Actualiteitencollege Loonheffingen en Arbeidsrecht A.L.M. (Harry) Hugens Payrollboeken.nl Najaar 2015 1 Onderwerpen • • • • • • • • • • Tarieven en heffingskortingen Auto van de zaak Werkkostenregeling WKR Minimumloon problematiek Loonkostensubsidies, Premiekortingen en Wet tegemoetkoming loondomein Werken na AOW Wet werk en zekerheid (WWZ) Wet aanpak schijnconstructies (WAS) Regeling DGA Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (WDBA) 2 Tarieven en Heffingskortingen 3 Tarieven hoogte verzamelinkomen maar uw inkomen is niet hoger dan welk belastingtarief - € 19.922 36,55% € 19.922 € 34.027 40,15% € 34.027 € 66.421 40,15% € 66.421 - 52% *) excl. heffingskortingen 4 Tarieven 5 Algemene heffingskorting • Het kabinet gaat de algemene heffingskorting sneller afbouwen • Het kabinet verhoogt het afbouwpercentage van 2,32% in 2015 naar 4,796%. • De verhoging van het afbouwpercentage bedraagt 2,476 % • Hiervan kwam 1 procentpunt verhoging nog uit het Belastingplan van vorig jaar. • De algemene heffingskorting voor de hoogste inkomens zal volledig afgebouwd worden naar € 0 6 Algemene heffingskorting 7 Arbeidskorting • De arbeidskorting stijgt in 2016 • Vooral de lage en middeninkomens profiteren hiervan • Werknemers met een hoger arbeidsinkomen krijgen volgend jaar geen extra arbeidskorting. 8 Arbeidskorting 9 Arbeidskorting • Kleine aanpassingen aan afbouwgrens • Het startpunt van de afbouwgrens van de arbeidskorting wordt flink verlaagd met € 15.950 • De afbouw blijft 4% van het arbeidsinkomen • Het eindpunt van het afbouwtraject blijft nagenoeg gelijk. 10 Arbeidskorting 11 Tabel voor bijzondere beloning • Het kabinet stelt per 2016 twee wijzigingen met betrekking tot bijzondere beloningen voor. • De voordeelregel verdwijnt! – Volgens de voordeelregel ( ook wel bekend als uitzonderingsregel) mag een werkgever een bijzondere beloning bijtellen bij het tijdvakloon, als dit niet tot een hogere loonheffing leidt dan toepassing van de tabel bijzondere beloningen. • en de inkomensafhankelijke opbouw van de arbeidskorting wordt in de tabel bijzondere beloningen verwerkt. 12 Tabel voor bijzondere beloning • Met de wijzigingen wil het kabinet de aansluiting tussen de loonbelasting en inkomstenbelasting verbeteren. • Die is nu nog gebrekkig, waardoor werknemers vaak bij hun aangifte inkomstenbelasting moeten bijbetalen. • Werknemers met een inkomen tot € 20.000 zullen de positieve gevolgen merken van de wijziging. – Momenteel krijgt deze groep werknemers namelijk via de inkomstenbelasting arbeidskorting toegekend over bijzondere beloningen, omdat het niet mogelijk is dit via de loonbelasting te verrekenen. 13 Tabel voor bijzondere beloning 2016 Tabellen voor bijzondere beloningen januari 2016 versie 15-10-2015 Witte tabel Jaarloon Jonger dan de AOW-leeftijd zonder loonheffingskor ting AOW-leeftijd en ouder Geboren in 1945 of eerder met loonheffingskorting* zonder loonheffingskort ing standaard verrekenings% tarief loonheffingskor ting 6.416 9.879 18.296 19.923 20.716 33.716 34.016 34.028 66.422 120.518 36,55% 36,55% 36,55% 36,55% 40,15% 40,15% 40,15% 40,15% 40,15% 52,00% 52,00% 0,00% 36,55% 36,55% 36,55% 40,15% 40,15% 40,15% 40,15% 40,15% 52,00% 52,00% 0,00% -1,79% -27,70% 0,00% 4,80% 4,80% 4,80% 8,80% 8,80% 4,00% 0,00% met loonheffingskorting* standaard tarief 18,65% 18,65% 18,65% 18,65% 22,25% 22,25% 22,25% 22,25% 40,15% 52,00% 52,00% AOW-leeftijd en ouder Geboren in 1946 of later 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 22,25% 22,25% 22,25% 40,15% 52,00% 52,00% zonder loonheffingskort ing verrekenings% loonheffingskor ting 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 2,45% 2,45% 4,49% 4,49% 2,04% 0,00% met loonheffingskorting* standaard tarief 18,65% 18,65% 18,65% 18,65% 22,25% 22,25% 40,15% 40,15% 40,15% 52,00% 52,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 22,25% 40,15% 40,15% 40,15% 52,00% 52,00% verrekenings% loonheffingskor ting 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 2,45% 2,45% 4,49% 4,49% 2,04% 0,00% * Omdat de loonheffingskorting afhankelijk is van de hoogte van het inkomen, moet u het verrekeningspercentage loonheffingskorting toepassen. Voor het berekenen van de loonbelasting/premie volksverzekeringen telt u dit percentage op bij het percentage uit de kolom 'standaardtarief'. U mag de 2 percentages ook afzonderlijk toepassen. Zie voor meer informatie paragraaf 7.3.6 van het 'Handboek Loonheffingen 2016'. 14 Premiepercentages sociale verzekeringen • De premies voor het algemeen werkloosheidsfonds (Awf) en het arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) gaan volgend jaar waarschijnlijk omhoog. • Overheidswerkgevers betalen geen sectorpremie en premie voor het algemeen werkloosheidsfonds (Awf), maar een zogenoemde Ufo-premie. • Deze premie blijft volgend jaar gelijk. • Ook de premie voor de Werkhervattingskas blijft waarschijnlijk gelijk. 15 Premiepercentages sociale verzekeringen 16 Premie Zorgverzekeringswet • De werkgeversheffing ZVW daalt naar verwachting per 1 januari 2016 van 6,95% naar 6,75% • Het maximumbijdrageloon stijgt per 1 januari 2016 van € 51.976,- naar € 52.765,• De werknemersbijdrage gaat opnieuw fors omhoog van 4,85% naar 5,50%. 17 Inkomensplaatje 2016 18 19 Anoniementarief 20 Anoniementarief • Anoniementarief is volgens recente jurisprudentie van toepassing als een werknemer niet zijn naam, adres en woonplaats aan uw onderneming verstrekt, maar alleen zijn BSN-nummer. • BSN-nummer is namelijk niet hetzelfde als de NAWgegevens. • In de wet staat specifiek aangegeven dat zowel de NAWgegevens als het BSN-nummer moeten worden geadministreerd. 21 Auto van de zaak 22 Auto van de zaak • Autobrief II 19 juni 2015 van de Staatssecretaris • Hoofdlijnen in periode 2017 -2020: • Verminderen het aantal bijtellingscategorieën, stapsgewijs van vier naar twee. • Behoudt van de fiscale stimulering van nul-emissievoertuigen. • Verminderen de fiscale stimulering van plug-in hybridevoertuigen. 23 Auto van de zaak • Verlagen het algemene bijtellingspercentage van 25 naar 22. • Verlagen de belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM) geleidelijk tot 2020 met gemiddeld 12%. 24 Auto van de zaak • Dit heeft de volgende gevolgen: • Nulemissie-auto’s: – blijven profiteren van een bijtellingspercentage van 4 – maar vanaf 2019 echter tot een catalogusprijs van € 50.000 – daarboven bedraagt de bijtelling 22%; • Plugin hybride auto’s: – worden in de bijtelling stapsgewijs meer en meer als reguliere auto’s behandeld; 25 Auto van de zaak • E.e.a. geldt alleen voor nieuwe auto’s • Reeds aangeschafte auto’s volgen het 60 maandencriterium • Gaan dus niet automatisch terug van 25% naar 22%. 26 Auto van de zaak • Bijtellingspercentages privégebruik auto • Let hierbij op het 60 maandencriterium! 