Annex 1: Format Track Record TRACK RECORD Strategische Partnerschappen Publicatie: zie www.officielebekendmakingen.nl Inleiding Voor u ligt het aanvraagstramien voor de selectie van strategische partnerschappen op Chronische Crises. Ten grondslag aan dit aanvraagstramien liggen de beleidsregels zoals die gepubliceerd zijn onder de bovengenoemde referentie. De gepubliceerde beleidsregels zijn leidend bij de beoordeling van de aanvragen. Daar waar wellicht toch inhoudelijke dan wel interpretatieverschillen mogelijk zouden kunnen zijn, geldt dat de beleidsregels prevaleren. Dit aanvraagstramien is een praktische doorvertaling van de beleidsregels. Aanvragers zijn verplicht dit aanvraagstramien te gebruiken bij hun aanvraag. Per aanvraag dient één aanvraagstramien te worden ingevuld en ingediend, voorzien van de in dit stramien genoemde bijlagen. Beoordeling en planning Voor de wijze van beoordeling van de ingediende aanvragen en de bijbehorende planning van de uitvoering van de beoordeling wordt verwezen naar de gepubliceerde beleidsregels. Meer informatie Voor meer informatie kunt u zich uitsluitend schriftelijk richten tot de postbus: [email protected] Indiening van de aanvragen Aanvragen dienen uiterlijk op Maandag 4 november 2013 om 12.00 uur te zijn ontvangen door het Ministerie van Buitenlandse Zaken. U dient uw aanvraag te zenden naar: Ministerie van Buitenlandse Zaken T.a.v. Jorg Zinken Bezuidenhoutseweg 67 2500 EB ’s-Gravenhage Als u de aanvraag persoonlijk of per koerier wilt aanleveren, dan kunt u de aanvraag (laten) afgeven bij het afgifteloket voor poststukken (expeditie) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Bezuidenhoutseweg 67, te 's-Gravenhage. Vereisten aan de aanvragen 1. Aanvragen dienen compleet en zonder voorbehoud te worden ingediend, rechtsgeldig ondertekend met een originele handtekening (geen gescande kopie), in tweevoud op papier en op Cd-rom of op USB-sticks. Het is niet mogelijk om een voorlopige aanvraag in te dienen. In het kader van de aanvraagprocedure wordt met nadruk gewezen op artikel 7, derde lid, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken. Hieruit vloeit voort dat er alleen aanvullingen gegeven kunnen worden tot het verstrijken van de indientermijn. Het niet compleet indienen van aanvragen of onvoldoende onderbouwen van antwoorden leidt mogelijk tot afwijzing van de aanvraag. 2. Aanvragen die alleen per e-mail zijn verzonden komen niet voor beoordeling in aanmerking. Aanvragen die per e-mail worden verzonden, dienen tevens in origineel op papier ingediend te worden. 3. De aanvraag dient te worden opgesteld in de Nederlandse of in de Engelse taal. Bijlagen in een andere taal dan de Nederlandse, mogen alleen in het Engels aangeleverd worden. U wordt vriendelijk verzocht geen informatieve / illustratieve boekwerken, Cd-roms, USB-sticks of videobanden van uw organisatie mee te sturen. 4. Indien de aanvraag per post wordt ingediend (anders dan met de aanduiding “port betaald”) wordt de aanvraag nog als tijdig ingediend beschouwd, mits de aanvraag voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, waarbij de datumstempel van de post doorslaggevend is, en niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen (uiterlijke ontvangstdatum: 11 november 2013) 5. Bij gebruikmaking van een enveloppe met de aanduiding "port betaald" is de datum van ontvangst bepalend bij het vaststellen of de aanvraag tijdig, d.w.z. uiterlijk 4 november 2013, is ingediend. Houdt hierbij rekening met de omstandigheid dat de datum van ontvangst wordt vastgesteld aan de hand van het tijdstip van inschrijving en dat op zaterdag en zondag geen post wordt ingeschreven. 6. Indien de aanvraag niet aangetekend wordt verzonden berust het risico dat de aanvraag nimmer of te laat wordt ontvangen bij de verzender. 