzuiling vh Vlaamse onderwijslandschap  verschillende samenwerkingsmodellen,
afhankelijk van het onderwijsnet
- Gesubsidieerde vrije (zeg maar katholieke) onderwijsnet en in de meeste scholen
van het gesubsidieerde officiële(provinciaal en gemeentelijk) onderwijsnet MST
en PMS onafhankelijk van elkaar
- Gemeenschapsonderwijs (door de Vlaamse Overheid georganiseerd) en een aantal
gemeentescholen: MST deel vde PSM diensten die voor de preventief-medische
begeleiding een beroep deden op een externe arts
3.2.2 Van MST en PMS naar centra voor leerlingenbegeleiding (CLB)



 objectieve redenen vr opheffing dubbele structuur
- MST ~ sociaal-medisch gerichte aanpak  PMS ~ psycho-pedagogisch
- 1 transparante en herkenbare structuur (één dienst, één werking, één naam), met
een multidisciplinaire aanpak ~ huidige visie op (preventieve) gezondheidszorg:
kind als een geheel gezien
- Contact met gebruikers bevorderen, beter inspelen op actuele problemen vd
jongeren en efficiëntere besteding van de beperkte gemeenschapsmiddelen
- MST en PMS dede vaak dubbel werk en vaak tekort aan communicatie en een
gebrekkige uitwisseling van gegevens tussen beiden
 “Decreet betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding “ (1 december 1998):
oprichting van nieuwe centra ter vervanging van de huidige MST- en PMS-diensten
3.2.3 Algemeen kader voor de CLB




In werking op 1/09/2000
Nieuwe opdracht en nieuwe doelstellingen ( optelsom MST en PMS)
Schaalvergroting: 75 CLB’s (ter vervanging van 150 MST en 300 PMS)
Leerlingenbegeleiding blijft apart georganiseerd vr de  onderwijsnetten
(gemeenschapsonderwijs, gesubsidieerd officieel onderwijs, gesubsidieerd vrij
onderwijs), maar programma v preventieve consulten overal op dezelfde leest
geschoeid
3.2.4 Opdracht van de CLB
26
Nupie 't Olifantje







Leerlingenbegeleiding: : “Een geheel v geïntegreerde, multidisciplinaire acties vanuit
preventief, remediërend of educatief oogpunt t.a.v. de leerling. Deze acties behoren
tot de zorg vr de ontwikkeling v leerlingen en vinden plaats in samenwerking met de
ouders en de school, die de eerste verantwoordelijken zijn. Waar nodig wordt
eveneens samengewerkt met andere diensten, instellingen of voorzieningen.” (art.4)
Alg opdr: “Bij te dragen tot het welbevinden v leerlingen nu en in de toekomst.
Hiertoe wordt bij leerlingen de basis gelegd v alle leren zodat zij dr hun
schoolloopbaan heen de competenties verwerven en versterken die de grondslag
vormen vr een actuele en voortdurende ontwikkeling v maatschappelijke
participatie;” (art 5, §1)
~ 4 domeinen (art.5, §2)
1) Leren en studeren
2) Onderwijsloopbaan
3) Preventieve gezondheidszorg
4) Psychisch en sociaal functioneren
 Alle acties die dr de medische discipline ikv alg opdr binnen deze 4 domeinen
ondernomen worden  vormen van leerlingenbegeleiding
- Eerste 2 gekoppeld aan onderwijsgebeuren
- Laatste 2 ten dele los hiervan en gebruiken school onder meer als kanaal om lln te
bereiken, als vindplaats van mogelijke problemen en instrument tot advisering en
remediëring
Medische discipline: zwaartepunt in begeleidingsdomein vd preventieve GZZ, maar
CLB kan ook vr belangrijke opdrachten binnen de andere begeleidingsdomeinen een
beroep doen op de inbreng van artsen en verpleegkundigen
Leerlingenbegeleiding vraaggestuurd vanuit de leerlingen, de ouders en de scholen,
maar centrum kan zelf voorstellen tot begeleiding formuleren
Regering kan centra verplichten een bepaald aanbod te doen voor deelgroepen van
leerlingen, ouders en scholen  lln, ouders en scholen (mits motivatie) vrij om er al
dan niet op in te gaan
Lln, ouders en scholen verplicht mee te werken aan een reeks (bij ministerieel
besluit)
vastgelegde
algemene
en
gerichte
consulten
(periodieke
gezondheidsonderzoeken), profylactische maatregelen en begeleiding m.b.t.
leerplichtproblemen
Multidisciplinariteit:
disciplines
uit
medische,
paramedische
en
gedragswetenschappelijke (psychologische, pedagogische, maatschappelijke,…)
richtingen  effectiviteit en samenhang van begeleidingsprogramma’s 
 iedereen alles of alles samen doen
Nagaan welke taken een multidisciplinaire werking vereisen
Verplichting totnetwerkvorming met relevante hulpverleningsdiensten en
organisaties ~ samenwerkingsprotocollen waarin o.m. de uitwisseling v gegevens en de
procedures vr verwijzing en opvolging v lln worden geregeld
- Uitdaging nabije toekomst: inschakeling integrale jeugdhulp in dit proces
3.2.5 Doelgroep van de CLB
27
Nupie 't Olifantje

Alle lln uit erkende scholen van het gewoon en het buitengewoon kleuter-, lager en
secundair onderwijs, met inbegrip van het deeltijds beroepssecundair onderwijs en
de erkende vormingen voor de vervulling van de deeltijdse leerplicht
3.2.6 Onderwijsbeleid inzake gezondheid en gezondheidsbevordering: samenwerking
met de school



Relatie en samenwerking tussen CLB en de scholen vastgelegd
Gezamenlijk beleidsplan of beleidscontract voor 3j
CLB op 2 beleidsniveaus in de school een rol
- Scholen ondersteunen bij de verwezenlijking van hun interne opdracht inzake
gezondheidsdoelen en het bereiken van eindtermen
- Autonome dienst die de school als vindplaats gebruikt om haar opdrachten inzake
preventieve gezondheidszorg en psychisch en sociaal functioneren van jongeren
te realiseren
3.2.7 Strategische en operationele doelstellingen m.b.t. preventieve gezondheidszorg


Initiatieven om de gezondheid, groei en ontwikkeling van leerlingen te bevorderen, te
bewaken en te behouden
Besluit van de Vlaamse Regering (17 maart 2000): basistakenpakket
jeugdgezondheidszorg vr alle CLB’s in Vlaanderen
- Verplichte begeleiding: verplicht voor leerlingen, ouders en scholen (fig. 6)
4
leeftijdsspecifieke
algemene
consulten:
periodieke
gezondheidsonderzoeken met als doel een algemeen gezondheidsbilan op
te stellen
3
gerichte
consulten:
tussentijdse
evaluatie
van
specifieke
gezondheidsaspecten, meer screenend
 Longitudinale opvolging van bepaalde gezondheidsaspecten
- Verzekerd aanbod: de centra moeten het aanbieden; de lln, ouders en scholen
(mits motivatie) kunnen dit weigeren
Bijkomende bijzondere consulten vr lln vh buitengewoon onderwijs ~ één
vd risicogroepen waarvr speciale bijkomende begeleidinginspanningen
Vaccinaties: lln en ouders kunnen weigeren, maar school is verplicht
volledige medewerking te verlenen
Advies aan scholen op vlak van veiligheid en hygiëne
- Andere opdrachten: centra kunnen het aanbieden; lln, ouders en scholen vrij
Bijkomende medische onderzoeken vr individuele lln ~ nazorg bij consult,
op vraag vd lln, de school of de ouders of op eigen initiatief
28
Nupie 't Olifantje

Profylactische maatregelen inzake besmettelijke ziekten: dezelfde verplichting t.a.v.
leerlingen, ouders en personeelsleden
- Schoolarts strategie: lijst van besmettelijke aandoeningen met specifieke
richtlijnen


Bewaring en overdracht van persoonlijke gegevens
Registratie van gegevens en rapportering naar de overheid
 Evoluties opvolgen en de CLB programma’s inzake preventieve gezondheidszorg op
hun waarde beoordelen (proces- en effectevaluatie)
Figuur 6
Basispakket Jeugdgezondheidszorg: Overzicht van de verplichte algemene en gerichte
consulten in het kader van de centra voor leerlingenbegeleiding
LEEFTIJDSGROEP
1e KO 2e KO 1e LO 3e LO 5e LO 1e SO 3e SO
3 jaar 4 jaar 6 jaar 8 jaar 10
12
14
CONSULTEN
jaar
jaar
jaar
Type
Algemeen
Gericht
x
x
Inhoud
Informatie
vanwege x
ouders, leerling, school,
behandelend arts, Kind en
Gezin,…
Evaluatie van voeding- en
leefgewoonten
Evaluatie van afwezigheiden ongeschiktheidattesten
x
x
x
x
x
x
x
X
x
x
X
x
x
X
x
x
X
29
Nupie 't Olifantje
(fysieke fitheid)
Leeftijdsspecifiek
algemeen
medisch
onderzoek
Minstens aandacht voor:
Anamnese
Groei en gewicht
x
Globale ontwikkeling
Visuele functie
x
Oogstand
x
Kleurenzin
Gehoor
Gebit
Genitaliën
Pubertaire
ontwikkeling
Houding
en
bewegingsstelsel
Opvolging van nazorg
x
x
x
x
X
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
X
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
3.2.8 Gezondheidseducatie en -bevordering in het kader van de CLB-begeleiding




