De Koude Oorlog - Scholieren.com

advertisement
Hannah van Alem, Geschiedenis Q2
De Koude Oorlog
Europa/Amerika
Tijdens de Eerste Wereldoorlog vocht Rusland met de Fransen en Engelsen tegen Duitsland. Voor
Rusland liep dit niet goed af. Ze leden zware verliezen, en er ontstonden voedseltekorten. Hierdoor
ging de bevolking staken en werd de Tsaar in februari 1917 afgezet. Er kwam een voorlopige
regering. Die regering kreeg te maken met een opstand van de communisten o.l.v. Lenin, en werden
vervolgens afgezet in oktober. Deze Oktoberrevolutie maakte een einde aan de Russische revolutie.
Vanaf 1922 veranderde ‘Rusland’ in ‘de Sovjetunie’. De communisten streefden naar verschillende
doelen.
-
Een klasseloze samenleving met gemeenschappelijk bezit zonder klassenverschil(ze haatte de
kapitalisten, want die zorgde voor ongelijkheid)
Een communistische wereldrevolutie. Hiervoor werd in 1919 de Komintern opgericht. Dat
was een Russische organisatie die wereldrevolutie bevorderede en steun aan
communistische partijen in andere landen verleende.
Na de dood van Lenin volgde Stalin hem op als leider. Hij maakt de Sovjetunie een totalitaire staat.
De communistische partij werd een dictatuur en er kwam censuur van de media. Propaganda werd
grootschalig gebruikt. De tegenstanders van het regime werden onderdrukt en vaak naar Siberië
gestuurd. De economie werd gecontroleerd door de staat en de landbouw werd gecollectiviseerd. Er
werden vijfjarenplannen waarin de regering precies omschreef wat er in vijf jaar geproduceerd
moest worden.
Er waren dus grote verschillen tussen de Sovjetunie en de Westerse landen:
Sovjetunie
Weinig individuele vrijheid
Klasseloze samenleving
Dictatuur van één partij
Door Stalin geleide (plan)economie
Westerse landen
Veel individuele vrijheid
Gelaagde samenleving
Parlementaire democratie
Kapitalistische vrije markteconomie
De Sovjetunie keek negatief naar de VS. Ze waren bang dat de VS het communisme wilde vernietigen
en de hele wereld economisch afhankelijk zou maken van de VS. De VS echter had óók een negatief
beeld over de Sovjetunie. Dit kwam door de oprichting van de Komintern. De VS was bang dat de
Sovjetunie een communistische wereldrevolutie wilden ontketenen en dat dat het einde van de
individuele vrijheid zou zijn. Toch moesten ze vanaf 1941 samen gaan werken als ‘de geallieerden’
met Engeland. Ze vertrouwden elkaar niet, maar ze gingen wél samenwerken tegen Duitsland, Italië
en Japan in de Tweede wereldoorlog. Aan het eind van de oorlog liepen de spanningen tussen de SU
en VS toch weer op. Dit kwam door onenigheid over de vredesregeling met Duitsland (hoe moet deze
er uit zien?) en over de nieuwe machtsverhoudingen in Europa.
Hannah van Alem, Geschiedenis Q2
Toen de oorlog in mei 1945 eindigde waren dit de vragen die centraal stonden. In juli 1945 kwamen
ze samen bij de conferentie van Potsdam om enkele tijdelijke besluiten te maken:
-
Duitsland en Berlijn werden verdeeld in vier bezettingszones
De bezettingszones vormden een economische eenheid
De nazi’s moesten vervolgd worden
Duitsland moest grondgebied afstaan aan Polen
De Duitsers moesten herstelbetalingen doen, vooral aan de SU
Toch bleef er veel onenigheid vanwege de verschillende wereldvisies. Stalin dacht bijvoorbeeld bij
economische eenheid aan een planeconomie en herstelbetalingen maar de VS wilde graag een vrije
markt en economisch herstel. De machtsverdeling zorgde ook voor onenigheid. De VS wilde vrije
verkiezingen in heel Europa. De SU wilde geen vrije verkiezingen in de landen die de SU had bevrijd.
