13 Inleiding Wanneer voelen mensen met dementie zich thuis in een woonzorgcentrum? Wonen ze er goed? Krijgen ze de beste zorgen? Waaraan moet het gebouw beantwoorden opdat mensen met dementie er hun weg vinden en er aarden? Wat is nodig opdat het personeel er doeltreffend kan werken? Hoe liggen inkomhal, woonkamer, toilet, badkamer, gangen en slaapkamers overzichtelijk en comfortabel bij elkaar? Bestaat het ideale grondplan? Wat zijn mooie, geschikte meubels? Is er genoeg licht? Leuke of saaie kleuren? Niet te lawaaierig? Hoe kan je door vormgeving en inrichting van de woonomgeving het welbevinden van de persoon met dementie bevorderen? Hoe kan de materiële omgeving de persoon met dementie ondersteunen? Van Veurne tot Hamont-Achel Met deze en soortgelijke vragen ging Erik Stroobants op pad om te kijken en te luisteren in twintig woonzorgcentra waar mensen met dementie wonen. Zijn reportages met foto’s en plannen lees je in het eerste deel van dit boek. Twintig plaatsen tussen Veurne en Hamont-Achel: hoe wonen mensen met dementie? Van Abrahams tot Zeisel Patrick Verhaest zocht en vond antwoorden op vragen over dementievriendelijk bouwen en inrichten in wetenschappelijk onderzoek en stellingen van deskundigen. Die inzichten over architectuur en dementie bundelde en ordende hij tot een overzichtelijk geheel. Beginnen doet hij met ‘wat is dementie?’ en eindigen met ‘contacten bevorderen’. Een woonomgeving op maat van mensen met dementie De omgeving bepaalt in grote mate of we ons goed voelen. Wacht je op een trein of een bus, dan maakt het wel iets uit of je beschut bent tegen regen en tocht of niet. Wachten zonder beschutting en zonder uitzicht op wat komt, knaagt aan je humeur. Niet alleen gezonde mensen maar ook mensen met dementie verheugen zich op of lijden onder de omstandigheden die hen omringen. Zij zijn nog meer afhankelijk van de kwaliteit van hun omgeving. Die kwaliteit beïnvloedt hen ten goede of ten 14 architectonica kwade. Doorheen Architectonica. Een thuis voor mensen met dementie zal je kunnen vaststellen hoe een doordachte vormgeving van de leefomgeving mensen met dementie helpt het leven beter te beleven. We laten niet alleen licht schijnen op de materiële omgeving. Die staat immers niet los van de sociale omgeving. Dat is elke interactie tussen bewoners, familieleden, hulpverleners, vrijwilligers en andere bezoekers. De materiële en de sociale omgeving zijn met elkaar verweven en versterken elkaar. Ze moeten beide vertrekken van hetzelfde uitgangspunt: een visie op wonen en op zorg en begeleiding van mensen met dementie en hun familie. Gebouw en inrichting moeten die visie uitstralen. Gebouw en inrichting beïnvloeden het gevoel en het gedrag van de bewoner, van de hulpverlener en van de familie. Een huiselijk ingerichte leefomgeving nodigt uit tot ‘er even bij komen zitten’. Een omgeving die vooral de doelstelling van zakelijkheid oproept, maakt koele afstandelijkheid tot regel. Ook het omgekeerde is waar. Voel je je koel en afstandelijk behandeld in een huiselijk ingerichte omgeving, dan zal je weinig proeven van die huiselijkheid. Een goed ingerichte en gezellige woonkamer met keuken bijvoorbeeld, biedt geen meerwaarde wanneer hulpverleners de bewoners overdag aanmoedigen rustig op hun kamer te blijven. De zorgvisie ingebouwd Nieuwbouw, verbouwing of herinrichting bieden een uitzonderlijke kans om de visie op zorg in de praktijk tot uitdrukking te brengen. Bouwheren moeten immers talloze keuzes maken met betrekking tot het gebouw en de inrichting. Alle beslissingen over bouw en inrichting bepalen wat later wel en niet zal kunnen in de woongemeenschap van mensen met dementie. Worden bewoners, hulpverleners, familieleden en vrijwilligers betrokken in de voorbereiding? Zo ja, dan zal doorheen de gesprekken en discussies een gezamenlijke visie groeien over wonen en zorg voor mensen met dementie en hoe die in de praktijk van elke dag uitgevoerd zal worden. Het samenhangend geheel van zorgvisie, architectuur, inrichting, omgangsvormen en zorgorganisatie moet voor de persoon met dementie alle kansen scheppen om kwaliteitsvol te kunnen leven. Met dit boek halen we vooral de architectuur en de inrichting naar de voorgrond. We bekijken hoe die het wonen en de zorg beter kunnen maken, dat wil onder meer zeggen huiselijker, veiliger en comfortabeler. Architectonica. Een thuis voor mensen met dementie ‘Architectonica’ is een doos met vele kostbare en toepasbare betekenissen. Het is de naam van een buitengewoon mooie, kleurrijke en stijlvolle schelp. Er zijn vele inleiding verschillende soorten uitvoeringen en grootten, aangepast aan de bewoner. Hou de schelp tegen je oor en je hoort er ‘architectuur’ en ‘tonica’ in. Architectuur verenigt als kunst en wetenschap op een evenwichtige manier schoonheid, stevigheid en bruikbaarheid. Tonica is in de muziek de grondnoot. Het grondakkoord dat daarop gebouwd is, straalt rust uit. Dat alles zit in ‘Architectonica’ en in ‘een thuis voor mensen met dementie’. Erik Stroobants Patrick Verhaest 15