Gezondheidsbevordering vooral in het begeleidingsdomein van de ‘preventieve
gezondheidszorg’ en het ‘psychisch en sociaal functioneren’
Preventieve gezondheidszorg meer dan gezondheidseducatie in de enge zin
Programmatische
aanbod
(verplicht
en
verzekerd)

individuele
ontwikkelingsbedreigende factoren blootleggen (met mogelijkheid tot individuele
GVO) & risicoanalyse op populatieniveau
- Risicoanalyse  ° thematieken vr educatie (gezondheid en psychisch en sociaal
functioneren) ten behoeve v subpopulaties en een meer gerichte probleem- en
vraaggestuurde werking
Probleemgestuurd aanbod: taken gericht op specifieke problemen, risico’s, signalen
of vragen
- Reeds gekend
- Actief opgespoord (risicodetectie en –analyse)
- Spontaan gemeld (vraaggestuurd)
Ook gezondheidseducatie (individueel en collectief)
3.2.9 Toekomst
30
Nupie 't Olifantje


Nieuwe structuur  unieke kans om de leerlingenbegeleiding, in de brede zin van het
woord, op een nieuwe leest te schoeien mits verdere precisering en uitwerking
JGZ: discipline die geëvolueerd is ve programma v periodieke geneeskundige
onderzoeken, in hoofdzaak bedoeld om afwijkingen en stoornissen op te sporen 
preventief gezondheidsnetwerk waarbinnen de gezondheidstoestand, de groei en de
ontwikkeling van jongeren longitudinaal opgevolgd en begeleid wordt
3.3.
Samenwerking met andere zorgverstrekkers

Groeiende behoefte aan samenwerking ~ uit zich op  vlakken
- Samenwerking met andere zorgverstrekkers en diensten in een aanwijsbaar
netwerk
- Stimulans tot opstellen samenwerkingsprotocollen en zorgen vr gerichte
verwijzing
- Opdracht informatie te verstrekken over gezondheidszorgvoorzieningen
- Opdracht om mee te werken aan het realiseren vd gezondheidsdoelstellingen
- Verwachting dat de behandelde artsen en welzijnswerkers gegevens ter
beschikking stellen ter ondersteuning van de preventieve consulten
- Verplichting tot bewaren en overdracht van persoonlijke gegevens

Jeugdartsen zijn preventieartsen id volle betekenis vh woord = belangrijk vr de
samenwerking met de eerste en tweede lijn binnen de curatieve geneeskunde
- initiatieven om de gezondheid, groei en ontwikkeling van kinderen en jongeren te
bevorderen
- Niet het recht om ikv begeleiding kind of jongere een R/ te starten  verwijzen
nr behandelende arts
- Belangrijk verslag te ontvangen van de bevindingen van de behandelende arts en
andere zorgverstrekkers en van de gestarte begeleiding en/of behandeling

Samenwerkingsnota,
opgesteld
en
onderschreven
door
de
Vlaamse
Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg (VWVJ) en de
Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen (WVVH) ~ complementariteit
tss huisartsgeneeskunde en schoolgezondheidszorg
- Uitgangspunt: vaststelling dat HA centrale positie heeft id GZZ en algemeen
instaat vr de eerstelijnszorg
- Opdrachten vd schoolgezondheidszorg ook vr groot deel op niveau vd 1ste lijn
- Bedoeling: sterke kanten van beide invalshoeken bundelen in belang vd jongere
Centraal medisch dossier bij een zelf gekozen vaste huisarts en een
geëchelonneerde gezondheidszorg ook vr de schoolgezondheidszorg
potentieel kwaliteitsbevorderend
31
Nupie 't Olifantje
Specifieke deskundigheid van de schoolarts, de multidisciplinaire setting
van de CLB's en de invalshoek via de school een meerwaarde voor de
huisartsgeneeskunde

Gelijkaardige taak- en samenwerkingsafspraken vr de zuigelingenzorg


Voorbije twee jaren hebben CLB’s interne organisatie en werking op poten gezet
Een gestructureerd netwerk, waaronder de samenwerking met lokale
huisartsengroepen, uitbouwen, blijft een belangrijke opdracht vr de komende jaren
Praktisch vb.: evaluatie groei obv standaarden: Vlaamse groeicurven
Te groot – te klein?
Groeivertraging – groeiversnelling?
Vroegtijdige – laattijdige puberteit?
~ onderscheid proberen maken tss nl en pathologisch
Criteria: lengtemeting = absoluut criterium
Groeicurven aangepast aan populatie: meer nr extremen ~ meer kans op pathologie
3 zones: nl: +2,5 SD - -2,5SD; grijze zone 2,5 SD onder of boven gemiddelde;
daarbuiten  verwijzing
Als in grijze zone: zie doellengtegebied
Groeisnelheid = dynamisch criterium
Evaluatie pubertaire ontwikkelng: pubertaire scores (ook percentielwaarden)  helpen
kind te positioneren
Beslisboom vr groei (zie slides)
32
Nupie 't Olifantje
Hoofdstuk 2: Arbeid en gezondheid
Prof. Dr. P. Donceel
1. De relatie arbeid en gezondheid
1.1. Betekenissen van agorale arbeid (op arbeidsmarkt)





Inkomen
- Materieel welzijn
- Participatie aan de hedendaagse samenleving ! ook gehandicapten hebben dit
recht
Psychosociale functie (in een samenleving waar arbeid norm, referentiekader is)
Werk is essentieel voor identiteit, sociale rol en sociale status
Arbeid kan ook bedreiging en risico zijn voor gezondheid  wegnemen dr
arbeidsgeneesheer
1.2.









Economisch: soms onvoldoende arbeid voor mensen die zich aanbieden
Verlies fitheid
 2-3x risico slechte gezondheid
 2-3x risico depressie, psychische problemen
20% oversterfte
Groter risico dan vele “killer diseases”
Groter risico dan de meeste gevaarlijke arbeid (bouwsector, offshore)
Blijvende uitkeringsval tot pensioenleeftijd  mensen activeren!
Sociale uitsluiting, armoede
1.3.



Langdurige werkloosheid is belangrijk gezonheidsrisico
Arbeid versus werkloosheid
Arbeid meestal gunstig voor fysieke en mentale gezondheid en welzijn
- Positieve effecten ~ aard en kwaliteit werk
- Andere sociale factoren spelen rol: sociale ongelijkheden in gezondheid en
regionale verschillen
Werkloosheid en onnodig lange arbeidsongeschiktheid hebben negatief effect op
fysieke en mentale gezondheid en welzijn
Geldt voor
- Gezonde personen in beroepsactieve leeftijd
- Vele personen met een handicap
- Mensen met gewone gezondheidsproblemen
- Mensen met een uitkering
33
Nupie 't Olifantje
2. Betekenis/belang arbeidsongeschiktheid
2.1.
Nieuwe visie op werk en gezondheid
Oude (huidige) visie
Werk is risico en potentieel schadelijk
voor fysieke en mentale gezondheid
Nieuwe visie
Werk is gezond, therapeutisch en de
beste vorm van revalidatie tov de risico’s
van langdurige arbeidsongeschiktheid


Vlug advies tot werkstop/makkelijk Advies en ondersteuning om zoveel
voorschrijven
ziekteverzuim/idee
dat mogelijk aan het werk te blijven met snelle
verzuil “beschermt” tegen werk
reïntegratie na ziekte of ongeval
Vb.: studie LRP: mensen die nog werken, waren beter; na # jaren minder last
2.2.






Dag arbeidsongeschiktheid ~ 30/50€/d te betalen dr werkgever/maatschappij
Foute attributie van klachten aan werk vermijden
Advies om actief te blijven en ADL zo normaal mogelijk voor te zetten (incl. werk)
Kennis arbeid en jobinhoud: al het werk negatief? bepaalde aspecten kunnen
vermijden?
Plan opstellen voor professionele re-integratie
(Terugkeer naa) werk opnemen in doelstelling behandeling
2.3.







Informatie en advies: rol van de arts
Voorschrijven arbeidsongeschiktheid: rol van de arts
Attesten voorschrijven is frequent
Ziektedagen voorschrijven is majeure therapeutische interventie
Is ziekteverzuim absoluut noodzakelijk?
Andere (betere) opties?
Nadelen van ziekteverzuim – wegen ze op tegen de voordelen? Afwegen zoals bij
voorschrijven van medicatie
- Voordelen: even rusten en uit werk stappen
- Nadelen: lange arbeidsongeschiktheid is slecht vr gezondheid
Aandacht voor verzuimduur: hoe langer uit het werk, hoe lager de kans op terugkeer
-Kritische periode: 3-6 maanden
Bespreek verwachte duur arbeidsongeschiktheid en werkhervatting (hoe? wanneer?)
voor uitschrijven ziekteattest ~ re-integratie drempel/flags
34
Nupie 't Olifantje
2.3.1
Verzuimmodel
2.3.2 Clinical flags
35
Nupie 't Olifantje
2.4.


Algemene medische definitie arbeidsongeschiktheid
Arbeidsongeschikt is hij/zij die om zijn/haar of andermans ernstig bedreigde
gezondheid te berschermen of te herstellen, geheel of gedeeltelijk niet in staat is
een passende arbeid op zich te nemen
- Werk negatief effect op gezondheid: vb. 40° koorts  als werken schaadt dit
gezondheid
Anders persoon helpen terug te gaan werken
- Gezondheid anderen ~ veiligheidsfuncties: vb. epilepsie  niet met bus
rijden/met gevaarlijke machines werken; kok met etterende wonde aan hand
Voordelen
- Toepasselijk in alle verzekeringssystemen
- Compatibel met alle bestaande wetgevingen
- Therapeutische verantwoord
- Preventief verantwoord
3. Arbeidsongeschiktheid in de praktijk


Er is een sociaal vagnet om mensen te beschermen die niet in staat zijn te werken dr
gezondheidsproblemen
Werkgever – werknemer  geld in pot ~ iedereen draagt bij
- Wet bepaalt wie er recht op heeft (voorwaarden en hoogte uitkering)
- Inkomensvervangende uitkering (beroepsziekten, arbeidsongevallen, pensioenen,
werkloosheidsuitkering), ziekteverzekering, kinderbijslag
3.1.



