1. Gebruik tekst 1.1 Op welke terreinen van het maatschappelijk leven is sprake van discriminatie van leden van de volgende groepen? Het gaat om de terreinen werk, huisvesting, uitgaan, sport en onderwijs. Geef bij elk van die terreinen en groepen een concreet voorbeeld. a. etnische minderheden Werk: mensen die behoren tot de etnische minderheden worden minder snel aangenomen en maken dus minder snel kans op een baan dan mensen die niet tot de etnische minderheden behoren. Huisvesting: mensen die tot de etnische minderheden behoren wonen vaak in goedkope woningen bij elkaar als gevolg van discriminatie, doordat zij minder kans maken op de arbeidsmarkt en naar elkaar trekken omdat ze dezelfde afkomst hebben. Uitgaan: etnische minderheden worden minder snel binnen gelaten in clubs ,discotheken en voetbalwedstrijden, omdat men deze mensen discrimineert doordat deze bijv. overlast zouden veroorzaken. Sport: etnische minderheden zullen moeilijker worden toegelaten tot sportclubs, aangezien vroeger vaak rellen zijn ontstaan, of wangedrag is vertoont door een paar mensen die tot deze groep behoren. Doordat mensen snel generaliseren worden deze mensen minder makkelijk toegelaten dan door mensen die niet tot deze groep behoren. Onderwijs: ook in het onderwijs wordt er gediscrimineerd, er worden mindersnel etnische minderheden toegelaten tot het hogere onderwijs zoals bijv. hbo- opleidingen of universiteiten. Ook worden deze mensen vaak als op het voortgezet onderwijs lager ingedeeld dan bij niet-etnische minderheden b. ouderen Werk: oudere mensen hebben minder kans op de arbeidsmarkt dan jonge mensen doordat ze ouder zijn en hierdoor te duur worden volgens werkgevers, waardoor ze minder snel worden aangenomen. Huisvesting: ouderen worden vaak in verzorgingstehuizen geplaatst op basis van hun leeftijd, vaak worden mensen te snel uit huis gehaald aangezien deze mensen in de meeste gevallen nog prima voor zichzelf kunnen zorgen, tot groot ongenoegen van de senioren. Uitgaan: voor veel uitgaansgelegenheden zijn bepaalde leeftijdscategorieën vastgesteld waar ouderen vaak buiten vallen en hierdoor dus niet worden toegelaten tot deze gelegenheden zoals bijv. festivals, clubs en evenementen. Daarnaast worden ouderen positief gediscrimineerd doordat zij vaak seniorenkorting krijgen vanwege hun leeftijd. Sport: Oudere mensen worden vaak niet toegelaten bij volwassen groepen bij sportverenigingen, maar worden vaak ingedeeld bij groepen speciaal voor senioren. Ook zijn er bepaalde sporten die geen ouderen toelaten, gewoon voor het feit dat deze te ruig of te gevaarlijk zouden zijn voor hun gezondheid. Onderwijs: vaak kunnen ouderen geen opleiding of bijscholingscursus meer volgen omdat ze hiervoor te oud gevonden worden. Deze mensen zijn niet meer interessant voor de arbeidsmarkt omdat ze te duur zijn of te langzaam werken, waardoor er ook geen opleidingen meer voor deze leeftijdscategorie is. c. Jongeren werk: jongeren komen vaak snel in aanmerking voor werk aangezien deze mensen vaak goedkoop kunnen werken en zijn daarom aantrekkelijk voor de arbeidsmarkt, maar zodra deze jongeren te oud worden, zullen deze mensen ontslagen worden doordat ze te duur worden. Huisvesting: tussen de jongeren onderling kan er ook discriminatie plaatsvinden bijv. bij het zoeken van een studentenhuis waarbij de voorkeur wordt gegeven aan meisjes i.p.v. jongens Uitgaan: bij meerdere uitgaansgelegenheden is er een leeftijdsgrens waar vaak een hele boel jongeren te jong voor zijn en hierdoor niet worden toegelaten, waardoor de jongeren dus met leeftijdsdiscriminatie te maken hebben. Sport: Bij bepaalde sporten kunnen jongeren nog niet deelnemen aangezien deze hiervoor