2. Visie en Uitgangspunten - Netwerk Dementie Oost

advertisement
Visiedocument
Netwerk Dementie Oost-Veluwe
Samengesteld door: Lisenka van Gogh
Goedgekeurd in de stakeholdersvergadering d.d. 16-03-2012
Visiedocument
Inhoudsopgave
1. Inleiding .................................................................................................................................. 3
1.1. Geschiedenis ................................................................................................................................ 3
1.2. Definitie ketenzorg dementie....................................................................................................... 3
1.3. Doelgroep ..................................................................................................................................... 3
1.4. Aanleiding voor opzet ketenzorg dementie in de regio Oost-Veluwe ......................................... 4
1.5. Samenwerkingspartners ............................................................................................................... 4
2. Visie en Uitgangspunten ........................................................................................................ 5
2.1. Functionele en geïntegreerde zorg .............................................................................................. 5
2.2. Ambulante en variabele zorg en ondersteuning .......................................................................... 5
2.3. Zorgcontinuüm ............................................................................................................................. 5
2.4. Spin in het web (casemanagement) ............................................................................................. 6
3. Doelstellingen ......................................................................................................................... 6
3.1. Algemene doelstelling .................................................................................................................. 6
3.2. Subdoelen ..................................................................................................................................... 6
4. Te behalen resultaten ............................................................................................................ 7
5. Organisatie van het netwerk dementie ................................................................................. 8
5.1. Structuur netwerk dementie Regio Oost-Veluwe ........................................................................ 8
5.1.1. Platform / bestuurders, netwerkpartners ............................................................................ 8
5.1.2. Netwerk voorzitter ............................................................................................................... 8
5.1.3. Dagelijks bestuur .................................................................................................................. 9
5.1.4. Regioteam............................................................................................................................. 9
5.1.5. Ketenregisseur netwerk ....................................................................................................... 9
5.1.6. Ambtelijk secretariaat .......................................................................................................... 9
5.1.7. Secretariaat Netwerk............................................................................................................ 9
5.1.8. Werkgroepen ........................................................................................................................ 9
5.2. Fasering en activiteiten ............................................................................................................. 10
5.3. Planning en borging ................................................................................................................... 10
5.4. Regionaal ketenplan dementie.................................................................................................. 10
5.5. Informatie en communicatie ..................................................................................................... 10
5.6. Kwaliteit ..................................................................................................................................... 10
5.7. Risicobeheersing........................................................................................................................ 10
6. Randvoorwaarden/Uitgangspunten .................................................................................... 10
2
2011
2011
Visiedocument
1. Inleiding
1.1. Geschiedenis
Mensen met dementie en familieleden die hen verzorgen (mantelzorgers), ervaren vaak
moeilijkheden bij het verkrijgen en gebruiken van de juiste zorg.
Onderliggende knelpunten zijn:
 De juiste samenhang ontbreekt
 De stem van de cliënt en zijn/haar mantelzorgers komt onvoldoende tot zijn recht
 Het zorgaanbod is te veel gericht op het aanbod in plaats van de vraag
Het Landelijk Dementie Programma gaf de impuls aan de regio Oost-Veluwe om zich in te spannen
tot het vormen van ketenzorg ter verbetering van de dienstverlening voor cliënten met dementie en
zijn/haar mantelzorgers door regionale actieprogramma´s.
1.2. Definitie ketenzorg dementie
a) Ketenzorg kan worden omschreven als een regionale en transmurale samenwerking tussen
instellingen en beroepsbeoefenaren. Het netwerk dementie wil ketenzorg bieden met als doel
“te komen tot een samenhangend en integraal aanbod, van zowel zorg- als welzijnactiviteiten,
voor mensen met (een vermoeden van) dementie en hun mantelzorgers”. Belangrijke
uitgangspunten daarbij zijn het centraal stellen van, zowel de zorgvraag als de behoeften, en het
respecteren van de autonomie van de cliënt en zijn/haar mantelzorger.
b) Voorwaarde om te komen tot ketenzorg is het loslaten van het “instellingsdenken” ten behoeve
van een betere zorg voor de cliënt met (een vermoeden) van dementie en zijn mantelzorgers.


Cliënt met dementie is de persoon met dementie of met verschijnselen die wijzen op dementie.
Mantelzorgers zijn de partner, de familieleden en de naasten die de persoon met dementie
ondersteunen.
1.3. Doelgroep
Cliënten met (een vermoeden van) dementie en hun mantelzorgers.