3 sociale groepen
Werknemer (arbeiders en bediendencontract)
- Gewaarborgd loon
- Arbeidsongeschiktheid/invaliditeit ziekteverzekering
- Professioneel risico: arbeidsongevallen en beroepsziekten
- Moederschap (ziekteverzekering)
Zelfstandige (geen contract)
- Arbeidsongeschiktheid/invaliditeit ziekteverzekering (na carensperiode v 1 mnd)
- Moederschap (ziekteverzekering) (minder lang dan werknemer)
Ambtenaar (contract bij overheid)
- Ziektekrediet – disponibiliteit – pensioen
Ziektekrediet: afhankelijk van hoe lang in dienst wedde verder
- Arbeidsongevallen en beroepsziekten overheidssector
- Moederschap ~ werknemer
36
Nupie 't Olifantje
3.2.
3.2.1



Gewaarborgd loon - controlegeneeskunde
Overzicht wetgeving
Wet op arbeidsovereenkomsten (3/07/78)
Wet 13/06/99 betreffende controlegeneeskunde
- Aanvulling op wet arbeidsovereenkomsten
- Inwerkingtreding op 1/12/02 (KB 20/9/02)
Gewaarborgd loon (daarna uitkering ziekteverzekering)
- Arbeider (bedienden tijdens proeftijd en bep. duur < 3 maanden)
Week 1: in principe 1 carensdag (mstl opgeheven door CAO), nadien
gewaarborgd weekloon
Week 2: 60% begrensd loon (werkgever) + complement werkgever
Week 3 en 4: ZIV uitkering + complement werkgever
- Bedienden (behalve supra): 30 dagen (gewaarborgd maandloon)
3.2.2 Definitie arbeidsongeschiktheid



Toestand waarbij werknemer in onmogelijkheid verkeert om, wegens ziekte of
ongeval, zijn normale werk uit te voeren
Tijdens arbeidsongeschiktheid wordt arbeidsovereenkomst geschorst
Rechtspraak: ontbinding arbeidsovereenkomst bij definitieve arbeidsongeschiktheid
wegens “overmacht” (definitieve onmogelijkheid om bedongen arbeid te hervatten –
geen opzegtermijn of –vergoeding) (vastgesteld dr bedrijfsarts)
3.2.3 Aangifteprocedure




Werknemer moet werkgever onmiddellijk op de hoogte brengen van zijn
arbeidsongeschiktheid
Medische getuigschrift: meestal opgelegd via CAO, arbeidsreglement of –
overeenkomst of op expliciet verzoek werkgever (niet dr wet bepaald)
Binnen 2 dagen tenzij anders bepaald
- Laattijdigheid: evt geen gewaarborgd loon niet-verantwoorde dagen
Vermeldingen (geen vormvereisten):
- Arbeidsongeschiktheid (bij herval: zelfde of andere aandoening)
- Ongeval/ziekte
- Waarschijnlijke duur arbeidsongeschiktheid (datum begin-einde)
- Of werknemen zich naar andere plaats mag begeven ~ naar controlearts kunnen
of niet
- Algemeen: identificatie werknemer/patiënt + identificatie, dag- en handtekening
arts
- Geen diagnose
- NOOIT antedateren = valsheid in geschriften!
37
Nupie 't Olifantje
3.2.4 Controle arbeidsongeschiktheid





Werkgever: mag – op zijn kosten- een geneesheer machtigen om de
arbeidsongeschiktheid te controleren (tijdens ganse periode)
Werknemer: mag onderzoek niet weigeren (reiskosten = WG)
Weigering : risico verlies gewaarborgd loon
Controlearts (Wet 13.6.1999): geneesheer met
- 5 jaar huisarts of vergelijkbare ervaring
- Verklaring van onafhankelijkheid ondertekenen bij iedere opdracht
- Onverenigbaarheid:
preventieadviseur-arbeidsgeneesheer
en
adviserend
geneesheer ZIV
- Heeft ook beroepsgeheim
Orde der geneesheren
- Niet bij patiënten of gewezen patiënten
- Mag niet optreden als behandelend geneesheer < 3 jaar
- Geen controles in eigen praktijkgebied
3.2.5 Opdracht controlearts



Nagaan of betrokkene werkelijk arbeidsongeschikt is
- Met inbegrip waarschijnlijke duur vd arbeidsongeschiktheid
- Of van de vermoedelijk einddatum
- Realiteit van de medische gegevens zoals vereist voor toepassing van de
bepalingen van deze wet (arbeidsovereenkomstenwet)
Alle andere vaststellingen vallen onder beroepsgeheim
- Sanctie van attest dat beroepsgeheim schendt: nietig
Geen andere oprachten/taken dan voorzien in deze wet
3.2.6 Procedure




Controlearts overhandigt zo spoedig mogelijk schriftelijk resultaat onderzoek aan
werknemen, evt na raadpleging
Niet-akkoord werknemer wordt vermeld
Overleg behandelend arts = mogelijkheid, geen verplichting
Code geneeskundige plichtenleer
- Steeds contact vereist indien controlearts beslissing wijzigt
- Rechtstreeks en mondeling, allen indien onmogelijk schriftelijk contact
- Rechtstreeks met behandelend arts, niet via patiënt
- Verantwoordelijkheid berust bij controlearts
- Nationale Radd: contactnamen is plicht die deontologie supplementait aan de
vigerende wetgeving oplegt
38
Nupie 't Olifantje


Bij onenigheid tussen controlearts – behandelend arts, kan werkgever het
gewaarborgd loon stopzetten
- Vanaf datum eerste controle door controlearts
- Met uitzondering van betwiste periode
- Resultaat: patstekking
Geschillenregeling
- Arbeidsrechtbank blijft mogelijk
- Invoering scheidsrechterlijke procedure (voorkeur)
3.2.6.1 Geschillenregeling

Scheidsrechterlijke procedure
- Aanstelling arts-scheidsrechter
Bij overeenkomst werknemer en werkgever: binnen 2 werkdagen
Werkgever en werknemer kunnen resp controlearts en behandelend
geneesheer machtigen om arts-scheidsrechter aan te wijzen
Eenzijdig door 1 partij (meest-gerede) partij: uit lijst van Min. TWA
Opvolgingscommissie controleert artsen-scheidsrechters en behandelt
klachten
- Beslissing arts-scheidsrechter is definitief en bindend voor de partijen

Bijzondere voorwaarden opname lijst arts-scheidsrechter
- 5 jaar ervaring als huisarts of vergelijkbare praktijk
- Engagement volledige onafhankeljkheid tov alle partijen
- Niet arts van het attest noch de controlearts die worden onderzocht
- Ministerieel besluit 18 maart 2008 (BS 27 maart 2008)
Beslist binnen 3 dagen na aanwijzing
- Werkgever en werknemer: aangetekende brief
- Brengt behandelend arts en controlearts op de hoogte
- Gewaarborgd loon alleen verschuldigd voor door arts-scheidsrechter erkende
periode van arbeidsongeschiktheid
Kosten: verliezende partij
- Honorarium vastgelegd bij KB op max. 75 euro en max. 38 euro administratieve
kosten (+ verplaatsingskosten)


39
Nupie 't Olifantje
4. Arbeidsongeschiktheid in de ziekteverzekering

Na periode gewaarborgd loon
4.1.

Ziekte- en invaliditeitsverzekering
Uitgevoerd dr ziekenfonds: wettelijke opdracht
1. Gezondheidszorgen (terugbetaling onkosten)
2. Arbeidsongeschiktheid
3. Moederschap
40
Nupie 't Olifantje







Verzekeringsinstellingen: ziekenfondsen
Controle en overleginstanties: RIZIV
Beroepsprocedure: arbeidsrechtbank
Regeling werknemers en zelfstandigen
- Analoge organisatie
- Verschillende criteria en uitkeringen
Uitkering bij arbeidsongeschiktheid
- Na periode gewaarborgd loon
- Zelfstandige: carensperiode
Jargon
- Eerste 12 maanden: ‘primaire arbeidsongeschiktheid’
- Ongeschiktheid langer dan 1 jaar: ‘invaliditeit’ (niet noodzakelijk definitief)
Medische beoordeling én beslissing
- Primaire arbeidsongeschiktheid: adviserend geneesheer
Attest vr adviserend geneesheer wel D/ ~ gedeeld beroepsgeheim
Einddatum niet in te vullen (beslist dr adviserend geneesheer)
- Invaliditeit: geneeskundige raad invaliditeit (RIZIV) op voorstel adviserend
geneesheer
41
Nupie 't Olifantje
4.2.






Criterium arbeidsongeschiktheid
Bij wet vastgelegd
- Art. 100 §1 (Wet GVU 14.07.94) = werknemers
- Art. 19/20 (KB 20.07.71) = zelfstandigen
In principe “alles-of-niets” evaluatie
Geen graden/klassen van arbeidsongeschiktheid
Geen onderscheid tijdelijke/blijvende arbeidsongeschiktheid
3 cumulatieve voorwaarden (werknemers)
1. Stopzettingsvoorwaarde
2. Verergeringsvoorwaarde
3. Vermindering van het verdienvermogen
Opm.: zelfstandige analoog
Referentieberoepen ~ controlearts kijkt enkel naar normale beroep
- Werknemer: eerste 6 maanden tov eigen beroep, nadien billijke beroepen (beroep
dat je kan uitoefenen met diploma en ervaring)
Vb. vplgk met LRP: aangepast werk mogelijk? Zo ja, zoeken. Als niet vindt 
werkloosheidsuitkering
- Zelfstandige: eerste 12 maanden laatste beroep
4.3.
Organisatie van de evaluatie: schema
42
Nupie 't Olifantje
4.4.