7. Aanvragen die later dan genoemde datum en tijdstip worden ingediend, worden niet in behandeling genomen. De aanvragende organisatie is de enige verantwoordelijke voor een tijdige en volledige indiening van een aanvraag. Inhoudsopgave Onderstaande volgorde houdt u aan met vermelding van eventuele sub-paragrafen en bijbehorende paginanummers. I. Algemene informatie aanvrager II. Selectie op regio III. Selectie op doelen IV. Afsluiting I. Algemene informatie Algemene gegevens van de aanvrager en aanvraag a. Naam aanvragende organisatie b. De aanvrager is een Nederlandse maatschappelijke organisatie met Nederlandse rechtspersoonlijkheid, zonder winstoogmerk. Dit kunnen ook Nederlandse dochters zijn van Internationale NGO’s. De organisatie zet zich in voor humanitaire hulp/structurele armoedevermindering in de genoemde prioritaire regio’s uit het beleidskader. Er dient een kopie van de statuten van de organisatie als bijlage bij de aanvraag te worden gevoegd. c. Adres d. Telefoon e. E-mail f. Naam directeur(en) g. Naam contactpersoon aanvraag h. Naam bank + rekeningnummer (IBAN) van de aanvrager. Bank details moeten toegevoegd worden in de officiële brief bij de aanvraag, inclusief naam, adres, en handtekening van de aanvrager. Een kopie van een e-mail of fax wordt niet geaccepteerd. i. Inkomsten aanvrager (totaalbedrag jaarlijkse organisatiebegroting) j. Geef aan of en zo ja welke subsidie(s) uw organisatie reeds ontvangt van het Ministerie van Buitenlandse Zaken; welk bedrag, welke looptijd en welke activiteit het betreft (activiteitennummer). U kunt deze gegevens in een bijlage opnemen; dit dan duidelijk vermelden. k. Is op uw organisatie de Wet normering topinkomens van toepassing of wordt deze van toepassing indien u in het kader van een strategisch partnerschap chronische crises subsidie zult ontvangen? Indien ja, verstrek de salarisgegevens van de topfunctionarissen in de zin van de Wet normering topinkomens van uw organisatie. 2010: 2011: 2012: FPA/organisatietoets/COCA a. Heeft u een Framework Partnership Agreement met DG ECHO? Zo ja, voeg kopie toe als bijlage. b. Heeft u in de afgelopen vier jaar in het kader van een subsidieaanvraag een Organisatietoets met aanvullende organisatietoets of de Checklist Organisational Capacity Assessment (COCA) ingediend bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en hadden deze toetsen een positieve uitkomst? Toelichting: Heeft u met uw subsidieaanvraag ook een COCA ingediend? Zo ja, dan wordt u verzocht deze (inclusief bijlagen) opnieuw bij uw huidige aanvraag mee te sturen. Dit mag op USB-stick of CD-rom). Welk activiteitnummer heeft uw project gekregen? c. Heeft u met uw subsidieaanvraag informatie t.b.v. een organisatietoets in gediend? Welk activiteitennummer heeft uw project gekregen? d. Heeft u met uw subsidieaanvraag informatie t.b.v. een aanvullende organisatietoets ingediend? Welk activiteitennummer heeft uw project gekregen? e. Indien feiten en omstandigheden zodanig zijn gewijzigd dat de resultaten van de organisatie- of COCA-toets geheel of gedeeltelijk achterhaald zijn, dient u dit hier aan te geven. II. Selectie op Regio SR.1: Dit financieringsmechanisme voor chronische crises is gericht op twee regio’s gelegen in het Afrikaanse continent; de Hoorn van Afrika en het Grote Merengebied. Geef aan op welke van deze twee regio’s (slechts één regio mogelijk) u zich wilt inschrijven voor een strategisch partnerschap, gevolgd door een korte motivatie voor de keuze. Toelichting: Houd de motivatie kort (max 500 woorden). Voor deze vraag worden geen punten toegekend. SR.2: Kwaliteit van de context/conflictanalyse die de organisatie weet te maken van de factoren die leiden tot instabiliteit in de regio, de onderliggende oorzaken en de relevante actoren die daarin een rol spelen, en daaruit voortvloeiend een probleem- en doelstelling weet te formuleren. Toelichting: Geef een context / conflict analyse van de bij SR.1 gekozen regio. Benoem in uw analyse de drie voor de regio meest belangrijke factoren die bijdragen aan de instabiliteit in de regio. Geef hierbij ook aan of het om een crossborder factor gaat of niet. Analyseer de daarbij behorende onderliggende oorzaken en benoem de rol van de relevante actoren. Betrek uw analyse op de laatste vijf jaar. Gebruik maximaal 4000 woorden. SR.3: Mate waarin de organisatie positieve resultaten heeft bereikt in de regio en mate waarin de organisatie in staat is op een constructieve manier samen te werken met andere actoren in de regio. Toelichting: Geef aan of u in het verleden al eerder programma’s binnen de bij SR.1 gekozen regio heeft uitgevoerd en zo ja, geef een toelichting. Beperk uw beschrijving