De Duits-Poolse grens bracht de VS ook zorgen. De SU was langzamerhand bezig met gebieden van
Polen in te nemen. De VS zag dit als bevestiging van hun eerdere wantrouwen over het uitbreiden
van het communisme over Europa. De Russen wantrouwden de VS op hun beurt ook. Door het willen
van een vrije markteconomie waren ze bang dat de VS heel Europa kapitalistisch wilde maken.
Europa raakte dus verdeeld in twee invloedsferen. West-Europa was van de VS en Oost-Europa van
de SU. In het westen was er een vrije markt en parlementaire democratieën met vrije verkiezingen.
In het oosten was er een volksdemocratie met een planeconomie onder leiding van een
communistische partij onder toezicht van de SU. Dit bevestigd de beelden die de landen van elkaar
hadden. De Amerikaanse president Truman was bang dat dit het begin was van een communistische
wereldrevolutie. Dit probeerde hij dus te voorkomen door de Europese eenwording te stimuleren
door bijvoorbeeld het oprichten van de Europese gemeenschap van Kolen en Staal. Truman kwam
ook met de Trumandoctrine (1947), waarmee hij wilde zorgen dat het communisme moest worden
tegengehouden ( to contain  containmentpolitiek). De doctrine betekende dat hij economische en
militaire steun zou geven aan de landen die bedreigd werden door het communisme. Hij was bang
dat door de armoede in Europa het communisme meer aanhang zou komen.
Als oplossing kwam hij met het Marshallplan (1948). Het hield in dat de Amerikanen ieder Europees
land economische steun aanbood. Zo hoopten ze dat die landen niet communistisch houden worden
en de internationale handel op gang zou komen. Vooral de West-Europese landen namen de hulp
aan. De Oost-Europese landen zeiden nee. Zij stonden onder communistische invloed van Stalin, die
dit zag als westers-imperialisme.
KA: De verdeling van de wereld in twee ideologische machtsblokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
KA: De eenwording van Europa
In 1948 kregen de westerse bezettingszones een nieuwe munt. Dit ging dus tegen die economische
eenheid in. Als tegenreactie kwam Staling met de Blokkade van Berlijn. Dit hield in dat de
toegangswegen vanuit het westen naar West-Berlijn werden afgesloten. Zo hoopte hij dat de andere
Hannah van Alem, Geschiedenis Q2
landen West-Berlijn zouden opgeven. De Westerse landen bevoorrade West-Berlijn via een
luchtbrug. Na 11 maanden gaf Stalin de blokkade op.
In 1949 raakte Duitsland verdeeld in de BRD (West-Berlijn) en de DDR (Oost-Berlijn). Heel Europa
raakten eigenlijk zo verdeeld in twee ideologische machtsblokken. Dit leidde tot de oprichting van
militaire bondgenootschappen: De NAVO door het kapitalistische westen (1949) en het
Warschaupakt door het communistische oosten. (1955). Deze bondgenootschappen hielden in dat
als één land van de bondgenootschappen werd aangevallen, alle landen hun bondgenoten zouden
bijstaan
Japan
Tijdens het einde van de Tweede Wereldoorlog in augustus 1945 gooide de VS een atoombom op
Hiroshima en later ook op Nagasaki. De directe gevolgen hiervan waren onder andere 240000
slachters en een hoop verwoeste steden, en overgave van Japan wat leidde tot het einde van WO2.
KA: Het voeren van twee wereldoorlogen
KA: Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapen en de
betrokkenheid van de burgerbevolking bij de oorlogsvoering.