Uitzondering op alles-of-niets regel (stopzettingsvoorwaarde)
Steeds voorafgaande toestemming adviserend geneesheer vereist
- Sanctie: risico verlies uitkering!
Verschillende criteria in stelsel voor werknemers – zelfstandigen
Deel loon, deel sociale uitkering
4.5.



Vergoeding
Vergoeding per dag
Percentage geplafonneerd verloren loon in stelsel werknemers
- Afhankelijk van gezinstoestand en duur
Forfaitair bedrag stelsel zelfstandigen
- Afhankelijk gezinstoestand, duur en stopzetting bedrijf/praktijk
4.6.
4.6.1


Gedeeltelijke of progressieve werkhervatting
Uitkering werknemers
Primaire arbeidsongeschiktheid
Alleenstaanden en verzekerden met gezinslast: 60%*
Samenwonenden vanaf 31e dag: 55%*
*: van geplafonneerd verloren loon
4.6.2 Invaliditeit



Verzekerde met persoon ten last: 65%*
Alleenstaande: 50%*
Samenwonende: 40%*
*: van geplafonneerd verloren loon
43
Nupie 't Olifantje
4.7.





15 weken (17 weken meerling)
Prenatale rust of voorbevallingsrust
- Verplicht 1 week voor vermoedelijke bevallingsdatum (kwijt als te vroeg bevallen)
- Facultatief vanaf 6 weken voor vbd (8 weken meerling zws)
Postnatale rust of nabevallingsrust
- 9 weken verplicht (arbeidsverbod)
Als al 6 weken opgenomen voor bevalling en later dan vbd bevallen toch nog 9
weken erna
- Verlengd met niet opgenomen deel prenatale rust
Max. 5 weken (7 weken meerling)
Vaderschap/adoptieverlof
Verwijdering tijdens zwangerschap of borstvoeding door bedrijfsarts (risicoarbeid)
4.8.



Moederschap werknemers
Moederschap zelfstandigen
Ononderbroken periode 8 weken, mag naar keuze beperkt worden tot 6 of 7 weken
- Min. 1 en max. 3 weken voor de bevalling
- Voor meerling: + 1 week
- Vermoeden van arbeidsongeschiktheid
- Voorwaarde: geen enkele beroepsbezigheid uitoefenen
Wekelijkse vergoeding – geen cumul uitkeringen
Aanvraag: bij adviserend geneesheer met geboorteattest of geneeskundig
getuigschrift
5. Professioneel risico
5.1.


Arbeidsongevallen en beroepsziekten: algemene kenmerken
Professioneel risico
- Arbeidsongeval/beroepsziekte
- Uitvoering
Arbeidsongeval: wetverzekeraars: werkgever moet verzekering afsluiten vr
werknemer (zelfs vr zwart werk)
Beroepsziekte: Fonds voor de Beroepsziekten
Kenmerken
- Raadsgeneesheer
- Tijdelijk arbeidsongeschiktheid
- Consolidatie
- Blijvende arbeidsongeschiktheid (percentag!)
- Beroepsprocedure: arbeidsrechtbank
44
Nupie 't Olifantje
5.2.




Verschil met arbeidsongeval
- Causale factor = min of meer langdurige blootstelling (evt. verschillende
werkgevers)
- Schade is ziekte ipv trauma
- Optreden soms lang na de blootstelling
Niet steeds band met 1 bedrijf, vandaar één “Fonds voor de Beroepsziekten”
Wettelijke definitie
- Lijst van erkende beroepsziekten
- Open systeem (voor ziekten niet op lijst staan)
Voordeel lijst: slachtoffer moet alleen aantonen dat
- 1. Ziekte vertoont die voorkomt op de lijst
- 2. Blootgesteld was aan het beroepsrisico
5.2.1






Beroepsziekten
Lijst van beroepsziekten
Chemische agentia
Beroepshuidziekten
Inhalatie van stoffen en agentia (mijnwerkerstoflong, asbest)
Infectieziekten
Fysische agentia (vb. lawaai)
Restcategorie (schildersziekte)
5.2.2 Aangifte van een beroepsziekte




Steeds bij het Fonds voor de Beroepsziekten
http://www.fmp-fbz.fgov.be/nl/fmp_nl01.htm
Specifieke formulieren volgens type aanvraag en statuut aanvrager
Belangrijk: denken aan beroepsziekte bij bepaalde pathologie (long, allergie, kankers,
tendinitis, …): goede beroepsanamnese
5.2.3 10 belangrijkste beroepsziekten (2004)










Mechanische trillingen  rugpijn
Doofheid of beroepshardhorigheid (als voldoende blootstelling op beroep maakt het
niet uit of buiten beroep ook blootstelling)
Zenuwverlamming door druk (carpaal tunnel syndroom)
Dermatosen
Silicose (mijnwerker, zandstralen)
Mesothelioom
Asbestose en lonkanker door asbest
Allergie aan latex
Astma
Farinosis (bakkersastma)
45
Nupie 't Olifantje
5.3.






Ongeval (plotselinge gebeurtenis tijdens en door de arbeid) dat letsel veroorzaakt
Arbeidswegongeval (ook als kinderen ophalen onderweg)
Uitkering hoger dan in ziekteverzekering
Verplichte verzekering door werkgever bij ‘wetsverzekeraar’
Zelfde schadeposten en vergoedingsbasis als beroepsziekten
Fonds voor arbeidsongevallen
- Toezicht/controle
- Beperkte verzekeringstaken (niet verzekerde gevallen, zeelieden, toeslagen voor
oude ongevallen)
5.4.








Schadeposten arbeidsongevallen en beroepsziekten
Overlijden
Tijdelijke arbeidsongeschiktheid
Blijvende arbeidsongeschiktheid
Medische kosten
Prothesen en orthopedische toestellen
Preventieprogramma (beroepsziekten)
Reiskosten
- Niet vergoed: morele/esthetische/materiële schade
5.4.1

Arbeidsongevallen
Tijdelijke arbeidsongeschiktheid: begrip
Arbeidsongeschiktheid
- Onmogelijkheid om normale functies uit te oefenen
- Ongeacht de duur ervan
Van tijdelijke aard
- Vatbaar voor verbetering, progressie
- Einde door genezing – consolidatie – overlijden
5.4.1.1 Consolidatie


Consolidatie (einde TAO)
- Gevolgen letsels zijn gestabiliseerd
- Weerslag op economisch potentieel op arbeidsmarkt is blijvend
- Verder medische tussenkomst heeft geen invloed meer op recuperatie
werkcapaciteit
Dus: stabilisatie verlies arbeidsgeschiktheidc
-  einde medische behandeling
-  datum werkhervatting
46
Nupie 't Olifantje
5.4.2 Blijvende arbeidsongeschiktheid: definitie


Weerslag van de blijvende letsels op het economisch potentieel, uitgedrukt in
percentage
- Fysieke schade letsels
- Leeftijd
- Beroepskwalificatie
- Mogelijkheid tot aanpassing en herscholing
- Concurrentievermogen op de algemene arbeidsmarkt
Maar: niet met concrete toestand arbeidsmarkt
Wordt bepaald door raadsgeneesheer – bij arbeidsongevallen wordt akkoord
gevraagd behandelend arts
5.5.



Vergoeding bij beroepsziekten/arbeidsongevallen
Tijdelijke arbeidsongeschiktheid: 90% basisloon (niet arbeidsongeval 60%)
Blijvende arbeidsongeschiktheid: % BAO * basisloon
-vermindering bij kleinere percentages
Medische kosten: volledige terugbetaling (RIZIV tarief)
- Rechtstreeks bij arbeidsongevallen
- Remgeld bij beroepsziekten
47
Nupie 't Olifantje
48
Nupie 't Olifantje
Hoofdstuk 3: Arbeidsgeneeskunde
(enkel slides)
Prof. Dr. L. Godderis
1. Inleiding




Arbeidsgeneeskunde – huisartsgeneeskunde – orgaanspecialist
Sociale zekerheid – werkgever
Preventief vs curatief
Kabinet – werkvloer - vergaderzaal
1.1. Welzijn





Werknemers: behouden en bevorderen
- Lichamelijk
- Psychisch
- Sociaal
Preventie gezondheidseffecten veroorzaakt door werkomstandigheden
Bescherming werknemers tgen risico’s op het werk
Aanpassing werk aan werknemer
Aanpasbaarheid werknemer aan werk
49
Nupie 't Olifantje
1.2.

Context
Op de werkplaats
Preventiemaatregelen
Omgevingsmetingen
Externe blootstelling
Grenswaarden (TLV)
Arbeid/Milieu
Interne dosis
Gezondheidseffecten
Biologische monitoring
Preventiemaatregelen
Medische opvolging
Grenswaarden
(BEI)
Vroegtijdige opsporing
50
Nupie 't Olifantje
2. Externe blootstelling
2.1.
Grenswaarden
51
Nupie 't Olifantje
2.2.
Context
Preventiemaatregelen
Omgevingsmetingen
Externe blootstelling
Grenswaarden (TLV)
Arbeid/Milieu
Interne dosis
Gezondheidseffecten
Biologische monitoring
Preventiemaatregelen
Medische opvolging
Grenswaarden
(BEI)
Vroegtijdige opsporing
52
Nupie 't Olifantje
3. Interne dosis
3.1.
Van externe blootstelling naar interne dosis
3.2.
Referentie versus BEI
3.3.
Preventie
53
Nupie 't Olifantje
3.4.
Context
Preventiemaatregelen
Omgevingsmetingen
Externe blootstelling
Grenswaarden (TLV)
Arbeid/Milieu
Interne dosis
Gezondheidseffecten
Biologische monitoring
Preventiemaatregelen
Medische opvolging
Grenswaarden
(BEI)
Vroegtijdige opsporing
54
Nupie 't Olifantje
4. Gezondheidseffecten
4.1.

