Antwoorden ministerie OCW op vragen RTL Nieuws over studieschuld ALGEMEEN Het studievoorschot is ingevoerd, met andere leenvoorwaarden (zie ook *1), en bijbehorende gedragseffecten. Daarnaast is vorig jaar de studiekeuzecheck ingevoerd, met als doel studenten een bewustere studiekeuze laten maken. De verwachting is dat dit leidt tot minder uitval en dus tot minder (hoge) schulden. De gevolgen van de studiekeuzecheck zijn niet meegenomen in de berekeningen van het CPB. VRAAG: Wordt er vanuit het ministerie gewaarschuwd voor de risico’s van het aangaan van een studielening bij DUO? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet? ANTWOORD: De kosten van de lening worden onder andere duidelijk in de rekenmodule op de website van DUO Hoe duur is lenen? De student kan daarin op de het ingevoerde bedrag aan rentedragende lening invoeren en zien wat de hoogte van studieschuld wordt. Ook kan de student via MijnDUO de actuele schuld zien. Tevens wordt op beschikkingen de hoogte van de schuld aangegeven. (Hiervoor hoeft de student niets te doen; die krijgt hij elk jaar thuisgestuurd) https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2014/10/30/nota-naaraanleiding-van-het-verslag-inzake-het-wetsvoorstel-studievoorschot-hoger-onderwijs VRAAG: Is er vanuit het ministerie sinds de invoering van het leenstelsel en de bijbehorende berekening van het CPB dat de gemiddelde studieschuld met 6000 tot 9000 euro zal toenemen extra aandacht voor de problemen die kunnen ontstaan door hoge studieschulden? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, vindt het ministerie het verantwoord dat studenten leningen aangaan die hen schulden kunnen opleveren van meer dan 50.000 (openstaand bij 15.320 personen in 2015) of 100.000 euro (98 personen in 2015)? ANTWOORD: Zie vorig antwoord. De voorzieningen in de studiefinanciering zijn uitdrukkelijk bedoeld voor de kosten die de student maakt tijdens zijn studie, inclusief de kosten voor zijn levensonderhoud. Het is aan de student om de geboden ruimte op een verstandige manier te benutten. De overheid kan niet controleren waar de student het geld dat hij leent in de praktijk aan uitgeeft. Wel wordt het leengedrag actief gemonitord om langjarige trends te kunnen identificeren en bewaken. Ook zal nadrukkelijk worden ingezet op gedragsbeïnvloeding en het vergroten van het financieel bewustzijn onder studenten om lenen voor andere doeleinden dan inkomensondersteuning tijdens de studie tegen te gaan. Mocht de regering andere signalen krijgen, dan zal ze naar bevind van zaken handelen. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2015/08/18/beantwoordingkamervragen-over-bericht-dat-studenten-niet-lenen-voor-studie VRAAG: Ook blijkt uit onze analyses dat studenten die opleidingen in de sectoren kunst en cultuur volgen, vaker moeite hebben met aflossen van hun studieschulden. Bij economische en technische studies is dat juist omgekeerd. Heeft het ministerie een verklaring voor de grote verschillen in tempo van aflossen tussen opleidingen? ANTWOORD: Dat heeft te maken met de inkomensafhankelijke aflossing, de zogeheten draagkrachtregeling. Als je weinig verdient, hoef je ook maar weinig af te lossen (zie ook *1). Je beschrijft dus een beoogd effect. VRAAG: Onderneemt de minister met het oog op deze cijfers actie om studenten bij bepaalde opleidingen extra te waarschuwen voor een studieschuld? ANTWOORD: Zie de vorige antwoorden. Daarnaast blijkt dat 1125 personen tot op de datum van het samenstellen van het bestand nog geen bedrag hebben afgelost. 750 van hen zijn al 2 jaar of langer geleden begonnen met terugbetalen. Ook zien we dat 6874 personen die langer dan 15 jaar geleden zijn begonnen met afbetalen nog altijd een schuld hebben openstaan. In totaal gaat het hierbij om 52,3 miljoen euro aan openstaande schuld. VRAAG: Wanneer wordt een studieschuld kwijtgescholden? ANTWOORD: Bij oud-studenten die onder de oude regeling vielen was dit na 15 jaar, voor afgestudeerden die onder de nieuwe regeling (studievoorschot) vallen wordt dit na 35 jaar. (zie ook *1) Onder de oude regeling moesten oud-studenten bij een lager inkomen al beginnen met terugbetalen en liep de maandelijkse aflossing veel hoger op. In de nieuwe regeling zijn de aflosvoorwaarden veel soepeler, maar loopt de afbetalingsperiode dus wel langer door. Let wel: je hoeft er niet langer over te doen; in de oude situatie deden de meeste oud-studenten ook gemiddeld een jaar of 7 over hun afbetaling i.p.v. de volle 15 jaar. VRAAG: Hoeveel leningen werden er het afgelopen jaar kwijtgescholden en welk bedrag stond hier nog open? ANTWOORD: Ongeveer 6400 oud-studenten met een studielening (1,2% van de totale populatie) kreeg in 2014 jaar een bedrag kwijtgescholden. Het ging om een bedrag van ca €18,2 miljoen (€4,6 miljoen wegens overlijden, €13,5 miljoen wegens verstrijken 15 jaar). *1 Voor nieuwe studenten zijn met het studievoorschot de terugbetaallasten fors verlicht. Door de verlenging van de terugbetaaltermijn van 15 naar 35 jaar halveren de maandlasten grofweg bij een bepaald schuldbedrag. Daarnaast is de draagkrachtregeling fors aangepast. Oud-studenten betalen pas vanaf een hoger inkomen terug en nooit meer dan 4 procent van hun inkomen boven de drempel (was 12%). Wat zo blijft, is dat de financiële draagkracht voor nieuwe debiteuren automatisch wordt berekend op basis van het bij de Belastingdienst beschikbare inkomen. Daarnaast blijft flexibiliteit bestaan. De zogenoemde jokerjaren geven de mogelijkheid om tijdelijk, voor maximaal vijf jaar, een terugbetalingspauze in te lassen. Tezamen bieden de leenvoorwaarden de garantie dat oud-studenten in staat zijn aan hun aflosverplichtingen te voldoen. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2015/10/02/beantwoordingkamervragen-over-bericht-dat-eenvijfde-van-oud-studenten-wanbetaler-is