Present simple Grammar Present simple onvoltooid tegenwoordige tijd een feit, een gewoonte of regelmaat Bevestigende zinnen Bij zelfstandige werkwoorden hebben alle vormen in de present simple dezelfde vorm als de infinitief. I live You live We live They live Enige uitzondering op de regel is de 3de persoon enkelvoud, waar na he/she/it nog een –s/-es bijhoort. He lives She lives It lives Let op! Eindigt het hele werkwoord op –o, dan komt er –es achter het werkwoord. • go => goes Eindigt het hele werkwoord al op –s, dan komt er –es achter. • wach => watches • catch =>catches Eindigt het hele werkwoord op –y, dan valt de –y weg en dan wordt deze vervangen door –ies. • fly => flies • try => tries Eindigt het werkwoord op –y met a, e, o, of u ervoor dan moet er gewoon een –s achter het werkwoord. • buy => buys • stay => stays Tijdsaanduidingen (Signaalwoorden) voor het werkwoord aan het eind (begin) van de zin • always • every day/week • often • every morning/afternoon • usually • every evening/night • sometimes • in the morning/in the evening • rarely/seldom • every month/year • never • on Mondays/Tuesdays/… • at weekends/at the weekend Deze woorden komen voor het werkwoord in een zin, als er maar één werkwoord in de zin staat: • I always buy my food at the Eurostore supermarket. Examples: Ze komen na het eerste hulpwerkwoord als er meer werkwoorden in de zin staan: • She buys a lot of candy every week. / Every week she buys a lot of candy. • We can always make last-minute alterations. • Conferences are often held in summer. • We play tennis at weekends. / At wwekends we play tennis. Ze komen direct na vervoegingen van to be: • He’s always late. • We are often disturbed by our neighbours • I’m always late for work on Mondays. / On Mondays I’m always late for work. Vragen TO BE en CAN Zet de vorm van to be vooraan. • You are… > Are you…? • He is… > Is he…? Zet de vorm van can vooraan • You can… > Can you…? • He can… > Can he…? Andere werkwoorden Je maakt vragen met do of does. Zet Do of Does vooraan de zin. Haal de s achter het hoofdwoord weg. • Do + I, you, we, they • Does + he, she, it • You like… > Do you like? • He likes… > Does he like…? Ontkenningen TO BE en CAN Zet not achter de werkwoordsvorm. • I’m not… • You aren’t… • He isn’t… • We can’t… Andere werkwoorden Zet don‘t of doesn‘t voor het werkwoord. Haal de s achter het hoofdwoord weg. • I/You/We/They don‘t • He/She/It doesn‘t • I like… - I don‘t like… • He likes… - He doesn‘t like… Wanneer gebruik je de present simple? 1. Gewoontes • I go to school every day. He always gets up late. 2. Vaststaande feiten • The sun rises in the east. • Nurses look after patients. 3. Bij een rechtstreeks (sport)verslag • Robben passes the ball to van Persie. The defender tries to tackle van Persie. 4. Bij gebeurtenissen op een vaste tijd in de toekomst (volgens een rooster) • The ferry leaves at 15.30. 5. Bij de werkwoorden belong, forget, remember en seem • She doesn’t remember. I always forget to bring my math book. 6. Bij werkwoorden die aangeven mening en gevoelens (think, believe, know, understand, mean, like, love, hate, dislike) • I hate summer in the city. • She understands me well. 7. Bij werkwoorden die aangeven zintuiglijke waarneming (feel, hear, see, smell, taste) • I hear the doorbell. 8. Bij werkwoorden die aangeven wens/bevel (need, prefer, want) • Do you want to come with us? 9. Bij werkwoorden die aangeven bezit (have, own, possess) • We have three children. Online oefenen • http://oud.digischool.nl/en/grammatica/pressimp-vraag1.htm • http://oud.digischool.nl/en/grammatica/pressimp-vraag2.htm • http://engelsklaslokaal.nl/oefenen-met-grammatica/oefenen-met-1tijd/simple-present/ • https://www.ego4u.com/en/cram-up/tests/simple-present-1 • https://www.ego4u.com/en/cram-up/tests/simple-present-1 • http://www.really-learn-english.com/simple-present-exercises.html