Werknemer
- Onderworpen
Veiligheidsfunctie
Verhoogde waakzaamheid
Biologische, fysische en chemische agentia
Fysieke en mentale belasting (Beeldschermwerk, ploegenarbeid, tillen van
lasten…)
Voeding
- Niet-onderworpen
- Bijzondere categorieën
Jongeren
Jobstudenten
Leerovereenkomst
Minderjarige werknemers
Stagiair(e)s
Mindervaliden
Zwangere werknemers en zogenden
Uitzendkrachten
....
4.2.


Werk
Medische onderzoek
Gezondheidsbeoordeling
- Voorafgaande gezondheidsbeoordeling
Aanwerving en werkverandering
- Periodieke gezondheidsbeoordeling
- Hervattingsonderzoek
Na ziekte, aandoening, ongeval of bevalling
Bezoek voorafgaand aan de werkhervatting
- Spontane consultatie
- Zwangerschap en lactatie
- Reïntegratieonderzoek
Andere
- Rijgeschiktheidsonderzoeken rijbewijs
- Check up, cardiovardiovasculaire check up
55
Nupie 't Olifantje
4.3.
Preventie
56
Nupie 't Olifantje
4.4.
Gezondheidseffecten
4.5.
Vroege effecten versus ziekte
57
Nupie 't Olifantje
4.6.
Individuele gevoeligheid
Genetics
Effect
Behavior
Environment
58
Nupie 't Olifantje
5. Multidisciplinair
5.1.

Welzijn op het werk
Het geheel van factoren met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden waarin het werk
wordt uitgevoerd
- Veiligheid op het werk
- Bescherming van de gezondheid van de werknemer
- Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk
- Ergonomie
- Arbeidshygiëne
- Verfraaiing van de werkplaatsen
- Door de bedrijven getroffen milieumaatregelen
6. Wetgeving






Europese Kaderrichtlijn: “Veiligheid en gezondheid van de werknemers” van 12 juni
1989
De “welzijnswet” van 4 augustus 1996
Codex over het welzijn op het werk
- Uitvoeringsbesluiten
K.B. van 27 maart 1998 betreffende inzake het welzijn van de werknemers bij
de uitvoering van hun werk
- Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijnen
De “wet op het pesten” van 11 juni 2002
K.B. “chemische agentia” van 11 maart 2002
K.B. “gezondheidstoezicht” van 28 mei 2003
59
Nupie 't Olifantje
6.1.


Werk
Werkgever
- Opdrachtgever
- Financiert
- Type bedrijf
Aantal werknemers
Risico
• Overheid
- Maatschappelijk-ethisch
- Volksgezondheid?
7. Uitdagingen
7.1.










Evoluties
Verdere deïndustrialisatie en toename van banen in de dienstensector
- Beeldschermgerelateerde problemen
- Repetitieve belasting, ergonomische opstelling,elektromagnetische stralen,...
- Psychosociale belasting: werkdruk, grensoverschrijdend gedrag, continue
bijscholing,...
Nieuwe risico's
- Nanotechnologie
Ongezonde levensstijl
- Sedentarisme
- Obesitas
Vrouwelijke werkneemsters
- Moederschapsbescherming
Langer werken/vergrijzing
- Leeftijdsgebonden problematiek
Tijdelijke werknemers
- Continuïteit van arbeidsgeneeskunde
Globalisering
- Grensoverschrijdende arbeidsgeneeskunde
Europa
- 25% werknemer met stress
- 50% ziekteverzuim stress gerelateerd
HIV
- TBC
Gevolgen klimaat verandering
- Tropische ziekten
60
Nupie 't Olifantje
8. Besluit
8.1.
Preventie

Medisch-Preventieve handelingen
- Opsporen en onderzoek van risicofactoren
- Vermijden dat werknemers werken aan taken met ondraagbare risico’s
- Werknemers informeren en adviseren
- Plaatsen en opvolgen van inentingen en tuberculinetesten
- Screening gezondheid en samenstellen geneeskundig dossier
- Tewerkstellingskansen bevorderen
- Vermijden van toelating tot het werk
Werknemers met ernstige besmettelijke aandoeningen
Werknemers die een gevaar voor de veiligheid van andere werknemers betekenen
- Zo vroeg mogelijk beroepsgebonden aandoeningen opsporen
- Bij vaststelling beroepsgebonden aantasting
Collectieve preventiemaatregelen
Individuele beschermingsmaatregelen
Aangifte FBZ
Info omtrent sociale diensten
- Geneeskundige verstrekkingen uitvoeren op basis van andere wetgeving
- PA-AG neemt beslissing rekening houdend met resultaat preventief onderzoek en
risicoanalyse
- PA-AG geeft info aan behandelend arts

Risicoanalyse
- Systematische en permanente identificatie, inventarisatie, analyse en verwerking
van de aanwezigheid van gevaren en risicofactoren in concrete arbeidsprocessen
en –situaties
Onderzoek van werkpost
- Mens-werk interactie
Bedrijfsbezoek
- Jaarlijkse verplichting
- Grondig onderzoek van de werkplaats
Comité
- Adviserende rol



61
Nupie 't Olifantje
8.2.





Vertrouwensarts
- Onafhankelijk
- Medisch beroepsgeheim
Geen controleur van ziekteverzuim
- PA-AG mag gegrondheid van afwezigheid niet nagaan.
- Kan wel info inwinnen bij behandelend arts
Preventie
- Geen therapie
- Organisatie EHBO
- EHBO bij hoogdringendheid
Adviserende rol
Teamspeler
8.3.




Preventieadviseur-arbeidsgeneesheer
Take home messages
Beroepsanamnese
Denk aan arbeids- en milieufactoren
Samenwerking Arbeidsgeneesheer
Fonds der Beroepsziekten
62
Nupie 't Olifantje
Hoofdstuk 4: Milieu en gezondheid: ziek door toxische
stoffen in lucht, bodem of water
Prof. Dr. B. Nemery
1. Inleidende begrippen
1.1. Praktisch

http://www.mmk.be: te gebruiken als patiënt komt met klacht v milieuverontreiniging
63
Nupie 't Olifantje


Ziek dr toxische stoffen, lawaai, straling
Chemische verontreiniging in lucht, bodem, planten, gewassen, water

Deel van lokaal gezondheidsoverleg,  projecten, per groep van gemeenten
Pas in actie als arts betrokken: inspectie, bezoek
1.2.
Milieu - omgeving
Verschillende factoren
General
Home
Personal
Work
Hobby &
recreation
64
Nupie 't Olifantje
1.3.
1.3.1

Luchtverontreiniging
Outdoor air pollution
Puntbron: bedrijf, mstl industriële bronnen  makkelijker aan te pakken  diffuse
bronnen (vb. auto’s)
1.3.2
Indoor air pollution
Home
Work
Recreation

Recreatie: zwembaden: chloorhoudende substanties die vrijkomen = mogelijke factor
bij astma; ook mensen met astma kunnen niet nr bepaalde zwembaden; op zich is
zwemmen wel goed vr astma ~ vochtige omgeving
65
Nupie 't Olifantje
1.3.3

Personal – indoor - outdoor air pollution
Belangrijkste in # mensen en ernst van
milieuverontreiniging als mineur te beschouwen)
ziekte
(geen
argument
om
Outdoor
Indoor
Personal
air
pollution
Outdoor
Indoor
"DIY" air
pollution
Roken
1.3.4





Tobacco smoking
Cigarette smoking = largest preventable cause of premature death
Tobacco = only legally available consumer product wich kills people when it is entirely
used as intended; gegarandeerd schadelijk
 auto doodt als onjuist gebruikt
Niet bedoeld om te doden, wel om verslaafd te geraken
 oncologische aandoeningen, respiratoire en cardiologische ziekten
Mensen helpen met stoppen is niet eenvoudig
66
Nupie 't Olifantje
2. Toxicologie
2.1.

Study of adverse effects of chemicals on living organisms
2.2.




Definitie
Determining factors
Intrinsic toxicity
Dose
Exposure conditions
Response of host (genetische factoren, leeftijd, co-morbiditeit)
2.2.1
Intrinsic toxicity

Chemical properties
- Molecular structure en functional groups (alcohol, keton, zwavelhoudend, …)
Solubility – insolubility: vetoplosbaar ~ beter opgenomen vooral dr huid
Mstl grotere opname via huid dan via AH
Volatility
Stability (light, water, acids, enzymes, ...) (vb. Kunnen hydrolyseren in water)
Reactivity: reactie met elkaar om bv. Kunststof te maken (plastic), maar
reageert ook met onze biologie ~ wij hebben zelf ook functionele groepen
 covalente binding met EW  functie veranderd (vb. enzym, structureel
EW) of wordt allergeen (belangrijkst) ~ wordt als lichaamsvreemd beschouwd
 vernietigd of IgE en bij nieuw contact allergische reactie
Zeker geaeroliseerde stoffen die gemakkelijk aan EW binden veroorzaken allergie
Minder vaak reactie met DNA  mutatie  kanker
Auto-immuunziekten induceren: gemodificeerd EW circuleert  reageert tg
eigen EW vb. sclerodermie soms dr externe stoffen
...