27 Auto van de zaak • Strenge eisen aan de rittenregistratie! • Het Gerechtshof Den Haag: • Voor een sluitende rittenregistratie zijn de begin- en eindadressen vereist. – Gerechtshof Den Haag, 10 juni 2015, ECLI (verkort): 1470 • Gerechtshof Amsterdam: • Een achteraf opgestelde rittenadministratie op basis van schattingen en waarin gegevens ontbreken is in ieder geval niet voldoende. – Gerechtshof Amsterdam, 18 juni 2015, ECLI (verkort): 3051 28 Auto van de zaak • Feiten uit deze zaak in Den Haag: – uit de rittenregistratie bleek dat het woon-werkverkeer varieerde van 15 tot 30 kilometer. – Dit kwam niet overeen met de routeplanner van de ANWB. • Daaruit bleek namelijk dat de snelste route 13 kilometer was, de kortste route 11,8 kilometer en de route zonder snelwegen 13,2 kilometer. – De verantwoorde kilometers in de rittenregistratie weken daar dus behoorlijk vanaf. • De rittenregistratie kon daardoor niet dienen als bewijs dat hij de auto voor niet meer dan 500 kilometer privé had gebruikt! 29 Auto van de zaak • Feiten uit deze zaak in Amsterdam: – De DGA had geen ‘Verklaring geen privégebruik auto’ aangevraagd bij de Belastingdienst. – De BV rekende echter ook geen bijtelling tot het loon van de DGA. – De DGA ging in bezwaar tegen deze aanslag en stuurde ter onderbouwing een achteraf opgestelde rittenadministratie mee. 30 Auto van de zaak • Feiten uit deze zaak in Amsterdam: – De DGA had de rittenadministratie achteraf opgesteld op basis van zijn aantekeningen. – Hiervan had hij echter geen kopie bewaard. – Daarnaast vermeldde de DGA in zijn rittenadministratie voor woonwerkverkeer steeds 25 kilometer terwijl de meest gebruikelijke route slechts 9,4 kilometer was. – De DGA verklaarde dat hij weleens een andere route reed omdat dit ‘leuker’ was en om de files te vermijden. – Verder week hij soms af van de meest gebruikelijke route om bijvoorbeeld een brief te posten of andere boodschappen te doen. 31 Auto van de zaak • De rechter stelde dat de rittenadministratie achteraf was opgesteld, dat de gereden routes voor woon-werkverkeer niet waren aangegeven én geen reden was opgegeven voor het afwijken van de meest gebruikelijke route. • Het standaard opnemen van 25 kilometer voor woonwerkverkeer kwam op de rechter over als een schatting. • Daarnaast had de DGA niet aangegeven of de ritten voor de diverse boodschappen een zakelijk of privékarakter hadden. • De rechtbank vond dat daardoor niet te controleren was of de rittenadministratie sluitend was. 32 Auto van de zaak • Bijtelling als er toegang tot de autosleutels is (Hof Amsterdam) • De sleutels van de auto, die op naam stond van de bv, werden altijd bewaard in een sleutelkluis op kantoor. • De auto stond buiten kantooruren geparkeerd achter een hek. • De sleutel van dit hek lag in dezelfde sleutelkluis. • De bv hield geen rekening met de bijtelling, maar dat was niet juist. • De rechter stelde dat de terbeschikkingstelling was aangetoond door het feit dat de DGA eenvoudig toegang had tot de sleutels van de auto en het hek. 33 Werkkostenregeling (WKR) 34 Werkostenregeling 2015 Stappenplan 35 Aan de slag met de werkkostenregeling Stappenplan met afpellend karakter: • stap 1: • Bepaal of de vergoeding of verstrekking loon is • De werkkostenregeling geldt alleen voor loon! 36 Aan de slag met de werkkostenregeling Stappenplan met afpellend karakter: • stap 2: • Is de vergoeding/verstrekking loon van de werknemer? • Ga dan na of deze onder de gerichte vrijstellingen of nihilwaarderingen valt. 37 Aan de slag met de werkkostenregeling • stap 3: • Is de vergoeding of verstrekking geen gerichte vrijstelling of nihilwaardering? • Kies dan of u deze als eindheffingsloon behandelt en in uw vrije ruimte onderbrengt of …………. • als loon van de werknemer behandelt. • Soms is er geen keuze! 38 Aan de slag met de werkkostenregeling Let op! Altijd loon voor de werknemer: • niet aangewezen vergoedingen en verstrekkingen • auto van de zaak • woning • boetes *) • deel van de vergoedingen en verstrekkingen dat boven de 30%-grens uitgaat van de gebruikelijkheidstoets • vergoedingen en verstrekkingen voor criminele activiteiten 39 Aan de slag met de werkkostenregeling • stap 4: • Bereken over het (eventuele) bedrag boven de vrije ruimte 80% eindheffing. 40 Aanscherpen gebruikelijkheidscriterium 41 Gebruikelijkheidscriterium • Het gebruikelijkheidscriterium van de werkkostenregeling (WKR) wordt per 2016 aangescherpt. • Hiermee wil het kabinet voorkomen dat u grote bonussen ten onrechte in de vrije ruimte stopt. • Vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers mogen alleen als eindheffingsbestanddeel worden aangewezen als het onderbrengen in de WKR hiervan gebruikelijk is. 42 Gebruikelijkheidscriterium • Per 1 januari 2016 draait het om de gebruikelijkheid van het in de werkkostenregeling stoppen van de vergoeding of verstrekking op zich. • Als een vergoeding of verstrekking op zich al ongebruikelijk is, zal het aanwijzen ervan als eindheffingsbestanddeel dat natuurlijk ook zijn! 43 Gebruikelijkheidscriterium • Bij de toets of aan het gebruikelijkheidscriterium is voldaan, spelen de volgende factoren een rol: – Wat is de aard van de vergoeding of verstrekking? – Wat is de omvang of waarde van de vergoeding of verstrekking? – Hoe werd de vergoeding of verstrekking vóór de WKR in de organisatie behandeld? – Krijgen collega’s de vergoeding of verstrekking ook? – Krijgen vergelijkbare werknemers bij een andere werkgever de vergoeding of verstrekking ook? 44 Gebruikelijkheidscriterium • Maatregel moet tariefarbitrage voorkomen! – 80% t.o.v. 108,3% • Het opnieuw formuleren van het gebruikelijkheidscriterium is nodig omdat er werkgevers bleken te zijn die de belasting omzeilden door grote bonussen in de vrije ruimte te brengen. • De 80% eindheffing van de WKR is immers een stuk voordeliger dan het bruteren van zo’n bonus. • Deze zogenoemde tariefarbitrage is straks overduidelijk tegen de regels. 45 Woninglening 46 Woninglening • Vanaf 2016 wordt rentevoordeel bij lening voor eigen woning belast • Marktconforme rente moet tot het loon worden gerekend, onder aftrek van de eigen bijdrage • Voordeel mag niet in de vrije ruimte • Reden is stapsgewijze afbouw van de eigenwoningrenteaftrek in de inkomstenbelasting sinds 2014. 47 WKR overzicht 48 Overzicht WKR Alle vergoedingen/verstrekkingen/voorzieningen Niet aangewezen kosten of Regulier eindheffingsloon Normaal belast loon of eindheffingsloon Aangewezen werkkosten Intermediaire kosten Gerichte vrijstellingen en Zoals: - Zakelijke reiskosten - Tijdelijke verblijfskosten - Maaltijden met een meer dan bijkomstig zakelijk karakter - Vakliteratuur - Beroepsregister - Outplacement - Studiekosten - Extraterritoriale kosten - Verhuiskosten - Kosten EVC-procedure - Werkplek gerelateerde voorzieningen - Vrijstelling voor brancheeigenproducten - Noodzakelijkheidscriterium Vrijgesteld loon Voorzieningen/loon in natura nihil waardering Geen loon, geen eindheffing Altijd regulier loon Werkkostenforfait + Het totaalbedrag van de aangewezen werkkosten inclusief het bovenmatige deel van de gerichte vrijstellingen, rekening houdend met: • Aangewezen ongebruikelijke werkkosten • Auto van de zaak * lagere waarderingen * verstrekkingen postactieven e.d. • Eerste woning • Geldboeten Let op: de aanwijzing kan/mag verschillen per (groep) werknemer(s) 2014: 1,5% (2015: 1,2%) van totale fiscale loon per inhoudingsplichtige/ concernregeling = Belaste werkkosten Eindheffing 80% Normaal belast loon Onbelast 49 De Werkkostenregeling - Danone © 2012 Deloitte The Netherlands Belast Onbelast Werkkosten Minimumloon problematiek 50 Minimumloon problematiek • Pas op met afronden bij betaling minimumloon • Als u het minimumloon per week deelt door het aantal uren in een fulltime dienstverband per week, krijgt u het minimumloon per uur. • Het is belangrijk dat u hierbij rekening houdt met eventuele afrondingsverschillen, zodat u niet nét minder betaalt dan het wettelijk minimumloon. • Is er sprake van zogenoemde onderbetaling, dan riskeert u een boete van Inspectie SZW. • Die boete kan oplopen tot € 10.000 per onderbetaalde werknemer bij betaling onder het minimumloon en nog eens € 2.000 voor elke werknemer die onvoldoende vakantiebijslag krijgt. 