oefenbundel voor het vierde leerjaar

advertisement
oefenbundel voor het vierde leerjaar
leerinhoud
taal: de persoonsvorm
spelling: -lijk/-elijk
aard
verrijking
taalbeschouwing
accentactiviteit
schrijven
remediëring
spelling: werkwoorden
remediëring
taal: figuurlijk taalgebruik
bron
Tijd voor Taal accent - Taal 4
Tijd voor Taal accent - Taal 4
Tijd voor Taal accent - Spelling 4
oefenkaarten
Tijd voor Taal accent - Spelling 4
oefenkaarten
er
v
o
ie nt
t
a e e
m acc t.b
r
o l
n
nf aa ce
i
r T c
ee or tvta
m o .
d jd v ww
n
Vi Ti p w
o
accent
Thema 2: verrijking bij toets taalbeschouwing
Naam:
De persoonsvorm vinden door de ja-neevraag te stellen
Het werkwoord in de juiste vorm zetten
1 Stel eerst de ja-neevraag. Noteer vervolgens de persoonsvorm.
Piraat Caramello is de beste vriend van piraat Landrot.
Ja-neevraag:
?
Persoonsvorm:
Zijn kameraden zijn allemaal even gemeen.
Ja-neevraag:
?
Persoonsvorm:
Heb jij ooit al een echte piraat ontmoet?
Ja-neevraag:
?
Persoonsvorm:
2 Zet de werkwoorden in de juiste vorm.
Ik wil
Jullie
Hij helpt
Wij
Zus plaagt
Ik
Ik draag
Mijn zussen
Jullie denken
Hij
Kobe ziet
Ik
Zij vinden
Opa
Wij hebben pech. Jij Je bloost
Wij
Ik ben blij.
Jullie pech.
blij.
3 Zet de werkwoorden in de juiste vorm.
a Vul de zin aan naar keuze.
b Wat ontbreekt: onderwerp of persoonsvorm?
Niemand
vandaag.
Pippa ons niet?
Tijd voor Taal accent - Taal
Toetsen en remediëring 4
Wat ontbreekt?
onderwerp
persoonsvorm
Wat ontbreekt?
onderwerp
persoonsvorm
Thema 2 • verrijking taalbeschouwing
151
Naam:
4 a Zet de persoonsvorm tussen schuine strepen.
b Vul daarna de juiste vorm van het werkwoord aan in de kolommen.
ik
hij
wij
stam
stam + t
stam + en
Pol kijkt graag naar
griezelfilms.
Rikki begrijpt geen
Chinees.
Omar haalt steeds
mooie punten.
Anna is bang van
spinnen.
Waarvan dromen
jullie?
152
Thema 2 • verrijking taalbeschouwing
Tijd voor Taal accent - Taal
Toetsen en remediëring 4
accent
KOPIEERBLAD 5.4
1x per ll.
Naam:
Datum:
Klasnummer:
Geef iemand een pluim en hij krijgt vleugels!
Je schrijft een kaartje aan een klasgenoot.
In je tekstje geef je hem of haar een compliment.
-Misschien kennen jullie het gezegde
Geef iemand een pluim en hij krijgt vleugels!?
Moet ik nu een pluimpje als geschenk geven?
Zal mijn klasgenoot blij zijn met een pluimpje?
Natuurlijk niet, je had natuurlijk al door dat er iets
anders bedoeld wordt: het is een spreekwoord.
Met een pluim bedoelen ze een compliment. Als
je een complimentje krijgt, voel je je blij. Het lijkt
een beetje of je vleugels krijgt. Je gaat haast
zweven van geluk!
-Je krijgt van je leerkracht de naam en het adres van een medeleerling.
Aan die leerling schrijf je een kaartje. Schrijf eerst het adres op de juiste plaats.
Weet je nog hoe dat moet?
Neem je werkschrift op blz. 82 om je te helpen.
Denk na: wat kan je klasgenootje goed? Wat is je onlangs opgevallen aan hem of
haar? Wat is er mooi aan hem of haar? Schrijf het hieronder op.
-Schrijf nu je tekstje in het klad.