Onderzoeken en cijfers (Wereld Alzheimer Dag Rapport 2011) laten zien dat ca. 10 % van de mensen
van 65 jaar en ouder wordt getroffen door een vorm van dementie, bij mensen van boven de 80 jaar
is dat al ca. 20 %.
Aantal dementerenden in de regio Oost-Veluwe
(Apeldoorn, Brummen, Epe, Heerde, Hattem* en Voorst*)
Jaar
Apeldoorn
Brummen
Epe
Heerde
Hattem*
Voorst*
3
2010
2011
2020
2030
2040
2.491
344
606
308
192
423
2.534
358
623
319
199
439
2.966
484
762
408
280
551
3.975
648
958
563
373
708
4.982
784
1149
721
428
935
Visiedocument
In de gemeente Hattem is Viattence en Woonzorg Unie actief. Deze gemeente valt onder Achmea.
De gemeente Voorst valt onder zorgverzekeraar Salland, maar valt wel onder de regio Oost-Veluwe.
1.4. Aanleiding voor opzet ketenzorg dementie in de regio Oost-Veluwe
De aanleiding voor de opzet en verdere uitwerking van een ketenzorg dementie in de regio OostVeluwe komt voort uit de constatering dat er in de regio al veel uitvoering wordt gegeven aan
activiteiten op het terrein van dementie, zoals de functies:
 voorlichting en advies
 preventie, vroegsignalering en toeleiding
 onderzoek en advies (diagnostiek)
 behandeling en begeleiding
 zorg- en dienstverlening
De regio kent een rijke lokale en sociale infrastructuur op het gebied van zorg en welzijn, die een
goede basis vormt voor ketenzorg dementie. Om echter een keten een geschakelde keten te laten
zijn dient er tevens sprake te zijn van geïntegreerde zorgverlening en structurele samenhang in de
zorg. Alle samenwerkingspartners hebben daarbij de intentie zorginhoudelijke continuïteit met
vloeiende overgangen te realiseren.
1.5. Samenwerkingspartners
De ketenzorg dementie omvat al die instellingen en individuele beroepsbeoefenaren die betrokken
zijn bij enige vorm van zorg en ondersteuning (van ambulante/thuiszorg tot aan intramurale zorg en
verpleging) voor de doelgroep cliënten met (een vermoeden van) dementie en hun mantelzorgers.
In de regio Oost-Veluwe zijn hierin de netwerk(kern)partners:
•
Alzheimer Nederland afd. Oost-Veluwe, patiënten belangenorganisatie
•
Atlant zorggroep, zorginstelling
•
De gemeente Apeldoorn
•
De Goede Zorg, zorginstelling
•
De Woonmensen, wooncoöperatie en zorginstelling
•
Gelre ziekenhuizen
•
GGNet, geestelijke gezondheidszorg
•
Huisartsen Vereniging Apeldoorn e.o.
•
RIWIS, zorg en welzijn
•
Stichting de Kap, steunpunten mantelzorg Regio Oost-Veluwe
•
Talma Borgh, woon- en zorgcentrum
•
Thuiszorg Beers, thuiszorginstelling
•
Viattence, zorginstelling
•
Vérian, thuiszorgorganisatie
•
Wisselwerk, maatschappelijke welzijnsorganisatie
•
Woonzorg Unie Veluwe, zorginstelling
•
Zorggarant, thuiszorgorganisatie
•
Zorggroep Apeldoorn e.o., zorginstelling
Zorgkantoor Agis en de provincie Gelderland zijn geen netwerk(kern)partners. Zij zijn echter wel
betrokken en ondersteunen de initiatieven van het Netwerk Dementie Oost-Veluwe, onder meer
door middel van financiële bijdragen.
Er dient onderscheid te worden gemaakt tussen:
 partners (zie boven) die direct in de ketenzorg samenwerken ten behoeve van de doelgroep
4
2011
Visiedocument


partners waarmee afstemming in de zorg of samenwerking ten behoeve van de
indicatiestelling wordt betracht, zoals bijvoorbeeld Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ).
diverse partners in andere ketens waarmee kan worden samengewerkt, zoals informele zorg.