KA: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en
de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
Een indirect gevolg van de atoombom was een wapenwedloop (van kernwapens) tussen de VS en de
SU. Hierdoor werd de kans op een atoomoorlog vergroot, maar ook zorgde het voor een wederzijdse
afschrikking. (Als ik aanval met mijn kernwapens doe jij dat ook en dat zorgt voor grote
vernietigingen)
Europa/Amerika
In het begin van de jaren 50 liep de spanning in Amerika ook op. In 1950 houdt senator McCarthy een
toespraak waarin hij waarschuwt voor de communistische wereldrevolutie. Hij had een lijst met een
zogenaamde ‘Amerikaanse communisten’. Hij beschuldigde allerlei mensen. Dit leidde tot een
heksenjacht op ‘communisten’ (vaak had hij geen bewijs). Veel verdachten raakte ondanks gebrek
aan bewijs toch hun baan kwijt of kregen een gevangenisstraf. Dit hield een tijdje aan. In 1954 begon
McCarthy ook met het beschuldigen van Republikeinen. Dat was voor het volk de druppel waardoor
ze McCarthy niet meer gingen geloven; hij was volledig in zijn waan doorgedraaid. Deze
beschuldiging was ook het eind van het McCarthyisme (de jacht op de communisten).
KA: De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
KA: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en
de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
In de jaren ’20 en ’30 groeide het verzet in koloniën tegen de westerse overheersing. Na de Tweede
wereldoorlog begint een proces van dekolonisatie in Zuidoost-Azië. Een belangrijke oorzaak was de
Japanse strijd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Veel koloniën werden door de Japanners veroverd.
Dit liet zien dat Westerse mogendheden door een Aziatisch volk veroverd kon worden. Hierdoor
Hannah van Alem, Geschiedenis Q2
groeide het nationalisme in de koloniën. Toen Japan in 1945 zich overgaf ontstond er een
machtsvacuüm. Lokale nationalisten konden de macht snel pakken, omdat de Europese
moederlanden niet meteen terug konden naar hun koloniën. De VS en de SU steunden die
nationalistische bewegingen in de koloniën. De redenen hiervoor:
VS
Verspreiding westerse ideologie
Hoop op nieuwe bondgenoten
Hoop op nieuwe economische samenwerking
nieuwe landen.
SU
Verspreiding communistisch ideologie
Hoop op nieuwe bondgenoten
Hoop op nieuwe economische samenwerking
nieuwe landen.
China
In 1949 wordt China na een jarenlange burgeroorlog door middel van een communistische
staatsgreep een communistisch land (Volksrepubliek China). Dit gebeurt onder leiding van Mao
Zendong. De Chinese regering vlucht naar Taiwan. Doordat China zo groot is werd het de tweede
communistische grootmacht in de wereld. Als gevolg werd China uit de Veiligheidsraad van de VN
gezet. Taiwan, waar de oorspronkelijke Chinese regering heen was gevlucht, komt er wel in. Door
deze gebeurtenis werd de vrees van de VS voor een communistisch blok in Azië groter. Veel
nationalistische bewegingen in de koloniën waren namelijk communistisch. Ze dachten dat heel Azië
communistisch zou worden als die nationalisten aan de macht kwamen. Daarom werd de
Trumandoctrine wereldwijd toegepast. De regeringen kregen economische en militaire hulp.
In 1954 kwam President Eisenhower met de dominotheorie. Dit hield in dat hij dacht dat na een
communistische overwinning in een bepaald gebied ook andere gebieden in die regio in
communistische handen zouden vallen. De communisten vonden die containmentpolitiek weer
bevestiging van het westerse imperialisme: de westerse mogendheden willen gewoon overal macht
en kapitalisme!
Korea
In 1949 heerst er paniek in de VS. Ze waren bang voor een communistische oorlog. Deze angst werd
gevoed doordat de Sovjetunie bekend maakt dat zij een atoombom kunnen maken omdat ze een
geslaagde kernproef hebben gedaan, en doordat China communistisch werd. President Truman moet
dus hard aan de slag om te laten zien dat hij het communisme tegen kan gaan. Dit deed hij in de
Korea-oorlog. Korea werd na de Tweede Wereldoorlog verdeeld in een Russisch en een Amerikaans
deel. Beide landen hadden weinig interesse in dit gebied, het was niet zo spannend als Europa.
