Vitale functie bij een kind

advertisement
onbewaakte kopie
Lichaamsverzorging en observatie 57
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
Vitale functies bij kinderen
De waarden van de vitale functies (ademhaling, hartfrequentie en bloeddruk) verschillen per
leeftijd. Om de gevonden waarde te interpreteren, kan onderstaande tabel worden gebruikt. Het
gehele verloop van metingen bij het individuele kind is van belang om plotseling afwijkingen te
kunnen signaleren.
Leeftijd
Ademhalingsfrequentie
Hartfrequentie
Systolische RR
(mmHg)
< 1 jaar
30 – 40
110 – 160
70 – 90
1 – 2 jaar
25 – 35
100 – 150
80 – 95
2 – 5 jaar
25 – 30
95 – 140
80 – 100
5 – 12 jaar
20 – 25
80 – 120
90 – 110
≥ 12 jaar
15 – 20
60 – 100
100 – 120
Tabel Normale vitale parameters bij kinderen.
Tellen van de ademhalingsfrequentie
Het observeren en tellen van de ademhaling kan bij vooral jonge kinderen lastig zijn. Vaak is
het kind angstig en moet het huilen.
Het gunstige moment om de ademhaling te tellen is gedurende de slaap.
Het spreekt vanzelf dat de ademhaling voor het meten van de lichaamstemperatuur moet
gebeuren, omdat veel kinderen huilen bij temperaturen.
Tellen van de hartfrequentie
Het tellen van de hartfrequentie bij zuigelingen en peuters is moeilijk uit te voeren aan de pols.
Hiervoor zijn drie redenen:
„
De hartslag heeft een nog te kleine output om aan de pols voelbaar te zijn.
„
De pols heeft nog te veel onderhuids vet om de polsslag waar te nemen.
„
Een peuter vindt het vaak niet prettig om vastgehouden te worden.
Dit betekent dat de hartfrequentie op een andere locatie gevoeld moet worden, bijvoorbeeld met
de vingertoppen op de slaap
„
een hand op de borstkas van het kind.
De hartslag kan ook beluisterd worden met behulp van een stethoscoop.
Bij oudere kinderen kan de hartfrequentie op identieke wijze (aan de pols) geteld worden als bij
volwassenen.
„
Bij koorts stijgt de hartfrequentie met 10-15 slagen per minuut per graad Celsius.
Meten van de lichaamstemperatuur
De lichaamstemperatuur kan bij een kind zeer snel wisselen. Dit hoeft niet altijd te wijzen op
koorts. Vooral bij zuigelingen komt ondertemperatuur als reactie op een infectie vaak voor (zie
tabel 2). De temperatuur wordt bij voorkeur rectaal gemeten.
Wanneer dit niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij het ontbreken van de anus of bij
stollingsstoornissen, moet dit vermeld staan in het dossier.
© Vilans 24-08-2012
Achtergrondinformatie
Vitale functie bij een kind: 1 (van 2)
onbewaakte kopie
Lichaamsverzorging en observatie 58
Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen
De thermometer mag tot 2 cm in de anus opgeschoven worden. Let op mogelijke weerstand,
dan niet verder schuiven.
Rectaal
normale waarde
ondertemperatuur
36,5 °C – 37,5 °C
Lager dan 36°C
verhoging
37,5°C – 37,9 °C
koorts
Hoger dan 38 °C
hoge koorts
40°C – 41°C
Tabel 2: Temperatuurwaarden bij kinderen
Lage temperatuur
Bij een temperatuur onder de 36,5°C krijgt de zuigeling een (extra) kruik of deken in het bedje.
Een mutsje helpt ook vaak goed bij een lage temperatuur.
Controleer na 1 uur of de temperatuur van de zuigeling omhoog is gegaan.
Hoge temperatuur
Neem bij een temperatuur boven 37,5°C een kruik weg of eventuele andere warmtebronnen
(zoals te veel kleding, dekens of hoogstaande verwarming).
Temperatuur de zuigeling na 1 uur opnieuw. Als de temperatuur niet is gezakt of als de
zuigeling transpireert dient overleg met verloskundige of arts plaats te vinden.
Bronnen
„
Huizinga, G., Molenkamp, C., Ridder den, K., Ulijn – ter Wal, R., ’t Veld – Rentier, I., (2004).
Basisboek Kinderverpleegkunde. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen.
„
Griendt, van der, E.J., Kamerbeek, A., (2006). Leidraad Kindergeneeskunde. Bohn Stafleu
van Loghum.
© Vilans 24-08-2012
Achtergrondinformatie
Vitale functie bij een kind: 2 (van 2)
Download