Persmededeling van Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel Minister Anciaux neemt billijke vergoeding over van verenigingen. De Vlaamse overheid neemt de betaling van de billijke vergoeding over van organisatoren van kleinschalige evenementen. Hiervoor heeft Vlaams minister van Cultuur en Jeugd Bert Anciaux een overeenkomst gesloten met de beheersvennootschappen URADEX en SIMIM. In ruil voor 250.000 euro, vraagt de minister van de beheersvennootschappen een vrijstelling van betaling van de billijke vergoeding voor het verenigingsleven en de vrijwilligers voor lokale en kleinschalige activiteiten. De billijke vergoeding is een vergoeding die betaald moet worden door een organisator van een evenement waar publiek muziek wordt afgespeeld. Deze betaling is een compensatie voor de uitvoerders en producenten van muziek die beschermd worden door auteursrechten. Wie rond zich kijkt, kan niet om de trend heen van het groeiend aantal lokale evenementen. Straatbarbecues, wijkfeesten of kleine concerten springen als paddestoelen uit de grond. In elke gemeente slaan buren, vrienden of verenigingen de handen in elkaar om grote en kleine activiteiten te organiseren met als doel: het samenleven versterken. Niet alleen kennen deze evenementen een occasioneel karakter, ook zijn de initiatiefnemers niet langer alleen in de georganiseerde sectoren thuis te brengen. Veel van deze activiteiten worden voor wat betreft de auteursrechten in de ‘illegaliteit’ gerealiseerd. Als de organisator toch op de hoogte is van de billijke vergoeding, wordt die kost als hinderlijk ervaren om door te zetten met de organisatie. Naast deze eenmalige initiatieven, zijn er even belangrijk ook de georganiseerde sectoren met hun lokale verenigingen. Naast de normale werking, organiseren zij vaak bals, fuiven, kwissen,eetfeesten, enz... Deze activiteiten dienen onder andere om de werking en doelstellingen van de vereniging financieel te ondersteunen. Paradoxaal genoeg wordt de financiële en administratieve druk voor dit verenigingsleven alsmaar zwaarder. Het is dan ook vanzelfsprekend dat deze evenementen ook binnen het perspectief van deze regeling vallen. De voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op een tussenkomst van de Vlaamse overheid in de billijke vergoeding, zijn duidelijk. Het moet gaan om een lokale social-profit organisatie. Dit houdt in dat elke landelijke of commerciële organisatie buiten het bereik van de regeling valt. Daarbij dient de activiteit waarvoor men een tussenkomst wenst, een occasionele activiteit te zijn. Het kan dus niet gaan om de ‘wekelijkse’ of ‘maandelijkse’ instuif, kaartnamiddag of kaas- en wijnavond. Eveneens moet de activiteit op een niet gebruikelijke locatie plaatsvinden. Dit omvat bijvoorbeeld wél de schuur van een boer, de wei naast het chirolokaal en de grote hangar van een sportclub, maar behelst niet de gemeentelijke (polyvalente) of parochiale feestzaal. Voor deze andere oplossingen uitgedokterd. feestzalen zijn De voorwaarden van uitzonderlijke activiteit en niet-gebruikelijke locatie houden beiden verband met de mogelijkheden van jaartarieven. Elke locatie kan namelijk de billijke vergoeding voor een volledig jaar betalen. Vele gemeentelijke en parochiale feestzalen betalen nu reeds dit jaartarief. Lokale besturen gebruiken de Vlaamse middelen die zij ontvangen in het kader van het lokaal cultuurbeleid en jeugdbeleid o.a. om deze kost op zich te nemen. Ook de Jeugdhuizen hebben een specifiek jaartarief voor de billijke vergoeding. Er worden ook voorwaarden gesteld aan de inkomprijs. Met een grens van 6 euro toegang voor de activiteit, wordt verzekerd dat kleinschalige, lokale activiteiten het bereik moeten vormen van dit initiatief. Tot slot kan de totale kostprijs van de terugbetaalde billijke vergoeding niet hoger liggen dan 100 euro. De organisatoren van een evenement kunnen via de website www.vlaanderen.be/billijkevergoeding nagaan of ze in aanmerking komen voor de vrijstelling. Met de regeling die met de beheersvennootschappen is getroffen, wil Bert Anciaux die grote groep vrijwilligers de kans geven om vanuit een meer rechtszekere en financieel haalbare situatie hun initiatief te ontplooien. Ook moet deze regeling een aanmoediging zijn tot méér organiseren. Meer nieuwe activiteiten door alsmaar meer en andere initiatiefnemers. Niemand mag een goed idee laten varen door praktische bezwaren zoals de kost en de administratieve rompslomp van de billijke vergoeding. “Belangrijk is het initiatief en de creativiteit van iedereen, ook diegenen die in het verleden afgeschrikt werden door onzekerheden over hun eigen mogelijkheden. Lokale activiteiten en initiatieven ontsproten uit de schoot van buurtbewoners, vrienden en verenigingen wekken vertrouwen en brengen mensen samen”, aldus de minister. “Niet alleen de gebruikers en bezoekers vinden elkaar, ook de organisatoren zelf. Ik ben er van overtuigd dat deze regeling en de communicatie hieromtrent deze evolutie alleen maar zal versterken.” Info Loes Ory Persmedewerker Vlaams minister Bert Anciaux 02/ 552.69.32 of 0497/55 62 54