Schoolgids 2014 -2015 Schoolgids 2014-2015 Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 1 Inhoud Een woord vooraf 2 1 De school 3 2 Waar de school voor staat 4 3 De organisatie van ons onderwijs 10 4 De zorg voor kinderen 12 5 De leerkrachten 18 6 De ouders 18 7 School en omgeving 21 8 De resultaten van ons onderwijs 22 9 Regeling school- en vakantietijden 23 10 Bovenschoolse afspraken en protocollen Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 25 2 Een woord vooraf Waarom een schoolgids voor ouders? Deze gids is geschreven voor de ouders van De Meerpaal en om geïnteresseerde ouders te helpen bij de keuze van een basisschool. Scholen verschillen steeds meer, in de manier van werken, in sfeer en in wat & hoe de kinderen er leren. Tevens stelt hij ouders in staat om na te gaan of De Meerpaal dat onderwijs aanbiedt, dat u als ouder het beste bij uw kind vindt passen. Deze inhoud van deze schoolgids heeft de instemming van de Medezeggenschapsraad en wordt in de eerste schoolweek van het schooljaar 2013-2014 op de site www.meerpaal.net geplaatst. Wat staat er in de schoolgids? Deze gids wil een antwoord geven op de vele vragen, die u als ouder kunt hebben over bijvoorbeeld: De sfeer op school De zorg voor onze leerlingen De organisatie van het onderwijs op De Meerpaal Wat ouders van de school kunnen verwachten en wat de school van de ouders verwacht De schooltijden en schoolvakanties De onkosten De resultaten van het onderwijs Wettelijke regelingen en protocollen Contactgegevens Waaruit bestaat onze schoolgids? De schoolgids 2014-2015 bevat een algemeen deel met informatie over de ideeën en achtergronden van ons onderwijs. Specifieke informatie over de organisatie van het schooljaar 2014-2015 vindt u in de jaarkalender. Hierin staat ook het bedrag voor de vrijwillige ouderbijdrage. Alle kinderen krijgen een namenlijst met adressen en telefoonnummers van hun klasgenootjes. Indien er een wijziging in het telefoonnummer is of er is een nieuw 06-nummer dan willen wij dat graag z.s.m. weten. Overige relevante informatie gedurende het schooljaar wordt aangeboden in de Nieuwsbrief, die iedere maand verschijnt en middels mails voor individuele groepen of alle groepen. Het is belangrijk dat wijzigingen in het emailadres z.s.m. worden doorgegeven. Verzoek aan ouders om te reageren Het is prettig wanneer ouders reageren op zaken die vanuit de school worden geïnitieerd. Indien u als ouders ideeën heeft betreffende de inhoud van de schoolgids of het schoolplan of suggesties ter verbetering, dan kunt u contact opnemen met de directie van de school. Uw bijdrage wordt zeer op prijs gesteld. Henk Frenken, directeur Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 3 1. De school 1.1 IDENTITEIT De Meerpaal is een openbare school voor primair onderwijs voor leerlingen van 4 – 12 jaar. In het openbaar onderwijs wordt met nadruk aandacht besteed aan de bevordering van een levenshouding die gebaseerd is op gelijkwaardigheid van de verschillende levensbeschouwingen en achtergronden van alle leerlingen. De school maakt deel uit van de Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden/ PROOLEIDEN. 1.2 DIRECTIE De directiestructuur voor het schooljaar 2014-2015 is als volgt geregeld: De locatieleider Katinka Tukker – den Os en de directeur Henk Frenken vormen samen de directie.. 1.3 SITUERING VAN DE SCHOOL Basisschool De Meerpaal is gehuisvest in een modern schoolcomplex in de Leedewijk. Deze wijk vormt een onderdeel van de Merenwijk. In het schoolcomplex zijn ook de Protestants Christelijke basisschool, Het Kompas en de Rooms Katholieke basisschool de Tweemaster ondergebracht. In de Merenwijk zijn nog twee andere openbare basisscholen: Jenaplanschool De Dukdalf, gelegen in de Zijlwijk aan het Regenboogpad en basisschool Merenwijk aan het Valkenpad. In de Leedewijk en vlakbij het schoolgebouw bevindt zich kinderdagverblijf. De Meerpaal beschikt over een gemeenschapsruimte met een documentatiecentrum en bibliotheek. Er is een speelzaal voor bewegingsonderwijs voor de kinderen van groep 1 en 2. Bovendien zijn er aparte ruimtes voor de remedial teacher en de interne begeleider, waarvan de logopediste en de schoolarts incidenteel gebruik kunnen maken. Voor het bewegingsonderwijs aan de groepen 3 t/m 8 maakt de school gebruik van de sportaccommodatie van de direct naast de school gelegen ‘Sporthal Broekplein’. Het gebouw telt acht groepslokalen, een directiekamer en een personeelskamer. Elk van de scholen van het complex heeft de beschikking over twee eigen schoolpleinen, één voor de kleuters en één voor de kinderen uit de overige groepen. Op de gang van de bovenbouw bevindt zich een aparte computerruimte. 1.4 SCHOOLGROOTTE Elk schooljaar wordt na de ‘teldatum’ (1 oktober) door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen vastgesteld op hoeveel formatie de school recht heeft met ingang van het volgende schooljaar. Per 1-10-2013 telde de school 207 leerlingen. Op onze school zijn groepsleerkrachten (fulltimers en parttimers) werkzaam en een vakleerkracht gymnastiek. Er zijn leerkrachten met speciale taken zoals de interne begeleiding voor de zorgleerlingen en de ICT-er voor het gebruik van computers in het onderwijs. Tevens is een conciërge/administratrice aan de school verbonden. Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 4 2. Waar de school voor staat 2.1 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT De Meerpaal is een school waar ieder kind zich prettig en veilig kan voelen. De Meerpaal is een school met ruimte en aandacht voor ieder kind. De Meerpaal is een school die belang hecht aan orde en regelmaat. De Meerpaal is een school die naast de intellectuele ontwikkeling van kinderen een grote waarde hecht aan de sociaal-emotionele en creatieve ontwikkeling van kinderen. De Meerpaal is een school die de zelfstandige werk- en leerhouding van ieder kind aanmoedigt en verder helpt ontwikkelen. 2.2 VISIES VAN DE SCHOOL De maatschappij van nu en van de toekomst heeft behoefte aan kinderen die creatief kunnen omgaan met vragen en het bedenken van antwoorden. Creativiteit in de breedste zin van het woord is ontplooibaar en ontwikkelbaar. De Meerpaal biedt onderwijs aan, middels allerlei aanpakken en technieken, om het creatieve brein van kinderen en leerkrachten te ontwikkelen. Wij doen dat op een Realistische, Eigentijdse, Inspirerende en Sociaal betrokken wijze….. Kennis en creativiteit is werkelijk leren Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 5 Visie op kind en ontwikkeling Ieder kind op onze school heeft recht op acceptatie en waardering als individueel mens. Een eerste taak van de school is het realiseren van geborgenheid en veiligheid, pas dan kan het kind tot maximale ontplooiing komen. We vinden het van groot belang dat er veel aandacht is voor het opbouwen van een goede relatie tussen kinderen onderling en tussen leerkrachten en leerlingen. Waardering vindt plaats op basis van een combinatie van leerprestaties en sociaal-emotioneel passend gedrag. Een goed sociaal, emotioneel en zelfstandig functioneren bevorderen een gevoel van eigenwaarde van het kind. Vanuit dit gevoel gaat het de wereld ontdekken en onderzoeken, en komt het tot prestaties. Een goede structuur en organisatie is van groot belang voor het realiseren van goed onderwijs. Wij willen ons onderwijs en onze wijze van lesgeven zo vormgeven, dat de kinderen meer en meer gemotiveerd worden om uit zichzelf te leren. Op onze school wordt ieder kind gestimuleerd om te komen tot de voor hem/haar best mogelijke prestaties binnen zijn/haar eigen mogelijkheden. Functioneert een kind niet optimaal op een van de bovengenoemde gebieden, dan zal worden gekeken op welke wijze hulp geboden kan worden. Vanuit een adaptieve benadering proberen we tegemoet te komen aan de individuele – hulp - behoeften van kinderen. Creativiteit is één van de belangrijkste vermogens die wij bezitten. En iedereen heeft dat vermogen! Iets verzinnen, iets nieuws scheppen, ergens uitkomen, iets doorbreken, etc.. We komen door onze creatieve kracht vooruit. Om je creatieve denkvermogen verder te ontwikkelen, zijn er veel manieren en in bijna alle situaties toe te passen. Om jezelf dus creatiever te maken kan je in principe alles gebruiken dat er is, wat je meemaakt, ziet en hoort. Het heeft vooral met het vergroten van je creatieve houding te maken. Hoe kijk je naar dingen? Waar richt je je lamp op? Hoe neem je het op? Wat doe je er mee? Neem je genoegen met die ene kant van het verhaal dat zo veilig voelt en kan je de nadruk op je logisch denken loslaten? Vijf manieren om je eigen creativiteit te vergroten: Neem anders waar, kijk creatief Alles om je heen kan je anders zien. Geef aandacht aan wat er is, en richt je lamp op verschillende manieren. Gegarandeerd dat je nieuwe dingen ontdekt door ‘anders’ te kijken. Elke vraag bijvoorbeeld, die iemand stelt, kan voortkomen uit een andere manier van kijken naar het onderwerp, dus is per definitie interessant. Een vraag, oplossing, idee welke een collega, klant, student, etc. aanreikt, kan dan ook altijd creatieve invalshoeken voor jou opleveren. Stel je oordeel uit Nieuwe ideeën krijgen geen kans als je meteen oordeelt. Wacht even……… zo ontdek je nieuwe invalshoeken en oplossingen. Zeg niet meteen: ‘Dat lukt toch niet!’. Onderzoek eens bij jezelf hoe jij op de automatische piloot zaken afwijst, of altijd snel ergens een mening over voelt. Bewust, dan wel onbewust. Welk patroon ontdek je hierbij bij jezelf? Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 6 Associeer flexibel Probeer altijd onmiddellijk drie stappen verder te kijken. Associëren kan je leren: als je aan ‘lucht’ denkt, denk je ook aan ‘blauw’ of aan een ‘vliegtuig’ of aan ‘knoflook’. Als je veel oefent, kan je die techniek makkelijker in andere situaties toepassen. “Ja, en …”, waardoor je in nieuwe kansgebieden komt, ideëen verrijkt worden, je op andere routes komt waar nog meer ‘te halen’ is. Bedenk alternatieven Wees niet tevreden met de eerste oplossing. Stel je voor ‘wat als’ en ‘wat er nog meer mogelijk is’. Hoe kan het nog meer zijn? Wijs niet onmiddellijk af wat niet in je denkpatroon past. Daag jezelf en anderen uit om meerdere antwoorden te vinden op één vraag. En die zijn er! Er zijn vele eenvoudig te gebruiken creatieve denktechnieken die je hierbij kunnen helpen. Denk aan brainwriting, mindmappen, de ‘omkering’, de ‘superheld’, vooronderstellingen kraken, random picture, etc., etc.