JGZ-richtlijn Vroeg en-of SGA geboren kinderen Powerpoint

advertisement
Bijscholing JGZ richtlijn “Te vroeg en/of small
for gestational age (SGA) geboren kinderen”
Landelijke werkgroep, met adviseurs: S. v.d. Pal (TNO) en M. Pols
(Orde van Medisch Specialisten)
Inhoud van de presentatie
•
•
•
•
•
•
•
Prevalentie, incidentie & knelpunten
Achtergrond, doel & afbakening
Inhoud van de richtlijn
H2. Samenwerken en afstemmen
H3. Basiskennis, vroegsignalering, interventies & doorverwijzing
Veranderingen t.o.v. huidige werkwijze
Registratie
Randvoorwaarden
Losse bijlagen richtlijn:
o Voorbeeld overdrachtsformulier
o Interventies op NICU afdeling of vlak na ontslag
o Literatuursearches
Prevalentie en incidentie
In Nederland in 2008 van alle geboortes (PRN, 2008):
• 7,7% prematuur (<37.0 weken) geboren
• 1,5% zeer te vroeg (<32.0 weken)
• 1,4% geboortegewicht onder 1500 gram (grotendeels zijn dit
tevens te vroeg geboren kinderen).
.
Prevalentie en incidentie
•
Laatste 10 jaar geen toename van aantal vroeggeboortes, echter:
•
Nieuwe behandelrichtlijnen voor vroeggeborenen jonger dan 25
weken (NVK, NVOG 2010); toename extreem vroeggeboren baby's
•
Perinatale sterfte (2007);
o Zwangerschapsduur 22+0 tot 32+0 weken: 38,9%
o Zwangerschapsduur 32+0 tot 37+0 weken: 2,1%
o De overlevingscijfers verbeteren jaarlijks
•
Steeds meer vroeg/SGA-geboren met gezondheidsrisico!
Knelpunten
Uit focusgroepen met zorgverleners & met ouders:
1.
Weinig afstemming diverse zorgverleners bij nazorgtraject
2.
Intensieve (dubbele) monitoring <32 weken, juist minder bij 3237 wkn
3.
Ouders vaak het “doorgeefluik” van communicatie en informatie
4.
Tegenstrijdige adviezen/conclusie bijvoorbeeld door het niet
eenduidig corrigeren voor vroeggeboorte
5.
Weinig specifieke kennis bij JGZ over gevolgen vroeg/SGA
geboorte en nazorg
Eerdere richtlijnen niet actief geïmplementeerd!
Achtergrond richtlijn
•
1997, NVK/NVJG: Protocol “Nazorg pre- en/of dysmature
zuigelingen en andere pasgeborenen met een potentieel
gezondheidsrisico”.
•
2009, NVK/AJN: Rapport “Samenwerken en afstemmen”.
Aanbevelingen en aandachtspunten bij het opstellen van een
protocol over de overdracht van gegevens van kinderen met een
gezondheidsrisico.
•
2009: Start ontwikkeling huidige JGZ-richtlijn: “Nazorg te vroeg
en/of SGA-geboren kinderen”, door landelijke werkgroep
(adviseurs TNO & Orde van Medisch Specialisten).
Doel van de richtlijn
•
Het verbeteren van de (na)zorg voor te vroeg (<37 zwangerschapswk) en
SGA (<-2SDS) geboren kinderen door het verbeteren van:
o samenwerking, overdracht en afstemming JGZ en andere
professionals (bijv. kinderarts)
o basiskennis JGZ over de gevolgen voor deze kinderen en hun ouders
o vroege signalering (rekening houdend met de mate van
vroeggeboorte) en tijdige interventie/doorverwijzing
Afbakening
Richtlijngebruikers;
• JGZ 0-4; vanaf geboorte & met aanbevelingen voor overdracht
naar JGZ 4-19.
