Past Simple of Past Continuous Past Simple: Vorm: - hele werkwoord + ed bij regelmatige werkwoorden Bv. He worked in a factory in 1991 - 2e rij van de onregelmatige werkwoorden bij onregelmatige werkwoorden. Bv. He went to London last year. Gebruik: Je gebruikt de Past Simple als iets volledig in het verleden heeft plaatsgevonden en dus afgelopen is. Bv. He gave his last concert in 2005. Hij gaf zijn laatste concert in 2005. Hij heeft zijn laatste concert in 2005 gegeven. De Nederlandse vertalingen geven aan dat je hier dus niet met het Nederlands moet vergelijken! In vragende en ontkennende zinnen in de Past Simple moet je did/didn’t gebruiken. Bv. He came home late yesterday. Did he come home late yesterday? He didn’t come home late yesterday. Veel voorkomende tijdsaanduidingen: - Yesterday - The day before yesterday - An hour/week/month/year ago - In December 2000 - The other day - Last week/month/year - In the past Then When I was young During the war When ….? Past Continuous: Vorm: - de verleden tijd van ‘to be’ (was/were)+ werkwoord met –ing Bv. He was working on his bike when his father entered. Let op: was bij I, he, she, it Were bij we, you, they Gebruik: Zoals altijd gebruik je de Continuous voor iets dat enige tijd duurde. Vaak wordt het in combinatie met de Past Simple gebruikt om aan te geven dat iets bezig was toen er plotseling iets anders gebeurde. Bv. I was watching television when the phone rang.