… ‘Verkoop’ je idee met verbeelding Je hebt verbeelding nodig: hoe zou je idee eruit zien? maar ook: wat kan je ermee? Leef je in in wat anderen aan jouw idee hebben. Overtuiging, geloof en enthousiasme zijn het belangrijkste. Je zelfvertrouwen verkoopt je idee. Dit kan je te pas en te onpas oefenen en doen. Immers, we zijn vaak de hele dag mensen aan het overtuigen van wat wij zouden willen. Kan dus geen kwaad dit eens wat anders te brengen… misschien brengt het jou wel wat anders Wat zijn dan die voorwaarden en eigenschappen om creatief gedrag te laten zien? Nieuwsgierigheid (je laten inspireren door anderen, vragen stellen, waarnemen, oordeel uitstellen) Onafhankelijkheid (autonoom, vrij, zelfstandig, bereidheid risico’s te nemen) Ontvankelijkheid (sensitief, toegankelijk) Openheid (oordeel uitstellen, afwijkende meningen tolereren, open staan voor je omgeving en anderen) Flexibiliteit (de goede dingen later doen, tolerantie voor onzekerheid, wanorde en frustraties) Speelsheid (fouten maken mag, gewoon doen is niet gek genoeg) Gedrevenheid (enthousiast, bezieling, dynamiek) Zelfvertrouwen (zelfbewust, je niet laten afschrikken door bestaande regels en gewoonten, bereidheid risico’s te nemen) Visie op onderwijs Naast de kwantiteit speelt ook de kwaliteit van de verworven kennis een belangrijke rol. Deze moet functioneel zijn om vorderingen in de leerstof te kunnen maken. Kinderen ontwikkelen zich en leren in hun eigen stijl en tempo. Wij proberen hier zoveel mogelijk op in te spelen met ons onderwijs, door onder andere het zelfstandig werken met en het zelfstandig verwerken van de leerstof. Tijdens het zelfstandig werken is het mogelijk elk kind individueel actief te ondersteunen. Binnen ons onderwijs streven wij ernaar dat al onze leerlingen de in het Schoolplan beschreven basisvaardigheden bereiken. Hierbij houden wij rekening met kinderen die meer of minder mogelijkheden hebben, mede vanuit eerder benoemde adaptieve benadering. Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 7 Deze flexibiliteit is een belangrijke voorwaarde om onze visie op goed onderwijs te kunnen realiseren. We dragen er ook zorg voor dat het team zich voortdurend blijft ontwikkelen. Visie op levensbeschouwing Op De Meerpaal wordt met nadruk aandacht besteed aan de bevordering van een levenshouding, die gebaseerd is op gelijkwaardigheid van en respect voor de verschillende levensbeschouwingen en achtergronden van alle leerlingen en hun ouders. In ons onderwijs wordt daarom aan levensbeschouwing en geloofsovertuiging aandacht geschonken, zonder daaraan oordelen te verbinden. Visie op de samenleving en Actief Burgerschap Actief burgerschap is het kúnnen en wíllen deelnemen aan de samenleving. Burgerschap gaat over diversiteit, acceptatie en tolerantie. Het vraagt ook reflectie op je eigen handelen, een respectvolle houding, en een bijdrage aan de zorg voor je omgeving. Op onze school besteden wij aandacht aan het actief burgerschap. Kernbegrippen zijn daarbij voor ons: vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid, begrip, verdraagzaamheid, autonomie, het afwijzen van onverdraagzaamheid en het afwijzen van discriminatie. Dit doen wij door met kinderen te werken aan het democratisch omgaan met elkaar. Onze ambities zijn: 1. We voeden onze leerlingen op tot fatsoenlijke evenwichtige mensen die respectvol (vanuit duidelijke waarden en normen) omgaan met zichzelf, de medemens en de omgeving. Als ondersteuning om dit doel te bereiken wordt er op school een methode ingezet ten behoeve van de Sociaal – emotionele ontwikkeling. De methode “Kinderen en hun sociale Talenten” levert een duidelijke bijdrage in de sociale omgang. Het resultaat ervan komt tot uiting in het pedagogisch klimaat. 2. Wij voeden onze leerlingen op tot personen die weten wat democratie inhoudt en die daar ook naar handelen. Ze leren hun mening over maatschappelijke thema’s te verwoorden. De samenstelling van de populatie in de directe omgeving van de school vormt hierbij geen bedreiging. Het feit dat dit een onvoldoende representatief beeld biedt van de maatschappij is een extra aandachtspunt bij het onder de aandacht brengen van maatschappelijke thema’s. 3. We voeden onze leerlingen op tot mensen die “meedoen”, die actief betrokken willen zijn op de samenleving en die gericht zijn op samenwerking. 4. We voeden onze leerlingen op tot personen die kennis hebben van, en respect voor andere opvattingen en overtuigingen (religies). 5. We richten ons op de algemene ontwikkeling en we geven onze leerlingen culturele bagage mee voor het leven. Burgerschap en integratie is vooral een zaak van meedoen. Daarom besteden we aandacht aan leerinhouden op de gebieden democratie, participatie en identiteit. Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 8 Bij democratie besteden we vooral aandacht aan democratische procedures (hoe werkt democratie in de praktijk), wat zijn de kernwaarden van democratie (vrijheid van meningsuiting) en de rol van de media in de democratische samenleving. Vaardigheden, die daarbij noodzakelijk zijn hebben betrekking op het hanteren van democratische spelregels, eigen meningsvorming, conflicthantering, informatieverwerking, een houding van respect voor anderen en betrokkenheid en gezamenlijke verantwoordelijkheid. Bij participatie wordt vooral aandacht besteed aan kennis en inzicht in mogelijkheden op het gebied van sport, ontspanning en cultuur, normen en omgangsvormen, inzicht in het eigen gedrag, inzicht in de taak en rol van de politie en het kunnen deelnemen als consument. Daarbij is het belangrijk dat kinderen leren op de hoogte te zijn van mogelijkheden en gedragsregels en hun eigen verantwoordelijkheid. Bij identiteit is het belangrijk dat de kinderen begrip krijgen van onze multiculturele samenleving. Zij moeten uitingen van de eigen en de andere culturen leren herkennen. Belangrijk is dat de kinderen belangrijke kenmerken van verschillende geestelijke stromingen herkennen, waarbij ze leren rekening te houden met en respect hebben voor opvattingen van anderen. Als ambitie 5 hebben wij aangegeven ons te richten op de algemene ontwikkeling en het meegeven van culturele bagage voor het leven. Op de Meerpaal willen wij kinderen voorbereiden op de wereld waar ze deel van uit (gaan) maken en cultuureducatie vinden wij daarbij een belangrijk middel. Kinderen moeten zich verstandelijk en sociaal-emotioneel goed kunnen ontwikkelen en weet hebben van de natuur en de cultuur om hen heen. Ook is het belangrijk dat ze hun mening kunnen verwoorden en een eigen smaak ontwikkelen. Cultuureducatie is een manier om kinderen hun eigen creativiteit en passie te laten ontdekken. We willen er daarom voor zorgen dat de kinderen in hun schoolloopbaan veelvuldig in aanraking komen met kunst, erfgoed en media. We vinden het belangrijk dat kinderen zich expressief kunnen uiten in diverse kunstzinnige onderdelen, o.a. met behulp van professionele kunstenaars en dat ze leren kritisch en positief naar hun eigen en andermans werk te kijken. Naast de onderdelen beeldende vorming, muziek, kunst en cultuur in het kader van de creatieve vorming onder schooltijd, kent onze school een aantal extra activiteiten op dit gebied. We bezoeken regelmatig (kunst)instellingen en voorstellingen om kinderen te inspireren en een eigen mening te laten vormen over kunst. Ook brengen we de kinderen in aanraking met erfgoed in hun eigen omgeving, door dit erfgoed op te zoeken, buiten en in musea, en hier lessen aan te verbinden. Zo leggen we ook dwarsverbanden met de vakgebieden geschiedenis, aardrijkskunde en biologie. Tot slot willen we kinderen leren verantwoord en met plezier om te gaan met de computer en ze ook in contact brengen met diverse andere media. Zo bereiden we kinderen voor op hun toekomst en geven we hen het gevoel dat ze als individu belangrijk en uniek zijn. We willen d.m.v. dit beleidsplan komen tot een doorgaande lijn m.b.t. cultuureducatie voor groep 1 t/m 8. We willen tot een cultuurplan komen waarbij alle kunstdisciplines in 8 jaar tijd aan bod komen. We laten de kinderen ervaren dat je veel plezier aan kunst, in welke vorm dan ook, kunt beleven en dat het ook een manier is om je te uiten. Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 9 2.3 HET KLIMAAT VAN DE SCHOOL Een goed sociaal verkeer tussen de leerlingen onderling en met de leerkracht is een voorwaarde voor een goed klimaat. Het team van De Meerpaal streeft ernaar dat elk kind zich prettig en veilig kan voelen op school. Aan de sfeer in de klas wordt door iedere leerkracht veel aandacht besteed. We proberen in ieder lokaal een prettig leef- en werkklimaat te verwezenlijken. Bij de inrichting en aankleding van lokalen en overige ruimten in de school wordt hieraan aandacht besteed. Versieringen en werkstukken van de kinderen, planten e.d. spelen hierbij een rol. Opdat iedereen zich prettig en veilig kan voelen hanteren wij in en om de school enkele gedragsregels bij de gemeenschappelijke ruimten, zoals de speelplaats, de gemeenschapsruimte, de lokalen. Regels en afspraken: Er niet gefietst worden op het schoolplein. Schreeuwen en rennen in de school doen de kinderen niet. Voor skates en stepjes hebben we geen ruimte. Van ruilen van populaire plaatjes e.d. komt huilen, dus die houden we buiten de school. Uitnodigingen voor verjaardagen worden niet onder schooltijd uitgedeeld. Kinderen dragen op school gepaste kleding. De leerlingen mogen geen mobieltjes op school aan hebben staan. Wij denken dat dit soort eenvoudige regels een bijdrage kunnen leveren aan de goede sfeer. De school beschikt over beperkte speelruimte. Daarom zijn de speelpauzes voor de groepen 3 t/m 8 over drie verschillende tijden verdeeld, zodat de kinderen zich voldoende kunnen uitleven in hun spel. Wanneer een kind, na hierop meermalen aangesproken te zijn, het bij voortduring moeilijk vindt zich aan regels en afspraken te houden, worden de ouders op school gevraagd om hier samen met de leerkracht en/of directie een passende oplossing voor te vinden. Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 10 3. De organisatie van ons onderwijs 3.1 DE ORGANISATIE VAN DE SCHOOL Schoolorganisatie We hebben in schooljaar 2014-2015 binnen de acht jaren van ons basisonderwijs, drie ‘bouwen’: de onderbouw (groep 1/2), de middenbouw (groep 3, 4 en 5) en de bovenbouw (groep 6, 7 en 8). Het onderwijs op De Meerpaal wordt gekenmerkt door het leerstof-jaarklassen-systeem. Dit houdt in dat in principe leerstof wordt gekoppeld aan leerjaren. Wanneer echter blijkt dat een kind aanmerkelijk eerder of duidelijk later toe is aan specifieke leerstof, spelen we hier zoveel mogelijk op in. Een kleuter bij voorbeeld, die al ver is in het aanvankelijk lees- en schrijfproces, wordt aangemoedigd om hier actief mee bezig te zijn. Om ook zoveel mogelijk tegemoet te komen aan individuele verschillen bij kinderen, wordt in hoge mate gestreefd naar een variatie in werkvormen. Leerstof wordt aangeboden in zogenaamde leerkrachtgebonden lessituaties, afgewisseld met momenten van zelfstandig werken. Tevens wordt individueel werken afgewisseld met groepsopdrachten. De groepen 1 en 2, de kleutergroepen, zijn heterogeen qua leeftijd samengesteld. De kinderen blijven ongeveer twee jaar in een kleutergroep. Na deze twee jaar gaan zij naar groep 3, vervolgens kunnen de leerlingen per jaar doorstromen naar een volgende jaargroep. Deze doorstroming vindt in de regel plaats na de zomervakantie, aan het begin van het nieuwe schooljaar. Groeperingsvormen binnen de jaargroepen De groeperingsvormen van de leerlingen kunnen per jaargroep verschillen. Ook het leerlingenaantal per jaargroep speelt hierbij een rol. Binnen onze school komt u de volgende groeperingsvormen tegen: Tafelgroepen; in twee-, vier- of zestallen. Deze laatste groeperingsvorm ziet u het meest in de school. Rijen; in U-vorm, of frontaal gericht naar het bord. Hiervoor wordt gekozen wanneer er weinig ruimte is in een lokaal of indien het wenselijk is bij bepaalde lessen. Tijdens expressieactiviteiten worden in alle groepen tafelgroepen gevormd. Uitgangspunt bij de genoemde groeperingvormen is dat kinderen van elkaar leren en samen nieuwe dingen ontdekken. Wij vinden het belangrijk dat ze van elkaar leren en vertellen hoe ze bijvoorbeeld een taak hebben gemaakt of een probleem hebben opgelost en dat ze leren samenwerken in de klas en in kleine groepjes. Per jaar kan een aantal keren worden gewisseld van samenstelling van een tafelgroep, om kinderen in aanraking te brengen met de verschillende leer- en sociale vaardigheden van hun klasgenootjes. Samen spelen, samen leren Diverse situaties worden benut om kinderen met elkaar te laten spelen en leren. Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 11 In de kleutergroepen kunnen vierjarigen, die net op school zijn, veel steun ondervinden van kinderen die zich al wat meer thuis voelen. Tijdens gezamenlijke expressieactiviteiten kunnen de kinderen in kleine groepen worden ingedeeld, samengesteld uit meerdere groepen. Kinderen uit de hoogste groepen ondersteunen dan jongere kinderen, hetgeen bijvoorbeeld ook gebeurt in de rol van begeleider bij het tutor-lezen of als begeleider bij de aulamiddagen. In de pauzes gaan de groepen niet allemaal tegelijk buiten spelen. Kleuters maken gebruik van hun eigen plein. De kinderen van groep 3 en 4 hebben gelijktijdig ochtendpauze, daarna gaan de kinderen uit groep 5 en 6 en tot slot de kinderen uit groep 7 en 8. Hierdoor hebben alle kinderen voldoende ruimte om te spelen. Organisatie van zorg voor kinderen met specifieke behoeften De leerlingen die specifieke zorg nodig hebben worden in eerste instantie door de eigen leerkracht begeleid. Dit gebeurt in het eigen lokaal, tijdens het zelfstandig werken van de andere leerlingen. Wij hanteren het standpunt dat de problematiek die leerlingen met bepaalde leerstof kunnen hebben, het beste door de eigen groepsleerkracht behandeld kan worden. Voor adviezen en/of meer specialistische aanpak kan een leerkracht de hulp inroepen van onze remedial teacher en intern begeleider. Voor meer informatie over dit onderwerp wordt u verwezen naar hoofdstuk 4 van deze gids, dat geheel gewijd is aan “de zorg voor kinderen”. 3.2 ONDERWIJSKUNDIGE ORGANISATIE VAN DE SCHOOL In de groepen 1 en 2 wordt hoofdzakelijk in open onderwijssituaties gewerkt. Dat betekent dat wordt uitgegaan van de belevingswereld van de kinderen. Doordat in de groepen 3 en 4 sprake is van een vrij grote hoeveelheid minimum-basisstof, vindt er in deze groepen een verschuiving plaats van meer open onderwijs naar meer gesloten onderwijs. In de groepen 5 tot en met 8 wordt gewerkt met zowel gesloten onderwijsleersituaties als met een tussenmodel van open- en gesloten onderwijs. In de gesloten onderwijsleersituatie bepaalt de leerkracht de leerstofkeuze, het lesgebeuren en de momenten waarop de leerstof verwerkt gaat worden. Bij de tussenvorm van open- en gesloten onderwijs-leersituaties is er meer interactie tussen de leerkracht en leerling. De leerstofkeuze wordt bepaald door leerkracht en leerling samen, evenals de inrichting van de les en de verwerking van de lesstof. In deze leersituatie is de leerkracht begeleidend, stimulerend en coördinerend bezig. De leerlingen worden in overlegsituaties met elkaar geplaatst. Het sociale aspect en het accepteren van elkaar en elkaars mening krijgen meer nadruk. De leerlingen kunnen meer zelfontdekkend en zelfstandig bezig zijn. De tussenvorm is in de bovenbouw duidelijk zichtbaar bij rekenen, taal, en de wereldoriënterende vakken. De mate waarin de geschetste modellen worden gebruikt is mede afhankelijk van factoren als: de samenstelling van de groep het vak- en vormingsgebied het onderwerp van de les de leerkracht Alle kinderen dienen de basisstof te beheersen; daarnaast bestaat er voor kinderen de mogelijkheid zich op een bepaald terrein te “verrijken”. Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 12 We spreken dan van het basisstof-verrijkingsmodel. De inbreng van de leerkracht en de leerlingen zal dan ook steeds wisselend zijn, ondersteund door een adaptieve benadering. In de groepen 1 en 2 is op vrijwel alle terreinen sprake van een geïntegreerde aanpak. In de groepen 3 t/m 8 streven we ernaar, daar waar mogelijk, de vakken in samenhang met elkaar te geven. Op deze manier kunnen opgedane kennis en vaardigheden worden toegepast in situaties waarin ze functioneel is. De samenhang van de Nederlandse taal en de expressievakken is bijvoorbeeld aanwezig wanneer kinderen een toneelstukje schrijven voor de aulamiddag. 4. De zorg voor kinderen 4.1 OPVANG VAN NIEUWE LEERLINGEN IN DE SCHOOL Wanneer een kind wordt aangemeld, vindt er altijd eerst een gesprek met een lid van de directie plaats. De ouders krijgen, eventueel samen met hun kind, een rondleiding door de school en hebben hierbij de gelegenheid om kennis te maken met de school. Na aanmelding door de ouders, via een aanmeldingsformulier, krijgen zij ongeveer acht weken voor de datum waarop het kind 4 jaar wordt, een uitnodiging voor een intake gesprek. Er bestaat de mogelijkheid om de kinderen nog voor hun vierde verjaardag vijf dagdelen te laten wennen in de groep. Een dagdeel is een ochtend of een middag. Als het kind eenmaal vier jaar is, is het mogelijk dat het in het begin bijvoorbeeld alleen de ochtenden komt. Het spreekt vanzelf dat een en ander afhankelijk is van het kind zelf, en dat dit gebeurt in overleg met de groepsleerkracht. 4.2 ZORG VOOR HET JONGE KIND Vanuit de gedachte dat een goed begin het halve werk is, wordt op De Meerpaal extra aandacht besteed aan de kwaliteit van het onderwijs aan kinderen in de onderbouwgroepen. Hiervoor is specifieke deskundigheid vereist; leerkrachten vergroten hun deskundigheid door scholing op dit gebied. Door middel van observaties en beschrijvingen van observaties en uitgebreide leerlingbesprekingen wordt in de onderbouw gekeken hoe de kwaliteit van de zorg aan jonge kinderen verbeterd kan worden en zodoende tijdig - in belang van het kind – met interne of externe hulp gehandeld kan worden. 4.3 HET VOLGEN VAN DE ONTWIKKELING VAN DE KINDEREN IN DE SCHOOL Om de vorderingen van de kinderen te volgen, wordt gebruik gemaakt van een aantal vaste toetsmomenten. In de onderbouw (groep 1 t/m 3), wordt de ontwikkeling van de kinderen in kaart gebracht door de groepsleerkracht op basis van observaties (Ontwikkelingsvolgmodel voor het Jonge kind) en de toetsen ‘Ordenen’ en ‘Begrippen’ van het Cito. Vanaf groep 3 worden regelmatig methodegebonden toetsen afgenomen op het gebied van lezen, spelling, rekenen en wereldverkenning. In groep 3 t/m 6 worden twee maal per jaar methodeonafhankelijke toetsen van het Cito afgenomen op het gebied van lezen, waaronder de AVI-toets, spelling en rekenen. In groep 7 wordt de Cito Entreetoets afgenomen. De resultaten van de toetsen worden voor ieder kind in kaart gebracht en vormen een belangrijk onderdeel van ons leerlingvolgsysteem, dat wordt beheerd door de ‘intern begeleider leerlingenzorg’. Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 13 De groepsleerkrachten houden gegevens bij van dagelijkse resultaten van het werk van de kinderen. Alle relevante gegevens over kinderen, zoals gegevens over gezin, verslagen van gesprekken en afspraken die gemaakt zijn met ouders, onderzoeksverslagen, handelingsplannen e.d. worden opgeslagen in het digitale dossier van de individuele leerling als onderdeel van het Elektronisch School Informatiesysteem. Na iedere toetsperiode worden de groepsresultaten met de intern begeleider besproken. Er wordt vooral aandacht geschonken aan kinderen met zwakke of zeer goede resultaten. In de overlegstructuur van De Meerpaal is elke zes weken een leerlingenbespreking opgenomen. Leerkrachten voeren dan overleg over de hulp aan ‘zorgleerlingen’. Speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Wanneer er met kinderen problemen zijn, wordt er extra op hun vorderingen gelet. De groepsleerkracht doet in overleg met de intern begeleider een onderzoek dat kan bestaan uit het afnemen van toetsen en het doen van observaties in de groep. Naar aanleiding van de bevindingen wordt extra hulp gegeven door de leerkracht. Bovendien worden de problemen van de leerling eenmaal in de zes weken besproken in de leerlingenbespreking, waarbij van alle groepen leerkrachten van de school aanwezig zijn. Het kan voorkomen dat er in de leerlingenbespreking besloten wordt om een kind voor verder onderzoek elders aan te melden, zoals bijvoorbeeld in een – extern - zorgteam of bij Onderwijs Advies Voor een dergelijke verwijzing is altijd overleg met en toestemming van de ouders noodzakelijk. Twee maal per jaar, wordt er ook een groepsbespreking gehouden waarbij alle leerlingen van de groep, en zonodig de groep als totaliteit worden besproken. Tevens is daar de gelegenheid om eventueel nog niet eerder gemelde zorg - of vermoedens van zorg - om leerlingen naar voren te brengen. Wanneer de problemen gediagnosticeerd zijn, bestaan de volgende mogelijkheden: Er wordt een z.g. ‘handelingsplan’ opgesteld, dat in de groep wordt uitgevoerd; Wanneer het om motorische problemen gaat: hulp van een motorisch remedial teacher; Ondersteuning van de leerkrachten vanuit de scholen voor Speciaal Onderwijs (zie Zorgplan); Afgelopen jaren werden zorgleerlingen door de interne begeleider in voorkomende gevallen ingebracht in het zorgteam Merenwijk, ingezet vanuit WSNS (Weer Samen Naar School); Externe advisering en begeleiding door de Onderwijs Adviesdienst; Verwijzing naar een hulpverlenende instantie. Andere mogelijkheden voor de leerlingen met specifieke behoeften zijn: doubleren van een leerjaar, waarbij het niet noodzakelijk is dat het kind de totale leerstof van dat jaar herhaalt. Het kan met een aantal vakken ook verder gaan waar het gebleven is; om een groep over te slaan of, wat vaker gebeurt, de ene groep tot kerst en de volgende groep vanaf kerst d.w.z. twee groepen in een jaar afronden; voor de hoogintelligente leerlingen hebben we de laatste jaren meer materialen ter beschikking gekregen binnen De Meerpaal; bij bijzondere problemen, bijvoorbeeld als een leerling in een jaargroep instroomt, maar de Nederlandse taal niet beheerst, omdat hij rechtstreeks uit het buitenland in Nederland komt wonen, bestaat er de mogelijkheid tot (eventueel tijdelijke) verwijzing naar een van de internationale opvangklassen. Hier beschikt men over specifieke deskundigheid en extra faciliteiten m.b.t. het leren van de Nederlandse taal. Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 14 In de hierboven genoemde mogelijkheden spelen de ouders een belangrijke rol. Voor iedere stap vindt vooraf overleg plaats met de ouders. Passend onderwijs Onze school is, via het bestuur, lid van het samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs regio Leiden (PPO). Samen met alle basisscholen en scholen voor speciaal (basis) onderwijs in de regio Leiden zorgen we ervoor dat er voor elk kind een passende onderwijsplek beschikbaar is. Dat noemen we ‘zorgplicht’. Ondersteuning binnen de basisschool Het is ons streven om kinderen zo goed mogelijk onderwijs te geven op onze school. We gaan daarbij uit van de ontwikkelingsmogelijkheden en talenten van uw kind. Soms is er iets extra’s nodig om een kind verder te helpen. Als de leerkracht of u als ouder dat signaleert dan zal de leerkracht daarover met u in gesprek gaan. De leerkracht kan de hulp ingeroepen van de intern begeleider van onze school. Dat is Hans Bouckaert In ons team is specifieke deskundigheid beschikbaar rondom dyslectie en motorische remedial teaching.………………… Het ondersteuningsteam Soms is het voor de leerkracht, intern begeleider en u als ouder niet duidelijk welke ondersteuning gewenst is. In dat geval kan het ondersteuningsteam bij elkaar komen. Er wordt dan hulp ingeroepen van de adviseur Passend onderwijs en/of de gezinsspecialist. De adviseur Passend onderwijs kent de weg naar beschikbare ondersteuning in het onderwijs en de gezinsspecialist kent de weg naar opgroei-en opvoedondersteuning. Doel van het ondersteuningsteam is om te onderzoeken welke ondersteuning het beste past bij de behoefte van het kind en af te spreken hoe deze wordt uitgevoerd. Het expertteam Als blijkt dat er meer ondersteuning nodig is dan wij als school kunnen bieden, kunnen we een beroep doen op het expertteam. Het expertteam bestaat uit deskundigen die gespecialiseerd zijn in ondersteuning aan kinderen en leerkrachten op het gebied van gedrag, motoriek, taalontwikkeling, kinderen met een ontwikkelingsachterstand, of juist kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong, enzovoort. Informatie over passend onderwijs en PPO Voor verdere informatie kunt u contact opnemen met onze intern begeleider en verwijzen wij u naar de website van het samenwerkingsverband. www.pporegioleiden.nl Via de Kennisbank op de site van PPO vindt u links naar de (speciale) scholen die aangesloten zijn bij het samenwerkingsverband. Andere sites: www.passendonderwijs.nl, www.poraad.nl, www.steunpuntpassendonderwijs.nl 4.4 ONDERWIJSADVIES Wanneer, op verzoek van leerkrachten en/of ouders - in samenspraak met de intern begeleider specialistisch onderzoek of hulp noodzakelijk lijkt, kan hierin worden voorzien door deze dienst. Pas wanneer ouders hiervoor toestemming hebben gegeven, wordt tot actie overgegaan. Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 15 De schoolbegeleider De schoolbegeleider is een medewerker van OnderwijsAdvies, die behandeling van hulpvragen vanuit de school in zijn/haar takenpakket heeft. Voor gericht psychologisch, pedagogisch en/of didactisch onderzoek en advies kan de schoolbegeleider worden ingeschakeld. Logopedie op school Vanuit OnderwijsAdvies wordt logopedische begeleiding gegeven op de scholen. De logopedie houdt zich bezig met de mondelinge communicatie. Dat wil zeggen dat een logopedist kinderen onderzoekt en begeleidt die problemen hebben op het gebied van spraak, taal, stem en/of gehoor. U kunt hierbij denken aan: een kind met een achterstand in de spraakontwikkeling (het kind kan bijvoorbeeld een of meer klanken nog niet goed uitspreken) een kind met een achterstand in de taal ontwikkeling (het kind maakt bijvoorbeeld zinnen die te gebrekkig zijn voor zijn leeftijd) een kind dat slist en/of niet op de juiste wijze slikt een kind dat stottert een kind dat vaak met de mond open zit en op latere leeftijd nog overmatig speeksel verliest of duimt een kind dat hees of schor is. De logopedist richt zich in eerste instantie op kinderen uit groep 2, vanwege het belang van vroegtijdige signalering van eventuele logopedische problemen. Indien nodig wordt na overleg met de ouders bepaald of het kind logopedische begeleiding nodig heeft en of dit op school of door een vrijgevestigde logopedist moet gebeuren. Het is niet altijd noodzakelijk het kind te behandelen. Soms zijn mondelinge en/of schriftelijke adviezen aan ouders of leerkracht voldoende om het kind te helpen. 4.6 DE BEGELEIDING BIJ DE OVERGANG VAN KINDEREN NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS De leerkracht van groep 8 is vanuit de school de verantwoordelijke voor de begeleiding van de ouders bij hun schoolkeus voor een VO - school voor hun kind. Tijdens de informatieavond worden de ouders geïnformeerd over de route t.a.v. van de keuze voor een VO - school. Bij de voortgangsgesprekken in november wordt een verwachting uitgesproken over de mogelijkheden voor VO - onderwijs. In januari zijn de adviesgesprekken gepland. Deze vinden dus plaats voordat het toetsresultaat van de eindtoets basisonderwijs bekend is. De ouders komen dan samen met het kind voor een adviesgesprek, waarbij er een te verwachten - advies wordt gegeven. Hierbij wordt zowel de cognitieve, als sociaal emotionele ontwikkeling meegenomen, evenals de ervaringen met de zelfstandigheid en de werkhouding van het kind. Voornoemde ervaringen zijn, naast de eigen ervaringen van de leerkracht van groep 8, eveneens gebaseerd op de ervaringen met het kind van de leerkrachten uit de BB- groepen 6 en 7 Een toetsresultaat van de eindtoets basisonderwijs, die afwijkt van het aangegeven en te verwachten advies, zal aanleiding zijn voor een zgn. ‘second opinion’. In deze voorkomende Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 16 situaties worden ouders door de leerkracht uitgenodigd voor een vervolggesprek t.b.v. nadere afstemming. 4.7 ACTIVITEITEN VOOR KINDEREN TIJDENS EN BUITEN SCHOOLTIJD Belangrijke activiteiten die in de groepen 1 en 2 plaatsvinden: taalactiviteiten; voorlezen, vertellen, met elkaar een gesprekje voeren, een eigen verhaal maken. werken met ontwikkelingsmateriaal; puzzels, rubriceerspelletjes, spelen aan de zand- en watertafel, bouwen met blokken, bezig zijn met constructiemateriaal zoals lego. bewegingsactiviteiten; gymnastiek en spelactiviteiten in het speellokaal, de sporthal en buiten. expressieactiviteiten; allerlei activiteiten met verf, papier, potlood, klei, muziek en toneel. Basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal, rekenen) In groep 3 wordt begonnen met lezen, taal, schrijven en rekenen. Uiteraard zullen er bij de kinderen verschillen zijn in de uitvoering en verwerking van de leerstof. De leerkracht houdt, door middel van observatie en registratie van de vorderingen, de ontwikkeling van ieder kind bij. Vanuit die verkregen informatie kan de leerkracht een kind extra ondersteuning aanbieden. Deze extra ondersteuning wordt door de groepsleerkracht zelf geboden, tijdens het zelfstandig werken Kinderen die qua leerstof meer aankunnen, krijgen meer aangeboden in de vorm van verrijkingsen verdiepingsstof. Zo kan het voorkomen dat kinderen van bijvoorbeeld jaargroep 3, qua lezen in drie of vier verschillende leesniveaus zitten. Het ontwikkelen van een goed handschrift is voor ieder kind van belang. Daar wil de school graag aan meewerken. Dat doen wij o.a. door tijdens de lessen aandacht te schenken aan het goed en leesbaar schrijven. Wij gebruiken daarvoor De schrijfmethode “Handschrift” om de juiste schrijfwijze van de letters en cijfers bij de kinderen aan te leren. In de kleutergroepen wordt begonnen met “Schrijfdans” ter bevordering van de motoriek. Dit doen we met de oudste kleuters als voorbereiding op het leren schrijven in groep 3. De school verstrekt goed schrijfmateriaal. De kinderen schrijven vanaf groep 3 met een driekantig potlood. Vanaf groep 4 gaan de kinderen schrijven met een Stabilo’s move easy rollerpen. Zowel het potlood als de rollerpen zijn ergonomisch vormgegeven schrijfmiddelen. De taal/leeslessen bestaan uit: Het maken van invuloefeningen; Een verhaal afmaken, mondeling of schriftelijk; Het maken van spellingsoefeningen, die regelmatig getoetst worden m.b.v. een dictee. Veel aandacht is er voor het leren praten met elkaar, naar elkaar luisteren en hierop goed kunnen antwoorden. Ook wordt kinderen geleerd hun eigen mening onder woorden te brengen.. In groep 7 en 8 krijgen de kinderen eenmaal in de week Engels. In groep 8 bestaat de mogelijkheid om aan een cursus Spaans mee te doen. Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 17 Rekenen leren de kinderen op onze school via een realistische reken- en wiskundemethode. Aan de hand van problemen die nauw verbonden zijn met de echte of voorstelbare realiteit. De kinderen worden in situaties gebracht waarin het accent ligt op de vele wijzen van benaderen van de verschillende manieren van oplossen. Er zijn verschillende momenten die de kinderen in de gelegenheid stellen tot samenwerken. De verschillende leerstofonderdelen worden zoveel mogelijk in onderlinge samenhang met elkaar gebracht. Voorbeelden hiervan zijn: breuken, procenten en verhoudingen meten en meetkunde Op deze wijze ontstaat er geen verzameling van losse kenniseenheden, maar worden de leerinhouden ingepast in de aanwezige kennis. Wereldoriënterende vakken Wij werken met de methode: ”de grote de reis”. Binnen deze methode worden alle kennisgebieden in samenhang aangeboden, waaronder aardrijkskunde, geschiedenis en kennis der natuur. “de grote reis” dekt alle kerndoelen op het terrein van mens, maatschappij en natuuroriëntatie. De onderwijsinhouden (of thema's) zijn direct op de kerndoelen afgestemd. Een belangrijk uitgangspunt is dat je onderwijs op maat kunt bieden. “de grote reis” biedt differentiatie op leerlingniveau, groepsniveau en schoolniveau. De methode heeft veel aandacht voor een actieve rol van de kinderen. Maar ook voor de interactie tussen de leerkracht en leerlingen en die tussen de kinderen onderling. In “de grote reis” komt zowel de sturende, begeleidende rol van de leerkracht als de actieve, zelfstandige rol van de kinderen tot zijn recht. De kinderen leren Nederland, Europa en de werelddelen kennen en hoe mensen er leven. De kinderen leren over de geschiedenis van ons land. Daarnaast wordt binnen deze lessen ook aandacht geschonken aan verschillende geestelijke- en culturele aspecten in de samenleving. Ook het milieu wordt niet vergeten. In de groepen 1 t/m 4 komen onderwerpen aan de orde die voor jonge kinderen interessant zijn, en aan de hand waarvan kennis en inzicht kan worden verworven op het gebied van de wereldoriënterende vakken. Verkeer In groep 7 leggen de kinderen een theoretisch en praktisch verkeersexamen af. EHBO In groep 8 volgen de kinderen een cursus Jeugd-EHBO, die wordt afgesloten met een examen. Een en ander is mede afhankelijk van de beschikbaarheid van gediplomeerde mensen. Voor het schooljaar 2014-2015 worden deze lessen verzorgd door Ine Honsbeek. Expressieactiviteiten Dat kinderen zich niet alleen cognitief moeten ontwikkelen komt tot uitdrukking in onze expressie-activiteiten die wij in ons leerstofprogramma hebben opgenomen. Zo zijn er vaste momenten in de week waarop de kinderen individueel en/of in kleine groepjes creatief bezig zijn: knutselen, toneel, muziek en dans zijn een paar voorbeelden hiervan. Bewegingsonderwijs Een gezonde geest in een gezond lichaam. Naast het vele denkwerk op school is er gelukkig ook ruimte om in de sporthal of op het sportveld je energie kwijt te kunnen. Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 18 Het dragen van gymnastiekkleding en gymschoenen is verplicht. De gymspullen moeten in een aparte tas mee naar school worden genomen. Wilt U erop toezien dat de gymspullen iedere week mee naar school worden gebracht en dat de kleding regelmatig wordt gewassen? De kinderen douchen na afloop van de gymnastiekles. Om hygiënische redenen is dit voor alle kinderen verplicht. In groep 4 beginnen we daarmee. De kinderen van de groepen 1 en 2 krijgen gymles in het speellokaal dat in het schoolgebouw aanwezig is. De kinderen zijn er spelend en ontdekkend bezig. De nadruk ligt in deze lessen op het aanleren van de grondvormen van bewegen. Om alvast te wennen aan de grote sporthal hebben de kleuters een aantal malen per jaar les in de grote zaal, Naast het jaarlijkse leerstofprogramma kent onze school nog een aantal andere activiteiten die tijdens en buiten schooltijd plaatsvinden: 5. De leerkrachten 5.1 WIJZE VAN VERVANGING BIJ ZIEKTE, STUDIEVERLOF en SCHOLING Het is niet meer zoals vroeger dat een leerkracht vijf dagen werkt en daarmee de enige leerkracht van een groep is. De groepen bij ons op school hebben twee of soms drie leerkrachten. Wij proberen het zo te regelen dat de vervanging van de groepsleerkracht bij ziekte, studieverlof en scholing, zo veel mogelijk intern geregeld wordt. Dat wil zeggen dat er geprobeerd wordt een leerkracht die bekend is met de kinderen en de school in de groep te laten werken zodat er niet te veel onbekende leerkrachten voor een groep komen (zie ook het protocol vervanging bij ziekte). 5.2 BEGELEIDING EN INZET VAN STAGIAIRES VAN DE PABO Op onze school krijgen studenten van de PABO de gelegenheid om stage te lopen. Zij krijgen lesgevende taken en opdrachten voor onderzoek bij kinderen. Soms komt het voor dat een student de gehele dag de lessen verzorgt. De groepsleerkracht is tijdens deze lessen aanwezig in de groep en blijft altijd verantwoordelijk. Er komen ook LIO-stagiair(e)s op onze school. Dit zijn leerkrachten, die aan het laatste deel van hun opleiding bezig zijn en geacht worden geheel zelfstandig een groep te kunnen waarnemen. Hans Bouckaert is bij ons de stagecoördinator, die de zorg draagt voor de plaatsing en juiste begeleiding van de stagiair(e)s. 5.3 SCHOLING VAN LEERKRACHTEN EN DIRECTIE Jaarlijks volgen de leerkrachten en de leden van de directie, individueel of als team, cursussen om het onderwijs op De Meerpaal ‘up to date’ te houden. De cursussen die gevolgd worden vinden onder of na schooltijd plaats. Via de Nieuwsbrief wordt u op de hoogte gehouden over de onderwerpen waar het in dit verband om gaat. 6. De ouders 6.1. HET BELANG VAN BETROKKENHEID VAN OUDERS De relatie school - thuis dient in het belang van het kind goed te zijn. Het is belangrijk dat de opvoeding op school en thuis zo goed mogelijk op elkaar is afgestemd. Verder kan door allerlei Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 19 activiteiten, zowel binnen het leerprogramma als daarbuiten, extra waarde worden toegevoegd aan de schoolperiode. Hierbij is de actieve inzet van zoveel mogelijk ouders zeer gewenst. 6.2 INFORMATIEVOORZIENING AAN OUDERS OVER HET ONDERWIJS EN DE SCHOOL Via de volgende kanalen is er contact mogelijk: In gesprekken met schoolleiding en leerkrachten; Deze schoolgids; De Nieuwsbrief: verschijnt om de 2-4 weken en bevat actuele informatie over de school; De informatieavonden: voor de groepen 1 t/m 8 aan het begin van het schooljaar. Ouderbijeenkomsten: zowel zakelijk, informatief als feestelijk Huisbezoek: incidenteel; Ouderhulp: bij het uitlenen van boeken in de schoolbibliotheek, begeleiden bij de schoolreizen en excursies; Via de Medezeggenschapsraad en de Ouderraad; In werkgroepen, samengesteld uit ouders en teamleden. De website De mail 6.3 INSPRAAK Medezeggenschapsraad en ouderraad De medezeggenschapsraad (MR) is te beschouwen als de ondernemingsraad van de school en heeft over een groot aantal zaken advies- dan wel instemmingsrecht. De MR op De Meerpaal bestaat uit drie teamleden en drie ouders. De MR kan de directie bij hun vergaderingen uitnodigen als adviserend lid. De MR-leden worden voor drie jaar gekozen. De vergaderingen van de MR zijn in principe openbaar. Voor schooloverstijgende onderwerpen is op 1 januari 1999 een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) in het leven geroepen. De stichting Prooleiden, ons bestuur, brengt in de GMR-onderwerpen ter sprake die de gezamenlijke scholen betreffen. De ouders van de school zijn georganiseerd in de ouderraad (OR). De belangrijkste taken van de Ouderraad zijn: het beheer van de ouderbijdragen het coördineren van werkgroepen als klankbord fungeren voor de ouders advisering van de Medezeggenschapsraad Werkgroepen Op De Meerpaal worden veel activiteiten (mede) door ouders georganiseerd. Meestal worden deze activiteiten uitgevoerd in werkgroepen. Het budget van de werkgroepen wordt door de OR uit de ouderbijdragen toegekend. De ouderraad heeft voor elke werkgroep een van haar leden aangewezen als contactpersoon. De werkgroepen bestaan uit ouders en teamleden. Al enkele jaren kennen we de volgende werkgroepen: Reizen: deze werkgroep assisteert bij de organisatie van schoolreizen. Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 20 Feesten: deze groep helpt bij het organiseren van feesten, zoals 3 oktober, Sinterklaas, Kerst en het lentefeest en zomerfeest. Project: elk jaar wordt er op De Meerpaal een project uitgevoerd, waar alle kinderen aan meedoen. Ook hiervoor is een werkgroep samengesteld. Ouders die graag aan een werkgroep willen meedoen, kunnen zich opgeven bij iemand van de OR of een lid van die werkgroep. Ook tijdens de informatieavonden die door de leerkrachten worden gehouden aan het begin van het jaar, kunt u intekenen op deelnemerslijsten. De werkgroepen kunnen doorgaans wel nieuwe mensen gebruiken. De leden van de ouderraad en de ouders in de medezeggenschapsraad willen een aanspreekpunt voor ouders zijn als er nieuwe ideeën zijn of als zich problemen voordoen. 