51 Minimumloon problematiek • Een rekenvoorbeeld: • voor een medewerker van 20 jaar oud geldt sinds 1 juli 2015 een minimumloon van € 927,30 per maand, € 214 per week of € 42,80 per dag. • Als in uw organisatie een fulltime functie bijvoorbeeld 36 uur per week bedraagt, deelt u het minimumloon per week door 36 om het minimumloon per uur te berekenen. • Dat komt voor deze medewerker neer op afgerond € 5,94 per uur. 52 Minimumloon problematiek • Een rekenvoorbeeld: • Toch betaalt u dan eigenlijk te weinig. • Als u € 5,94 weer vermenigvuldigt met 36, komt daar namelijk een loon per week van € 213,84 uit. • Dat is minder dan het wettelijk minimumloon van € 214 per week voor een 20-jarige. • Zorg er dus voor dat u bij het bepalen van het minimumloon per uur altijd even terugrekent naar het minimumloon per dag, week of maand om zeker te 53 weten dat u niet per ongeluk te weinig betaalt. Minimumloon problematiek 54 Loonkostensubsidies en Premiekortingen 55 Loonkostensubsidies en Premiekorting • Huidige regelingen (2015) • Premiekorting oudere werknemers – € 7.000,- p.j. – voormalig uitkeringsgerechtigde van 56 jaar of ouder – overgangsregeling 50 jaar of ouder en in dienst op 31-12-2014 • Premiekorting arbeidsgehandicapte werknemers – € 7.000,- p.j. – Voormalig uitkeringsgerechtigde • Geen samenloop mogelijk! 56 Loonkostensubsidies en Premiekorting • Premiekorting jongere werknemers – – – – € 3.500,- p.j. maximaal 2 jaar voormalig uitkeringsgerechtigde 18 tot 27 jaar 57 Loonkostensubsidies en Premiekorting • Premiekorting jongeren is per 1 juli 2015 verruimd • Vanaf 1 juli 2015 mag u deze premiekorting al toepassen als u een jongere van 18 tot 27 jaar in dienst neemt voor minimaal 24 uur per week. • Tot 1 juli 2015 moet de jongere een arbeidsovereenkomst hebben voor ten minste 32 uur per week. 58 Loonkostensubsidies en Premiekorting • Premievrijstelling marginale arbeid – Maximaal 6 weken, vrijstelling premies werknemersverzekeringen 59 Uitbetaling Loonkostensubsidies en Premiekortingen 60 Loonkostensubsidies en Premiekorting • Vanaf 1 januari 2016 worden de Premiekortingen voor Ouderen, Jongeren en Arbeidsgehandicapten buiten de loonaangifte om uitbetaald door de Belastingdienst • Reden: – de verzilveringsproblematiek voor het MKB – Minder fraudegevoelig – tegengaan draaideurconstructies 61 Loonkostensubsidies en Premiekorting • Niet meer maandelijks de premiekorting verrekenen in de loonaangifte • Het gehele bedrag wordt in één keer door de Belastingdienst na afloop van het jaar uitgekeerd. – tenzij er openstaande belastingschulden zijn! • Administratieve lasten vermindering – fiscus berekent korting zelf • Nadeel: • Premiekortingen voor ouderen en arbeidsgehandicapten gaan met € 1.000,- per jaar omlaag! 62 Samenvoegen WBSO en RDA 63 Samenvoegen WBSO en RDA • De Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) en de Research & Development Aftrek (RDA) worden per 1 januari 2016 samengevoegd tot één regeling. • De ondernemer kan daardoor gebruikmaken van één regeling voor alle kosten voor speur- en ontwikkelingswerk. 64 Samenvoegen WBSO en RDA • Door de samenvoeging wordt de afdrachtvermindering S&O uitgebreid. • Vanaf 1 januari 2016 geldt de afdrachtvermindering dus niet meer alleen voor de loonkosten, maar voor alle kosten voor speur- en ontwikkelingswerk. • De extra aftrek in de vennootschapsbelasting gaat dan verdwijnen! 65 Samenvoegen WBSO en RDA 66 Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl) 67 Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl) • De huidige premiekortingen • zoals ouderen en mensen met een arbeidsbeperking • die het voor werkgevers financieel aantrekkelijk maken om mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen • blijken niet in alle gevallen toereikend. • Het wetsvoorstel tegemoetkomingen loondomein (Wtl) moet daar verandering in brengen. 68 Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl) • Er komt een nieuw systeem met tegemoetkomingen in de vorm van loonkostenvoordelen. • De invoering gaat in fases; • 2017: het lage-inkomensvoordeel – Subsidie van maximaal € 2.000,- per werknemer bij loon tussen de 100% en 110% van het WML • 2018: de loonkostenvoordelen – Onderbrengen van huidige premiekortingen en subsidie doelgroep banenafspraak van € 2.000,69 Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl) 70 Bereiken van de AOW-gerechtige leeftijd 71 Einde arbeidsovereenkomst • artikel 667 BW • een arbeidsovereenkomst eindigt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd alleen van rechtswege …….. • als dat tussen partijen uitdrukkelijk is overeengekomen in de (collectieve) arbeidsovereenkomst. 72 Einde arbeidsovereenkomst • Ontbreekt een dergelijk pensioenbeding, • dan kan m.i.v. 1 juli 2015 worden opgezegd op basis van de gewijzigde ontslagregels in de Wet werk en zekerheid (WWZ) • Let bij opzegging op de dag waartegen kan worden opgezegd en de wettelijke opzegtermijn – In 2015 tot maximaal 4 maanden 73 Einde arbeidsovereenkomst • Wet werk en zekerheid en de pensioenleeftijd • De WWZ bepaalt dat voor werknemers die ouder zijn dan de AOWgerechtigde leeftijd, de opzegging kan plaatsvinden zonder tussenkomst van het UWV of de Kantonrechter. • Een enkel briefje waarin de arbeidsovereenkomst wordt opgezegd met inachtneming van de geldende opzegtermijn is voldoende. • Er is in dat geval geen vergoeding verschuldigd, ook geen transitievergoeding. • Voorwaarde is wel dat de arbeidsovereenkomst al bestond voorafgaand aan het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. 74 Einde arbeidsovereenkomst • Wet werk en zekerheid en de pensioenleeftijd • Dit betekent dat het in dienst nemen van een werknemer die de AOWgerechtigde leeftijd al heeft bereikt, risico's met zich brengt. • Voor het ontslag van die werknemer moet namelijk wel eerst toestemming worden gevraagd aan het UWV of de Kantonrechter. • Dit risico kunt u als werkgever deels afdekken door de werknemer een contract voor bepaalde tijd aan te bieden. 75 Einde arbeidsovereenkomst • Wet werk en zekerheid en de pensioenleeftijd • Onder WWZ is de zogenaamde Ragetlie-regel vervallen bij een pensioenontslag/pensioenontslagbeding. • Dus als een werkgever gebruik maakt van de mogelijkheid om zonder toestemming van het UWV of de rechter de bestaande arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd op te zeggen, • kan direct aansluitend een (nieuwe) arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd worden gesloten die van rechtswege eindigt. 