Physical properties
- Gas (density, ...)
- Liqiud (vapour pressure, ...)
- Solid (crystal structure, size, shape, ...) (vb. asbest schadelijk als vaste stof ~
vezels)
67
Nupie 't Olifantje
2.2.1.1 Voorbeeld: Hg
(Lauwerys et al. Human Toxicology, 1987, 6, 253-6)
Baby, 3 months, < Africa
Renal tubular dysfuntion (Fanconi) + cataract
Screening for heavy metals
- Hg-B: 1,9 µg/100ml (nl < 1)
- Hg-U: 274µg/g creat (nl < 25)
 Mother: Hg-B: 9,1µg/100ml, Hg-U: 784µg/ml
 Skin lightening soap (HgI2) during pregnancy



Opmerkingen:
Drinkwater hier is veilig, zelfs bij putwater geen kwikvergiftiging
Kwik in verf kan, maar niet in België (vroeger verf op schepen tg ongedierte/schelpen of
schimmelwerende verf)
Goudmijn: kwik gebruikt om goud op te zuiveren
(Andere voorbeelden: referenties zie slides)
a
Hg & the “personal environment




Skin lightening creams/soaps
Some “ethnic remedies” (BMJ, 1993, 306, 506-7)
Some antiseptics (mercurochroom vroeger) & biocides (vb. in verf)
Dental amalgams
- No evidence for significant toxicity placement of dental amalgmas or their
presence (rare instanced of Hg allergy)
- Probably safer not to place amalgam fillings during pregnancy (uit voorzorg, geen
evidentie voor) (niet verwijderen als ze er zijn)
- In Scandinavië geen vullingen met Hg meer
b
Verlzeboer et al. Lancet, 1997, 349, 1810
Toddler, 11 months
- Drowsiness, malaise, anorexia, salivation, irritable
- Pruritic rash + swollen red, cold hands & feet + desquamation
- Tachycardia & hypertension
 Pheochromocytoma?
 Sister (6y): similar symptoms: “acrodynia” (typisch voor Hg intoxicatie) (zal wel geen
feo zijn want zeldzame ziekte bij 2 personen in 1 gezin is onwaarschijnlijk)
 Hg poisoning (broken thermometer on carpet in bedroom of the children)

Opmerking: niet opzuigen met stofzuiger ~ verwarmen, beter verspreiden; wel fysiek
wegnemen, in pot en water erover
68
Nupie 't Olifantje

Andere voorbeelden
- Bonhomme et al. Lancet, 1996, 347, 115: vacuum cleaner (whole family)
- Rennie et al. BMJ, 1999, 319, 366-7: sphygmomanometer on loan (boy)
“Acordynia”
c
Casus Hg intoxicatie vorig jaar in België

In cement kunnen sporen van Hg zitten  waarschijnlijk in vloer van slaapkamer van
kind  verdampt




Toxisch effect verdwijnt snel, wordt niet opgestapeld
Snelle excretie  als blootstelling tijdje geleden moeilijk terug te vinden in bloed of
urine
Effecten redelijk reversibel
Nierinsufficiëntie kan
d
Hg & the domestic environment


Broken thermometers & other medical devices
Some paints may contain Hg (Agocs et al. NEJM, 1990, 323, 1096-101; Hefflin et al. Appl Occup Environ
Hyg, 1993, 8, 866-70) (niet in België)
Cottage industry: reclaiming of silver and gold from ore or from old amalgams
Cultural or religious use of Hg
Hg brought home from work, incl. dental offices



69
Nupie 't Olifantje
e
Hg spills
Baughman, EHP 2006, 114, 147-152
Baughman, EHP 2006,114, 147-152
70
Nupie 't Olifantje
f
Handling Hg spills
Baughman, EHP 2006,114, 147-152
g
Forman et al. EHP 2000, 108, 575-7

New York family: mother + 9
children (3 months – 13,5y)
Played with 6-oz vial of Hg
(amlets for Santeria)
Vacuum cleaner
No symptoms of Hg poisining
Wel toxische spiegels
Children treated with DMSA
(chelator)
- 30mg/kg/d x 5d
- 20mg/kg/d < 2wk (2-3x)





71
Nupie 't Olifantje
h
Chemistry professor



Chemistry professor, 48y
Research focused on heavy metal toxicology
Hospital admission 20/01/1997
- Progressive deterioration in balance, gait, speech
- Loss of 6,8kg over 2 months + several episodes of nausea, diarrhea, abdominal
discomfort
08/1996: under fume hood, spill of liqiud – dimethylmercury (organisch Hg 
metallisch): several drops (<1ml) from pipette onto dorsum of gloved hand
Clean-up of spill woth gloves
Progressive neurologic deterioration
In bloed zeer hoge waarden, in urine iets minder  R/ chelatietherapie
Haren ~ beeld van voorbije expositie  reconstructie piek Hg
Nierenberg et al. NEJM 1998, 338, 1672-6




72
Nupie 't Olifantje


Hoge niveau’s Hg in de hersenen, atrofie cortex en cerbellum
Comments
- Even experts in toxicology can be poisoned in laboratory
- Even a brief accidental exposure can be fatal
- An acute exposure does not necessarily lead to acute toxic effects
- Significant exposure can occur via the skin, latex gloves are not necessarily
protective
- Prevention is necessary in the laboratory
i
Hg & dentists



Beroepsmatig risico
Tandarts meer Hg in bloed
Neurobehavorial testing
- Ngim et al. (Br J Ind Med, 1992, 49, 782-90)
Singapore: 98 dentists vs 54 controls
0,014 mg Hg/m3 x 5,5 y (TLV 0,05 mg/m3)
Hg-B 0,6-57 µg/l
Dentists worse scores, dose-related
- Richie et al. (Occup Env med, 1995, 52, 813-7)
UK: 20 older dentists (Hg-U nl, but > control)
Poorer immediate and delayed word recall test
73
Nupie 't Olifantje
j
Hg in the general environment
Clarkson et al. NEJM, 2003, 349, 1731-7





Fabriek  water  methyl-Hg (dr algen)  vis  mens die vis eet of visetende
vogels
Minamata disease (Japan: lozing Hg in baai)
- Effluent from factory + biotransformation by marine organisms  consumption
of fish contaminated by CH3Hg
Brazil: Amazon goldmines
Sites of chlor-alkali plants
Crematoria
- Maloney et al. Lancet, 1998, 352, 1602
Kleine hoeveelheden < tandvullingen
Estimated emission of Hg by creamtoria: up to 5 kg/year/crematorium
Crematoria workers: 1,68 ppm in hair (0,97 ppm in controls), 3% > 6ppm ~ meer
Hg, maar geen evidentie voor ziekte
74
Nupie 't Olifantje
k
Toxicity of Hg

Highly dependent on type of Hg
- Hg0 (metallic) (koortsthermometer)
- Hg ions (Hg+, Hg++): HgCl2, Hg(NO3)2, …
- Organic Hg: Hg(CH)3, Hg(CH3)2, … Long chain Hg (insecticides, fungicides,
bactericides, …) (vroeger Hg diuretica)

Acute poisoning
- Ingestion (salts): GI, kidney, shock
- Inhalation (Hg0): chemical pneumonitis
- (parenteral Hg0: little toxicity) (wel mogel Hg embolen op Rx)

Chronic exposure: inhalation Hg0
- CNS: tremor, personality changes, psychomotor performance
- PNS: sensorimotor polyneuropathy
- Discrete renal changes
- Gingivitis, speekselvloed
- Eye: mercurialentis, colour vision, cataract
- Immune dysfunction (nierafwijkingen)
- Teratogenic

Chronic exposure: ingestion CH3Hg
- CNS: toxicity for CNS (cerebellum)
- Cardiovascular effects?
- Teratogenic & neuropsychological development
2.2.1.2 Intrisic toxicity



Natural compounds  safe compounds
Synthetic agents  toxic agents
E.g. Aflatoxin
- < Aspergillus flavus
- Growing on foodstuffs (peanuts, pistachenootjes, grain, …) (in veevoeder  melk)
- Hepatotoxic
- Carcinogenic: primary liver cancer (al bij kleine hoeveelheden)
Vooral in Derde Wereld een probleem
Leverkanker vooral dr hepatitis
Synergie hepatitis en aflatoxine

Pure substance
 pure substance + impurities (meestal contaminatie met onzuiverheden in realiteit:
bv. dioxine)
 pure substance in (complex) mixture
75
Nupie 't Olifantje
2.2.1.3 Mixed exposures



Additive effects
Synergistic effects
- Toxicokinetic interactions: improved dermal penetration by solvents
- Toxicodynamic interactions: smoking + air pollutants; alcohol en valium
Antagonistic effects
2.2.2 Dose


“The dose-response relationship is the most fundamental and pervasive concept in
toxicology”
Belangrijk ~ geen toxisch effect als geen opname
- Dosis-effect: graded effects in individuals
-

Dosis-respons: quantal effects in population
Uitzondering: allergie
2.2.3 Exposure conditions
2.2.4 Response of host
76
Nupie 't Olifantje
Hoofdstuk 5: Organisatie van de gezondheidszorg in
België
Prof. Dr. J.C. Kips
1. Bevoegdheidsverdeling
1.1. Bevoegdheid gemeenschappen (BW van 8 augustus 1980 art 5, §1, I)


Zorgenverstrekkingen in en buiten verplegingsinstellingen, met uitzondering van
a) Organieke wetgeving (basisreglementering)
b) Financiering van de exploitatie, wanneer voorzien door a)
b) Ziekte- en invaliditeitsverzekering
d) Basisregelen betreffende de programmatie
e) Basisregelen betreffende de financiering van de infrastructuur, m.i.v. zware
medische apparatuur
f) Nationale erkenningsnormen (mbt b), c), d) en e))
g) Voorwaarden voor aanwijzing tot universitair ziekenhuis
Preventieve gezondheidszorg
1.2.


Krachtlijnen en basisregeling curatieve gezondheidszorg
Basisinstrumenten voor kostenbeheersing
- Basisregelen inzake planning van aanbod (programmatie)
- Financiering exploitatiekosten (vastleggen en financieren verpleegdagprijs)
- Terugbetaling medische prestaties
1.3.