nog te jong zijn en hun lichaam nog niet volgroeit is, hierdoor mogen deze pas meedoen als ze ouder en helemaal volgroeit zijn zodat hun lichaam geen schade oploopt bij sporten zoals fitness en boksen. Onderwijs: d. Vrouwen werk: vrouwen krijgen minder salaris dan mannen voor hetzelfde werk en worden ook minder vaak voor hogere posities aangenomen. huisvesting: vaak word gezegd dat vrouwen niet kunnen klussen of verbouwen aan hun eigen huis en dit wordt vaak gezien als typisch mannenwerk. Vaak worden vrouwen gediscrimineerd doordat ze volgens bepaalde mensen allen voor het huishouden hoeven te zorgen en niets anders, waaronder ook geen verbouwingen. uitgaan: vrouwen worden in tegenstelling tot mannen eerder toegelaten tot uitgaansgelegenheden zoals clubs, disco’s en andere uitgaansgelegenheden aangezien vrouwen minder vaak voor overlast zorgen dan mannen. Ook worden vrouwen positief gediscrimineerd doordat kaartjes bij sommige uitgaansgelegenheden goedkoper zijn voor vrouwen dan voor mannen. Sport: bij bepaalde sportclubs zijn er speciale vrouwenteams en zijn er geen gemengde teams. Bij sommige sportclubs zijn er zelfs geen vrouwenteams en mogen vrouwen helemaal niet meedoen aan een bepaalde sport, wat discriminatie is. Onderwijs: ook bij het beroepsonderwijs worden vrouwen gediscrimineerd, zo zijn er bijv. minder vrouwen met een universitaire opleiding doordat deze minder makkelijk worden aangenomen en ook minder makkelijk hun diploma kunnen halen. Ook worden vrouwen/meisjes in het onderwijs aangestuurd een bepaalde richting op te gaan, door meer meisjes verzorging te laten kiezen dan bijv. techniek e. gehandicapten werk: gehandicapten worden minder snel aangenomen dan mensen zonder een handicap, ook als de lichamelijke of geestelijke handicap helemaal geen probleem is voor het werk dat verricht moet worden, nemen bedrijven minder gehandicapten aan. Huisvesting: gehandicapten moeten vaak in speciale instellingen wonen waarbij ze onder toezicht worden gehouden van hun begeleider, maar vaak zijn hier lange wachtlijsten voor en is het heel moeilijk om uiteindelijk in een aangepaste woning in aanmerking te komen. Uitgaan: bij veel uitgaansgelegenheden zijn er geen voorzieningen voor lichamelijk of geestelijke gehandicapten die hierdoor niet naar deze evenementen kunnen. Ook krijgen gehandicapten vaak korting in tegenstelling tot niet gehandicapte mensen. Sport: gehandicapten kunnen deelnemen aan sportteams en wedstrijden voor gehandicapten, maar kunnen/mogen niet meedoen bij wedstrijden voor niet gehandicapte mensen. Vaak gelden ook andere sportregels voor gehandicapten dan voor niet gehandicapten. Onderwijs: veel lichamelijk gehandicapte mensen zijn prima in staat om een normale (niet aangepaste) opleiding te volgen, toch blijkt in de praktijk dat veel lichamelijk gehandicapten erg moeilijk worden aangenomen terwijl hun lichamelijke conditie geen probleem vormt voor het volgen van een opleiding. 3. Gebruik tekst 1.2 en 1.3, en bron 1. a. Geef aan welke elementen uit het denkproces van de fietser bij zijn attitude horen. De gedachten die bij zijn attitude horen zijn: ‘niet te laat komen’, ‘ik haal nooit een voldoende als ik niet elke minuut kan gebruiken’, aangezien dit verwachtingen en ervaringen zijn die fietser beïnvloeden. b. Hetzelfde, maar nu voor sociale normen. De gedachte die bij de sociale normen horen is: ‘op dit kruispunt rijden ze als gekken en door rood rijden is hier een linke zaak.’, aangezien de fietser dit al weet zou je in feite kunnen zeggen dat dit bij zijn attitude hoort, maar deze gedachte is ook tegelijkertijd een sociale norm die zegt dat je niet door rood mag rijden omdat dit gevaarlijk is. c. Was er in dit voorbeeld sprake van sociale controle? Licht je antwoord toe. Ja er was sprake van sociale controle, aangezien een fietser die aan de overkant wacht, naar zijn voorhoofd wijst en de andere fietser dus wijst op zijn ‘roekeloze’ gedrag. 