Extra Grammatica Uitleg

advertisement
Extra Grammatica Uitleg
1) Lijdende vorm
Vaak moet je een zin herschrijven in de lijdende vorm. Je moet er dan op letten dat het
dezelfde tijd blijft. Mogelijkheden met bv. het werkwoord ‘see’
o.t.t
o.t.t. met ing
o.v.t.
o.v.t. met ing
v.t.t.
v.v.t.
Toekomst
hulpww
see/sees
am/is/are seeing
saw
was/were seeing
have/has seen
had seen
will see
can/could see
will/would see
shall/should see
must see
may/might see
am/is/are seen
am/is/are being seen
was/were seen
was/were being seen
have/has been seen
had been seen
will be seen
can/could be seen
will/would be seen
shall/should be seen
must be seen
may/might be seen
De vorm van ‘be’ die erbij komt is steeds dezelfde vorm als het hoofdwerkwoord in de
normale zin. Daarachter komt steeds een voltooid deelwoord.
2) Zinnen met No sooner, seldom, never, rarely, hardly ever, not only, little, enz. …
Bij deze zinnen moet je het hulpwerkwoord en het onderwerp omdraaien, net als in een
vraag.

When he had paid the sweater, he immediately put it on.
No sooner had he paid the sweater, then he immediately put it on.
Als je geen hulpwerkwoord hebt gebruik je do, does of did zoals in een vraag.

The boy never saw a beautiful girl like that before.
Never before did the boy see such a beautiful girl like that.
Dus ook:
 Never have I seen such a terrible film.
 Little did he know he would one day be prime minister.
 Not only was it raining, it was also cold.
1|Page
3) If-zinnen
In if-zinnen komt altijd een vorm van ‘will’.
If
If
If
If
If
If
o.t.t.
it rains
o.v.t.
I were you
v.v.t.
He had been rich
will
I will stay home
would
I would not say anything
would have
He would have bought a new car
4) Indirecte en directe rede
Bij indirecte rede moet de tijd waarin het werkwoord staat mee veranderen met het werkwoord dat
erbij staat.

‘I will never leave Holland’, he said (verleden tijd)
He said he would never leave Holland.

“What is the height of the Empire State Building?”
He wanted to know what the height of the Empire State Building was.

“Did you phone your parents?” said Jane.
Jane asked us if we had phoned our parents
5) Verleden tijd na I wish, it’s about time, it’s high time



I wish I had £1million.
It’s high time we did some work.
It’s about time he bought a new car.
6) The Gerund
Na bepaalde werkwoorden zoals hate, like, love, enjoy, stop, begin, regret, insist on, give up,
deny, suggest
 I enjoy learning English.
 I hate eating spaghetti.
Na voorzetsels
 After leaving work, he went to the gym.
2|Page
Na bepaalde uitdrukkingen zoals: no use, worth
 It’s no use talking to him.
 Is it worth doing?
7) Na bepaalde werkwoorden, bijv nw en uitdrukkingen het hele ww








I hope to hear from you shortly.
We can’t afford to give you a pay rise.
I want you to do something for me.
It’s very difficult to explain.
Tell me where to go/ how to get there/ what to say.
I’d love to have met him.
He doesn’t seem to have done it.
He refused to tell me where they went
8) Iets laten doen: have + lijdend voorwerp + voltooid deelwoord
 He had his house painted
9) Iemand dwingen iets te doen: let/make + meew. vw + hele werkwoord
 Mary’s parents let her drive their car.
 My father made me do my homework.
10) So and Neither
Na een positieve (bevestigende zin) krijg je so, na een negatieve (ontkennende)
zin gebruik je neither (nor mag ook, is precies hetzelfde). Je moet de tijd en het
werkwoord hetzelfde houden, net als in question tags.
Bv. I am feeling tired. So is Tom.
Jimmy doesn’t like fish. Neither do I.
11) Question tags
In het Engels zet je een ‘question tag’ achter je zin als je de mening van iemand
anders wilt horen.
Bv. He’s a nice kid, isn’t he?
Hoe maak je een question tag:
3|Page
1. zet het hulpwerkwoord uit de zin erachter.
bv. Jimmy can’t come, can he?
Is er geen hulpwerkwoord, gebruik je ‘do, does of did’
o
o
o
Do : tegenwoordige tijd: I, we, you en they
Does: tegenwoordige tijd: he, she en it
Did: verleden tijd: alle personen
 He likes sweets, doesn’t he?
 They buy a lot of books, don’t they?
 She bought a new dress, didn’t she?
2. in één van de twee zinsdelen moet een ontkenning (not, never, nobody, nothing)
 John is a nice boy, isn’t he?
 That’s not your father, is it?
3. het onderwerp uit de zin. Als het nodig is moet je er een persoonlijk
voornaamwoord van maken.
 Your mother loves cooking, doesn’t she?
12) ‘d rather en ‘d prefer
Er zijn 4 verschillende constructies mogelijk met rather en prefer, die moet je goed
uit elkaar kunnen houden.
Let op: er moet altijd had of ‘d voor
‘d prefer + to + inf
I’d prefer to go home now.
‘d prefer + lijd vnw + to + inf
I’d prefer him to go home now.
‘d rather + inf
I’d rather go home now.
‘d rather + ond. + verl. tijd
I’d rather he went/didn’t go home
4|Page
Grammar Point overzicht, met niveau aanduiding
Nr
Onderwerp
GP 1
Commands
Gebiedende wijs
Present Simple
Onv. Teg. Tijd
Personal Pronouns
Pers. vnw
A, an, the
lidwoorden
Present Continuous
Onv. Teg. Tijd met -ing
Possessive pronouns
Bez. vnw
Prepositions
Voorzetsels
There is/there are
Er is/er zijn
Modals
hulpwerkwoorden
Demonstrative pronnouns
Aanw. vnw
Conjunctions
Voegwoorden
Interrogative pronouns
Vraagwoorden
Adverbs
Bijwoorden
Time expressions
Bep. Van tijd
Singular/plural
Enkelv./meervoud
Past simple/used to
Onv. Verl. Tijd
Present perfect
Volt. Teg. tijd
Adjectives
Bijv. nw
Quantifiers
Hoeveelheidswrd
Future
toekomst
GP 2
GP 3
GP 4
GP 5
GP 6
GP 7
GP 8
GP 9
GP 10
GP 11
GP 12
GP 13
GP 14
GP 15
GP 16
GP 17
GP 18
GP 19
GP 20
Tot ele.
Pre-Int.
Interm.
Adv.
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
5|Page
GP 21 Would rather/had better
Zou liever/kunt beter
GP 22 Question tags
Toegevoegde vragen
GP 23 Relative pronouns
Betr. vnw
GP 24 Reflexive pronouns
Wederk. vnw
GP 25 The Passive
De Lijdende vorm
GP 26 Conditionals
Voorwaarden
GP 27 The Gerund
De –ing vorm
GP 28 Phrasal verbs
ww. met voorzetsels
GP 29 Concurrence
So/neither
GP 30 Reported speech
Indirecte rede
GP 31 Inversion
Wisseling ond / pv
GP 32 Deduction
Waarschijnlijkheid
GP 33 The infinitive
Het hele ww
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
6|Page
Download