76 Wet Werken na de AOW 77 Wet Werken na de AOW • Moet werken voor AOW’ers aantrekkelijker maken • Reden: • samenleving kan langer gebruik kan maken van de ervaring en kennis van de generaties die nu aan het werk zijn • Kostenbesparing/tegengaan vergrijzing • werknemers hebben zelf behoefte om te kunnen werken na de AOW-gerechtigde leeftijd • Eerste Kamer is op 29 september 2015 akkoord gaan • Ingangsdatum: • 1 januari 2016 • en 1 juli 2016 (overgangsrecht) 78 Wet Werken na de AOW Belangrijkste maatregelen uit het wetsvoorstel: • U hoeft het loon van een zieke werknemer die de AOWgerechtigde leeftijd heeft bereikt maximaal 13 weken door te betalen. • Ook het opzegverbod tijdens ziekte geldt voor AOW’ers straks maar 13 weken. • Uw re-integratieverplichtingen voor een zieke werknemer met de AOW-gerechtigde leeftijd vervallen na 13 weken. • U hoeft daarom geen plan van aanpak op te stellen en geen inspanningen te verrichten voor re-integratie tweede spoor. 79 Wet Werken na de AOW Belangrijkste maatregelen uit de wet: • Beperking hersteltermijn: – bij opzegging van de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid of veelvuldig ziekteverzuim – hoeft de werkgever slechts aannemelijk te maken dat de werknemer niet binnen 13 weken zal herstellen – momenteel bedraagt deze periode nog 26 weken. 80 Wet Werken na de AOW • Na evaluatie van de wet kan de minister in 2018 besluiten om: • de loondoorbetalingsperiode en de daarmee samenhangende verplichtingen op het gebied van re-integratie en ontslag tijdens ziekte nog verder in te perken naar maximaal 6 weken! 81 Wet Werken na de AOW Belangrijkste maatregelen uit de wet: • Ketenregeling voor AOW-gerechtigde wordt ruimer: – wettelijk wordt vastgelegd dat een AOW-gerechtigde werknemer maximaal 6 tijdelijke contracten kan krijgen – of een tijdelijke contractperiode kan hebben van maximaal 48 maanden – Voor de vaststelling van het aantal contracten of de maximale periode tellen alleen arbeidsovereenkomsten mee die zijn aangegaan ná het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. 82 Wet Werken na de AOW Belangrijkste maatregelen uit de wet: • Voor een werknemer met de AOW-gerechtigde leeftijd geldt standaard een opzegtermijn van één maand, ongeacht de duur van de arbeidsovereenkomst. – Sinds 1 april 2015 komen AOW’ers als eerste in aanmerking voorontslag op basis van het afspiegelingsbeginsel! • De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag geldt per 1 juli 2015 ook voor een werknemer die de AOWgerechtigde leeftijd heeft bereikt. • De Wet aanpassing arbeidsduur (WAA) geldt straks niet meer voor AOW-gerechtigde werknemers. – hierdoor heeft een AOW’er niet meer het recht om zijn arbeidsduur aan te passen. 83 Wet Werken na de AOW • Ingangsdatum van de wet: 1 januari 2016 • Deze wet heeft onmiddellijke werking! • Overgangsrecht: • Voor werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken vóór 1 juli 2016 en zowel vóór, tijdens als na het bereiken van deze leeftijd arbeidsongeschikt zijn geldt een uitgestelde werking • Voor deze werknemers geldt de verkorte loondoorbetalingsplicht en het opzegverbod pas vanaf 1 juli 2016. 84 Tijdelijk dienstverband voor AOW’er • Nieuwe medewerkers in dienst nemen na de AOWleeftijd: – normale arbeidsrechtelijke regels zijn van toepassing – de nieuwe Ketenbepaling is van toepassing! • Bestaande werknemers in de AOW-leeftijd: – Vanaf 1 juli 2015 – Een tijdelijke arbeidsovereenkomst aanbieden, direct na de beëindiging van zijn dienstverband vanwege het bereiken van de AOW-leeftijd, is mogelijk – Deze nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd loopt van rechtswege af, zonder dat u een ontslagvergunning van het UWV nodig heeft – Ketenbepaling is van toepassing! 85 Samengevat • de werknemer heeft in ieder geval bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd: – geen ontslagbescherming meer – geen recht op een transitievergoeding – hij hoeft niet geïnformeerd te worden over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst – er geldt een opzegtermijn van één maand. 86 Samengevat • de werkgever betaalt geen premies meer voor de: – – – – – Werkloosheidswet (WW); Ziektewet (ZW); Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA); Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO); Algemene Ouderdomswet (AOW). • de werkgever betaalt wel de pensioenpremie (en de premie voor het sociaal fonds) voor medewerkers tussen 65 en 67 jaar – indien een pensioenregeling van toepassing is in uw bedrijf! 87 Stijging AOW-leeftijd 88 Stijging AOW-leeftijd • De AOW-leeftijd ligt voor u al in 2021 op 67 jaar in plaats van in 2023. • De Eerste Kamer is namelijk in juni 2015 akkoord gegaan met het wetsvoorstel Versnelde verhoging AOW-leeftijd. • Na 2021 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. • Vooral mensen tussen de 58 en 64 jaar zullen de nadelige gevolgen ondervinden van de snellere stijging van de AOW-leeftijd. • Zij hebben immers de minste tijd om zich voor te bereiden op de verhoging van de AOW-leeftijd. 89 Stijging AOW-leeftijd 90 WWZ 2015 91 Wet WWZ • In 3 fasen ingevoerd. • 1 januari 2015: – Aanzegtermijn – Proeftijd – Concurrentiebeding • 1 juli 2015: – – – – Nieuwe ketenregeling Transitievergoeding Vaststellingsovereenkomst Verplichte ontslagroute UWV/Kantonrechter 92 Wet WWZ • 1 januari 2016: – wijzigingen in de duur van de WW-uitkering – stapsgewijs terug van 38 maanden na 24 maanden – overgangsrecht 1 januari 2016 tot 1 april 2019 • 1 maand verkorting per kwartaal • 1 juli 2015: – – – – wijziging berekening dagloon loon jaar voorafgaand aan WW gedeeld door 261 dagen is nadelig voor mensen die niet een heel jaar hebben gewerkt! wijziging passende arbeid • na half jaar is alle arbeid passend! 93 Arbeidsrecht en WWZ 2015 Jurisprudentie en aanvullende regels 94 Aanzeggen Jurisprudentie 95 WWZ Jurisprudentie • Aanzeggen via WhatsApp • Laat u tijdig via een WhatsApp-bericht aan uw werknemer weten of u zijn contract verlengt, dan voldoet u als werkgever aan de aanzegverplichting. • Cruciaal dat werknemer aanzegging ontvangt! • Hoewel de werkgever niet kon bewijzen dat de werkneemster de aanzegbrief had ontvangen, voldeed de werkgever toch aan de aanzegplicht omdat de werkneemster op het WhatsApp-bericht had gereageerd. • Dit blijkt uit een uitspraak van Rechtbank Amsterdam. 96 WWZ Jurisprudentie • Aanzeggen bij indiensttreding • Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd mag u in de overeenkomst al opnemen dat u het contract niet gaat verlengen. • U voldoet daarmee aan de wettelijke aanzegtermijn. • Dit bevestigde de kantonrechter in Utrecht onlangs in een uitspraak. 97 Concurrentiebeding Jurisprudentie 98 WWZ Jurisprudentie • Concurrentiebeding • De Wet werk en zekerheid verbiedt het concurrentiebeding in tijdelijke contracten. • Alleen bij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen mag uw werkgever een concurrentiebeding opnemen. • De voorwaarden daarvoor zijn wel keihard. 