4. Gebruik tekst 1.3 en illustratie 4 a. In welk land werden dergelijke voorschriften gehanteerd? In de Zuid-Afrika, werden blanke mensen voorgetrokken en waren zwarte mensen op sommige plekken verboden of mochten zij ergens geen gebruik van maken. b. Hoe wordt die periode in dat land aangeduid en wanneer kwam daar een einde aan? Deze periode werd de ‘Apartheid’ genoemd en duurde van 1948 tot aan 1990. c. Leg uit dat gedurende die periode ook werd gediscrimineerd door mensen die niet behept waren met vooroordelen, en waarom zij dat deden. In deze periode was het de sociale norm om zwarte mensen minderwaardig te behandelen dan blanken, hierbij was het normaal om zwarten te verbieden deel te nemen aan bepaalde activiteiten/voorzieningen waarbij zij gescheiden van de blanken moesten leven. Mensen die dus geen vooroordelen hadden gingen hierdoor dus discrimineren aangezien dit sociale norm was en iedereen dit deed. 5. Gebruik tekst 1.3 In tijden van economische crisis worden vooroordelen jegens allerlei groepen vaak sterker. Hoe kan dat worden verklaard? Doordat mensen in een economische crisis het vaak financieel erg moeilijk hebben, denken ze alleen aan hun eigenbelang waarbij hun vooroordelen sterker worden dan in tijden van welvaart. In tijden van welvaart zijn er ook werkgevers die bepaalde groepen minder zullen discrimineren doordat er minder financiële druk is. 6. Gebruik tekst 1.4 en illustratie 2 a. Wat valt je op aan de foto? Dat er alleen maar (oudere) mannen zijn die hoge functies bekleden binnen het Shell bedrijf. b. Vrouwelijke werknemers zijn sterk ondervertegenwoordigd in leidinggevende functies. Welke vooroordelen met betrekking tot vrouwen kunnen daarbij een rol spelen? Een paar voorbeelden van vooroordelen zijn: vrouwen kunnen niet goed leidinggeven, vrouwen praten veel achter elkaars rug om, vrouwen zijn emotioneel en zijn hierdoor niet geschikt voor leidinggevende functies. c. Welke andere motieven dan alleen loonkosten kunnen een rol spelen bij het afwijzen van oudere sollicitanten? Een paar voorbeelden van motieven zijn: ouderen zijn niet meer zo flexibel als jongere mensen en kunnen zich hierdoor niet makkelijk aanpassen aan bepaalde situaties, ouderen werken minder hard/snel dan jongere mensen, ouderen zijn moeilijker in te werken dan jongeren. 8. Gebruik tekst 1.5 en bron 3. Is in bron 3 sprake van botsende grondrechten? Beargumenteer je antwoord. Ja, er is spraken van botsende grondrechten, maar de overheid heeft wel het recht op te treden tegen het discrimineren van de orthodox-protestantse scholen, aangezien deze scholen wel het recht hebben om hun geloof te belijden, zolang anderen niet gediscrimineerd worden of de vrijheid van anderen wordt beperkt, en daar is in dit geval wel sprake van dus heeft de overheid het recht om op te komen tegen discriminatie. 9 De grondwet kent ook sociale grondrechten. Een daarvan is het recht op arbeid. A Dat recht houdt een inspanningsverplichting in voor de overheid. Wat houdt dat in? Dat de overheid moet zorgen dat er genoeg banen zijn voor de bevolking. C Beargumenteer dat die inspanningsverplichting ook betekent dat de overheid discriminatie moet tegengaan. Dat moet zodat iedereen een gelijke en eerlijke kans heeft op een baan. 13 A Zijn racistische opvattingen vooroordelen? Racistische opvattingen zijn vooral negatieve opvattingen gericht op verschillen in cultuur godsdienst en huidskleur,vooroordelen zijn vooral meningen die niet op feiten zijn gebaseerd. B Leg aan de hand van dit voorbeeld uit de voetbalwereld uit hoe aanscherping van de sociale norm op den duur geleid heeft tot attitudeverandering. Door de clubs is de sociale norm veranderd, en de mensen in kwestie werden zo geforceerd tot een andere gedachtegang, die ook gebleven is. C Vergelijk de desegregatiepolitiek met het voetbalvoorbeeld. Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen? Betrek daarbij ook de rol van de overheid. De overheid staat gelijk tot de clubs, die nu zonder “moeite” spelers van andere afkomst aan kunnen nemen, wat vergelijkbaar is met hoe Nederland zoveel inwoners van buitenlandse afkomst heeft. 15 A Leg uit dat de fileproblematiek, overbevissing en discriminatie kenmerken van een sociaal dilemma vertonen. Ze hebben allemaal betrekking tot mensen en hun gedrag. B Leg uit waarom juist bij maatschappelijke problemen die de kenmerken van een sociaal dilemma vertonen, overheidsingrijpen noodzakelijk is. Omdat de bevolking zelf eigenlijk het probleem is. C Leg uit waarom het in een democratie vaak moeilijk is om een sociaal dilemma zodanig op te lossen dat het algemeen lange termijn wordt gediend. In een democratie is iedereen zijn langetermijnbelang anders. 16 Leg kort uit wat de relatie van heet vraagstuk van discriminatie is met: rechtstaat, de parlementaire democratie, de verzorgingstaat en de pluriforme samenleving. A De rechtstaat. De rechtstaat zit een moeilijke positie om dit op te lossen, gezien de bevolking zelf het probleem is. B De parlementaire democratie. De parlementaire democratie zorgt wel voor een goede mogelijkheid tot aanpak gezien iedere burger stemrecht heeft en dus in de democratie alle belangen naar voren komen. C De verzorgingsstaat. Het is een groot probleem voor het idee van de verzorgingsstaat gezien deze iedereen gelijk moet verzorgen. D De pluriforme samenleving. De pluriforme samenleving is de oorsprong van het probleem; de verschillende mensen en culturen zijn bijna onmogelijk om gelijk te behandelen. Opdracht 17 Nederland kent een groot aantal politieke jongeren organisaties (PJO’s), die elk een band onderhouden met een politieke partij. Hierbij zie je een reeks logo’s van PJO’s. Kies daaruit de PJO die het dichtst bij jouw politieke voorkeur staat. Bezoek via de delphi-site de website van de door jouw gekozen PJO en ga na wat zij over discriminatie en de bestrijding ervan zeggen. B Indien je vind dat jouw PJO het juiste stadpunt heeft en de juiste maatregelen voorstaat, schrijf dan een korte, wervende tekst van niet meer dan 100 woorden, waarom deze maatregelen tot overheidsbeleid moeten worden vertaald. Verwerk in die tekst ook een paar belangrijke waarden op grond waarvan de betreffende politieke stroming/PJO die maatregelen wil nemen. Gekozen PJO: Jonge Democraten Richting: socialistisch / Liberaal Volgens de Jonge Democraten is discriminatie onacceptabel., cultuur, handicap, Seksuele voorkeur, etniciteit uiterlijk en geloof zijn geen redenen om iemand anders te beledigen of uit te sluiten van onder andere arbeidsparticipatie, organisaties en instituten. De overheid moet volgens hen discriminatie actief te bestrijden om gelijke kansen in de maatschappij te creëren. Ik vind dat de Jonge democraten goede maatregelen voorschrijven tegenover discriminatie omdat je bij het bestrijden van discriminatie niet kunt zonder hulp van de overheid en het probleem hierdoor sneller verholpen kan worden. 