2. Visie en Uitgangspunten
2.1. Functionele en geïntegreerde zorg
Samenwerking in een ketenzorg dementie brengt met zich mee dat de gewenste zorg rond en de
route van een cliënt door de diverse zorgsoorten, het leidend principe wordt om te bepalen waar,
door wie en op welke punten het beste kan worden samengewerkt. Dit zal betekenen dat het
onderscheid tussen eerste- en tweedelijnszorginstellingen minder duidelijk wordt. Het gaat om
functionele en multidisciplinaire samenwerking rond een cliënt. Ook coördinatie van de zorg op de
grensvlakken tussen de diverse zorgsoorten is een vereiste om bijv. dubbelingen in intakes en
dossiervorming te voorkómen. Integratie van zorg vindt ondermeer plaats op het gebied van
behandeling, zorgprogramma’s en personele samenwerking. De ketenzorg dient de voorwaarden in
zich te dragen dat de cliënt en zijn/haar mantelzorgers niet tussen de wal en het schip belandt.
Binnen de keten moet er altijd iemand (casemanager) zijn die functioneel gemandateerd en
verantwoordelijk is voor de samenhang en afstemming van behandeling, begeleiding en/of
zorgverlening van een zorgvrager en diens mantelzorgers. Regelmatige evaluaties zijn nodig om de
afspraken rond cliënten en de kwaliteit van de ketenzorg te verbeteren.
2.2. Ambulante en variabele zorg en ondersteuning
Gezien de voorspelde grote groei van de dementiezorg in de toekomst is het belangrijk nu al met een
divers en flexibel aanbod in te spelen op een gevarieerde vraag. Het aanbod zal zich niet alleen
dienen te beperken tot zorg maar de samenhang met welzijnsorganisaties en
mantelzorgondersteuning zal cliënten en mantelzorgers veel te bieden hebben. Afhankelijk of er
sprake is van enkelvoudige of complexe problematiek zal er resp. weinig of veel zorg om de cliënt
heen nodig zijn met meer of minder inzet van de ketenzorg dementie. Het streven is er op gericht
cliënten met dementie zo lang mogelijk thuis te laten wonen met de door hen gewenste informatie,
zorg en professionele en informele begeleiding en ondersteuning, voor zowel cliënt als zijn/haar
mantelzorgers. Signalering van veranderingen blijft, gezien het progressieve karakter van het
ziektebeeld, op langere termijn belangrijk. Een eventuele inzet van zwaardere semi- of intramurale
zorg kan altijd nodig zijn. Ook hiervoor is de ketenzorg dementie een belangrijke voorwaarde. Naar
de toekomst toe zal er expertise ontwikkeld dienen te worden naar meer diversiteit en samenhang in
de ambulante zorg en dagbehandeling/-verzorging. Ook de intramurale ‘verpleeghuis’zorg zal op
termijn grotendeels veranderen van zorg in gebouwen naar ‘verpleeg’zorg in woningen of
kleinschalige varianten daarop met een scheiding tussen zorg en wonen.
2.3. Zorgcontinuüm
Zoals in 2.1 reeds aangegeven vraagt ‘integratie van de zorg’ tegelijkertijd om ‘continuïteit
in de zorg’. Continuïteit in de zin dat:
 cliënten en hun mantelzorgers niet meerdere keren hun ‘verhaal hoeven te doen’;
 cliënten en hun mantelzorgers noodzakelijke en passende zorg en ondersteuning krijgen en liefst
zo ambulant mogelijk;
 cliënten en hun mantelzorgers tijdens hun zorgtraject een aanspreekpunt en mederegisseur
hebben in de persoon van een casemanager;
 er sprake is van één behandel-/zorgplan en één cliëntendossier door de keten heen;
5
2011
Visiedocument
 er sprake is van samenhang en afstemming in het zorgaanbod, ten behoeve van een betere zorg
voor cliënten en zijn mantelzorgers.
2.4. Spin in het web (casemanagement)
De casemanager is een belangrijke sleutelfiguur in het concreet en zichtbaar maken van de
continuïteit in de zorg. De casemanager is het eerste ambulante aanspreekpunt voor de cliënten en
zijn/haar mantelzorgers en alle bij de zorgvrager betrokken hulpverleners, c.q. verwijzers. De
casemanager onderneemt activiteiten, die het gehele hulp en zorgaanbod zo goed mogelijk laat
aansluiten bij de zorgvraag. Het doel is continuïteit te bieden in de behandeling, begeleiding en
verzorging van de cliënt en zijn/haar mantelzorgers. Een ander belangrijk doel is het voorkómen van
crisissituaties. De begeleiding en verwijzing van de casemanager worden door middel van registratie
en evaluatie gevolgd, waaruit transparantie volgt en onafhankelijkheid geborgd wordt.