• Ziekenhuizen; vooral van belang i.v.m. overdragen en afstemmen
(zie ook hoofdstuk 2 richtlijn en samenvatting ziekenhuis)
Doelgroep; kinderen (en hun ouders) die:
• Te vroeg geboren zijn (zwangerschapsduur onder 37+0 weken)
• Te licht geboren zijn voor de zwangerschapsduur
(geboortegewicht tov GA bij geboorte < -2SDS)
Inhoud; hoofdstukken richtlijn
H 1; Inleiding
Definities, Achtergrond, Indeling en afbakening
H2; Samenwerken en afstemmen Gebaseerd op rapport AJN-NVK (2009): Samenwerken en Afstemmen
Casemanager, Overdracht, Afstemmen
H 3: Basiskennis JGZ & signalering, interventies en doorverwijzing
Basiskennis problematiek en gevolgen, Vroegsignalering, Interventies,
doorverwijzing Voornamelijk gebaseerd op: systematisch literatuur onderzoek (EBRO-methode) van huidige
nationale en internationale literatuur:
H2 Samenwerken en afstemmen; belangrijkste aanbevelingen!
Casemanager
Klinische fase
Na ontslag
(nazorgfase)
Geen klinische fase
Kinderarts (regionaal/academisch)
Regionale kinderarts (in enkele gevallen academisch
kinderarts), totdat deze overdraagt naar andere/reguliere
zorgverlener (zoals JGZ/huisarts).
Reguliere zorgverlener (zoals JGZ/huisarts).
Overdracht:
-
Vóór of direct bij ontslag schriftelijke overdracht meest relevante medische
en verpleegkundige gegevens
Binnen twee weken na ontslag definitieve overdracht
De casemanager coördineert deze overdracht.
Ouders worden geïnformeerd over de overdracht naar de JGZ
Warme overdracht in situaties met speciale zorgbehoefte, te bepalen door
casemanager. Ouders, verpleegkundige ziekenhuis, jeugdverpleegkundige
aanwezig.
H2 Samenwerken en afstemmen; belangrijkste aanbevelingen!
Afstemmen:
•
Vóór ontslag naar huis onder verantwoordelijkheid van de
casemanager heldere afspraken over het nazorgtraject maken
tussen de betrokken zorgverleners en in overleg met de ouders.
•
Controles worden zodanig op elkaar afgestemd dat de belasting
voor ouders en kind minimaal is
H2 Samenwerken en afstemmen; vragen
1.
Wat is het verschil met de huidige werkwijze/situatie?
2.
Wat zijn nu al de te verwachten knelpunten?
3.
Hoe zijn deze knelpunten mogelijk op te lossen?
H3: Basiskennis JGZ & signalering, interventies en doorverwijzing;
belangrijkste aanbevelingen!
Risicofactoren gevolgen kinderen
- Extreme vroeg/SGA geboorte
- Chronische longziekte (CLD/BPD)
- Neurologische afwijkingen, cerebrale echoafwijkingen met intraventriculaire
bloedingen en periventriculaire leukomalacie (IVH/PVL)
- Mannelijk geslacht van het kind
- Kinderen die al vroeg achterstanden laten zien in het cognitief of motorisch
functioneren of vroeg (regulerende) gedragsproblemen laten zien
- Ouders met laag opleidingsniveau of lage sociaal economische klasse (SES).
Verwaarlozing of een weinig stimulerende thuisomgeving
H3 Basiskennis JGZ:
Gevolgen kinderen
1. Mentaal
- Mentale/cognitieve achterstand
- Schoolproblemen
- Spraak-taalproblemen
- Achterstand executief functioneren
2. (Neuro) Motorisch
- (Neuro)motorische achterstand
- Cerebrale Parese (CP)
- Tonusregulatie; verminderde kwaliteit van bewegen
3. Psycho-sociaal
- Aandachtproblemen/ADHD
- Autistische spectrumstoornis
- Internaliserende/externaliserende gedragsproblemen
- Psychosomatische klachten
4. Fysiek
- Groeiachterstand
- Visuele en/of gehoorsbeperkingen
- Luchtwegproblemen (CLD/BPD, benauwdheid)
- Eet/voedingsproblemen; vertraagde zuig- en slikontwikkeling
- Liesbreuken
- Cardiorespiratoire incidenten na vaccinaties
- Post hemorrhagische ventrikel dilatatie (PHVD/ hydrocephalus)
- Verminderde weerstand
H3: Basiskennis JGZ & signalering, interventies en doorverwijzing
Ouders
Risicofactoren
- Lagere sociaal economische klasse (SES)
- Angstige persoonlijkheid
- Posttraumatische stress
- Stressoren in de omgeving (steun is beschermend)
- Psychiatrische aandoening
Gevolgen
1. Psychisch/ psycho-sociaal:
- Depressie
- Angst
- Posttraumatische stress
- Onverwerkte schuldgevoelens
2. Ouder-kind interactie:
- Hechting
- Te intense/overbeschermde ouder-kind interactie
- Gevolgen voor hele gezin / moeder en ook vader en hun onderlinge relatie / hele
omgeving (familie-, werkrelaties enz)
H3: Basiskennis JGZ & signalering, interventies en doorverwijzing
Correctie testleeftijd voor vroeggeboorte:
Uitgaan van de uitgerekende / a terme datum (i.p.v. kalenderleeftijd)!