17. Gebruik deze hele paragraaf en illustratie 9. Nederland kent een groot aantal politieke jongerenorganisaties (PJO’s), die elk een band onderhouden met een politieke partij. Hierbij zie je een reeks logo’s van PJO’s. Kies daaruit de PJO die het dichtst bij jouw politieke voorkeur staat. Bezoek via de Delphi-site de website van de door jouw gekozen PJO en ga na wat die over discriminatie en de bestrijding daarvan te zeggen heeft. a. Indien je vindt dat ‘jouw’ PJO daar te weinig over zegt, schrijf dan een korte tekst van niet meer honderd woorden met standpunten en concrete maatregelen, die volgens jou door die PJO zouden moeten worden opgenomen. Sluit hierbij wel zoveel mogelijk aan bij de ideologie van de betreffende politieke stroming/jongerenorganisatie. Ik heb voor JS (Jonge Socialisten) gekozen, maar op de site wordt er weinig vermeldt over discriminatie, daarom heb ik zelf een korte tekst geschreven. Onze partij is tegen discriminatie en probeert dit ook te bestrijden door middel van onderwijs vooroordelen te bestrijden en de attitude van scholieren te beïnvloeden. Onze partij vindt dat er op de arbeidsmarkt gelijke kansen moeten zijn voor alle partijen en maakt hierbij gebruik van positieve actie door extra oproepen te doen onder gediscrimineerde groepen, met name in personeelsadvertenties en bij sollicitaties de voorkeur te geven aan een kandidaat uit een groep die slachtoffer was van discriminatie. Ook bedrijven die te weinig personeelsleden hebben uit gediscrimineerde groepen krijgen van de overheid een boeten, of minder subsidie indien zij deze ontvangen. b. Indien je vindt dat ‘jouw; PJO het juiste standpunt heeft en de juiste maatregelen voorstaat, schrijf dan een korte, wervende tekst van niet meer dan honderd woorden, waarom die maatregelen tot overheidsbeleid moeten worden vertaald. Verwerk in die tekst ook een paar belangrijke waarden op grond waarvan de betreffende politieke stroming/jongerenorganisatie die maatregelen wil nemen. Ons land heeft mensen nodig van alle culturen en achtergronden om een weg te bouwen naar de toekomst, op deze manier kunnen wij als Nederland daar zoveel mogelijk van profiteren en mensen de kansen bieden. Helaas gebeurt dat op dit moment nog niet, maar daar willen wij als de JS verandering in brengen. Wij willen iedereen gelijke kansen bieden om te werken aan de toekomst, dit willen wij bereiken door middel van voorlichting in het onderwijs en positieve actie. Op basis van onze belangrijkste waarde ‘Gelijkheid’ willen wij een toekomst bieden waarin kan deelnemen en er geen onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende groepen. 18 C: Op welke wijze kwam in de huiskamer uit de jaren vijftig nieuws over de wereld binnen? - Via radio, televisie en krant. 19 Om politieke standpunten uit te dragen heb je massamedia nodig. Om het publiek voor je standpunten te winnen heb je natuurlijk goede argumenten nodig. Maar spelen daarbij ook andere voorwaarden een rol? A Vul voor de massamedia krant, radio en tv in, aan welke van die voorwaarden moet worden voldaan om je standpunt zo succesvol mogelijk over te brengen. 1= Inhoudelijke informatie en argumenten 2= Pakkende, aansprekende formulering die in slechts enkele woorden de essentie duidelijk maken. 3= Zelfverzekerde toon van stem. 4= Uiterlijk 5= Lichaamshouding, gebaren en gelaatsuitdrukking. - Krant: 1,2 - Radio: 1,3 - TV: 1,3,4,5 B Zet voor het massamedium tv die voorwaarden in volgorde van belangrijkheid. - 3–1–4–5 C: X, ik volg geen politici. 