Federale bevoegdheid
Extramurale preventieve gezondheidszorg: gemeenschapsbevoegdheid
Gezondheidsvoorlichting
Bescherming van de gezondheid, onder meer door preventie van TBC en kanker
Bescherming van de gezondheid van moeder en kind
Medisch schooltoezicht
Medische sportcontroles
Arbeidsgeneeskundige controle
77
Nupie 't Olifantje
1.4.
Gezondheidswetgeving

Organiek kader
- FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Structuur : Directoraten – generaal
DG1 : Organisatie gezondheidszorgvoorzieningen
DG2 : Basisgezondheidszorg en crisisbeheer
DG4 : Dier – Plant – Voeding
DG5 : Leefmilieu
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
* Wetenschappelijke ondersteuning
CODA (Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie)
Hoge Gezondheidsraad
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid
- Rechstreekse bevoegdheid van Federaal Minister van Volksgzondheid

Financiering
- Sociale zekerheid (RIZIV)
- Paritair beheerd door sociale partners
2. Positionnering in de sociale zekerheid
2.1.



Vervangingsinkomen
bij
loonverlies
(werkloosheid,
pensionering,
arbeidsongeschiktheid)
Aanvulling op het inkomen ter compensatie van “sociale lasten” (ziektekosten,
kinderbijslag)
Bijstandsuitkeringen
2.2.

Basisprincipes
Financiering
Solidariteitsbeginsel (grotendeels uit bijdragen op loon van actieven)
78
Nupie 't Olifantje
2.3.


Sociale zekerheid
- Rust- en overlevingspensioenen
- Werkloosheid
- Arbeidsongevallenverzekering
- Beroepsziektenverzekering
- Gezinsbijslag
- Ziekte- en invaliditeitsverzekering
- Jaarlijkse vakantie
Sociale bijstand
- Bestaansminimum
- Inkomensgarantie voor ouderen
- Gewaarborgde gezinsbijslag
- Tegemoetkoming aan gehandicapten
2.4.


Sociale zekerheid en sociale bijstand
Organisatiemodel
“Bismarck” model : onderdeel van sociale zekerheid
- Gegroeid vanuit solidariteit bij ziekte binnen gilden / vakbonden
- Gefinancierd door afdracht van sociale lasten op arbeid (werkgever en werknemer)
- Paritair beheerd
“Beveridge” model : staatsorganisatie
- Gegroeid vanuit politieke keuze (WO II) : iedereen moest kosteloos kunnen verzorgd worden
- Gefinancierd vanuit directe belastingen
- Rechtstreeks beheerd door overheid
Beveridge model
Basisprincipe : egaliteit
Financiering door last op alle inkomens
(dus ook kapitaal)
Geen rechtstreekse inspraak door
belastingsbetaler
Gezondheidszorgvoorzieningen eigendom
van overheid
Bismarck model
Basisprincipe : solidariteit
(norm doorgaans gemidd inkomen)
Financiering door sociale lasten op arbeid
Inspraak via sociale partners (werkgevers,
vakbonden, VI’s)
Uitbesteed aan private (not for profit)
gezondheidszorgvoorzieningen
79
Nupie 't Olifantje
2.5.
2.5.1



Organisatie
Werknemersstelsel (RSZ)
RSZ : Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
Inning van de werkgevers- en werknemersbijdragen voor de sociale zekerheid
Financiering
- Werknemers en werkgevers : percentage op het niet begrensde bruto-loon (voor
afhouding van bedrijsvoorheffing)
Basisbijdrage : 45.42 % (32.35 % werkgever, 13.07 % werknemer)
- Federale overheid : dotatie + alternatieve financiering (uit BTW inkomsten)
2.5.2 Zelfstandigen (RSVZ)


Verzekering voor 5 takken in sociale zekerheid
- Geneeskundige verzorging en uitkeringen
- Invaliditeit
- Gezinsbijslag
- Pensioenen
- Faillissement
Bijdragen door zelfstandigen: percentage op de
(kwartaalbijdrage tussen 474,77 en 3110,57 €)
begrensde beroepsinkomsten
2.5.3 Ambtenaren (RSZPPO)
2.6.







Uitbetalingen van uitkeringen/prestaties door parastatalen
RVP: rijksdienst voor pensioenen
RVA: rijksdienst voor arbeidsvoorziening
RIZIV: rijksdienst voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
RKW: rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers
FAO: fonds voor arbeidsongevallen
FBZ: fonds voor beroepsziekten
RJV: rijksdienst voor jaarlijkse vakantie
80
Nupie 't Olifantje
2.7.
Procentuele verdeling van de uitgaven
2.8.
Evolutie RIZIV budget (miljard €))
2.9.
Gezondheidszorguitgaven
Totale uitgaven
% BNP
Per capita (US $)
België
Nederland
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Duitsland
Verenigde Staten
10,3
9,5
11,0
8,4
10,6
15,3
3462
3156
3449
2760
3449
6714
Publieke middelen
%
71,1
62,3
79,7
87,3
76,9
45,8
OECD Health Data 2008
81
Nupie 't Olifantje
3. RIZIV / Verzekeringsinstellingen
3.1. Voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op prestaties van de
verplichte ziektverzekering




Aansluiting bij een verzekeringsinstelling
- Vrijheid van keuze (uitz. statutair personeel van NMBS).
- Keuze bepalend voor personen ten laste
Betaling van de vereiste RSZ bijdragen
- Basiskwartaalbijdrage : 542,88 €
- Inkomsten lager dan 26.832,59 € : 271,44 €
- Inkomsten lager dan hetgeen recht geeft op verhoogde tegemoetkoming: 46,02 €
- Inkomsten lager dan leefloon : 0 €
- Bij recht op leefloon of inkomstengarantie voor bejaarden : 0 €
Te volbrengen wachttijd (uitzonderlijk)
Alle sociaal verzekerden hebben SIS kaart (Sociaal Informatie Systeem)
- Verspreiding gebeurt door VI
- Gebruik vereist bij
Aankoop terugbetaalbare geneesmiddelen
Opname of verzorging in ziekenhuis
Contact met VI
 Rechthebbende moet voldoen aan de voorwaarden om aanspraak te kunnen maken

Bijkomende voorwaarden:
- Territorialiteit van de prestaties: bepaalde uitzonderingen (o.a. noodzaak tot
dringende ziekenhuisopname tijdens verblijf in het buitenland)
- Cumulatieverbod: indien de schade voor dewelke om prestaties wordt verzocht
krachtens een andere wetgeving wordt vergoed (VI ~ recuperatie)
3.2.



Verzekeringsinstellingen: opdrachten
Uitbetaling verstrekkingen van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen
Vertegenwoordiging van hun verzekerden in de diverse raden die bij het RIZIV zijn
ingesteld
Rol van sociaal verzekeraar via vrije en aanvullende verzekeringen
82
Nupie 't Olifantje
3.3.



Verzekeringsinstellingen: financiering
Vanuit overheid: administratiekosten
- Middelenverdeling (4 – 5 % budget) op basis van het gezondheidsrisico van de
leden
Individuele financiële verantwoordelijkheid
- Uitbetaling variabel deel administratiekosten (10 %) in functie van
Tijdig overmaken ZIV documenten
Controles door adviserende geneesheren
Beheer inkomsten verplichte verzekering
Chronologische betaling van facturen
Inspanningen inzake GVO
Interne controles
Bij mali moeten ze zelf voor bijkomende inkomsten zorgen
- Max 2 % budgetoverschrijding, te recupereren bij leden
3.4.
3.4.1
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
Opdrachten

GVU wet gecoördineerd op 14 juli 1994: administratieve en financiële beheer van
- De verzekering voor geneeskundige verzorging
- Uitkeringsverzekering (uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid en begrafeniskosten),
- Moederschapsverzekering

Beheren en organiseren van geneeskundige verstrekkingen die door de verplichte
verzekering gedekt zijn
Toekennen van de uitkeringen (arbeidsongeschiktheid, moederschapsverlof, begrafeniskosten)
Naleving controleren van de wetsbepalingen door zorgverstrekkers (inzonderheid
gebruik van nomenclatuur) en verzekeringsinstellingen
Organiseren van het overleg tussen de verschillende actoren van de verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen



83
Nupie 't Olifantje
3.4.2 Structuur en beheer
Algemeen beheerscomité
(werkgevers, organisaties van zelfstandigen,
syndicaten, verzekeringsinstellingen)
Dienst voor
geneeskundige
verzorging
Dienst voor
Dienst voor
geneeskundige
uitkeringen
evaluatie en
controle
Dienst voor
administratieve
controle
Algemene Raad (werkgevers, werknemers, zelfstandigen, regering)
Verzekeringscomité (verzekeringsinstellingen, zorgverleners)
Dienst voor geneeskundige verzorging
- Commissie voor begrotingscontrole
- Wetenschappelijke raad (oa. CEG)
- College van geneesheren-directeurs (revalidatie)
- Erkenningsraden voor paramedici
- Akkoorden– en overeenkomstencommissies
(Onderhandelen tarieven VI’s – zorgverleners)
- Technische raden :
TGR (nomenclatuur), TRI (medische hulpmiddelen), CTG (geneesmiddelen),…
84
Nupie 't Olifantje
3.5.