3. Doelstellingen
3.1. Algemene doelstelling
Door samenwerking en bundelen van krachten, het bieden van een integraal aanbod op het gebied
van wonen, zorg en welzijn, dat in dienst staat van en zorg draagt voor een zo goed mogelijk behoud
van kwaliteit van leven voor de cliënt met (een vermoeden van) dementie en zijn mantelzorgers.
Hieruit volgt een laagdrempelig, duidelijk en continu traject dat voorziet in vroegsignalering,
diagnostiek, informatie en advies, behandeling/ begeleiding en het verlenen van diensten op het
gebied van wonen, zorg en welzijn.
3.2. Subdoelen
Vanuit het cliëntenpanels, werkconferenties, de resultaten van de projecten, de klankbordgroep en
resultaten vanuit de LDP-monitor zijn en worden probleemvelden en knelpunten gesignaleerd die
door het Netwerk Dementie worden vertaald in subdoelen en projecten waar werkgroepen
vervolgens uitvoering aan gaan geven.
Subdoelen
 Verbetering diagnostiek en deskundigheidsbevordering huisartsen.
 Verbetering van continuïteit en begeleiding van het zorgtraject dat een cliënt met (een
vermoeden) van dementie en zijn/haar mantelzorgers aflegt, door het ontwikkelen van
casemanagement.

Ondersteuning van de cliënt (met een vermoeden van) dementie en zijn/haar mantelzorgers in
het begin van het zorgtraject, door het opzetten van Ontmoetingscentra Dementie.
 Verbeteren van het aanbod respijtzorg = vervangende mantelzorg.
 Vroegsignalering en scholing.
 Centraal aanmeldpunt inrichten waar ook registratie kan plaatsvinden.
6
2011
Visiedocument
4. Te behalen resultaten
In het kader van de ontwikkeling van een ketenzorg dementie worden resultaten nagestreefd,
welke specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch en tijdgebonden zijn.
Deze resultaten worden verwoord in een regionaal ketenplan dementie.
Daarbij valt te denken aan:
Voorlichting, vroegsignalering en de één-loket-gedachte:
 betere toegankelijkheid van de dementie-zorg voor cliënten en verwijzers (één loket/voordeur),
door o.a. de ontwikkeling van een gestroomlijnd proces van diagnostiek, onderzoek en
behandeling zonder doublures
 de ontwikkeling van een informatie- en vroegsignaleringssysteem t.b.v. relevante hulp-/
zorgverleners en verwijzers, die als eerste met dementiële problematiek in aanraking komen,
bijv. in de vorm van consultatie, intervisie, scholing en/of ondersteuning; ook samenwerking in
de vorm van spreekuren binnen de eerstelijn kan een optie zijn
Continuïteit, organisatie en registratie:
 cliëntenmonitoring, registratie van wachttijden, wachtlijsten en crisiscontacten gericht op betere
afstemming in de zorg en het oplossen van knelpunten in de samenwerking
 verdere uitwerking en omschrijving van de casemanagement-functie als spil in de coaching van
cliënt en mantelzorger door het woud van de voorzieningen
 het opzetten van een zorg-infrastructuur om afstemming tussen behandeling,begeleiding,
casemanagement en zorgverlening (een zorgcontinuüm) organisatorisch mogelijk te maken
Kennisontwikkeling, deskundigheidsbevordering en verbeteracties:
 periodieke toetsing van tevredenheid over de dementie-zorg bij cliënten, mantelzorgers,
hulpverleners en verwijzers die leiden tot verbeteracties in de zorg
 stimuleren van onderzoek (best-practice en evidence-based) naar de resultaten van de geboden
zorgverlening
 ontwikkelen van een kennis- en expertisecentrum
Vermaatschappelijking en randvoorwaarden:
 verdere uitwerking van de sociale kaart dementie
 de opzet van een financieringssysteem voor de ketenzorg dementie
7
2011
Visiedocument
5. Organisatie van het netwerk dementie
5.1. Structuur netwerk dementie Regio Oost-Veluwe
5.1.1. Platform / bestuurders, netwerkpartners
De netwerkpartners stellen zich verantwoordelijk voor de sturing, uitvoering en borging van het
netwerk. Dit doen zij door het beschikbaar stellen van menskracht voor regie- en werkgroepen en
een financiële/materiële bijdrage, waarvan de hoogte jaarlijks door de netwerkpartners wordt
vastgesteld naar aanleiding van het financiële jaarverslag. Daarnaast zetten partijen zich in om alle
instellingen en zorgverleners die een taak hebben in de regionale zorg aan de patiëntengroep bij dit
netwerk te betrekken.