20: Selecteer drie programma’s die ook aan politieke verslaggeving en dergelijke doen. Noem ze en vermeld de zender. RTL Nieuws (RTL) Journaal (Nederland 1&2) NOS Journaal (Nederland 2) B: Bekijk die programma’s. Op welke wijze proberen die progamma’s spanning te scheppen en de aandacht van kijkers vast te houden? - Vaak door het verhaal meer dramatisch te maken, en alleen specifieke delen te laten zien/horen. Opdracht 22 Stel een goede vriend(in) van jouw mag zich kandidaat stellen voor de gemeenteraadsverkiezingen in jouw gemeente voor een partij, die ook jouw voorkeur geniet. Die vriend(in) vraagt jouw om zijn/haar campagne vorm te geven. Beschrijf puntsgewijs en zo concreet mogelijk hoe je campagneopzet eruit gaat zien. Let wel: Media-aandacht van lokale dagbladen en lokale en regionale radio en tv- zender speelt een belangrijke rol. Voordat we samen een campagne opzetten, wordt er eerst een uitgebreid onderzoek gedaan. Bij dit onderzoek zal er worden gezocht naar een doelgroep, de standpunten en er zal worden gewerkt aan het imago van de vriend(in). Ook zal er een plan worden gemaakt voor hoe we deze standpunten het beste kunnen brengen. imago wat we willen bereiken is gebaseerd op de volgende kenmerken: Leidinggevend, betrouwbaar & intelligent. Deze kenmerken zullen aangeven dat de vriend(in) een goede kandidaat is voor de gemeenteraad. Doelgroepen vast stellen en deze benaderen. - Website De site gaat als uitgangspunt voor de gehele campagne gebruikt worden. -Nieuwsbrief Wij hebben gekozen om een nieuwsbrief uit te brengen deze nieuwsbrief zal vooral bedoelt zijn om de aanhangers van de vriend(in) op de hoogte te houden, (maar ook voor de volwassenen). Met de nieuwsbrief wordt er dus vooral informatie aan de aanhangers gegeven maar ook worden hier nieuwe features van de site mee gepromoot. -Flash game Jongeren zal dit vast meer interesseren dan volwassenen daarom gaan we een flashgame maken die de wat jongere stemmers naar binnen sleept. -Facebook / Twitter De vriend(in) kan zijn of haar campagne promoten door actief te zijn op social media. Verder kan de campagne nog gepromoot worden door het lokale televisiestation en radiozender. Opdracht 25 A Een van de suggesties op de afgebeelde website voor het dichten van de kloof tussen burgers en politiek luidde: organiseer voorronden voor het selecteren van de kandidaten voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer volgens de formule van Idols. Nadat de eerste selectie op die wijze heeft plaatsgehad, worden de feitelijke verkiezingen georganiseerd. B Leg kort de formule van Idols uit. Bij de Idols formule worden de kandidaten (in dit geval politica) een voor een naar een jury gestuurd, eenmaal daar zal de kandidaat zijn/haar best doen om de jury over te halen waarna de jury beslist of de kandidaat door is naar de volgende ronde. (het kan ook zijn dat de kijkers thuis kunnen bellen of sms’en om ervoor te zorgen dat zijn of haar favoriete kandidaat door is). C Welke argumenten zal degene die dat voorstel deed, daarvoor hebben gehad? Degene die kwam met dat voostel zal waarschijnlijk een argument hebben gegeven waar er werd gesproken over de jongerendiscriminatie die plaatsvindt bij het stemmen. D Waar zal zo’n Idols voorronde zich meer op richten: op politieke standpunten en discussie daarover, of op persoonlijke aspecten. Als het net zo zou gaan zoals bij Idols dan zou de voorronde meer gericht zijn op persoonlijke aspecten zoals uiterlijk en uitstraling. E Vind je zoon Idols voorronde een goed idee? Waarom wel waarom niet? Ik vind de Idols voorronde geen goed idee omdat er dan beslissingen worden gemaakt gebaseerd op de eerste indruk, ook is dit geen goed idee omdat er dan vooral word gekeken naar persoonlijke aspecten van de politicus. 