Protocol “Veiligheid op school” en het

advertisement
Schoolgids
2014 -2015
Schoolgids 2014-2015
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
1
Inhoud
Een woord vooraf
2
1
De school
3
2
Waar de school voor staat
4
3
De organisatie van ons onderwijs
10
4
De zorg voor kinderen
12
5
De leerkrachten
18
6
De ouders
18
7
School en omgeving
21
8
De resultaten van ons onderwijs
22
9
Regeling school- en vakantietijden
23
10 Bovenschoolse afspraken en protocollen
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
25
2
Een woord vooraf
Waarom een schoolgids voor ouders?
Deze gids is geschreven voor de ouders van De Meerpaal en om geïnteresseerde ouders te
helpen bij de keuze van een basisschool.
Scholen verschillen steeds meer, in de manier van werken, in sfeer en in wat & hoe de kinderen
er leren.
Tevens stelt hij ouders in staat om na te gaan of De Meerpaal dat onderwijs aanbiedt,
dat u als ouder het beste bij uw kind vindt passen.
Deze inhoud van deze schoolgids heeft de instemming van de Medezeggenschapsraad en wordt in
de eerste schoolweek van het schooljaar 2013-2014 op de site www.meerpaal.net geplaatst.
Wat staat er in de schoolgids?
Deze gids wil een antwoord geven op de vele vragen, die u als ouder kunt hebben over
bijvoorbeeld:
 De sfeer op school
 De zorg voor onze leerlingen
 De organisatie van het onderwijs op De Meerpaal
 Wat ouders van de school kunnen verwachten en wat de school van de ouders verwacht
 De schooltijden en schoolvakanties
 De onkosten
 De resultaten van het onderwijs
 Wettelijke regelingen en protocollen
 Contactgegevens
Waaruit bestaat onze schoolgids?
De schoolgids 2014-2015 bevat een algemeen deel met informatie over de ideeën en
achtergronden van ons onderwijs.
Specifieke informatie over de organisatie van het schooljaar 2014-2015 vindt u in de
jaarkalender. Hierin staat ook het bedrag voor de vrijwillige ouderbijdrage.
Alle kinderen krijgen een namenlijst met adressen en telefoonnummers van hun klasgenootjes.
Indien er een wijziging in het telefoonnummer is of er is een nieuw 06-nummer dan willen wij dat
graag z.s.m. weten.
Overige relevante informatie gedurende het schooljaar wordt aangeboden in de Nieuwsbrief, die
iedere maand verschijnt en middels mails voor individuele groepen of alle groepen.
Het is belangrijk dat wijzigingen in het emailadres z.s.m. worden doorgegeven.
Verzoek aan ouders om te reageren
Het is prettig wanneer ouders reageren op zaken die vanuit de school worden geïnitieerd.
Indien u als ouders ideeën heeft betreffende de inhoud van de schoolgids of het schoolplan of
suggesties ter verbetering, dan kunt u contact opnemen met de directie van de school. Uw
bijdrage wordt zeer op prijs gesteld.
Henk Frenken, directeur
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
3
1. De school
1.1
IDENTITEIT
De Meerpaal is een openbare school voor primair onderwijs voor leerlingen van 4 – 12 jaar. In het
openbaar onderwijs wordt met nadruk aandacht besteed aan de bevordering van een
levenshouding die gebaseerd is op gelijkwaardigheid van de verschillende levensbeschouwingen en
achtergronden van alle leerlingen. De school maakt deel uit van de Stichting Openbaar Primair en
Speciaal Onderwijs Leiden/ PROOLEIDEN.
1.2
DIRECTIE
De directiestructuur voor het schooljaar 2014-2015 is als volgt geregeld:
De locatieleider Katinka Tukker – den Os en de directeur Henk Frenken vormen samen de
directie..
1.3
SITUERING VAN DE SCHOOL
Basisschool De Meerpaal is gehuisvest in een modern schoolcomplex in de Leedewijk. Deze wijk
vormt een onderdeel van de Merenwijk.
In het schoolcomplex zijn ook de Protestants Christelijke basisschool, Het Kompas en
de Rooms Katholieke basisschool de Tweemaster ondergebracht.
In de Merenwijk zijn nog twee andere openbare basisscholen: Jenaplanschool De Dukdalf,
gelegen in de Zijlwijk aan het Regenboogpad en basisschool Merenwijk aan het Valkenpad.