Partijen zijn ieder verantwoordelijk voor een kwalitatief goede zorguitvoering van het eigen aandeel
binnen het netwerk.
Partijen zijn verantwoordelijk voor een goede communicatie en afstemming van de acties op het
gebied van dementie tussen de netwerkpartners.
Partijen zijn op netwerkniveau verantwoordelijk voor een afvaardiging in het regioteam om de
zorguitvoering in netwerkverband te monitoren en zo nodig bij te sturen.
Op basis van goede afspraken met betrekking tot hun bevoegd- en verantwoordelijkheden, worden
deelnemers (vaak vanuit verschillende organisaties) tijdelijk ‘uitgeleend’ aan een project met een
duidelijk omschreven doel en resultaatverplichting. De deelnemers zijn in feite ‘ambassadeurs’
namens hun eigen achterban in het project.
In het kader van het nu lopende traject van de ketenzorg dementie betekent één en ander dat
er afspraken moeten worden gemaakt m.b.t. welke partij wat inbrengt in het project, w.o.
 inbreng deskundigheden
 financiële inbreng
 afspraken over scholing / supervisie e.d.
 afspraken over de groei (w.b. uren) van een project
 integratie van culturen
5.1.2. Netwerk voorzitter
De netwerkvoorzitter wordt met instemming van de bestuurders/stakeholders/netwerkpartners uit
eigen geleding benoemd. De voorzitter zit de vergaderingen van de bestuurders voor en is samen
8
2011
Visiedocument
met de ketenregisseur verantwoordelijk voor de voorbereiding van de vergadering. Desgewenst kan
de voorzitter het netwerk naar buiten toe vertegenwoordigen.
5.1.3. Dagelijks bestuur
In februari 2010 is door de bestuurders een dagelijks bestuur van 3 bestuurders samengesteld. Het
dagelijks bestuur heeft mandaat van de bestuurders zodat beslissingen sneller genomen kunnen
worden en een goede voortgang van de projecten wordt gewaarborgd.
5.1.4. Regioteam
Het regioteam is samengesteld uit:
 voorzitter, bij voorkeur vertegenwoordiger van de belangenvereniging van dementerenden en
hun mantelzorgers ( Alzheimer Ned. Afd. Oost-Veluwe)
 vertegenwoordigers van de netwerkpartners
 ketenregisseur netwerk dementie
Het regioteam stuurt het netwerk aan en heeft als taken:
 het bewaken van gemaakte afspraken tussen partijen;
 het bevorderen van multidisciplinaire en organisatie overstijgende samenwerking;
 signaleren van knelpunten en verbetermogelijkheden binnen het netwerk;
 het formuleren en evalueren van het beoogde kwaliteitsniveau;
 het initiëren van nieuwe projecten binnen het netwerk;
 is verantwoordelijk voor de communicatie van de activiteiten van het netwerk naar betreffende
doelgroepen en eigen organisaties;
 is verantwoordelijk voor de begroting.
 Het regioteam rapporteert jaarlijks aan de bestuurders van de netwerkpartners. De
vertegenwoordigers rapporteren binnen hun eigen organisatie.
 De voorzitter van het regioteam neemt deel aan het bestuurlijk overleg.
5.1.5. Ketenregisseur netwerk
De ketenregisseur is onderdeel van het netwerk en ondersteunt en toetst condities voor een goede
samenwerking, activeert en verbindt de netwerkpartners op de verschillende niveaus, signaleert
knelpunten en brengt deze op het geëigende niveau ter sprake en bevordert professionalisering
(competenties en methodieken).
De ketenregisseur is mogelijk lid van de werkgroepen en brengt waar nodig periodiek verslag uit op
de verschillende niveaus binnen het netwerk.
5.1.6. Ambtelijk secretariaat
Het ambtelijk secretariaat is onderdeel van het netwerk en draagt zorg voor het bewaken en
beheersen van processen noodzakelijk voor een goed functionerend netwerk. Tevens worden
producten, informatie en documenten beheerd en bewaakt.
Het geniet de voorkeur om dit uit te laten voeren door de ketenregisseur van het netwerk dementie
en het secretariaat van het netwerk, dit om continuïteit en samenhang te waarborgen.
