Functiebeschrijving Secretaris-generaal Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen DEEL 1: CONTEXTINFORMATIE 1. Functietitel Secretaris-generaal van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen (FWO) 2. Context 2.1. Hoofdactiviteit van het agentschap Het FWO is een Stichting van Openbaar Nut, erkend als privaatrechtelijk Extern Verzelfstandigd Agentschap van de Vlaamse overheid, met als doel het stimuleren en ondersteunen van grensverleggend fundamenteel wetenschappelijk onderzoek in alle wetenschapsgebieden aan de universiteiten van de Vlaamse Gemeenschap (m.i.v. samenwerkingsverbanden tussen de Vlaamse universiteiten en andere kennisinstellingen) op basis van wetenschappelijke interuniversitaire competitie. Dit onderzoek wordt voornamelijk gesteund door de Vlaamse overheid, maar ook met toelagen en faciliteiten van de Federale overheid, de Nationale Loterij en in beperkte mate het mecenaat. 3. Interne organisatie 3.1. Rapporteringslijnen Aan wie rapporteert de secretarisgeneraal? De voorzitter, het Bureau, Raad van Bestuur en het Auditcomité, Welke andere functies rapporteren aan de voorzitter, het Bureau en de Raad van bestuur? Welke functies rapporteren aan de secretaris-generaal? geen directeur Steun aan Onderzoekers, directeur Intern Beheer, hoofd stafdienst Internationale Aangelegenheden, dienst Communicatie en de staf Onderzoeksbeleid. 3.2. Organogram administratie http://www.fwo.be/nl/contact/organigram-fwo-administratie/ 2 DEEL 2: DOEL EN RESULTAATSGEBIEDEN 4. Doel Binnen het kader van de statuten van het FWO en het beleid van het Bureau en de Raad van Bestuur plannen, organiseren, coördineren, opvolgen en bijsturen van de organisatie, teneinde de korte- en lange termijndoelstellingen, zowel deze bepaald door de Raad van Bestuur als deze vervat in de samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse overheid, te realiseren. 5. Resultaatsgebieden 5.1. Beleidsvoorbereiding Vanuit de realiteit van de beleidsuitvoering, instaan voor de beleidsvoorbereiding in overleg met en in opdracht van de voorzitter, het Bureau en de Raad van Bestuur van het FWO. Voorbeelden van activiteiten: Het opzetten en uitbouwen van systemen en structuren ter optimalisatie van kwaliteitsvol grensverleggend fundamenteel onderzoek in Vlaanderen en de internationalisering ervan, met heel bijzondere aandacht voor de integratie in de Europese onderzoeksruimte Het volgen en analyseren van de trends van het Vlaamse, federale, Europese en internationale wetenschapsbeleid Plannen en pro-actief handelen op lange termijn, met oog voor risico’s en opportuniteiten, en inschatting van de consequenties Secretariaat van de Raad van Bestuur en Bureau Begeleiding vergaderingen van het Bureau, de Raad van Bestuur, de wetenschappelijke commissies (m.i.v. de Expertpanels, jury’s, …) en ad hoc werkgroepen Relatie tussen wetenschappelijke commissies en bestuursorganen Relatie tussen bestuursorganen en administratie 5.2. Beleidsuitvoering Vanuit het beleid en de doelstellingen van het FWO, in overleg met de voorzitter, het Bureau en het directiecomité de opdrachten voor de FWO-administratie vertalen naar concrete doelstellingen voor de personeelsleden van de FWO-administratie en deze concretisering, recurrent evalueren en bijsturen, teneinde de geprogrammeerde werkzaamheden van het FWO te verzekeren, conform het beleid van de Raad van Bestuur en de samenwerkingsovereenkomst. Voorbeelden van activiteiten: • overleggen met de voorzitter, het Bureau en het directiecomité • algemeen management van de FWO-diensten • plannen, organiseren, coördineren en opvolgen van de dagelijkse werkzaamheden binnen de FWO-diensten • het leiden en begeleiden van de medewerkers van de FWO-administratie • delegeren van opdrachten naar de medewerkers • instaan voor het financieel beheer van het FWO-budget • instaan voor de permanente kwaliteitszorg • bewaken van de effectiviteit en efficiëntie van de processen en van de organisatiestructuur 3 • • permanente zorg voor het in stand houden van efficiënte, transparante en objectieve evaluatieen selectieprocedures onderhouden van goede relaties met de stakeholders (overheid, Raad van Bestuur, Bureau, onderzoekers, medewerkers) 5.3. Organisatie en begeleiding vergaderingen wetenschappelijke commissies Organiseren en begeleiden van de vergaderingen van de wetenschappelijke commissies (m.i.v. de Expertpanels, jury’s, …) teneinde de transparantie en de objectiviteit van de procedures te waarborgen. Voorbeelden van activiteiten: voorbereiden van de commissie-, panel-, jury- en andere vergaderingen begeleiden van de commissie-, panel-, jury- en vergaderingen waken over de transparantie en objectiviteit van de procedures aanmoedigend en corrigerend optreden 5.4. Monitoring en bijsturing van de beleidsuitvoering Opvolgen (monitoring), evalueren en bijsturen van de beleidsuitvoering van de organisatie, teneinde de doelstellingen op lange termijn en op korte termijn (Raad van Bestuur en samenwerkingsovereenkomst) te realiseren. Voorbeelden van activiteiten: • • • • • monitoren realisatie operationele doelstellingen samenwerkingsovereenkomst analyse van de bestedingen optimaliseren van de interne processen ICT-realisaties Financiële rekeningen opvolgen 5.5. Optimaliseren van de werking van de organisatie Permanent optimaliseren van de werking van de instelling op het vlak van organisatiestructuur, de werkingsprocessen, de dienstverlening en de kwaliteitsbewaking. Voorbeelden van activiteiten: Teneinde de werking van de instelling te optimaliseren Structuur bijsturen/aanpassen indien nodig Werkings- en managementprocessen doorlichten en bijsturen indien nodig Dienstverlening optimaliseren Kwaliteit bewaken E-government optimaal toepassen 4 5.6. Leidinggeven (Personeelsbeleid) Binnen het kader van het arbeidsreglement het ontwikkelen en voeren van een adequaat personeelsbeleid, teneinde steeds over voldoende, competente en gemotiveerde medewerkers te beschikken, nodig voor het realiseren van de opdracht en de doelstellingen van de organisatie. Voorbeelden van activiteiten: Het HR-beleid van de instelling opvolgen, bijsturen en optimaliseren. Waken over een correcte toepassing van de verschillende aspecten van het personeelsbeleid door de directeurs en (dienst)hoofden. Organiseren van de delegaties binnen de instelling Instaan voor een adequate interne communicatie binnen de instelling Zorg dragen voor het welzijn van de medewerkers (o.a. zorgen voor een adequate werkomgeving, erop toezien dat zij met respect behandeld worden, optreden bij pesterijen) 5.7. Externe communicatie- en relaties Instaan voor het organiseren van een adequate externe communicatie en goede contacten met de belangrijkste actoren, teneinde een goede informatie-uitwisseling te verzekeren en het professioneel imago van de organisatie te versterken. Voorbeelden van activiteiten: Een coherent en adequaat communicatiebeleid voor de instelling opstellen, organiseren en opvolgen Vertegenwoordiging van de administratie van het FWO in vele vergaderingen en instellingen op Vlaams niveau Internationale contacten, netwerken en overeenkomsten organiseren en onderhouden Vertegenwoordiging in en contacten met Europese en andere organisaties: Science Europe, ESF, Global Research Councils, CERN, … onderhouden van functionele contacten met relevante organismen i.h.b. Vlaamse universiteiten, academici, de administraties en kabinetten betrokken bij wetenschapsbeleid, zoals EWI, Herculesstichting, IWT, VLIR, Koninklijke Academie voor Wetenschap, Letteren en Schone Kunsten, de wetenschappelijke instellingen, de onderzoeksinstellingen en adviesraden (VRWI, FRWB, FRS-FNRS, ...) 