In de Leedewijk en vlakbij het schoolgebouw bevindt zich kinderdagverblijf.
De Meerpaal beschikt over een gemeenschapsruimte met een documentatiecentrum en
bibliotheek. Er is een speelzaal voor bewegingsonderwijs voor de kinderen van groep 1 en 2.
Bovendien zijn er aparte ruimtes voor de remedial teacher en de interne begeleider, waarvan de
logopediste en de schoolarts incidenteel gebruik kunnen maken.
Voor het bewegingsonderwijs aan de groepen 3 t/m 8 maakt de school gebruik van de
sportaccommodatie van de direct naast de school gelegen ‘Sporthal Broekplein’.
Het gebouw telt acht groepslokalen, een directiekamer en een personeelskamer. Elk van de
scholen van het complex heeft de beschikking over twee eigen schoolpleinen, één voor de
kleuters en één voor de kinderen uit de overige groepen. Op de gang van de bovenbouw bevindt
zich een aparte computerruimte.
1.4
SCHOOLGROOTTE
Elk schooljaar wordt na de ‘teldatum’ (1 oktober) door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen vastgesteld op hoeveel formatie de school recht heeft met ingang van het
volgende schooljaar. Per 1-10-2013 telde de school 207 leerlingen.
Op onze school zijn groepsleerkrachten (fulltimers en parttimers) werkzaam en een
vakleerkracht gymnastiek. Er zijn leerkrachten met speciale taken zoals de interne begeleiding
voor de zorgleerlingen
en de ICT-er voor het gebruik van computers in het onderwijs.
Tevens is een conciërge/administratrice aan de school verbonden.
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
4
2. Waar de school voor staat
2.1
WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT
De Meerpaal is een school waar ieder kind zich prettig en veilig kan voelen.
De Meerpaal is een school met ruimte en aandacht voor ieder kind.
De Meerpaal is een school die belang hecht aan orde en regelmaat.
De Meerpaal is een school die naast de intellectuele ontwikkeling van kinderen een grote waarde
hecht aan de sociaal-emotionele en creatieve ontwikkeling van kinderen.
De Meerpaal is een school die de zelfstandige werk- en leerhouding van ieder kind aanmoedigt en
verder helpt ontwikkelen.
2.2
VISIES VAN DE SCHOOL
De maatschappij van nu en van de toekomst heeft behoefte aan kinderen die creatief kunnen
omgaan met vragen en het bedenken van antwoorden. Creativiteit in de breedste zin van het
woord is ontplooibaar en ontwikkelbaar.
De Meerpaal biedt onderwijs aan, middels allerlei aanpakken en technieken, om het creatieve
brein van kinderen en leerkrachten te ontwikkelen.
Wij doen dat op een Realistische, Eigentijdse, Inspirerende en Sociaal betrokken wijze…..
Kennis en creativiteit is werkelijk leren
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
5
Visie op kind en ontwikkeling
Ieder kind op onze school heeft recht op acceptatie en waardering als individueel mens. Een
eerste taak van de school is het realiseren van geborgenheid en veiligheid, pas dan kan het kind
tot maximale ontplooiing komen.
We vinden het van groot belang dat er veel aandacht is voor het opbouwen van een goede relatie
tussen kinderen onderling en tussen leerkrachten en leerlingen.
Waardering vindt plaats op basis van een combinatie van leerprestaties en sociaal-emotioneel
passend gedrag. Een goed sociaal, emotioneel en zelfstandig functioneren bevorderen een gevoel
van eigenwaarde van het kind. Vanuit dit gevoel gaat het de wereld ontdekken en onderzoeken, en
komt het tot prestaties.
Een goede structuur en organisatie is van groot belang voor het realiseren van goed onderwijs.
Wij willen ons onderwijs en onze wijze van lesgeven zo vormgeven, dat de kinderen meer en meer
gemotiveerd worden om uit zichzelf te leren.
Op onze school wordt ieder kind gestimuleerd om te komen tot de voor hem/haar best mogelijke
prestaties binnen zijn/haar eigen mogelijkheden. Functioneert een kind niet optimaal op een van
de bovengenoemde gebieden, dan zal worden gekeken op welke wijze hulp geboden kan worden.