99 WWZ Jurisprudentie • Concurrentiebeding • Volgens de rechter had de werkgever voor het zwaarwegend bedrijfsbelang precies moeten aangeven welke specifieke kennis of vertrouwelijke bedrijfsinformatie de werknemer in zijn functie zou verwerven. • Bovendien was zo’n concreet concurrentiebeding alleen niet voldoende. • De werknemer mocht niet onredelijk worden benadeeld in zijn wens om ergens anders te werken in verhouding tot de wens van de werkgever om het bedrijfsbelang te beschermen. 100 Transitievergoeding Aanvullende regels 101 WWZ Jurisprudentie • Transitievergoeding stijgt in 2016 naar maximaal € 76.000,• Verdient een werknemer een jaarsalaris dat hoger is dan € 76.000, dan ontvangt hij maximaal dat jaarsalaris. 102 WWZ Jurisprudentie • Transitievergoeding • Als een werknemer zelf besluit om te vertrekken, bent u in principe geen transitievergoeding verschuldigd. • Heeft uw organisatie echter verwijtbaar gehandeld of is er sprake van nalatigheid, dan moet u toch de portemonnee trekken! • U kunt in zo’n geval ook een beëindigingsovereenkomst met de werknemer sluiten. • In dat geval is er geen wettelijk recht op een transitievergoeding. 103 Transitievergoeding 104 Transitievergoeding • Hoe hoog is de transitievergoeding • De transitievergoeding wordt berekend door het maandsalaris en de duur van de arbeidsovereenkomst: • De hoofdregel is 1/6 maandsalaris per elk half dienstjaar (1/3 per dienstjaar) in de eerste 10 jaar van de arbeidsovereenkomst. • En 1/4 maandsalaris per half dienstjaar (1/2 per dienstjaar) dat de werknemer langer dan 10 jaar in dienst is geweest. • De transitievergoeding bedraagt maximaal € 75.000,- of het jaarsalaris als dat hoger is dan € 75.000,– Per 1 januari 2016 € 76.000,105 Transitiekosten Jurisprudentie 106 WWZ Jurisprudentie • Transitiekosten • Uw onderneming mag transitiekosten (outplacement) en inzetbaarheidskosten (opleidingskosten) die u voor een werknemer heeft gemaakt, • in mindering brengen op de wettelijke transitievergoeding die u hem bij onvrijwillig vertrek na twee jaar moet betalen. • Voorwaarde is wel dat de werknemer hier schriftelijk mee heeft ingestemd voordat u de kosten daadwerkelijk maakte. 107 WWZ Jurisprudentie • Scholingskosten van een duale opleiding kunnen onder de inzetbaarheidskosten vallen die u van een transitievergoeding mag aftrekken. • Onder de scholingskosten die u in mindering mag brengen op de transitievergoeding vallen alle kosten die de werkgever maakt in het kader van de opleiding. – Dus ook de kosten voor begeleiding en benodigde kleding of materialen. – De loonkosten die de werkgever maakt tijdens het volgen van de opleiding mag u niet in mindering brengen. • Voor deze kostenvermindering gelden echter wel een aantal voorwaarden – o.a. toestemming van de werknemer. 108 WWZ Jurisprudentie • Bij het aftrekken van inzetbaarheidskosten van duale opleidingen moet het gaan om een opleiding (met een arbeidsovereenkomst) in het kader van: – – – – beroepsbegeleidende leerweg (BBL); duale hbo-opleidingen; duale wo-opleidingen; overige opleidingen die alleen kunnen worden gevolgd in combinatie met een bepaalde arbeidsplaats, zoals die van huisarts. 109 Transitievergoeding omzeilen Jurisprudentie 110 WWZ Jurisprudentie • Transitievergoeding omzeilen • Het omzeilen van de transitievergoeding na twee jaar ziekte blijft een optie. • De constructie, waarbij de werknemer in dienst blijft na 2 jaar ziekte, lijkt namelijk niet veelvuldig te worden gebruikt. • Wel wijst de minister erop dat de werkgever zich in dat geval ook moet blijven inspannen voor de re-integratie en passende arbeid moet aanbieden als die beschikbaar is. 111 WWZ Jurisprudentie • Is het niet willen betalen van de transitievergoeding de enige reden voor het in dienst houden van de zieke werknemer, dan is er volgens de minister sprake van onfatsoenlijk werkgeverschap. • Een werknemer kan naar de rechter stappen met het verzoek de arbeidsovereenkomst te ontbinden als hij vindt dat zijn werkgever de verplichtingen niet nakomt. • Oordeelt de rechter dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, dan kan hij naast de transitievergoeding ook een aanvullende vergoeding aan de werknemer toekennen. 112 Deskundigenoordeel Aanvullende regels 113 WWZ Jurisprudentie • Kosteloos deskundigenoordeel • Als uw organisatie afscheid wil nemen van een werknemer omdat hij vaak ziek is of niet meewerkt aan zijn re-integratie, heeft u daarvoor sinds 1 juli 2015 altijd een deskundigenoordeel van UWV nodig. • Het aanvragen van dit deskundigenoordeel is in zulke omstandigheden sinds 1 juli 2015 gratis. • Dit oordeel moet bij het ontbindingsverzoek bij de Kantonrechter verplicht worden ingediend. 114 Recht op onregelmatigheidstoeslag Jurisprudentie 115 WWZ Jurisprudentie • Als uw onderneming werknemers regelmatig een onregelmatigheidstoeslag betaalt, moet u dat ook doen over de uren dat zij vakantie of verlof hebben. • Dat blijkt uit uitspraken van zowel het Europese Hof van Justitie als de rechtbank in Den Haag. • Werknemers moeten zelf het initiatief nemen om eventuele achterstallige toeslag op te eisen bij de werkgever. • Uw onderneming kan dus geconfronteerd worden met claims van (ex-)werknemers die in de afgelopen vijf jaar onregelmatigheidstoeslag hadden moeten ontvangen. 116 Loondoorbetaling Jurisprudentie 117 WWZ Jurisprudentie • Voorstel loondoorbetaling kleine bedrijven • Het kabinet wil kleine bedrijven met maximaal 10 werknemers tegemoet komen bij de beperking van de loondoorbetalingplicht van 104 naar 52 weken. • Het betreft een vrijwillige regeling! • In het voorstel van ministers Lodewijk Asscher (Sociale Zaken) en Henk Kamp (Economische Zaken) gaan de werknemers er niet op achteruit. • Het UWV betaalt het tweede jaar loon. • Werkgevers betalen hiervoor premie en de overheid legt ook jaarlijks 20 miljoen euro bij. 118 Inhoud personeelsdossier 119 WWZ Jurisprudentie • Inhoud personeelsdossier • Door de invoering van de Wet werk en zekerheid (WWZ) wordt het belang van een volledig personeelsdossier de komende jaren alleen maar groter. • Het is daarom belangrijk om leidinggevenden nu alvast te instrueren over een goede dossieropbouw. • Wat moet er in elk geval in het personeelsdossier zitten? 120 WWZ Jurisprudentie • Zorg ervoor dat het personeelsdossier in elk geval de volgende stukken bevat: – – – – – een getekende arbeidsovereenkomst; een duidelijke functieomschrijving; afspraken over gevolgde opleidingen; verslagen van jaarlijkse functionerings- en beoordelingsgesprekken; alle correspondentie met de werknemer (denk bijvoorbeeld aan waarschuwingen en e-mails); – verslagen van het verbetertraject. 121 Ontslag wegens disfunctioneren Jurisprudentie 122 WWZ Jurisprudentie • Ontslag wegens disfunctioneren • Wil uw werkgever per 1 juli 2015 iemand ontslaan wegens disfunctioneren, • dan moet hij bewijzen dat hij er alles aan heeft gedaan om de situatie te verbeteren of de werknemer te herplaatsen. 