26 Nogal wat politieke verslaggevers beginnen na verloop va tijd aan een tweede carrière als voorlichter voor en mediatrainer van een politicus. Vrijwel welke minister heeft zo’n voorlichter/trainer. A Wat kunnen zij van hun baas leren? Goede uitstraling en charismatische houding bij persconferenties B Veel massamedia verbieden de politieke verslaggevers die zij in dienst hebben , erbij te schnabbelen as mediatrainer voor politici. Waarom? Omdat deze politieke verslaggevers dan invloed hebben op wat de politicus doet en zegt Opdracht 27 A Politici en massamedia zijn tot elkaar veroordeeld licht deze stelling toe. Ze zijn tot elkaar veroordeeld omdat politici de media nodig heeft om ideeën te verspreiden, en de media heeft de politici nodig om nieuws te maken. B Waarom sluiten fracties die voor een crisisberaad in vergadering bijeen zijn, hun deuren voor de tv-camera’s en verslagers. Omdat het mogelijk is dat er emoties loskomen tijdens dit beraad en dit de manier waarop de mensen kijken naar een bepaalde politicus kan veranderen. C Zou het een goed idee zijn dat ook dergelijke fractievergaderingen openbaar worden? Beargumenteer je antwoord. Het openbaar maken van bepaalde fractievergaderingen vind ik een goed idee omdat het verhaal dan niet verdraaid kan worden door de media Opdracht 28 A De conclusie va tekst 2.6 lijkt het te zijn dat, voor zover het massamedium tv al macht heeft, die macht uiteindelijk geworteld is in de kijkers. Ben je het eens met die conclusie? Beargumenteer je antwoordt. Ik ben het met die conclusie eens omdat als niemand naar een programma kijkt dan word het ook niet uitgezonden (dit geld ook voor kranten en radiozenders). B De internetgebruiker kan zijn nieuwsvoorziening in grote mate aanpassen aan zijn of haar persoonlijke wensen : wat de grootste gemene deler van gebruikers willen zien en horen, is eigenlijk niet belangrijk meer. Zal dat het aanbod van politiek nieuws en politieke verslagering van karakter doen veranderen, denk je? Waarom wel of niet? Zo ja, hoe? Ik denk het aanbod van politiek nieuws niet zal veranderen omdat dan de kwaliteit van het politiek nieuws zal verslechteren. Opdracht 29 A Ga met behulp van hoofdstuk 5 na hoe de meerderheid van de Nederlanders in 2006 dacht over het gehanteerde uitzettingsbeleid. Verklaar vervolgens hoe het kon dat een meerderheid van de Nederlanders sympathiek stond tegenover Taïda’s wens in Nederland haar vwo-diploma te doen. De meerderheid van de Nederlanders had sympathiek voor Taïda’s situatie omdat ze begrepen dat je zonder het vereiste basisonderwijs niks bent. Taïda heeft nu een grotere kans om in de criminaliteit terecht te komen dan voorheen ook zouden de meeste mensen het oneerlijk vinden omdat ze al sinds ze klein was in Nederland woont en dus al helemaal is verwesterd. Opdracht 30 Stel, zo’n lokale tv-omroep wil een wekelijks programma over de lokale politiek gaat uitzenden, gericht op jongeren geproduceerd en je presenteert door jongeren. Jouw groepje word benaderd om het “format” the bedenken. Dat wil zeggen dat je met een uitgewerkt idee komt over hoe dat programma eruit moet gaan zien. En dan met een aanpak die veel jongeren zou aanspreken. Dat uitgewerkte idee moet tenminste het volgende bevatten. - Enkele vaste, elke uitzendingen terugkerende items, zoveel mogelijk toegelicht. - Argumenten die duidelijk maken waarom er veel jongeren naar zullen kijken. - Typische herkenningselementen (zoals een vast begin of eind punt of herkenningsmuziekje) - Een aansprekende titel Voor terugkerende items bedachten we dat we konden praten over de beslissingen die de gemeenteraad moet maken deze week. Ook dachten we aan een wekelijkse kijk bij de jongeren partijen in de regio en misschien een interview met jongeren die de politiek zijn ingegaan. Jongeren kunnen zien misschien zichzelf en raken daardoor meer geïnteresseerd in het programma. Ons groepje heeft besloten samen met de schoolbad een jingle te bedenken voor aan het eind van het programma. Misschien kunnen we verder nog een slogan.