Vanuit een adaptieve benadering proberen we tegemoet te komen aan de individuele
– hulp - behoeften van kinderen.
Creativiteit is één van de belangrijkste vermogens die wij bezitten. En iedereen heeft dat
vermogen! Iets verzinnen, iets nieuws scheppen, ergens uitkomen, iets doorbreken, etc.. We
komen door onze creatieve kracht vooruit.
Om je creatieve denkvermogen verder te ontwikkelen, zijn er veel manieren en in bijna alle
situaties toe te passen. Om jezelf dus creatiever te maken kan je in principe alles gebruiken dat
er is, wat je meemaakt, ziet en hoort. Het heeft vooral met het vergroten van je creatieve
houding te maken. Hoe kijk je naar dingen? Waar richt je je lamp op? Hoe neem je het op? Wat
doe je er mee? Neem je genoegen met die ene kant van het verhaal dat zo veilig voelt en kan je
de nadruk op je logisch denken loslaten?
Vijf manieren om je eigen creativiteit te vergroten:
Neem anders waar, kijk creatief
Alles om je heen kan je anders zien. Geef aandacht aan wat er is, en richt je lamp op
verschillende manieren. Gegarandeerd dat je nieuwe dingen ontdekt door ‘anders’ te kijken. Elke
vraag bijvoorbeeld, die iemand stelt, kan voortkomen uit een andere manier van kijken naar het
onderwerp, dus is per definitie interessant. Een vraag, oplossing, idee welke een collega, klant,
student, etc. aanreikt, kan dan ook altijd creatieve invalshoeken voor jou opleveren.
Stel je oordeel uit
Nieuwe ideeën krijgen geen kans als je meteen oordeelt. Wacht even……… zo ontdek je nieuwe
invalshoeken en oplossingen. Zeg niet meteen: ‘Dat lukt toch niet!’. Onderzoek eens bij jezelf hoe
jij op de automatische piloot zaken afwijst, of altijd snel ergens een mening over voelt. Bewust,
dan wel onbewust. Welk patroon ontdek je hierbij bij jezelf?
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
6
Associeer flexibel
Probeer altijd onmiddellijk drie stappen verder te kijken. Associëren kan je leren: als je aan
‘lucht’ denkt, denk je ook aan ‘blauw’ of aan een ‘vliegtuig’ of aan ‘knoflook’. Als je veel oefent, kan
je die techniek makkelijker in andere situaties toepassen. “Ja, en …”, waardoor je in nieuwe
kansgebieden komt, ideëen verrijkt worden, je op andere routes komt waar nog meer ‘te halen’ is.
Bedenk alternatieven
Wees niet tevreden met de eerste oplossing. Stel je voor ‘wat als’ en ‘wat er nog meer mogelijk
is’. Hoe kan het nog meer zijn? Wijs niet onmiddellijk af wat niet in je denkpatroon past. Daag
jezelf en anderen uit om meerdere antwoorden te vinden op één vraag. En die zijn er!
Er zijn vele eenvoudig te gebruiken creatieve denktechnieken die je hierbij kunnen helpen. Denk
aan brainwriting, mindmappen, de ‘omkering’, de ‘superheld’, vooronderstellingen kraken, random
picture, etc., etc.…
‘Verkoop’ je idee met verbeelding
Je hebt verbeelding nodig: hoe zou je idee eruit zien? maar ook: wat kan je ermee? Leef je in in
wat anderen aan jouw idee hebben. Overtuiging, geloof en enthousiasme zijn het belangrijkste.
Je zelfvertrouwen verkoopt je idee. Dit kan je te pas en te onpas oefenen en doen. Immers, we
zijn vaak de hele dag mensen aan het overtuigen van wat wij zouden willen. Kan dus geen kwaad
dit eens wat anders te brengen… misschien brengt het jou wel wat anders
Wat zijn dan die voorwaarden en eigenschappen om creatief gedrag te laten zien?