123 WWZ Jurisprudentie • Voor ontslag op basis van disfunctioneren moet uw werkgever de werknemer tijdig op de hoogte stellen van zijn disfunctioneren en hem de mogelijkheid bieden om zijn functioneren te verbeteren. • Bovendien is ontslag niet mogelijk bij een opzegverbod of als het disfunctioneren een gevolg is van de arbeidsomstandigheden, een arbeidsbeperking/ziekte of onvoldoende scholingsmogelijkheden. • Een sterk dossier is noodzakelijk om te kunnen bewijzen dat de werknemer onvoldoende functioneert. • Als het dossier op orde is, is ook geen transitievergoeding verschuldigd! 124 Eisen verbetertraject Jurisprudentie 125 WWZ Jurisprudentie • Eisen verbetertraject • Als een werknemer disfunctioneert, moet u een plan opstellen om zijn functioneren te verbeteren. • Hierbij is het belangrijk dat de verbeterpunten duidelijk zijn geformuleerd en dat de werknemer de tijd krijgt om met deze punten aan de slag te gaan. • U staat dan ook sterker bij een eventuele ontslagzaak. 126 WWZ Jurisprudentie • Een goed verbetertraject: • biedt de werknemer werkelijk kans om zijn functioneren te verbeteren. • Bij de start van het traject al over op non-actief stellen of ontslag beginnen, is dus voorbarig; • duurt ‘lang genoeg’: de werknemer moet een redelijke termijn krijgen om zijn functioneren te verbeteren. • Een periode van minimaal een half jaar is gebruikelijk; 127 WWZ Jurisprudentie • bevat SMART geformuleerde verbeterpunten, acties en termijnen waarbinnen de werknemer die acties moet realiseren. • Zo weet de werknemer wat er van hem wordt verwacht en hoe zijn inspanningen zullen worden getoetst; • bevat tussentijdse afspraken waarin de werkgever het verbetertraject evalueert met de werknemer; 128 WWZ Jurisprudentie • wordt zorgvuldig afgerond: zorg dat de werknemer kort na afloop van het traject te horen krijgt of het traject is geslaagd en bied hem de kans om zijn visie op het verloop van het verbetertraject te geven. • Vel daarna pas uw eindoordeel over het al dan niet slagen van het traject. 129 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) 130 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) Aanleiding wetgeving • Cao-regels worden omzeild • Cao-personeel wordt verdrongen • Oneerlijke concurrentie door schijnconstructies • Staatskas loopt financiële schade op 131 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) • Ingangsdatum (deels) op 1 juli 2015 en op 1 januari 2016 • De Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) bevat ingrijpende maatregelen voor werkgevers en opdrachtgevers op het gebied van arbeidsrecht • De WAS is onlosmakelijk verbonden met andere wetten zoals de WAADI, Wet Minimumloon, Wet werk en zekerheid en de Modelovereenkomsten 132 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) • Wat is er veranderd per 1 juli 2015? • De ketenaansprakelijkheid voor werkgevers en opdrachtgevers om het cao-loon te betalen is uitgebreid • Een AOW'er heeft recht op het wettelijk minimumloon • De Inspectie SZW gaat de namen van gecontroleerde bedrijven bekend maken • Werkgevers- en werknemersorganisaties en de inspectie SZW zullen informatie uitwisselen als zij vermoeden dat er geen cao-loon wordt uitbetaald 133 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) • Wat gaat er veranderen per 1 januari 2016? • U mag het salaris niet meer volledig contant uitbetalen • U moet meer gegevens gaan vermelden op de loonstrook • U mag geen verrekeningen van kosten meer toepassen met het wettelijk minimumloon. 134 Wet aanpak schijnconstructies uitbreiding ketenaansprakelijkheid per 1 juli 2015 135 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) • Per 1 juli 2015 • Uitbreiding ketenaansprakelijkheid voor werkgevers en opdrachtgevers om het cao-loon te betalen is uitgebreid 136 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) • Wanneer geldt de ketenaansprakelijkheid? • Als er een keten is van bedrijven die ieder een deel van een werk of opdracht uitvoeren. – Dit kunnen ook buitenlandse bedrijven zijn. • Als de schakels van de keten opdrachtovereenkomsten of aannemingsovereenkomsten sluiten voor de uitvoering van dat werk of die opdracht. • Als de werknemers die het uiteindelijke werk doen hun loon niet (volledig) ontvangen. 137 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) • Wanneer geldt de ketenaansprakelijkheid niet? • Bij koopovereenkomsten. – Bijvoorbeeld als u kantoorartikelen bestelt. • Als zzp’ers het uiteindelijke werk doen. • Als een particulier een bedrijf inhuurt om werk te doen. 138 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) • Wanneer worden schakels in de keten aansprakelijk? • De schakels in de keten zijn 1 voor 1 aansprakelijk voor de betaling van het achterstallige loon. • Net zolang tot de hoofdopdrachtgever aansprakelijk is. • Dit heet volgtijdelijke aansprakelijkheid. 139 Wet aanpak schijnconstructies uitbreiding wet minimumloon per 1 juli 2015 140 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) • Per 1 juli 2015 • Heeft de werknemer die de AOW-gerechtigd is aanspraak op ten minste het wettelijk minimumloon • Is gericht op het voorkomen van verdringing van bepaalde groepen op de arbeidsmarkt – jongeren – werknemers met afstand tot de arbeidsmarkt 141 Wet aanpak schijnconstructies uitbetaling loon per 1 januari 2016 142 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) • U moet per 1 januari 2016 minimaal het salarisgedeelte gelijk aan het wettelijk minimumloon giraal overmaken • U moet uw werknemers ten minste het wettelijk minimumloon of minimumjeugdloon betalen • Ook hebben uw werknemers recht op de wettelijke minimumvakantiebijslag 143 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) • Doet u dat niet, dan kunt u een boete krijgen • Betaalt u ook nog te weinig? – dan wordt u een dwangsom opgelegd als u niet alsnog het achterstallige loon betaalt. • Krijgt uw werknemer meer dan het minimumloon? – dan mag u het meerdere op een andere manier betalen – dat geldt ook voor de vakantiebijslag – u kunt bijvoorbeeld contant betalen, of in vakantiebonnen. 144 Wet aanpak schijnconstructies Aanpassingen in salarisstrook 145 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) • Het vernieuwde artikel 7:626 BW verplicht u om het loon te specificeren: – als het brutoloon mede opgebouwd is uit looncomponenten, – waarvan in redelijkheid kan worden aangenomen dat die worden betaald ter bestrijding van kosten die voor werk zijn gemaakt. • Deze looncomponenten/kostenvergoedingen zijn geen vergoeding voor arbeid en behoren niet tot het loonbegrip volgens het BW en de WML 146 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) Voorbeeld: • Het brutoloon in geld dat u betaalt is € 1.800,• De werknemer moet zijn kosten die hij moet maken in verband met zijn dienstbetrekking uit dit loon betalen, stel € 600,-. – Bijvoorbeeld voor dubbele huisvesting, gereedschappen en reizen naar het werk 147 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) Voorbeeld: • In wezen bestaat zijn brutoloon dus uit een vergoeding voor de verrichte arbeid ad. € 1.200,• en een vergoeding voor de door hem gemaakte of te maken kosten van € 600,-. • In dat geval moet u ook de kostenvergoeding of kostenvoorkomende verstrekking specificeren op de loonstrook, zodat blijkt waaruit deze is samengesteld. 