6.4 DE OUDERBIJDRAGE Geldelijke bijdrage van ouders Het schoolbestuur en/of een oudervereniging mogen aan ouders een financiële bijdrage vragen voor extra activiteiten zoals een schoolkamp, aanvullend lesmateriaal, kerstviering sinterklaascadeautjes, voorleesontbijt en andere festiviteiten.. Dit zijn voorbeelden van activiteiten die niet tot het gewone lesprogramma behoren en deze activiteiten worden niet betaald door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. De ouderbijdrage is vrijwillig. Dat betekent dat een school een leerling niet mag weigeren of van school sturen als ouders de bijdrage niet kunnen of willen betalen. Het is echter wel belangrijk dat iedereen hier aan meebetaalt, want alle kinderen profiteren ervan. Op De Meerpaal wordt het innen en beheren van de vrijwillige ouderbijdrage overgelaten aan de Ouderraad. De hoogte van de financiële bijdrage wordt jaarlijks op de aan het begin van het schooljaar te houden jaarvergadering vastgesteld. Voor het schooljaar 2013-2014 was het € 35,-- per jaar. De jaarvergadering kan zich uitspreken over de door de Ouderraad opgestelde begroting, die aangeeft hoe de bijdragen zullen worden besteed. Voor het betalen van de financiële bijdrage ontvangt u per schooljaar een verzoek om per giro het bedrag over te maken. Controle over de financiën vindt plaats door de Kascommissie. Verslaglegging gebeurt schriftelijk en wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de jaarlijkse oudervergadering. 6.5. SCHOOLVERZEKERING VOOR LEERLINGEN De wettelijke vertegenwoordigers van de kinderen (dat zijn veelal de ouders) zijn altijd aansprakelijk voor hun kinderen, tenzij kan worden aangetoond dat anderen, bijvoorbeeld degenen die belast zijn met het toezicht op de kinderen, aansprakelijk zijn. In dit licht bezien is het afsluiten van een goede particuliere aansprakelijkheidsverzekering van belang. De stichting PROOLEIDEN heeft als werkgever een aantal verzekeringen afgesloten die de wettelijke verplichting dekt tot het vergoeden van schade die in de betreffende hoedanigheid aan anderen door onrechtmatig handelen is toegebracht en waarvoor PROOLEIDEN verantwoordelijk kan worden gesteld. Deze verzekeringen zijn van toepassing op leerkrachten en overig personeel, leden van ouderraden, medezeggenschapsraden en andere personen die zich in het kader van ouderparticipatie beschikbaar stellen voor onderwijsactiviteiten. Inzittendenverzekering voor auto’s Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 21 Voor ouders die kinderen met de auto van en naar school brengen is het aan te bevelen een goede inzittendenverzekering af te sluiten. Dit geldt ook voor ouders die in schoolverband wel eens kinderen vervoeren. Ingevolge het gestelde in de Wegenverkeerswet kan de bestuurder door de ouders van de betrokken kinderen aansprakelijk worden gesteld voor bijvoorbeeld de gevolgen van een ongeluk. Er is dan weliswaar in principe altijd een autoverzekering van toepassing (All Risk dan wel WA), maar deze verzekering dekt niet alle schade. De inzittendenverzekering is dan ook op te vatten als een ongevallenverzekering voor inzittenden. Deze verzekering is niet verplicht (zie ook de bijlage). 7. School en omgeving 7.1 CONTACTEN MET DE BUURTSCHOLEN Met de buurtscholen die aan het Broekplein zijn gelegen, heeft De Meerpaal regelmatig contact. De Meerpaal maakt samen met de buurtscholen deel uit van het zorgteam Merenwijk, een initiatief van WSNS ( Weer Samen Naar School). Er wordt van de mogelijkheid gebruik gemaakt om materialen van elkaar te lenen, en de directies van de scholen spreken elkaar, als dat wenselijk is, over algemene aangelegenheden zoals huisvestingszaken, onderhoud, vandalisme, groenvoorziening en dergelijke. 7.2 SPECIAAL ONDERWIJS Met de scholen voor Speciaal Onderwijs bestaat incidenteel contact via de interne begeleiders leerlingenzorg. Twee maal per jaar verzorgt het samenwerkingsverband WSNS (Weer Samen naar School) regio Leiden studiedagen, die bezocht worden door de directie en de interne begeleiders leerlingenzorg. Op die studiedagen wordt het beleid van WSNS voor de komende jaren besproken. Een en ander vindt zijn beslag in het Zorgplan WSNS dat ter inzage bij de directie op school ligt. 7.3 BIBLIOTHEEK LEIDEN Lezen is leuk! Lezen is genieten! Vandaar dat wij gebruik maken van de diensten die de bibliotheekvestiging Merenwijk ons biedt: Introductiebezoeken voor de groep 3, 5, 6 en 7. Tijdens deze bezoeken staat het wegwijs worden in de bibliotheek en het leren omgaan met het catalogussysteem van de bibliotheek centraal. Leesbevorderingsactiviteiten zoals deelname aan de kinderjury, de leesbacil, de Kinderboekenweek, de Voorleeswedstrijd. Daarnaast biedt de bibliotheek Leiden haar diensten aan bij advisering rond schoolbibliotheek of documentatiecentrum. 7.4 ONDERWIJSADVIES OnderwijsAdvies is een dienst, die scholen kan begeleiden en heeft een veelzijdige functie. Op het gebied van advisering m.b.t. het begeleiden van kinderen, bij de keuze van een nieuwe methode of bij nascholing van leerkrachten, maakt De Meerpaal regelmatig gebruik van de diensten vanuit OnderwijsAdvies. Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 22 7.5 NASCHOOLSE OPVANG Naschoolse opvang wordt geregeld door de Centrale Organisatie B4KIDS. In de Merenwijk zijn diverse locaties waar u terecht kunt voor naschoolse opvang: De Compagnon De Draaimolen Het Reuzenrad (4 t/m 7 jarigen) (4 t/m 7 jarigen) (8 t/m 12 jarigen) Broekplein 10-12 Milanenhorst 193 dependance van De Draaimolen 2318 TJ Leiden 2317 CL Leiden tel: 071 521 21 25 tel: 071 521 66 28 Wilt u voor uw kind vanaf het vierde jaar een plaatsing in een naschoolse opvang aanvragen, dan moet u hiervoor schriftelijk een aanvraag indienen bij B4KIDS. en bij het hoofd van een van de bovengenoemde instellingen. B4KIDS: Schuttersveld 1F, 2316 XG te Leiden. Tel. 071-5163434 Als uw kind 3 jaar is geworden, kunt u hem/haar op de wachtlijst voor naschoolse opvang laten plaatsen. De stichting Catalpa biedt aan het Eksterpad2-4, 2317KN onder de naam “Tante An” ook BSO aan. Het telefoonnummer is 071-5284443 8. De resultaten van ons onderwijs 8.1 TOETSEN In hoofdstuk 4 heeft u kunnen lezen op welke wijze wij de vorderingen van de kinderen volgen. Voor het bijhouden van ‘groeikaarten’ per kind gebruiken we toetsen van het Centraal Instituut Toets Ontwikkeling (Cito). Met het afnemen van deze landelijk genormeerde toetsen kunnen we de ontwikkeling van elk kind vergelijken met landelijke normen. Ook krijgen we hiermee een indruk van de kwaliteit van ons onderwijs. Toetsuitslagen kunnen voor ons aanleiding zijn om ons onderwijs aan te passen. Hieronder leest u welke toetsen wij in de verschillende groepen afnemen: Groep 2 Naast de inzet van de Kleuterscreening: de Cito-begrippentoets voor aanvankelijk lezen en rekenen de Cito-toets Ordenen (rekenvoorwaarden) vanaf groep 3 Naast Herfstsignalering vanuit het Dyslexie Protocol: de AVI-toets voor technisch lezen, een keer per jaar; de Cito-Drieminutentoets voor technisch lezen, een keer per jaar Groep 4 t/m6 de AVI-toets voor technisch lezen, twee keer per jaar de Cito-Drieminutentoets voor technisch lezen, twee keer per jaar de Citotoets Begrijpend Lezen Groep 3 t/m 6 de Cito-spellingtoets, twee keer per jaar; Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 23 de Cito-rekenen en wiskundetoets, twee keer per jaar Groep 7 de Cito-spellingtoets en Cito-rekenen en wiskundetoets 1 keer per jaar de Cito toets Begrijpend Lezen de Cito-Entreetoets; deze wordt in de maand in april afgenomen. Groep 8 de Cito-eindtoets; deze wordt in de maand februari afgenomen en geeft, naast het schooladvies, een tweede oordeel over de prestaties van het kind met het oog op de overstap naar het voortgezet onderwijs; Naast deze landelijk genormeerde toetsen, houden leerkrachten de vorderingen in de basisvaardigheden en de leerstof dagelijks bij. Hieronder vallen dictees en (methodegebonden) overhoringen bijv. bij de zaakvakken, resultaten bij begrijpend lezen, spreekbeurten, verschillende expressievormen enz. Uiteraard wordt de leerstof, die de kinderen dagelijks schriftelijk verwerken, ook in de beoordeling meegenomen.. 9. Regeling school- en vakantietijden 9.1 DE LEERPLICHTWET In de leerplichtwet staat dat alle kinderen in Nederland naar school moeten. De ouders, voogden of verzorgers van een leerplichtig kind zijn verplicht hun kind in te schrijven op een school. Tevens zijn zij ervoor verantwoordelijk dat hun kind ook daadwerkelijk de school bezoekt. De leerlingen zijn verplicht aan alle activiteiten die in het activiteitenplan zijn vastgelegd deel te nemen. De directeur van de school kan op verzoek van de ouders een leerling vrijstellen om deel te nemen aan bepaalde activiteiten, zoals bijvoorbeeld gymnastiek, festiviteiten e.d. Wanneer een leerling vrijstelling voor een onderwijsactiviteit heeft, stelt de directeur van de school een vervangende onderwijsactiviteit vast. Begin en einde leerplicht Elk kind wordt leerplichtig op de eerste schooldag van de maand, volgend op de maand waarin het kind vijf jaar is geworden. De volledige leerplicht eindigt: Aan het einde van het schooljaar na afloop waarvan tenminste twaalf volledige schooljaren een of meerdere scholen zijn bezocht, of Aan het einde van het schooljaar waarin het kind de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt. Leerplichtambtenaar De taken van de leerplichtambtenaar zijn de volgende: Erop toezien dat ouders, leerlingen en scholen zich aan de Leerplichtwet houden; Adviseren en begeleiden van de ouders van de leerling bij problemen met betrekking tot de leerplicht; Onderhouden van contacten met de scholen, onderwijsinstituten en hulpverleningsinstanties met betrekking tot de leerplicht en schoolverzuim; Indien gewenst, bemiddelen bij plaatsing van een kind op een andere school; Beoordelen van aanvragen voor extra verlof van meer dan tien schooldagen; Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 24 Geven van voorlichting en advies met betrekking tot leerplichtaangelegenheden. Als blijkt dat ouders/verzorgers of de directie van de school de leerplichtwet overtreden en daarmee de belangen van de leerplicht schaden, kan de leerplichtambtenaar proces-verbaal opmaken. Een en ander is omschreven in de brochure Schoolverzuim en Leerplichtbeleid, die ter inzage ligt op school. 