Nieuwsgierigheid (je laten inspireren door anderen, vragen stellen, waarnemen, oordeel
uitstellen)
Onafhankelijkheid (autonoom, vrij, zelfstandig, bereidheid risico’s te nemen)
Ontvankelijkheid (sensitief, toegankelijk)
Openheid (oordeel uitstellen, afwijkende meningen tolereren, open staan voor je omgeving en
anderen)
Flexibiliteit (de goede dingen later doen, tolerantie voor onzekerheid, wanorde en frustraties)
Speelsheid (fouten maken mag, gewoon doen is niet gek genoeg)
Gedrevenheid (enthousiast, bezieling, dynamiek)
Zelfvertrouwen (zelfbewust, je niet laten afschrikken door bestaande regels en gewoonten,
bereidheid risico’s te nemen)
Visie op onderwijs
Naast de kwantiteit speelt ook de kwaliteit van de verworven kennis een belangrijke rol. Deze
moet functioneel zijn om vorderingen in de leerstof te kunnen maken.
Kinderen ontwikkelen zich en leren in hun eigen stijl en tempo. Wij proberen hier zoveel mogelijk
op in te spelen met ons onderwijs, door onder andere het zelfstandig werken met en het
zelfstandig verwerken van de leerstof. Tijdens het zelfstandig werken is het mogelijk elk kind
individueel actief te ondersteunen.
Binnen ons onderwijs streven wij ernaar dat al onze leerlingen de in het Schoolplan beschreven
basisvaardigheden bereiken. Hierbij houden wij rekening met kinderen die meer of minder
mogelijkheden hebben, mede vanuit eerder benoemde adaptieve benadering.
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
7
Deze flexibiliteit is een belangrijke voorwaarde om onze visie op goed onderwijs te kunnen
realiseren.
We dragen er ook zorg voor dat het team zich voortdurend blijft ontwikkelen.
Visie op levensbeschouwing
Op De Meerpaal wordt met nadruk aandacht besteed aan de bevordering van een levenshouding,
die gebaseerd is op gelijkwaardigheid van en respect voor de verschillende levensbeschouwingen
en achtergronden van alle leerlingen en hun ouders. In ons onderwijs wordt daarom aan
levensbeschouwing en geloofsovertuiging aandacht geschonken, zonder daaraan oordelen te
verbinden.
Visie op de samenleving en Actief Burgerschap
Actief burgerschap is het kúnnen en wíllen deelnemen aan de samenleving. Burgerschap gaat over
diversiteit, acceptatie en tolerantie. Het vraagt ook reflectie op je eigen handelen, een
respectvolle houding, en een bijdrage aan de zorg voor je omgeving.
Op onze school besteden wij aandacht aan het actief burgerschap.
Kernbegrippen zijn daarbij voor ons: vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid, begrip,
verdraagzaamheid, autonomie, het afwijzen van onverdraagzaamheid en het afwijzen van
discriminatie.
Dit doen wij door met kinderen te werken aan het democratisch omgaan met elkaar.
Onze ambities zijn:
1.
We voeden onze leerlingen op tot fatsoenlijke evenwichtige mensen die respectvol (vanuit
duidelijke waarden en normen) omgaan met zichzelf, de medemens en de omgeving. Als
ondersteuning om dit doel te bereiken wordt er op school een methode ingezet ten behoeve
van de Sociaal – emotionele ontwikkeling. De methode “Kinderen en hun sociale Talenten”
levert een duidelijke bijdrage in de sociale omgang. Het resultaat ervan komt tot uiting in het
pedagogisch klimaat.
2. Wij voeden onze leerlingen op tot personen die weten wat democratie inhoudt en die daar ook
naar handelen. Ze leren hun mening over maatschappelijke thema’s te verwoorden. De
samenstelling van de populatie in de directe omgeving van de school vormt hierbij geen
bedreiging. Het feit dat dit een onvoldoende representatief beeld biedt van de maatschappij
is een extra aandachtspunt bij het onder de aandacht brengen van maatschappelijke thema’s.
3. We voeden onze leerlingen op tot mensen die “meedoen”, die actief betrokken willen zijn op
de samenleving en die gericht zijn op samenwerking.
4. We voeden onze leerlingen op tot personen die kennis hebben van, en respect voor andere
opvattingen en overtuigingen (religies).
5. We richten ons op de algemene ontwikkeling en we geven onze leerlingen culturele bagage
mee voor het leven.
Burgerschap en integratie is vooral een zaak van meedoen.
Daarom besteden we aandacht aan leerinhouden op de gebieden democratie, participatie en
identiteit.