148 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) • Uit de specificatie op de salarisstrook moet duidelijk worden waarvoor de kostenvergoeding is bedoeld; – bijvoorbeeld voor huisvesting, maaltijden of uitgaven die niet voor het werk zijn gedaan. • Op de salarisstrook hoeft niet gespecificeerd te worden wanneer de maaltijden zijn gebruikt en welke dienstreizen exact zijn gemaakt. • De omschrijving ‘algemene onkostenvergoeding’ volstaat dus niet, want die maakt niet duidelijk waarvoor de vergoeding is bedoeld. 149 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) Wat gebeurt er als de salarisstrook niet voldoende gespecificeerd is? • Dan heeft de werkgever de mogelijkheid om met andere bescheiden de informatie te verstrekken die vereiste specificaties bevatten – en aldus inzichtelijk te maken hoe het loon dat hij heeft uitbetaald is samengesteld en wat daar eventueel op is ingehouden. • Als deze bescheiden onvoldoende zijn om de voorgeschreven gegevens voor de salarisstrook daar uit af te leiden kan een boete worden opgelegd 150 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) • De verplichte onderdelen van de salarisstrook op basis van het BW zijn: – Bruto loonbedrag – Specificatie van de opbouw van dat loonbedrag • bijvoorbeeld een basisloon met toeslagen voor extra omzet – Vakantiebijslag – Wettelijk minimumloon of minimumjeugdloon voor deze werknemer – Wettelijke minimum vakantiebijslag voor deze werknemer – Specificatie van vergoedingen – Specificatie van inhoudingen op of verrekeningen met het loon – De bedrijfsnaam en de naam van de werknemer – De periode waarover het loon wordt betaald • bijvoorbeeld de maand oktober – De arbeidsduur van de werknemer volgens het arbeidscontract • bijvoorbeeld 36 uur per week 151 Wet aanpak schijnconstructies Verbod op verrekening met wettelijk minimumloon 152 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) • U mag geen verrekeningen met het wettelijk minimumloon meer toepassen – bijvoorbeeld huisvesting of ziektekostenpremies 153 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) Mogen nog wel bedragen worden ingehouden? • Ja, bedragen mogen nog wel worden ingehouden. – Verplichte inhoudingen gebaseerd op wettelijke basis zoals loonheffing en pensioenpremies moeten nog steeds worden ingehouden. • Ook andere inhoudingen (via specifieke machtiging) mogen nog steeds worden gedaan. 154 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) Mogen nog wel bedragen worden ingehouden? • Inhoudingen zijn met de WAS echter niet meer toegestaan, ook niet met een machtiging, als door de inhouding minder dan het wettelijk minimumloon wordt uitbetaald. • Inhoudingen mogen alleen plaatsvinden op het meerdere loon en op de (minimum)vakantiebijslag. • Het is daarmee dus van belang dat het aan de werknemer uitbetaalde loon niet onder de grens van het netto equivalent van het wettelijk minimumloon komt. 155 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) Mogen nog wel bedragen worden verrekend? • Ja, de in artikel 7:632 van het Burgerlijk Wetboek genoemde vorderingen mogen nog wel worden verrekend. – Bijv. boetes, huur, voorschotten • Verrekeningen zijn met de WAS echter niet meer toegestaan als door de verrekening minder dan het netto equivalent van het wettelijk minimumloon wordt uitbetaald. • Verrekeningen mogen wel plaats vinden op het meerdere loon en op de (minimum)vakantiebijslag. 156 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) Mogen nog wel bedragen worden verrekend? • Het is daarmee dus van belang dat het aan de werknemer uitbetaalde loon niet onder de grens van (het netto equivalent van) het wettelijk minimumloon komt. • Een uitzondering is gemaakt voor voorschotten op loon. • Mits schriftelijk overeengekomen mogen voorschotten in mindering gebracht worden op een volgende loonbetaling. Het loon is immers uitbetaald, alleen op een eerder tijdstip. 157 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) Hoe zit het met inhoudingen die op grond van een cao verplicht zijn? • Inhoudingen op grond van de cao zijn niet uitgezonderd met de WAS van het inhoudingenverbod! • en mogen dus niet plaatsvinden als door de inhouding minder dan (het netto equivalent van) het minimumloon wordt betaald 158 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) Hoe te handelen met inhoudingen voor ANW-gat, WIAhiaat verzekeringen e.d. • Dergelijke inhoudingen worden niet gedaan op grond van een wettelijke verplichting • Deze bedragen mogen dus niet worden ingehouden, ook niet na machtiging, als door de inhouding minder dan (het netto equivalent van) het minimumloon wordt betaald • Voor zover er sprake is premie voor een aanvullende verzekering op grond van een pensioenregeling zijn inhoudingen wel toegestaan 159 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) Welke inhoudingen mogen niet meer in mindering worden gebracht op het minimumloon? • In principe zijn alle inhoudingen op het wettelijk minimum loon verboden tenzij er een wettelijke basis is voor de inhouding in bijvoorbeeld de pensioenwet of de Wet op de loonbelasting. • Er is geen uitputtende opsomming te geven van alle bestaande inhoudingen. • Veel voorkomende inhoudingen zoals ‘contributie personeelsvereniging’, verkeersboetes, het betalen van de nominale premie ziektekostenverzekering of premie aanvullende ziektekostenverzekering van de werknemer via het salaris zijn niet meer toegestaan indien door deze inhoudingen minder uit wordt betaald dan het wettelijk minimumloon. 160 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) Om te voorkomen dat werknemers in betalingsproblemen komen wordt soms vanuit het salaris meteen de huur en energienota betaald. Mag dit nog wel? • Ook dit soort inhoudingen op het netto loon zijn niet meer toegestaan indien door deze inhoudingen minder uit wordt betaald dan (het netto equivalent van) het wettelijk minimumloon. • U dient dus minimaal het netto equivalent van het wettelijk minimum loon giraal over te maken aan op een rekening die (mede) op naam staat van de werknemer 161 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) Mag ik nog wel een voorschot verrekenen? • Ja, dat mag als dit een voorschot op het loon is. • Het voorschot op het loon is als een uitzondering opgenomen op het verbod om te verrekenen onder het minimumloon. • U kunt door het verrekenen van het voorschot ook onder het netto equivalent van het wettelijk minimumloon uitkomen. • Het loon is immers uitbetaald, alleen op een eerder tijdstip. 162 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) Mag ik nog wel een voorschot verrekenen? • Voorwaarde is wel dat een dergelijke verrekening vooraf schriftelijk met de werknemer is overeengekomen. • Per saldo moet van het voorschot en de slotbetaling wel het netto equivalent van het wettelijk minimum loon giraal aan de werknemer zijn overgemaakt. 