Correctie testleeftijd voor vroeggeboorte (alle kinderen < 37 weken)
Gebied
Correctie
Tot en met gecorrigeerde Lengtegroei*, gewicht,
Ja. Gebruik de gecorrigeerde leeftijd (de
mentale, motorische en
leeftijd berekend vanaf de uitgerekende
leeftijd van 24 maanden
spraak-taal ontwikkeling
datum), niet de kalenderleeftijd.
Na gecorrigeerde leeftijd
van 24 maanden
Mentale, motorische en
spraak-taal ontwikkeling
Nee. Gebruik de kalenderleeftijd; bij een
vertraagde ontwikkeling ook de
gecorrigeerde leeftijd in het eindoordeel
betrekken.
#
Ja. Gebruik de gecorrigeerde leeftijd tot
Lengtegroei , gewicht
5 jaar.
# Groeicurves voor te vroeg geboren kinderen per zwangerschapsduur in weken:
sinds oktober 2011 beschikbaar via www.tno.nl/groei (kunnen (indien beschikbaar) naast de
standaard curves (gecorrigeerd voor vroeggeboorte) gebruikt worden bij het monitoren van de
groei van deze kinderen).
H3: Basiskennis JGZ & signalering, interventies en doorverwijzing
Monitoren ontwikkeling:
-
Voor het monitoren van de ontwikkeling van te vroeg of SGA
geboren kinderen dient het Van Wiechenschema gebruikt te
worden (testleeftijd gecorrigeerd voor vroeggeboorte).
-
Bij twijfel over achterstand na het afnemen van het Van
Wiechenschema dient overlegd te worden met de kinderarts over
deze twijfel, tenzij de ontwikkeling van het kind tevens in het kader
van follow-up door een andere professional gevolgd wordt.
-
Bij een geconstateerde achterstand dient het kind door-/terugverwezen te worden naar de kinderarts.
H3: Basiskennis JGZ & signalering, interventies en doorverwijzing
Voedingsadvies
•
De kinderarts en/of diëtist geeft bij ontslag een voedingsadvies aan
de ouders en JGZ en geeft het aan wanneer de JGZ het
voedingsbeleid kan overnemen.
•
Bij het voedingsbeleid is het van belang aandacht te hebben voor
verrijkte (postdischarge) voeding en een eventueel vertraagde
zuig- en of slikontwikkeling, vooral bij kinderen die SGA geboren
zijn of BPD/NEC hebben (gehad).
•
Streven naar een snelle inhaalgroei wordt afgeraden bij te vroeg of
SGA geboren kinderen.
H3 Basiskennis JGZ & signalering, interventies en doorverwijzing
Interventies en doorverwijzing:
•
De JGZ dient op de hoogte zijn welke aanvullende interventies ingezet
kunnen worden voor te vroeg of SGA geboren kinderen.
•
De JGZ dient op de hoogte te zijn van de interventies en/of
behandelingen die aangeboden worden aan een te vroeg of SGA geboren
kind en zijn/haar ouders via de kinderarts of andere specialisten.
•
Indien de JGZ bij te vroeg of SGA geboren kinderen een afwijking of
problematiek signaleert die niet (of niet in die mate) eerder bekend was,
dient de JGZ contact op te nemen met de kinderarts (met kopie aan de
huisarts).
•
De JGZ dient contact op te nemen met de huisarts als het kind niet bekend
is bij een kinderarts of andere specialist (zoals een kinderrevalidatiearts of
kinderfysiotherapeut).
H3: Basiskennis JGZ & signalering, interventies en doorverwijzing
Ondersteuning ouders:
-
De JGZ dient alert te zijn op mogelijke psychosociale gevolgen voor
ouders en gevolgen hiervan voor de hechting en/of opvoeding.
