De Simple Present en Simple Past in vraag- en ontkennende zinnen Simple Present I, You, We, You en They - hele werkwoord He, She en It - hele werkwoord + S VB: They walk to school every day VB: She walks to school every day Vraagzinnen * To be (am, is, are), can, have got: Werkwoord vooraan de zin plaatsen VB: Is she a lovely girl? VB: Can I see the dentist? VB: Has she got a dog? * Zelfstandige werkwoorden (alle overige werkwoorden) Do of does vooraan de zin gevolgd door hele werkwoord VB: Do you like my sister? VB: Does she hate your brother? Let op: Gebruik altijd het hele werkwoord (dus ZONDER S!!!!) (ezelsbruggetje: Does heeft al een S dus niet ook nog een S achter het werkwoord) Ontkennende zinnen * To be (am, is, are), can, have got Not achter het werkwoord plaatsen VB: We are not (aren’t) going to the dentist VB: He cannot (can’t) sing very well VB: They have not(haven’t) got a car * Zelfstandige werkwoorden (de overige werkwoorden) Doesn’t of don’t gevolgd door het hele werkwoord VB: He doesn’t like PE VB: They don’t sing very well Let op: Gebruik altijd het hele werkwoord (dus ZONDER S!!!!) (ezelsbruggetje: Does heeft al een S dus niet ook nog een S achter het werkwoord) Simple Past Regelmatige werkwoorden: I, You, He, She, It, We, You, en They -hele werkwoord + ED VB: Yesterday she worked very hard VB: They walked to the beach last week Onregelmatige werkwoorden: I, You, He, She, It, We, You, en They - 2e rijtje van de onreg. werkwoorden VB: She went to the cinema two days ago (2e rijtje, verleden tijd van To go) VB: We sang a beautiful song yesterday (2e rijtje, verleden tijd van To sing) Vraagzinnen: * To be (was,were), can(could), have got(had got) Werkwoord vooraan de zin plaatsen VB: Was she dancing? VB: Could I do that? VB: Had she got a nice dog? * Zelfstandige werkwoorden (overige werkwoorden) Did vooraan de zin gevolgd door het hele werkwoord VB: Did we go to school last week? VB: Did you like that? Let op: Gebruik altijd het hele werkwoord (dus ZONDER ED!!) (ezelsbruggetje: alleen het eerste werkwoord mag in de verleden tijd) Ontkennende zinnen *To be (was,were), can(could), have got(had got) Not achter het werkwoord plaatsen VB: They were not (weren’t) a nice group VB: He could not (couldn’t) have done that VB: She had not (hadn’t) seen him *Zelfstandige werkwoorden (overige werkwoorden) Didn’t gevolgd door het hele werkwoord VB: She didn’t like her teacher VB: We didn’t go to school Let op: Gebruik altijd het hele werkwoord (dus ZONDER ED!!) (ezelsbruggetje: alleen het eerste werkwoord mag in de verleden tijd)