163 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) Ik heb een verkeersboete betaald en wil die op mijn werknemer verhalen. Mag dat nog wel? • Ja, als de verkeersboete voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 7:632 van het BW mag u nog steeds de verkeersboete verrekenen. – Boete mag maximaal 10% van het loon in geld bedragen! • Maar als u door het verrekenen onder het netto equivalent van het wettelijk minimumloon komt is het niet toegestaan. • Het niet te verhalen deel kunt u wel op het salaris in volgende perioden verhalen, mits ook deze salarissen daarmee niet onder het netto equivalent van het wettelijk 164 minimum loon komen. Wet aanpak schijnconstructies (WAS) Hoe zit het met beslaglegging en loonbeslag? • Ten aanzien van beslaglegging en loonbeslag verandert er niets. • Beslaglegging en loonbeslag vinden niet plaats door een vrijwillige handeling van de werknemer. • Zij zijn in andere regelgeving opgenomen – (artikel 475 en volgende van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). 165 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) Hoe zit het met beslaglegging en loonbeslag? • Bij beslaglegging en/of loonbeslag mag er dus minder uit worden betaald dan (het netto equivalent van) het wettelijk minimumloon. • Vanzelfsprekend moet wel rekening worden gehouden met de beslagvrije voet! 166 Wet aanpak schijnconstructies (WAS) Hoe moet het loon betaald worden bij onder curatele stelling, bewindvoering etc.? • Bij onder curatele stelling en bij bewindvoering t.b.v. de werknemer dient het loon nog steeds aan de werknemer betaald te worden. • Betaling dient plaats te vinden op een bankrekening van de betrokken werknemer. • Of hij dan daadwerkelijk bevoegd is om uit dit geld rechtshandelingen te verrichten doet hier niets aan af. 167 Regeling DGA 168 Regeling DGA • Op 1 januari 2016 treedt de nieuwe Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder in werking. • Deze regeling bepaalt of en wanneer u als dga verplicht verzekerd bent voor de werknemersverzekeringen. • De nieuwe regeling is aangepast aan de flex-bv. • De bestaande regeling wordt dan ingetrokken zonder overgangsrecht! 169 Regeling DGA • Zeggenschap bepaalt verzekeringsplicht • Als u voldoende zeggenschap over uw bv heeft om uw eigen ontslag te voorkomen, u dan niet verzekerd bent voor de werknemersverzekeringen. • De reden hiervoor is dat u anders u zelf kunt ontslaan en vervolgens kunt genieten van een WW-uitkering. • De belangrijkste wijziging is dat de regeling nu ook indirect zeggenschap mee laat wegen, dus bijvoorbeeld via een holdingbv. 170 WDBA - Modelovereenkomst 171 WDBA - Modelovereenkomst • Per 1 april 2016 houdt de VAR op te bestaan • Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (WDBA) • Er geldt een implementatietermijn tot 1 januari 2017! • De Belastingdienst gaat opdrachtgevers in één keer zekerheid vooraf geven over de gevolgen van contracten met opdrachtnemers (freelancers of zzp’ers) voor de loonheffingen. • Doel van de wet is om schijnconstructies met zzp’ers aan te pakken. 172 WDBA - Modelovereenkomst • Belastingdienst beoordeelt de overeenkomsten van opdracht op of er loonheffingen moeten worden ingehouden en afgedragen. • Voorleggen overeenkomsten is niet verplicht! • Overeenkomst wordt openbaar gemaakt, tenzij u hiertegen bezwaar maakt! • Daarnaast kan de opdrachtgever of de opdrachtnemer bij het opstellen van een overeenkomst van opdracht gebruik maken van modelovereenkomsten, die door de Belastingdienst, per sector, op het internet zullen worden gepubliceerd. • Deze gepubliceerde overeenkomsten gelden als een goedgekeurde overeenkomst. 173 WDBA - Modelovereenkomst • Opdrachtgever kan er alleen vertrouwen ontlenen als de daadwerkelijke feiten en omstandigheden waaronder de freelancer of zzp’er de opdracht verricht, aansluiten bij de goedgekeurde overeenkomst van opdracht. • De Belastingdienst kan altijd achteraf controleren of gewerkt is zoals in de overeenkomst is beschreven. • Als dat niet het geval is, dan kan er wel sprake zijn van een (fictieve) dienstbetrekking …….. • en kan de Belastingdienst een naheffingsaanslag loonheffingen en eventueel een boete opleggen aan de opdrachtgever. 174 WDBA - Modelovereenkomst • Het oordeel van de Belastingdienst wordt schriftelijk vastgelegd. • Hierbij wordt aangegeven voor welke termijn de vrijwaring voor de loonheffingen geldt. • Deze termijn bedraagt (maximaal) vijf jaar. • Het schriftelijke oordeel is geen beschikking • Is dus niet vatbaar voor bezwaar en beroep. • Inmiddels staan de eerste goedgekeurde overeenkomsten van opdracht op de website van de Belastingdienst. • U kunt ook nu al overeenkomsten voorleggen bij uw klantcoördinator of via emailadres: [email protected] 175 WDBA - Modelovereenkomst • GEVOLGEN VOOR OPDRACHTGEVER • Opdrachtgever krijgt in één keer zekerheid vooraf als ze meerdere freelancers of zzp’ers contracteren voor soortgelijk werk. • Als de opdrachtgever geen gebruik maakt van een door de Belastingdienst goedgekeurde overeenkomst van opdracht, dan moet de opdrachtgever zelf beoordelen of hij loonheffingen moet inhouden en afdragen over de betalingen aan de opdrachtnemer. 176 WDBA - Modelovereenkomst • Een opdrachtgever die ten onrechte geen loonheffingen inhoudt en afdraagt, kan achteraf worden geconfronteerd met een naheffingsaanslag loonheffingen, • indien de Belastingdienst aan de hand van de feitelijke situatie constateert dat er toch sprake was van een (fictieve) dienstbetrekking. • De verantwoordelijkheid verschuift (deels) naar de opdrachtgever. • Bij de VAR-systematiek lag de verantwoordelijkheid bij de freelancer of zzp’er. • Vanaf 1 april 2016 worden opdrachtgever en opdrachtnemer dus gezamenlijk verantwoordelijk voor de juiste kwalificatie. 177 WDBA - Modelovereenkomst • Verhaal op opdrachtnemer • Stel dat de Belastingdienst achteraf constateert dat de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer een arbeidsrelatie is • En dat er terecht een naheffingsaanslag loonheffing en werknemersverzekeringspremies wordt opgelegd. • Is verhaal op de opdrachtgever dan mogelijk? 178 WDBA - Modelovereenkomst • Verhaal op opdrachtnemer • Verhaal op de opdrachtnemer kan voor wat betreft de werknemersverzekeringspremies niet! • Artikel 20 lid 1 van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) bepaalt dat premies werknemersverzekeringen niet mogen worden verhaald op de werknemer. • Daarnaast is in artikel 20 lid 2 Wfsv uitdrukkelijk opgenomen dat een beding dat afwijkt van dit verhaalsverbod, nietig is! 179 WDBA - Modelovereenkomst • KWALIFICATIE VAN DE INKOMSTEN VOOR DE OPDRACHTNEMER • Met het afgeven van een goedgekeurde overeenkomst doet de Belastingdienst geen uitspraak over de fiscale kwalificatie van de inkomsten van de freelancer of zzp’er voor de inkomstenbelasting. • Met andere woorden, de opdrachtnemer kan uit de goedgekeurde overeenkomst van opdracht niet afleiden of zijn inkomsten voor de inkomstenbelasting kwalificeren als bijvoorbeeld winst uit onderneming of als resultaat uit overige werkzaamheden. • Pas bij de controle van de aangifte inkomstenbelasting beoordeelt de Belastingdienst hoe de inkomsten van de opdrachtnemer moeten worden gekwalificeerd, ongeacht of er wel of geen goedgekeurde overeenkomst is afgegeven! 180 Vragen? 181