Daarom vertrokken beide troepen in 1949 het land. Hierdoor konden de Koreanen zelf wat maken
van hun land. In 1950 vallen de Noord-Koreaanse communisten met toestemming van Stalin het
democratische Zuid-Korea aan. Hierdoor werd de VS wakker geschut. Als reactie riep de VS de
Veiligheidsraad van de VN bijeen. De SU was hier niet bij, omdat ze de Veiligheidsraad aan het
boycotten waren vanwege de Taiwankwestie. Hierdoor kon de VN besluiten troepen naar Korea te
sturen onder leiding van Amerika. Van 1950-1953 heerste er dus oorlog in Korea. Het Noorden werd
gesteund door de SU met materiaal, en door China met militaire en materiële steun. Zij drongen de
Zuid-Koreaanse troepen terug, en vervolgens drongen de Noord-Koreaanse troepen de Zuid-
Hannah van Alem, Geschiedenis Q2
Koreanen weer terug, en zo ging het door. Het Zuiden werd gesteund door de VN, en in het bijzonder
door Amerika. De VN troepen weten uiteindelijk weer de Noord-Koreaanse troepen weer terug te
dringen tot de 38e breedtegraad. Deze oorlog resulteerde in:
-
Wapenstilstand
Grens hetzelfde als in 1950
Korea nog steeds een communistisch noorden en democratisch zuiden Zuid-Korea wordt
buiten de communistische invloedssfeer gehouden. De containmentpolitiek heeft hier dus
gewerkt.
Vietnam
Vietnam maakte deel uit van de Franse kolonie Indo-China. De Japanners hadden deze kolonie
veroverd. Na het overgeven van Japan vanwege de atoombom op Hiroshima waren de Fransen niet
gelijk terug in Vietnam. Hier maakten de Vietnamezen gebruik van. De Vietnamese communistische
beweging onder leiding van Ho Chi Minh, de Vietminh, riep in 1945 de onafhankelijkheid in Vietnam
uit. De Fransen waren hier niet blij mee en stuurde troepen naar Vietnam. Dit had een Guerillaoorlog
tussen beide troepen van 1946-1954 tot gevolg. De Fransen leden zwaar tijdens de oorlog. Ze kenden
het gebied niet zo goed als de Vietnamezen. De Vietminh werd bovendien ook vanaf 1950 gesteund
door China, en vervolgens ook door de Sovjetunie. Als tegenreactie ging de VS Frankrijk steunen. In
1954 verliest Frankrijk definitief bij de slag van Dien Bien Phu de oorlog. Dit was het einde van de
Franse inmenging in Vietnam. In 1954 werden er bij de Akkoorden van Genève verschillende
afspraken gemaakt:
-
Vietnam wordt tijdelijk verdeeld langs de 17e breedtegraad waardoor Vietnam weer een
noorden en zuiden krijgt.
Geen van beide delen mag zich aansluiten bij militaire bondgenootschappen of militaire
bases van andere landen op zijn grondgebied toelaten
Binnen twee jaar (in 1956) werden nationalistische verkiezingen gehouden waarna het land
zal worden verenigd
KA: De verdeling van de wereld in twee ideologische machtsblokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
KA: De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld
De reacties van de SU, China en de VS op de akkoorden waren positief
Sovjetunie
Geen militair conflict met de VS
China
Rustig aan de zuidgrens
Na de verkiezingen zou heel
Vietnam communistisch zijn
Noord-Vietnam bleef
afhankelijk van China
Verenigde Staten
Zuid-Vietnam buiten communistische
invloedssfeer gehouden  VS tekent
de slotverklaring van de akkoorden
niet, want zijn bang voor de uitslag
van de verkiezingen.