5.1.7. Secretariaat Netwerk
Het secretariaat is onderdeel van het netwerk en ondersteunt het regioteam en de ketenregisseur.
5.1.8. Werkgroepen
De werkgroepen worden voor een bepaalde periode opgericht door het regioteam. De werkgroepen
krijgen een opdracht van het regioteam. Afhankelijk van de opdracht wordt de werkgroep
samengesteld. In elke werkgroep is de ketenregisseur en/of een lid van het regioteam
vertegenwoordigd. De werkgroep rapporteert aan het regioteam.
9
2011
Visiedocument
5.2. Fasering en activiteiten
Een aantal activiteiten, zoals bekendheid verwerven, inventariseren van behoeften en aanbod, het
initiëren van voorzieningen e.d., kent meerdere fasen van opzetten en in stand houden. Hier worden
twee fasen onderscheiden: de initiatieffase en de realisatiefase.
Initiatieffase
Jaarlijks wordt een regio actieplan opgesteld, waarin wordt opgenomen welke initiatieven worden
opgepakt. Tijdens de initiatieffase, waarin o.a. onderzoek wordt gedaan naar haalbaarheid,
voorwaarden (waaronder financiële), gevolgen en te verwachten resultaten van een activiteit, wordt
rekening en verantwoording afgelegd aan de netwerkpartners. Uit de initiatieffase worden
onderwerpen gekozen die haalbaar zijn en gaan naar de realisatie fase. Jaarlijks volgt een evaluatie
van de voortgang en resultaten van de voorgenomen activiteiten.
Realisatiefase
Jaarlijks wordt in het regio actieplan vermeld welke activiteiten en inzet nodig zijn om de resultaten
te realiseren. Jaarlijks wordt verantwoordelijkheid afgelegd over de bereikte resultaten, waarbij
inbegrepen een financieel overzicht.
5.3. Planning en borging
Jaarlijks worden het jaarverslag, begroting en het regio actieplan goedgekeurd door de
netwerkpartners.
5.4. Regionaal ketenplan dementie
Jaarlijks worden de thema’s voor het komende jaar opgesteld. Hieraan worden concrete
doelstellingen gekoppeld.
5.5. Informatie en communicatie
Het Regionaal Ketenplan, de kwartaalverslagen, de nieuwsbrieven en de website zijn de middelen
waarmee de achterban transparant en adequaat op de hoogte wordt gehouden.
5.6. Kwaliteit
Indicatoren en rapportage
Het bewaken van de kwaliteit van het netwerk is gericht op voortdurend verbeteren van de
regionale dementiezorg in het netwerk Oost-Veluwe. Hiertoe worden proces- en prestatieindicatoren afgesproken. Op basis van deze indicatoren kan het regioteam rapporteren binnen de
eigen organisatie en aan de bestuurders van de netwerkpartners. De indicatoren zullen gebaseerd
zijn op landelijk vastgestelde criteria.
5.7. Risicobeheersing
Jaarlijks worden er beoordelingscriteria in het regionaal ketenplan dementie vastgelegd waarop
geëvalueerd wordt. Rapportage vindt plaats d.m.v. uitgebreide kwartaalverslagen. Dit om de
voortgang te kunnen volgen en bij te sturen. Bij ieder te ondernemen of uit te werken projectplan
wordt een risicoanalyse gemaakt.
6. Randvoorwaarden/Uitgangspunten



10
Er wordt te allen tijde uitgegaan van de behoeften van cliënt met (een vermoeden) dementie
en zijn mantelzorgers.
Commitment bestuurders/stakeholders/netwerkpartners, deze wordt vastgelegd door het
tekenen van een samenwerkingsovereenkomst, waarin de partners het visiedocument
onderschrijven.
Zorgverzekeraar, gemeente en provincie ondersteunen het netwerk dementie.
2011
Visiedocument



11
Initiatieven worden (schriftelijk) gemeld aan en getoetst bij het regioteam om samenhang in
dementiezorg te (be)houden. Criteria en indicatoren hiervoor, worden vorm gegeven in het
regio jaar- en actieplan.
Leidinggevenden in de dementiezorg in deze regio zijn op de hoogte van de activiteiten van
het netwerk dementie en spannen zich in om deze zorg ten behoeve van de cliënt en zijn
mantelzorgers te verbeteren.
Leidinggevenden zijn op de hoogte van de dementiezorg in deze regio.
2011
Download