9.2. MAATREGELEN PREVENTIE SCHOOLVERZUIM Bij schoolverzuim wordt al snel aan ziekte gedacht. Als uw kind ziek is, behoort het uiteraard thuis in bed te liggen. Wanneer uw kind regelmatig de school niet bezoekt of te laat komt om onduidelijke redenen, dan is de directie genoodzaakt contact op te nemen met de leerplichtambtenaar. Waar u uw kind niet voor hoeft thuis te houden, is als u hoofdluis bij uw kind aantreft. Na behandeling thuis mag uw kind gewoon naar school. Als u dit heeft geconstateerd, dan willen wij dat wel graag van u vernemen. Controleer uw kind regelmatig, zeker wanneer het jeuk op het hoofd heeft! Extra verlof voor een vakantie wordt niet gegeven. Er kan hierop slechts één uitzondering worden gemaakt, namelijk als een van de ouders vanwege de aard van het beroep niet tijdens de reguliere schoolvakanties op vakantie kan. Er moet dan wel een werkgeversverklaring worden overlegd. Voor uw kind(-eren) mag u bij “gewichtige omstandigheden”, bijvoorbeeld een verhuizing, een huwelijk van een familielid of een jubileum, een verlofdag aanvragen. De directie van de school is verplicht erop toe te zien dat deze regels in acht worden genomen. Overtredingen worden doorgegeven aan de leerplichtambtenaar. Formulieren en richtlijnen hieromtrent kunt u verkrijgen bij de directie. Een aanvraagformulier dient minstens 14 dagen voor het gewenste verlof bij de directie te zijn ingeleverd. U krijgt dan binnen 7 dagen antwoord op uw verzoek. Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 25 Bovenschoolsse afspraken: Voor de Openbare scholen voor Primair en Speciaal Onderwijs Leiden geldt een aantal gemeenschappelijke regels en afspraken. Deze bovenschoolse regels zijn gebundeld in de map “Protocollen, Regelingen en Afspraken. Deze map is voor ouders op school ter inzage. Wanneer een onderwerp voor de ouders van belang is, kunnen zij een kopie vragen. Meer informatie treft u aan op de site: www.prooleiden.nl Hier volgt een overzicht van de onderdelen die voor ouders en kinderen van belang zijn: Klachtenregeling Vragen, zorgen en klachten Het kan voorkomen dat u zich zorgen maakt of klachten heeft over de gang van zaken op school. Het is belangrijk daarmee niet lang te blijven rondlopen. Als u zich zorgen maakt over de gang van zaken in de groep van uw kind of over uw kind, spreekt u eerst met de groepsleerkracht. Als dat niet tot een bevredigend resultaat leidt, kunt u naar de directie of de interne contactpersoon van de school gaan. En als er ook dan nog een probleem blijft bestaan, dan kunt u contact opnemen met een van de externe vertrouwenspersonenof een klacht indienen, bij PROOLeiden of bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. Klachtenregeling Op basis van de Kwaliteitswet uit 1998 is iedere school verplicht om een klachtenregeling te hebben. Met ingang van 1 januari 2010 is er een nieuwe klachtenregeling voor de scholen die vallen onder het bevoegd gezag van PROOLeiden. PROOLeiden is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. Eenieder die deel uitmaakt van een schoolgemeenschap kan klagen over gedragingen en beslissingen of het nalaten daarvan. Klachten kunnen betrekking hebben op gedragingen en beslissingen van de schoolleiding en het personeel, maar ook op gedragingen van anderen die deel uitmaken van de schoolgemeenschap. Klachten kunnen bijvoorbeeld gaan over: begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. Elke school heeft tenminste één contactpersoon. Deze contactpersoon maakt deel uit van de schoolorganisatie en wordt in de regeling aangeduid als interne contactpersoon. De interne contactpersoon heeft tot taak na te gaan of het probleem alsnog door overleg kan worden opgelost. Daarnaast heeft de contactpersoon ook preventieve en begeleidende taken. Indien er sprake is van een klacht die niet makkelijk op te lossen is, verwijst de contactpersoon de klager door naar de externe vertrouwenspersoon. Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 26 Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken op school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld Maar als dat niet lukt, kan men contact opnemen met een van de externe vertrouwenspersonen. Ook kan men een klacht indienen bij PROOLeiden of direct bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. Als de klacht bij PROOLeiden wordt ingediend, wordt de klager doorgaans verwezen naar de externe vertrouwenspersoon. PROOLeiden heeft de beschikking over twee externe vertrouwenspersonen; die maken geen deel uit van de schoolorganisatie. De externe vertrouwenspersoon gaat na of het probleem door overleg of bemiddeling opgelost kan worden. Mocht dit niet lukken dan adviseert hij de klager over mogelijke verdere stappen zoals het indienen van een klacht bij de Landelijke Klachtencommissie. Als de klager dit wenst, begeleidt de externe vertrouwenspersoon hem/haar bij het indienen van de klacht bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs; ook kan de vertrouwenspersoon bijstand verlenen bij het doen van aangifte bij politie of justitie. Registratie Het behoort tot de taak van de contactpersonen meldingen en klachten te registreren en jaarlijks een geanonimiseerde rapportage te overleggen aan het bestuur.Daarnaast zal door de school een centraal systeem van incidentenregistratie worden bijgehouden dat inzicht kan verschaffen in de mate en ernst van problemen als bijvoorbeeld agressie. Op basis van deze gegevens kan de school gerichter maatregelen nemen en beleid maken. Ook de externe vertrouwenspersonen zijn verplicht om elk jaar ten behoeve van het bestuur een geanonimiseerd verslag te maken van de door hen behandelde zaken. Centraal meldpunt vertrouwensinspecteurs De inspectie van het onderwijs heeft een aantal inspecteurs aangewezen als vertrouwensinspecteurs. Zij adviseren en ondersteunen bij klachten rond seksueel misbruik, seksuele intimidatie en ernstig fysiek of geestelijk geweld zoals grove pesterijen. Ook kan men de vertrouwensinspecteur bellen voor: extremisme, discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme en radicalisering. Leerlingen, docenten, ouders en andere betrokkenen bij scholen die met klachten te maken hebben, kunnen een beroep doen op de vertrouwensinspecteur. Bij een vermoeden van seksueel misbruik is de school wettelijk verplicht contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Telefoon: 0900–111 31 11. Belangrijke adressen zijn: Landelijke Klachtencommissie onderwijs, onderdeel van de stichting Onderwijsgeschillen: Postbus 85191, 3508 AD Utrecht Telefoon: 030-280 95 90 Email: [email protected] Website: www.onderwijsgeschillen.nl Bevoegd gezag Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 27 Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden 2316 HA Leiden Vertrouwenspersonen Mevrouw A. Dekker tel. 06-10509038 Mevrouw I. Velthuyzen tel. 06-10508801 Interne Contactpersoon: Naam I. Meijer Naam S. Roberti tel. 071-5220243 tel. 071-5220243 Protocol “Leerplicht en verlof” In de leerplichtwet staat dat een kind de school moet bezoeken als er onderwijs wordt gegeven. Leerlingen mogen nooit zomaar wegblijven van school. In een aantal gevallen is er een uitzondering mogelijk. De uitzonderingen en de daarbij behorende regels zijn als volgt: 1. Vakantieverlof; 2. Religieuze verplichtingen; 3. Verlof in geval van andere gewichtige omstandigheden; 4. Verlof voor ten hoogste tien dagen is de bevoegdheid van de directeur, aanvragen voor meer dan tien dagen worden doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar; 5. Afwijzing van extra verlof en de bezwaarprocedure; 6. Bij ongeoorloofd verzuim d.w.z. verlof zonder toestemming is de directeur van de school verplicht dit te melden bij de leerplichtambtenaar. Voor meer informatie: www.rbl-hollandrijnland.nl Protocol “Gedragsregels en afspraken” In dit protocol zijn de gedragsregels vastgelegd waaraan personeel, ouders en kinderen zich dienen te houden. Hierbij twee voorbeelden uit het protocol: - “Racistisch gedrag en racistische opmerkingen worden op geen enkele manier getolereerd. Iedereen die bij de school betrokken is, dient zich te houden aan de antiracisme verklaring die we in Leiden met alle schoolbesturen hebben ondertekend.” - “De plaatsing van leerlingen in groepen en/of gebouwen valt onder de verantwoordelijkheid van de directeur van de school”. Protocol “Schoolwisselingen” De Leidse scholen en schoolbesturen zijn van mening dat een ononderbroken schoolloopbaan van groot belang is voor kinderen. Gezamenlijk proberen scholen en besturen ongewenste schoolwisselingen te voorkomen. Daartoe hebben de besturen een protocol opgesteld en ondertekend. In dit protocol is de handelwijze van scholen vastgelegd. Protocol “Toelating en verwijdering van leerlingen” De beslissing over toelating en verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. In de praktijk zal de directeur van de school de inschrijving van een leerling regelen. De toelating van een leerling op een school mag niet afhankelijk zijn van een geldelijke bijdrage van de ouders. Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 28 Wanneer er sprake is van een schorsing en/of een verwijdering van een leerling wordt in alle gevallen het bestuur ingeschakeld. De regels voor schorsing en verwijdering zijn vastgelegd in het protocol “Toelating en verwijdering leerlingen PO en SO openbaar onderwijs”. Meer informatie: www.vosabb.nl Protocol “Zittenblijven” In dit protocol is vastgelegd welke stappen er moeten worden genomen voordat besloten wordt een leerling te laten doubleren. Vooral de gesprekken met de ouders van de leerling zijn van belang. Uiteindelijk is het de directeur die beslist over doubleren. Het valt onder het beleid van de school welke leerlingen overgaan van groep 2 naar 3. Overgang van een leerling heeft tegenwoordig niets meer te maken met de leeftijd van het kind, maar wel met de ontwikkeling die een leerling heeft doorgemaakt. De school zal vooral kijken naar de werkhouding, concentratie en de cognitieve ontwikkeling. Het oordeel is onder andere gebaseerd op observaties, toetsen, gesprekken met de interne begeleider (IB-er). De school dient te bevorderen (maar is dus niet verplicht) dat de verblijfsduur in het primair onderwijs acht aaneengesloten jaren bedraagt. Protocol tegen pesten en protocol tegen digitaal pesten De openbare scholen in Leiden hebben het Nationaal Onderwijsprotocol tegen Pesten ondertekend. In het protocol wordt in zes aanbevelingen de concrete acties aangegeven op welke wijze een school pestgedrag kan tegengaan. Onder pesten wordt ook verstaan het digitaal pesten. Via MSN, sms’jes of internetsites als Hyves komen leerlingen en leerkrachten in aanraking met ongewenst gedrag. Meer informatie: www.schoolenveiligheid.nl of www.pestweb.nl Protocol “Dossiervorming leerlingen” Het leerling-dossier is een dossier dat de school bijhoudt over een kind. Het leerling-dossier bestaat uit de leerlingenadministratie, een onderwijskundig rapport en soms ook een psychologisch rapport. In dit protocol zijn de regels vastgelegd op welke wijze de school de privacy van leerlingen en ouders moet waarborgen. Het bevat ook informatie over bewaartermijnen en inzagerecht van ouders en inzage door derden. Meer informatie: www.ocwduo.nl Protocol “Veiligheid op school” en het veiligheidsplan 2008-2013 Op alle openbare scholen is door de brandweer een gebruiksvergunning afgegeven. Dat betekent dat onze scholen op het gebied van brandveiligheid zijn onderzocht en goedgekeurd. Om ongelukken zoveel mogelijk te voorkomen is in het protocol “Veiligheid op school” een groot aantal voorschriften en tips opgenomen. Het gaat hierbij om zaken als brandveilige tips voor de kerst, preventie tegen inbraak en vandalisme, het voorkomen van legionella enzovoort. Naast het protocol beschikt de school over een veiligheidsplan. Daarin worden alle activiteiten beschreven gericht op het bevorderen en beschermen van de gezondheid, waaronder de fysieke en sociale veiligheid. Het veiligheidsplan 2008-2013 ligt op school ter inzage. Regionaal Convenant Schoolveiligheid In 2007 is een Regionaal Convenant Schoolveiligheid Leidse regio afgesloten. In dit convenant komen partners overeen dat schoolveiligheid een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 29 gemeenten, schoolbesturen, politie en de samenwerkingsverbanden voor PO/VO/SVO. Handelingsprotocollen voortkomend uit het convenant zijn de protocollen: 1. Aangetroffen wapens en drugs 2. Drugsverbod in en rondom scholen 3. Aanhouden op school c.q. onder schooltijd 4. Kluisjes controle 5. Maatregelen rond de jaarwisseling Protocol tegen agressie en geweld Er zijn vele soorten van agressie en/of geweld. Ook seksuele intimidatie, discriminatie en vandalisme zijn vormen van agressie en geweld. Het protocol is een handreiking met maatregelen ter voorkoming van en hoe te handelen bij geweld en agressie. Het protocol bevat richtlijnen over opvang en aanpak naar kinderen, collega’s en ouders. Protocol “Vervanging bij ziekte en verlof van personeel” Scholen moeten veel tijd investeren in het oplossen van vervangingsproblemen vanwege ziekte of verlof van leerkrachten. Een groot landelijk probleem is dat de reserve aan invallers is uitgeput. In dit protocol is vastgelegd welke zaken de school moet regelen wanneer er geen vervangers beschikbaar zijn. Protocol “Onderwijsondersteuning zieke leerlingen” Voor kinderen die in een ziekenhuis zijn opgenomen of ziek thuis zijn, is het belangrijk dat het gewone leven zoveel mogelijk doorgaat. Onderwijs speelt hierin een cruciale rol. Scholen zijn verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs aan zieke leerlingen. Het is van groot belang dat de zieke leerling op maat wordt begeleid. In een protocol is vastgelegd hoe te handelen en welke ondersteuning de school kan krijgen van een consulent Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen(OZL) vanuit het HCO. Meer informatie: www.ziezon.nl Protocol “medische handelingen” Onderwijspersoneel wordt regelmatig geconfronteerd met situaties waarin hen verzocht wordt tot werkelijk medisch handelen, bijvoorbeeld het geven van sondevoeding of injecties. Met het oog op de gezondheid van de kinderen maar ook in verband met aansprakelijkheid is het van groot belang dat er zorgvuldig wordt gehandeld. Richtlijnen daarvoor zijn vastgelegd in het protocol. Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Per 1 juli 2013 wordt de Wetswijziging verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van kracht. Dit verplicht scholen een meldcode te hebben en het gebruik ervan te bevorderen. De meldcode is bedoeld om mishandeling en huiselijk geweld tegen te gaan. Het eindstation is dus niet altijd een melding. In de regio Hollands Midden, waar wij deel van uitmaken, wordt daarom de naam ‘handelingsprotocol ‘ passender gevonden. Samen met de ketenpartners is gewerkt aan de Regionale Handreiking Hollands Midden (RHAM), waarin de samenwerking is geconcretiseerd. Voor het basisonderwijs is er een online handelingsprotocol op maat ontwikkeld, gebaseerd op de Meldcode. Het geeft een aantal stappen weer voor medewerkers hoe te handelen bij een vermoeden van geweld. Het kan niet genoeg benadrukt worden hoe belangrijk het is dat iedereen die werkzaam is op een school weet wat hem/haar te doen staat bij een vermoeden van huiselijk geweld en/of kindermishandeling en dat dit niet beperkt blijft tot de intern begeleider. Het digitale handelingsprotocol bevat voor iedere functie in de school een handelingsprotocol. Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 30 Voor meer informatie: http://www. huiselijkgeweldhollandsmidden.nl , of Meldpunt kindermishandeling: 0900 – 126 26 26 Protocol “Gezag, omgang en informatie” De school is verplicht ook de ouder die het kind niet verzorgt te informeren over de schoolvorderingen en het algemeen welbevinden van het kind. Voorwaarde is dat deze ouder erom vraagt en dat het belang van het kind er niet door wordt geschaad. De directie van de school is verantwoordelijk voor de wijze waarop informatie aan de niet-verzorgende ouder wordt verstrekt. Meer informatie kunt u vinden in de brochure “Gezag, omgang en informatie”, een uitgave van het ministerie van Justitie. Protocol Verzekeringen De stichting PROOLeiden heeft als werkgever een aantal verzekeringen afgesloten die de wettelijke verplichting dekt tot het vergoeden van schade die in de betreffende hoedanigheid aan anderen door onrechtmatig handelen is toegebracht en waarvoor PROOLeiden verantwoordelijk kan worden gesteld. Deze verzekeringen zijn van toepassing op leerkrachten en overig personeel, leden van ouderraden, medezeggenschapsraden en andere personen die zich in het kader van ouderparticipatie beschikbaar stellen voor onderwijsactiviteiten. Uitgebreidere informatie kunt u krijgen bij de directie van de school. Burgerschap en integratie Leerlingen leren op school meer dan taal en rekenen alleen. Toerusting van leerlingen om op zinvolle wijze aan de samenleving bij te dragen is een taak die het onderwijs sinds lang vervult. De laatste jaren zien we een toename in aandacht voor dit onderwerp. Bezorgdheid over verruwing en geweld, over onverdraagzaamheid en het afbrokkelen van de maatschappelijke samenhang spelen daarbij een rol. Sinds 1 februari 2006 zijn scholen verplicht ‘het actief burgerschap en de sociale integratie‘ van leerlingen te bevorderen. Wat onze school kan bijdragen en welke gerichte aandacht wij geven aan de stimulering van burgerschap en integratie is beschreven in het schoolplan. Godsdienstig- en humanistisch vormingsonderwijs (GVO/HVO) in de openbare school. De openbare school heeft tot taak aandacht te schenken aan de levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden in de Nederlandse samenleving, met onderkenning van de verscheidenheid en eerbiediging van ieders godsdienst en levensbeschouwing. Naast de verplichte lessen geestelijke stromingen zoals opgenomen in het schoolplan, biedt de school ook de mogelijkheid godsdienstlessen en/of humanistisch vormingsonderwijs te volgen, als ouders daarom vragen. Ouders kiezen er vrijwillig voor om hun kind deze lessen te laten volgen. Kinderen die niet aan enige vorm van GVO/ HVO- lessen meedoen, volgen het reguliere programma. Regelmatig wordt er een behoeftepeiling gedaan. Als uit een behoeftepeiling blijkt dat ouders deze lessen wensen, heeft de school een makelaarsrol. Een minimale groepsgrootte van 7 leerlingen is vereist om met een groep van start te gaan. Meer informatie: www.gvoenhvo.nl Buitenschoolse opvang: In de wet is vastgelegd dat de school vanaf het schooljaar 2007-2008 de aansluiting met de buitenschoolse opvang moet organiseren als ouders daarom vragen. Een goede aansluiting maakt het gemakkelijker om werk en zorg voor het gezin te combineren. Buitenschoolse opvang betreft voor- en naschoolse opvang en de opvang tijdens vakanties en vrije dagen. De opvang wordt meestal verzorgd door een kinderopvangorganisatie. De school maakt een voorstel voor de mogelijke opvang (tijden, locatie e.d.) De medezeggenschapsraad brengt advies uit over het Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 31 voorstel, nadat de ouders hierover zijn geraadpleegd. U regelt zelf de inschrijving van uw kind bij de buitenschoolse opvang en betaalt ook de kosten voor de opvang zelf. Convenant sponsoring: Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft samen met onderwijsorganisaties in 2009 een nieuw convenant gesloten. Het Convenant onderwijs en sponsoring bepaalt de speelruimte en de spelregels voor sponsoring in het primair en speciaal onderwijs. Binnen dit speelveld is veel ruimte voor mooie en leerzame initiatieven. Belangrijke onderdelen van het convenant: 1. Het bevoegd gezag is verantwoordelijk; 2. De medezeggenschapsraad heeft een belangrijke rol bij sponsoring; 3. Er zijn spelregels waar de school zich aan moet houden. Meer informatie: www.voo.nl of www.aob.nl De tekst van de protocollen is op school beschikbaar. Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015 32