LEGISLATIVE PROPOSAL ONE OF US NEDfinal

advertisement
BEWIJS VAN RECHTSHANDELING
Overwegende dat:
a) de doelstelling van het initiatief beperkt is tot de aangelegenheden die onder de
bevoegdheden van de EU vallen, abortus hier geen onderdeel van is en de doelstelling
geen betrekking heeft op de bevoegdheden van de lidstaten;
b) artikel 2 van het Verdrag van de Europese Unie aangeeft, dat de grondslag van de
Unie berust op “eerbied voor de menselijke waardigheid […] gelijkheid […]
mensenrechten”, artikel 1 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie
spreekt van “de onschendbaarheid van de menselijke waardigheid” en dat het tweede
artikel verkondigt “dat eenieder recht heeft op leven”;
c) wanneer de Unie optreedt in gebieden die betrekking hebben op het begin van
menselijk leven, dit gebaseerd moet zijn op een specifiek beleid; dit beleid niet mag
leiden tot uitsluiting van het recht op leven van alle mensen, althans volgens het
voorzorgsprincipe;
d) de recente uitspraak van het Europese Hof van Justitie (Grote Kamer) op 18 oktober
2011 in de zaak-Brüstle tegen Greenpeace duidelijk aangeeft, dat bevruchting het begin
van het menselijk leven is en octrooiring van enige procedure die de vernietiging van
een menselijk embryo inhoudt of veronderstelt, in strijd is met de menselijke
waardigheid, aangezien iedere bevruchte of anderszins door parthenogenesis in
ontwikkeling gebrachte eicel in aanmerking komt om zich te verdelen en te groeien;
e) het beginsel van samenhang leidraad zou moeten zijn voor het werkgebied van de
EU in die gebieden die onder haar bevoegdheid vallen en waarbij de bescherming van
het menselijk embryo betrokken is;
f) deze gebieden, naast andere, zijn die van de volksgezondheid (artikel 6 / a, en artikel
168 VWEU), onderwijs (art. 6 / e, 165 en 166 VWEU), bescherming van intellectuele
eigendom (art. 118 VWEU), onderzoek financiering (art. 4/3, 180 en 182 VWEU) en
ontwikkelingssamenwerking (art. 4/4, 209 en 210 VWEU);
g) volgens de Verdragen, op voorstel van de Commissie, de EU meerjarenprogramma’s
moet vaststellen op het gebied van wetenschappelijk en technologisch onderzoek (art.
182 VWEU) en ontwikkelingssamenwerking (art. 209 VWEU);
h) de Europese Unie een gemeenschap is van waarden, waardoor het noodzakelijk is
wettelijke regels te volgen die garanderen dat zij handelt binnen de grenzen van de
macht die haar verleend is en dat zij niet handelt vanuit een uitgangspunt dat duidelijk
een niet-gemeenschappelijke waarde heeft;
i) alle politieke (maar vooral door de Unie gefinancierde) steun moet worden uitgesloten
aan activiteiten waarbij de vernietiging van menselijke embryo’s is aangetoond of moet
worden verondersteld;
l) het doel van het burgerinitiatief is om in al die gebieden de betrokkenheid van de Unie
te verkrijgen waardoor activiteiten waarbij de vernietiging van menselijke embryo’s is
aangetoond of moet worden verondersteld, niet toegestaan en niet gefinancierd wordt;
en het doel van het burgerinitiatief tevens is om passende controlemogelijkheden te
voorzien op het gebruik van toegewezen financieringsmiddelen, om te garanderen dat
deze nooit zullen worden aangewend om menselijk leven te vernietigen;
m) het passend is te verklaren, dat dit algemeen beginsel in het financieel reglement van
toepassing is op de EU-begroting (art. 322 VWEU);
WORDT VOORGESTELD DE VOLGENDE WETTELIJKE BEPALINGEN TOE TE
VOEGEN
1:
Het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese
Gemeenschappen: amendement op de Verordening (EG, Euratom) N. 1605/2002 van
de Raad van 25 juni 2002 dat het Financieel Reglement van toepassing verklaart op de
algemene begroting van de Europese Gemeenschappen
TITEL II
BEGROTINGSBEGINSELEN
HOOFDSTUK 9 (nieuw)
Beginsel van samenhang
Artikel 31 (nieuw)
Er zal geen budget worden gereserveerd voor de financiering van activiteiten die
menselijke embryo's vernietigt, of waarbij hun vernietiging verondersteld kan
worden.
2:
Financiering van onderzoek: amendement op het Voorstel voor een verordening van het
Europees Parlement en de Raad dat een kaderprogramma voor onderzoek en innovatie
(2014-2020) stelt - Horizon 2020 - COM (2011) 809 definitieve versie
Artikel 16
(Ethische principes)
1. (...)
2. (...)
3. De volgende onderzoeksgebieden worden niet gefinancierd:
(a) onderzoeksactiviteiten gericht op het klonen van mensen;
(b) onderzoeksactiviteiten gericht op verandering van het genetisch erfgoed van
mensen, die deze veranderingen erfelijk zouden kunnen maken;
(c) onderzoek gericht op het creëren van menselijke embryo's voor onderzoek of voor
het verkrijgen van stamcellen, ook door middel van somatische cellen nucleairs;
(d) onderzoeksactiviteiten die erop zijn gericht menselijke embryo’s te vernietigen,
inclusief de activiteiten die gericht zijn op het verkrijgen van stamcellen, en
onderzoek waarbij menselijke embryonale stamcellen in achtereenvolgende
stappen gebruikt worden om ze te verkrijgen.
4. (...)
5. (...)
3:
Ontwikkelingssamenwerking: amendement op Verordening (EG) N. 1905/2006 van het
Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een
financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking
Artikel 2
(Scope)
1. (...)
2. (...)
3. (...)
4. (...)
5. Een bijdrage van de Unie, op grond van deze Verordening, zal niet worden
gebruikt om abortus te financieren, direct of indirect, via de financiering van
organisaties die abortus aanmoedigen of bevorderen. Er wordt in deze
Verordening niet gerefereerd aan reproductieve en seksuele gezondheid,
gezondheidszorg, rechten, diensten, leveringen, onderwijs en informatie op de
Internationale Conferentie over Bevolking en Ontwikkelingssamenwerking, haar
principes en het actieprogramma, de Agenda van Caïro en de Millennium
Doelstellingen met name MDG n. 5 over gezondheid en moedersterfte welke
kunnen worden geïnterpreteerd als rechtsgrondslag voor gebruik van EU-fondsen
om direct of indirect abortus te financieren.
6) (vorige artikel 5)
7) (vorige artikel 6)
Download