•Denk aan een goed begin en einde van je tekstje.
•Geef een of meer pluimpjes.
Je kunt je zin beginnen met ‘Ik vind dat je goed kunt ...’ of ‘Dankjewel dat je ...’
of ‘Wat leuk dat je …’
Tip: Neem het klad van je vorige kaartje,
werkschrift blz. 81. Dat kun je als voorbeeld
gebruiken om te starten.
432
Thema 5 • Accentweek • activiteit 2
Tijd voor Taal accent - Taal - Handleiding 4
accent
KOPIEERBLAD 5.4
Naam:
1x per ll.
Datum:
Klasnummer:
Klad:
-Lees je tekstje nog eens na.
Schrijf het dan over op je kaartje.
-Versier de voorkant met een mooie tekening: iets dat te maken heeft met de
pluimpjes die je gaf.
-Oefen hier nog eens op het juist schrijven van het adres.
-Je kunt het kaartje nu zelf bezorgen of de post zijn werk laten doen
(denk aan de postzegel).
Tijd voor Taal accent - Taal - Handleiding 4
Thema 5 • Accentweek • activiteit 2
433
accent
KOPIEERBLAD 5.5
Naam:
434
Thema 5 • Accentweek • activiteit 2
1x per 2 lln.
Datum:
Klasnummer:
Tijd voor Taal accent - Taal - Handleiding 4
Klas:
accent
Naam:
Woorden met lijk(e)
1 Welk woord past bij de omschrijving? De eerste letter is gegeven.
Schrijf het woord juist op.
lelijk – afzonderlijk – oneerlijk – makkelijk – pijnlijk –
huwelijk – aantrekkelijk – wonderlijk
heel mooi, beeldig = a
gelogen, onwaar
= o
trouw
=
h
niet mooi
=
l
niet moeilijk
= m
apart, op zichzelf
=
a
het doet heel veel pijn
=
p
het is echt een wonder
=
w
2 Haal de heerlijk(e)-woorden uit het slakkenhuis.
Schrijf ze over en kleur het achtervoegsel lijk of lijke.
Deze oefenkaart werd speciaal voor de ‘Bouw een brug’-actie invulbaar gemaakt.
Gebaseerd op Tijd voor Taal accent - Spelling 4 - Oefenkaart 6a
© VAN IN
Klas:
accent
Naam:
Werkwoorden: de tegenwoordige tijd
1 Schrijf de zin eerst over. Vervang daarbij het werkwoord van de persoonsvorm door
werken. Vul dan de zin aan met de juiste persoonsvorm. Onderstreep in beide zinnen
de stam van de persoonsvorm en omcirkel de uitgang. Doe zoals in het voorbeeld.
Voorbeeld: Mijn vader ………….. werkt …………… (kijken) graag naar de televisie.
Mijn vader kijkt…
De Belgen
Hans
Waarom
(spelen) goed tennis.
(eten) graag kip met currysaus.
(zoeken) je niet naar de juiste oplossing?
(redden) een poes uit de boom.
Die brandweerman
Mari
De politie
(antwoorden) elke keer juist.
(starten) een onderzoek naar de dader.
2 Schrijf de zin eerst over. Vervang daarbij het werkwoord van de persoonsvorm door
werken. Vul dan de zin aan met de juiste persoonsvorm. Onderstreep in beide zinnen
de stam van de persoonsvorm en omcirkel de uitgang. Doe zoals in het voorbeeld.
Voorbeeld: Mijn vader ………….. werkt ……………… (kijken) graag naar de televisie.
Mijn vader kijkt…
Wij
Dat huis
(wachten) al een uur op de bus.
(branden) volledig uit. Sommige kinderen
Mijn tante
De zee
De school
(vinden) documentaires niet leuk.
(reizen) veel naar Amerika. (lijken) wel eindeloos.
(maken) geen onderscheid tussen blank en zwart.
Deze oefenkaart werd speciaal voor de ‘Bouw een brug’-actie invulbaar gemaakt.
Gebaseerd op Tijd voor Taal accent - Spelling 4 - Oefenkaart 19c/19d
© VAN IN
Download