-
Ook dient de JGZ op de hoogte te zijn van de deelname van ouders aan
interventieprogramma’s rondom/na ontslag.
-
Ouders dienen vooral optimaal ondersteund te worden in de periode
rondom het ontslag.
-
Bij opvoedproblematiek of psychosociale problematiek dienen de
gebruikelijke JGZ interventies, adviezen en richtlijnen
(opvoedingsondersteuning) gehanteerd te worden of dient
doorverwezen te worden naar/via de huisarts.
H3: Basiskennis JGZ & signalering, interventies en doorverwijzing
Vragen:
-
Wat is het verschil met de huidige werkwijze/situatie?
-
Wat zijn nu al de te verwachten knelpunten?
-
Hoe zijn deze knelpunten mogelijk op te lossen?
Grootste Veranderingen t.o.v. huidige werkwijze
•
Casemanager nazorg na ontslag vanuit het ziekenhuis
•
Overdracht belangrijkste informatie vanuit ziekenhuis, binnen 2 weken
•
Gebruik van de gecorrigeerde testleeftijd voor mate vroeggeboorte
•
Ouders ondersteunen en begeleiden na vroeg/SGA-geboorte
•
Doorverwijzing / terugverwijzing problematiek kinderen via kinderarts,
problematiek ouders via huisarts
Registratie
•
Belang van registreren of het om een te vroeg en/of SGA geboren
kind gaat (dit wordt ook aangeleverd via overdracht vanuit
ziekenhuis)
•
Extra registratie:
o Casemanager
o Gegevens bij ontslag uit het ziekenhuis (zoals gewicht en
voedingsbeleid)
o Groei aangepast voor vroeggeboorte (correctie van standaard
curves en/of gebruik van speciale groeicurves per week
vroeggeboorte)
Randvoorwaarden
-
Status met extra aandacht voor te vroeg- en/of SGA-geboren kinderen, ook bij nieuwe
JGZ werkmethoden, zoals de flexibilisering van de contactmoment en triage.
-
Aanbevolen wordt 1 persoon aan te wijzen per organisatie, als aandachtsfunctionaris die
de zorg en samenwerking voor deze kinderen coördineert.
-
Benodigde consulttijd zal gelijk zijn aan die in de huidige situatie.
-
In het laatste hoofdstuk van de richtlijn: aanbevelingen over toekomstig beleid en
randvoorwaarden m.b.t de regionale nazorgmodellen, regionaal overleg en afstemming,
casemanagement, digitale systemen en digitale overdracht.
-
In het laatste hoofdstuk wordt beschreven naar welke onderwerpen nog nader
onderzoek gedaan dient te worden.
Samenvatting Ziekenhuis; en overdrachtsformulier
•
Samenvatting voor het ziekenhuis
•
Voorbeeld verpleegkundig overdrachtsformulier
Beide in regulier overleg met ziekenhuis bespreken (naast bespreken
regionale afspraken over (warme) overdracht en afstemming en
casemanagement): dan uitreiken van deze samenvatting en het voorbeeld
van verpleegkundig overdrachtsformulier aan het ziekenhuis en
afstemmen over het gebruik.
Voorbeeld foldertekst voor ouders
•
Half-fabrikaat: tekst te gebruiken als informatie/foldertekst, of
voor aanpassing bestaande teksten.
•
Tijdens het ontslag uit het ziekenhuis naar huis of tijdens het
eerste JGZ huisbezoek uit te delen aan ouders
•
Als losse bijlage te vinden op www.ncj.nl
Vragen en discussiepunten ??
Contactinformatie
Contactgegevens NCJ : [email protected]
Contact ontwikkelaars:
TNO; Sylvia van der Pal:
[email protected]
Orde; Margreet Pols:
[email protected]
Meer informatie over gevolgen vroeggeboorte en oudervereniging:
www.couveuseouders.nl
Financiering richtlijn:
-
Deze richtlijn is tot stand gekomen met financiële steun van ZonMw in het kader van het
programma 'Richtlijnen Jeugdgezondheid'
Presentatie-titel | Wijzig deze tekst onder 'Beeld'>'Koptekst en voettekst' |
maandag 24 juli 2017
Download