(ze zeggen dat ze het niet tekende
omdat ze bang waren dat de
verkiezingen niet eerlijk zouden gaan)
Hannah van Alem, Geschiedenis Q2
De tijdelijke deling van Vietnam wordt eigenlijk hierdoor permanent. Het Noorden is communistisch
onder leiding van Ho Chi Minh en wordt gesteund door de SU en China. Zuid-Vietnam is
kapitalistisch, heeft een marionettenregering (namens de Amerikanen) en wordt gesteund door de
VS. De Zuid-Vietnamezen zijn niet allemaal blij met de Amerikaanse bemoeienis. Zij organiseren zich
in de communistische Vietcong en strijden tegen in Zuid-Vietnam tegen het Zuid-Vietnamees leger.
Hierdoor ontstaat er een burgeroorlog met aan de ene kant de door Amerika gesteunde ZuidVietnamese regering en aan de andere kant de door Noord-Vietnam, SU en China gesteunde
Vietcong.
In 1964 zou een Amerikaans marineschip in de golf van Tonkin zijn aangevallen door de NoordVietnamese marine. De Amerikanen maakte gebruik van dit incident en namen de Tonkinresolutie
aan. Hierin werd gezegd dat de Amerikaanse regering onbeperkte militaire macht kreeg van het
Amerikaanse congres.
Vanaf 1965 gaan de Amerikanen dus echt actief ingrijpen in Vietnam. Dit doen ze door heel veel
grondtroepen naar Zuid-Vietnam te sturen en door zware bombardementen uit te voeren in Zuid- en
Noord-Vietnam. Ondanks de massale militaire inzet blijkt de Vietcong (gesteund door NoordVietnam, China én de SU) onverslaanbaar. Veel mensen gaan twijfelen aan het Amerikaans ingrijpen
in Vietnam. In andere landen wordt er ook geprotesteerd, vooral door de protestgeneratie. Dit
resulteerde er in dat president Johnson afstapte en er een nieuwe president kwam. Dit was president
Nixon. Hij probeerde een uitweg in dat conflict te zoeken. Hij wilde stoppen met de oorlog zonder
dat ze gezichtsverlies zouden lijden. Zijn oplossing was driehoeksdiplomatie. Door minder van
diplomatieke betrekkingen met China en de SU probeerde de VS Noord-Vietnam tot vrede te
dwingen. Als gevolg bezocht Nixon in 1972 China. Hij was de eerste Amerikaanse president die de
communistische Volksrepubliek China bezoekt. De resultaten waren:
-
Volksrepubliek China treed toe in de Veiligheidsraad van de VN (ipv Taiwan)
Betere verhoudingen tussen de VS en China
KA: De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en
de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
Het bezoek had resultaat. In 1973 verlaten de Amerikaanse troepen Vietnam. Direct breken er echter
nieuwe gevechten uit tussen de Vietcong en het Zuid-Vietnamese leger. In 1975 neem Noord-Korea
in een paar weken Zuid-Korea in. Na 30 jaar strijd wordt Vietnam dus alsnog communistisch.
Afrika
In Afrika was er net als in Azië een proces van dekolonisatie. Vanaf 1951 roepen steeds meer
Afrikaanse landen hun onafhankelijkheid uit. Dit is voor de VS en de SU weer een kans op hun
invloedssferen uit te breiden naar Afrika.
In 1975 vindt er een burgeroorlog in Angola tussen de MPLA en FNLA plaats. Angola was altijd een
Portugese kolonie, totdat ze in 1975 Angola onafhankelijkheid verleenden. Hierdoor breekt er een
machtsstrijd tussen verschillende partijen uit. De MPLA is communistisch, en krijgt dus steun van de
SU. De NFLA krijgt daarom steun van de VS. De Portugezen geven de MPLA de macht, en wordt dus
de officiële regeringspartij. De NPLA richt als reactie een tegenregering op. Dit leidt tot een
Hannah van Alem, Geschiedenis Q2
burgeroorlog die tot 2002 duurt. De MPLA is de uiteindelijke winnaar. Ze waren echter teleurgesteld
met de steun van de SU, en werden daarom niet langer communistisch.
KA: De verdeling van de wereld in twee ideologische machtsblokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
KA: De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld.
Europa/Amerika
Jort gs 12
Download