5.8. Samenwerking met de bestuursorganen Als secretaris-generaal instaan voor een goede en correcte samenwerking met de Raad van Bestuur, Bureau, Auditcomité en Raadgevend Comité voor de Financiën van de instelling, zodat elke instantie haar rol naar behoren kan vervullen, met inachtname van de decretale of wettelijke bepalingen ter zake. Voorbeelden van activiteiten: De Raad van Bestuur ondersteunen bij het afsluiten van de samenwerkingsovereenkomst met de minister (voorbereiding, negotiatie, etc …) De bestuursorganen via rapportage op regelmatige tijdstippen informeren over de gang van zaken in de instelling, de vooruitgang van de doelstellingen, de begrotingsresultaten, … Een goede verstandhouding opbouwen met de voorzitter, met de leden van het Bureau, van de Raad van Bestuur, van het Auditcomité en van het Raadgevende Comité. 5 DEEL 3: COMPETENTIEPROFIEL 6. Waardegebonden en gedragscompetenties 1. Voortdurend verbeteren: Anticipeert via structurele maatregelen om aan toekomstige uitdagingen te beantwoorden en stimuleert het voortdurend verbeteren bij anderen 2. Samenwerken: Creëert gedragen samenwerkingsverbanden 3. Klantgerichtheid: Onderneemt structurele acties om de dienstverlening van de organisatie aan de klanten te optimaliseren 4. Betrouwbaarheid “consequent en correct handelen”: Handelt integer in een veelheid aan situaties, ook in die waar geen eenduidige regelgeving voor bestaat 5. Visie (conceptueel denken): Brengt een eigen beleid naar voren dat de organisatie op lange termijn beïnvloedt 6. Overtuigingskracht: Hanteert aangepaste beïnvloedingsstrategieën 7. Beslissen: Neemt beslissingen in situaties waarin het risico niet eenduidig in te schatten is 8. 360°-inlevingsvermogen: Reageert (via houding en handelen) adequaat op impliciete, onuitgesproken gedachten, gevoelens, behoeften, verwachtingen van anderen 9. Richting geven: Geeft richting zowel via processen en structuren als via het bepalen en uitdragen van een visie 10. Organisatiebetrokkenheid: Bewaakt en verdedigt op consequente wijze de belangen, de opdracht en de handelswijze van de organisatie 11. Delegeren: Delegeert ruime verantwoordelijkheidsgebieden 7. Vaktechnische competenties 7.1. Kennis van management - - inzicht in processen rond financiën en begroting en de relatie met managementinformatie inzicht in personeelsmanagement als een instrument om bij te dragen aan de realisatie van de strategische opties. algemeen inzicht in de strategische mogelijkheden en beperkingen van ICT, onder meer op basis van ervaring met projecten waarin ICT een belangrijke rol speelde in staat zijn de regelgeving voor de eigen materie te managen en efficiënt in te zetten als instrument voor het realiseren van de doelen van de organisatie inzicht hebben in besluitvormingsprocessen in de overheidscontext in staat en bereid zijn een beleid te voeren waarin omgaan met diversiteit als een troef wordt beschouwd 7.2. Diploma: De functiehouder dient te beschikken over een diploma van doctor op proefschrift. 7.3. Ervaring Beschikken over: - uitgebreide managementervaring in wetenschappelijk onderzoek en onderzoeksbeleid; - grondig inzicht in het universitair landschap en beleid, en in beleidsvoering inzake wetenschappelijk onderzoek, zowel in Vlaams, federaal, Europees als ruimer internationaal verband. 6