China Regionale grootmacht of wereldmacht? Lange termijn • Eeuwenoude cultuur, die tijdens het Ancien Regime (500-1800) het economische knooppunt van de wereld vormt! • Buskruit, kompas, papier: wordt later door Europese landen verzilverd • In plaats van dit zelf te verzilveren, sluit het zich op en weert invloeden van buiten: isolationisme • Intra-Aziatische handel genereert veel meer winst dan oost-west-handel • Ming-keizers en Mogols ondersteunen het ontluikende handelskapitalisme niet (in tegenstelling tot de Europese regeringen die dat wel doen) Middellange termijn (1) • 1912: Sun Yat Sen zet de laatste keizer van de Ming-dynastie af en roept republiek uit • 1925: overlijden Sun Yat Sen: strijd om de macht tussen nationalistische Kwomintang (olv Tsjang Kai Tsjek) en communisten (olv Mao Tse Toeng) • Mao opereert vanuit platteland: ‘lange mars’ in 1934 Middellange termijn (2) • 1937: aanval van Japan op China • 1946: burgeroorlog Tsjang-Mao • 1.10.1949: Mao roept Volksrepubliek China uit; Tsjang vlucht met Kwomintang naar Taiwan: Nationalistisch China • 1958: ‘Grote sprong voorwaarts’: volkscommunes als ideologisch wapen en deel van totalitaire greep op de burger • 1964: Grote Proletarische Culturele Revolutie Middellange termijn (3) • Begin jaren ’70: ommezwaai in buitenlandse politiek: terug banden met VSA + ernstige vete met Sovjet-Unie • 1972: in VN-Veiligheidsraad • Selfreliance als ontwikkelingsmodel, veralgemening onderwijs, herverdeling gronden, man-vrouw relatie gewijzigd + geboortepolitiek, grote infrastructuurwerken Korte termijn (1976-heden) (1) • Socialistische markteconomie zonder democratie • Deng volgt Mao (+ 1976): verlaat Chinese autarkie en oriënteert China naar ‘socialistische’ markteconomie • Moderniseringen: landbouw: idee van communes verlaten en ‘winst maken’ is voortaan toegelaten; plattelandsvlucht industrie: sterke modernisering en enorme groei van de economie, vooral in kustgebieden tussen Shanghai (economische hoofdstad van China) en Hong Kong: grootste exodus van mensen ooit in vredestijd; sterk gericht op export economische liberalisering, maar geen politieke liberalisering Korte termijn (1976-heden) (2) • Internationale profilering: aast op bodemrijkdommen van Zuid-Chinese Zee blijft opgescheept met probleem Taiwan en strijd om de macht met Japan (cf. geschiedenis) kernmacht met miljoenenleger 4de economische macht in de wereld: lid van WTO: breuk met Chinese traditie democratisering blijft uit; erg gekant tegen internationale ‘bemoeienis’ in interne zaken Olympische Spelen: visitekaartje van het nieuwe China wordt grootste energieverbruiker ter wereld; bepaalt ook internationale politiek Economische wereld Azië • Lange A-cyclus van expansie (ca. 1000 – ca. 1300) • B-cyclus van contractie en crisis (ca. 1300 – ca. 1400) • Nieuwe A-cyclus: een lange expansie (ca. 1400 – ca. 1750) • B-cyclus van contractie: vanaf ca. 1750 • Demarrage van een nieuwe A-cyclus: onze tijd: jaren ’50: Japan jaren ’60: ‘Aziatische Tijgers’ 1975-1980: China jaren ’80: India Geschiedenis en toekomst • Ancien Régime: * Azië als kerngebied van de wereldeconomie * China en Indië als draaischijven, met ZO-Azië als niet te onderschatten ‘derde’ • ‘lange’ 19de eeuw: eeuw van Europa • ‘korte’ 20ste eeuw: eeuw van Amerika • 21ste eeuw: eeuw van Zuidoost-Azië: de cirkel gesloten…?