tot maximaal drie programma’s. a. Geef een korte beschrijving van de doelstellingen en resultaten (outcomes en outputs) van deze programma’s en verklaar in hoeverre deze doelstellingen zijn bereikt. Beschrijf hierbij ook de succesfactoren en factoren die het succes hebben beperkt. Gebruik maximaal 2000 woorden. b. Geef aan welke actoren zijn ingezet voor de uitvoering van deze programma’s en met welke actoren is samengewerkt. (Bijvoorbeeld: NGO’s, (lokale en nationale) overheden, VN etc.) Toelichting: Beschrijf de rol en taakverdeling van uw eigen organisatie en die van uw partners. Geef daarnaast per samenwerkingspartner de mate van intensiteit aan en waarom is gekozen voor deze specifieke partners. Motiveer uw keuze. Gebruik maximaal 1000 woorden. SR.4: Mate waarin de beleidskeuzes van de organisatie voor de regio, voortvloeien uit de context/conflictanalyse en de ervaringen uit het verleden. Toelichting: Geef aan, gebaseerd op de context-/conflictanalyse en uw verleden, op welke aspecten volgens u extra inzet vereist is. Gebruik maximaal 2000 woorden. SR5: De kwaliteit van het Monitorings- en Evaluatie systeem dat is gericht op bijsturing van activiteiten. Toelichting: Beschrijf uw monitorings- en evaluatiesysteem en laat zien hoe dit bijdraagt aan de bijsturing van activiteiten. Gebruik maximaal 500 woorden. III. Selectie op doelen SD.1: Het nieuwe NGO financieringsmechanisme voor chronische crises is gericht op twee regio’s gelegen in het Afrikaanse continent; de Hoorn van Afrika en het Grote Merengebied. Voor ieder van deze regio’s is een drietal te behalen doelen opgesteld (zie beleidskader). Geef aan op welke doelen, zoals genoemd in het beleidskader, de beoogde interventie gericht zal zijn en motiveer uw keuze. Toelichting: U hoeft zich hierbij niet te richten op één specifiek doel, interventie gericht op twee of drie doelen is ook toegestaan. Gebruik maximaal 500 woorden. SD.2: Mate waarin de organisatie relevante ervaring heeft met de gekozen regionale doelen. Toelichting: Geef aan of uw organisatie in het verleden al eerder met dezelfde doelen heeft gewerkt. Dit kunnen programma’s zijn zowel binnen de bij SR.1 gekozen regio als een andere regio. Beperk uw beschrijving tot maximaal drie programma’s. Geef hierbij een korte beschrijving van de gerealiseerde outcomes1 en verklaar in hoeverre deze outcomes zijn bereikt. Beschrijf hierbij ook de succesfactoren en factoren die het succes hebben beperkt. Gebruik maximaal 3000 woorden. SD.3: Mate waarin de organisatie een toegevoegde waarde heeft in de regio ten opzichte van de (reeds bestaande activiteiten van) andere actoren, zoals andere ngo’s, overheden, donoren e.d. a. a. Geef aan in hoeverre uw organisatie van toegevoegde waarde is voor het behalen van de doelen en geef aan of en hoe u daarvoor zou samenwerken met andere actoren. Specificeer de taakverdeling in geval van een dergelijke samenwerking. Motiveer uw uitleg. Gebruik maximaal 1000 woorden. b. Geef aan in hoeverre de programma’s van uw organisatie van toegevoegde waarde zijn op de reeds lopende programma’s (van uw eigen organisatie of van anderen) in de regio. Laat hierbij ook zien dat u weet welke andere organisaties actief zijn in de regio. Gebruik hiervoor maximaal 1000 woorden. 1 Voor de begrippen ‘doelen’ en ‘resultaten’ gelden de definities van OECD/DAC voor de begrippen ‘outcome’ en ‘output’; zie ook http://www.oecd.org/dataoecd/29/21/2754804.pdf SD.4: De kwaliteit van de SWOT-analyse op basis waarvan de organisatie kan inschatten welke risico’s bestaan voor het behalen van de doelen. Toelichting: Geef, aan de hand van een adequate SWOT-analyse, aan welke risicofactoren een rol spelen bij het eventueel niet behalen van de gekozen regionale doelen, gevolgd door de bijbehorende (mitigerende) maatregelen. Gebruik maximaal 2000 woorden. Overige opmerkingen: Toelichting: Indien u nog overige relevante opmerkingen met betrekking tot dit track record heeft, kunt u deze hier uiteenzetten. Voor deze vraag worden geen punten toegekend. IV. Afsluiting Aanvrager verklaart hierbij dat alle gegevens in het aanvraagformulier en bijhorende bijlagen naar waarheid zijn ingevuld en bijgevoegd. Naam aanvrager Naam tekeningsbevoegde Datum Plaats Handtekening