Rubrieken in de terugbetaalbare zorg
Gewone zorgen
Specialistische verzorging
Revalidatie en herscholing
Farmaceutische producten en magistrale bereidingen
Opname in het ziekenhuis
Allerlei hulpmiddelen
3.6. Verzekeringstegemoetkoming in de kosten voor de geneeskundige
verstrekkingen



Verstrekking moet voorkomen op de "nomenclatuurlijst"
Nomenclatuur wordt opgemaakt door de Koning
Bepaalt eveneens
- Waarde van de prestatie
- Toepassingsregels
- Vereiste bekwaamheid wat betreft de persoon die gemachtigd is om de prestatie
te leveren

Gewone geneeskundige hulp
- Algemene regel: 75 % van de honoraria vastgelegd in de overeenkomsten en akkoorden
Raadpleging huisarts : 30 %
Huisbezoek door huisarts : 35 %
Raadpleging specialist : 40 %
- Verhoogde terugbetaling
Voorkeurregeling rechthebbende
Houder GMD: remgeld raadpleging huisarts verminderd met 30 % (huisbezoek
enkel indien chronische ziekte of > 75 jaar)
3.7.








Statuut verzekerde: voorkeurregeling inzake terugbetaling
WIGW : weduwen en weduwnaars, invaliden, gepensioneerden, volle wezen
Personen die recht hebben op leefloon
Personen aan wie steun van het OCMW wordt toegekend
Gerechtigde op inkomensgarantie voor bejaarden
Gerechtigden op tegemoetkoming voor gehandicapten
Gerechtigden op verhoogde kinderbijslag wegens handicap
Werklozen ouder dan 50 jaar, en minstens 1 jaar werkloos
Personen ten laste van voormelde personen
-
Jaarlijks belastbaar bruto-gezinsinkomen < 14.624,70 € (+ 2.707,42 € per persoon ten laste)
85
Nupie 't Olifantje

OMNIO statuut
- Jaarlijks belastbaar bruto gezinsinkomen < 13.543,71 € (+ 2.507,30 € per bijkomend gezinslid)
3.8.



Accreditering
Bijkomend honorarium toegekend aan geaccrediteerde huisartsen en specialisten
Ten laste genomen van RIZIV
Voorwaarden
- Activiteitsdrempel
- Deelneming aan initiatieven inzake kwaliteitstoetsing georganiseerd door
ambtsgenoten (LOK groepen)
- Bewijs van continue opleiding leveren
3.9.
Nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen



Leggen erelonen vast die moeten geërbiedigd worden t.o.v. rechthebbende
Afgesloten tussen VI’s en representatieve beroepsorganisaties
Treden in werking in een bepaalde streek, behalve indien
- > 40 % van de artsen weigeren toe te treden
- of > 50 % van de algemeen geneeskundigen of > 50 % van de geneesheerspecialisten weigeren toe te treden

Voor artsen toegetreden tot het nationaal akkoord, stort het RIZIV een bijdrage
tot vestiging van een rente en/of pensioen, bij stopzetten activiteit, bij overlijden
of in geval van invaliditeit
3.10. Terugbetalingsprocedure geneesmiddelen
1. Mag het geneesmiddel in de handel ?
- = Registratie van geneesmiddel
- Minister van Volksgezondheid - FAGG
- Werkzaamheid, veiligheid, kwaliteit (bijsluiter)
- Doorgaans Europese registratie
2. Aan welke (maximale) prijs ?
- Minister van Economische Zaken
- Prijzencommissie voor de Farmaceutische specialiteiten
3. Moet het worden terugbetaald ?
- Minister van Sociale Zaken
- Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen (CTG)
86
Nupie 't Olifantje
3.10.1 Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen

Belangrijkste taken
1. (Bindend) voorstel aan de Minister rond terugbetalingsvoorwaarden van individueel GM
- Welke indicaties, welke terugbetalingscategorie, welke prijs,...
- Op basis van wetenschappelijke en farmaco-economische analyse
2. Adviezen op vraag van de Minister over beleidsaspecten ivm terugbetaling GM

Samenstelling
- Academici, VI’s, artsenorganisaties, apothekersorganisaties, industrie, experten
van de RIZIV administratie
3.10.2 Verzekeringstegemoetkoming in de kosten voor geneesmiddelen via officina
Categorie
Persoonlijk aandeel
gewone rechthebbende
Persoonlijk aandeel
voorkeursregeling
A
geen
geen
B
25 % (max 10.80 of 16.10 €)
15 % (max 7.20 of 10.80 €)
B grote verp.
25 % (max 13.50 of 24.20 €)
15 % (max 8.90 of 16.10 €)
C
50 % (max 13.50 of 24.20 €)
50 % (max 8.90 of 16.10 €)
Cs
60 %
60 %
Cx
80 %
80 %
3.10.3 Geneesmiddelen: referentieterugbetaling
Publieksprijs
Aandeel
RIZIV
Aandeel
patiënt
Origineel voor referentieterugbetaling
100
75
25
Generiek
70
52.5
17.5
Origineel na referentieterugbetaling
100
52.5
47.5
87
Nupie 't Olifantje
3.11. De maximumfactuur


Kosten voor geneeskundige verzorging voor gezin beperkt tot bepaald
maximumbedrag in functie van
- Gezinsinkomsten
- Sociale categorie waartoe rechthebbende behoort
Berekening van grensbedrag op basis van persoonlijke aandelen op
- Erelonen
- Kosten van technische prestaties
- Farmaceutische specialiteiten (categorie a,b en c)
- Kosten voor ziekenhuisopname (persoonlijk aandeel in vpdprijs, implantaten en
medisch materiaal)
Jaarinkomen (T-3)
grens persoonlijke bijdragen
< 15.420,19 €
450 €
15.420,20 – 23.705,66 €
650 €
23.705,67– 31.991,15 €
1.000 €
31.991,16 – 39.931,39 €
1.400 €
vanaf 39.931,40 €
1.800 €


Sociale MAF : gezin met
- Rechthebbende op verhoogde verzekeringstegemoetkoming
- OMNIO statuut
- Grensbedrag: 450 €
Extra bescherming voor kinderen
- < 18 jaar steeds plafond 650 €, ongeacht gezinsinkomen (450 € indien verhoogde
kinderbijslag)
88
Nupie 't Olifantje
3.12. Bijzonder solidariteitsfonds (BSF)

Verzekeringstegemoetkoming buiten nomenclatuur voor
- Uitzonderlijke geneeskundige verstrekkingen die
Duur zijn
Betrekking hebben op een zeldzame aandoening die vitale functies aantast
(1/2000)
Beantwoorden aan een noodzakelijke indicatie
Wetenschappelijk erkende waarde hebben
Experimenteel stadium voorbij zijn
Voorgeschreven zijn door geneesheer gespecialiseerd in de behandeling van
de betreffende aandoening
- Extra kosten verbonden aan de medische behandeling van chronisch zieke kinderen < 18 jaar

Dossier ingediend via geneesheer-adviseur bij college geneesheren-directeurs
RIZIV
4. Ziekenhuisfinanciering
4.1.




Ziekenhuisorganisatie
Complexe organisatiestructuur
- Not-for-profit instellingen (meerderheid privaat)
- Organisatiemodel
Zelfstandige artsen vs. hiërarchische ziekenhuisorganisatie
Meddezeggenschap artsen in ziekenhusibeleid (art 137 ZH wet)
Duale financiering
- Beddenhuis: BFM
Pathologie gebaseerd (APR-DRG) binnen gesloten budget
- Medische activiteiten
Prestatiegebonden
Co-financiering door artsen van ZH activiteiten (art 155 ZH wet)
Organiek kader uitgetekend door de overheid
- Federaal (FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en het Leefmilieu) :
Wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinstellingen,
gecoördineerd op 10 juli 2008
- Vlaams (Agentschap Zorg en Gezondheid) :
Controle op toepassing federale wetgeving
Kan daarbij bijkomende criteria hanteren
Zorgverstrekking in het kader van de verplichte ziekteverzekering
- Federaal (RIZIV)
89
Nupie 't Olifantje
4.2.




Budget aan financiële middelen: 22 % Volksgezondheid, 78 % RIZIV (± 40 %)
Medische honoraria (± 40 %)
Verkoop van farmaceutische producten (± 15 %)
Persoonlijke bijdragen en supplementen ten laste van de patiënt (± 5 %)
4.2.1





Ziekenhuisfinanciering
Budget aan financiële middelen: toepassingsgebied
Verpleegeenheden
Bijzondere diensten
- Operatiekwartier, spoedgevallendienst, gipskamer, verloskwartier, anesthesie,
centrale sterilisatie, revalidatiedienst verbonden aan psychiatrische, geriatrische en chronische dienst
Medisch technische diensten
- Radiotherapie, NMR, PETscan
Apotheek
Chirurgisch dagziekenhuis
4.2.2 Budget van financiële middelen van de ziekenhuizen (KB 25 april 2002):
samenstelling



Deel A : kapitaal- en investeringslasten (8 %)
Deel B : werkingskosten (90 %)
Deel C : Bijkomende financiële lasten (2 %)
4.2.3 Budget aan financiële middelen: berekening


Deel B : werkingskosten (90 %)
Van structurele naar pathologiegebonden financiering
- Verantwoord aantal ligdagen berekend op
Gewone gehospitaliseerde verblijven
Verblijven in het chirurgisch dagziekenhuis
Oneigenlijke klassieke verblijven
4.2.4 All patient refined – diagnosis related groups



Groepering van ziekenhuisverblijven in homogene (medisch/kost) groepen
Input: MKG (minimale klinische gegevens)
- Diagnoses, procedure, geslacht, leeftijd, type ontslag,…
Output: APR-DRG
- 357 basis DRG’s
- + 4 subklassen van klinische ernst
- + 4 subklassen van sterfterisico
90
Nupie 't Olifantje
4.2.5 Budget aan financiële middelen: berekening B1/B2


B1: forfaitair op basis van aantal verantwoorde ligdagen, en aantal en aard van
bedden
B2: punten in functie van verantwoorde activiteiten
- Waarde van punt = (gesloten) budget gedeeld door totaal aantal punten voor alle
ziekenhuizen (circa 21.600 € per punt)
91
Download