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
8
Bij democratie besteden we vooral aandacht aan democratische procedures (hoe werkt
democratie in de praktijk), wat zijn de kernwaarden van democratie (vrijheid van meningsuiting)
en de rol van de media in de democratische samenleving.
Vaardigheden, die daarbij noodzakelijk zijn hebben betrekking op het hanteren van
democratische spelregels, eigen meningsvorming, conflicthantering, informatieverwerking, een
houding van respect voor anderen en betrokkenheid en gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Bij participatie wordt vooral aandacht besteed aan kennis en inzicht in mogelijkheden op het
gebied van sport, ontspanning en cultuur, normen en omgangsvormen, inzicht in het eigen gedrag,
inzicht in de taak en rol van de politie en het kunnen deelnemen als consument. Daarbij is het
belangrijk dat kinderen leren op de hoogte te zijn van mogelijkheden en gedragsregels en hun
eigen verantwoordelijkheid.
Bij identiteit is het belangrijk dat de kinderen begrip krijgen van onze multiculturele
samenleving. Zij moeten uitingen van de eigen en de andere culturen leren herkennen.
Belangrijk is dat de kinderen belangrijke kenmerken van verschillende geestelijke stromingen
herkennen, waarbij ze leren rekening te houden met en respect hebben voor opvattingen van
anderen.
Als ambitie 5 hebben wij aangegeven ons te richten op de algemene ontwikkeling en het
meegeven van culturele bagage voor het leven.
Op de Meerpaal willen wij kinderen voorbereiden op de wereld waar ze deel van uit (gaan) maken
en cultuureducatie vinden wij daarbij een belangrijk middel. Kinderen moeten zich verstandelijk
en sociaal-emotioneel goed kunnen ontwikkelen en weet hebben van de natuur en de cultuur om
hen heen. Ook is het belangrijk dat ze hun mening kunnen verwoorden en een eigen smaak
ontwikkelen. Cultuureducatie is een manier om kinderen hun eigen creativiteit en passie te laten
ontdekken. We willen er daarom voor zorgen dat de kinderen in hun schoolloopbaan veelvuldig in
aanraking komen met kunst, erfgoed en media.
We vinden het belangrijk dat kinderen zich expressief kunnen uiten in diverse kunstzinnige
onderdelen, o.a. met behulp van professionele kunstenaars en dat ze leren kritisch en positief
naar hun eigen en andermans werk te kijken. Naast de onderdelen beeldende vorming, muziek,
kunst en cultuur in het kader van de creatieve vorming onder schooltijd, kent onze school een
aantal extra activiteiten op dit gebied.
We bezoeken regelmatig (kunst)instellingen en voorstellingen om kinderen te inspireren en een
eigen mening te laten vormen over kunst. Ook brengen we de kinderen in aanraking met erfgoed
in hun eigen omgeving, door dit erfgoed op te zoeken, buiten en in musea, en hier lessen aan te
verbinden.
Zo leggen we ook dwarsverbanden met de vakgebieden geschiedenis, aardrijkskunde en biologie.
Tot slot willen we kinderen leren verantwoord en met plezier om te gaan met de computer en ze
ook in contact brengen met diverse andere media.
Zo bereiden we kinderen voor op hun toekomst en geven we hen het gevoel dat ze als individu
belangrijk en uniek zijn.
We willen d.m.v. dit beleidsplan komen tot een doorgaande lijn m.b.t. cultuureducatie voor groep 1
t/m 8. We willen tot een cultuurplan komen waarbij alle kunstdisciplines in 8 jaar tijd aan bod
komen. We laten de kinderen ervaren dat je veel plezier aan kunst, in welke vorm dan ook, kunt
beleven en dat het ook een manier is om je te uiten.
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
9
2.3
HET KLIMAAT VAN DE SCHOOL
Een goed sociaal verkeer tussen de leerlingen onderling en met de leerkracht is een voorwaarde
voor een goed klimaat. Het team van De Meerpaal streeft ernaar dat elk kind zich prettig en
veilig kan voelen op school.
Aan de sfeer in de klas wordt door iedere leerkracht veel aandacht besteed. We proberen in
ieder lokaal een prettig leef- en werkklimaat te verwezenlijken. Bij de inrichting en aankleding
van lokalen en overige ruimten in de school wordt hieraan aandacht besteed. Versieringen en
werkstukken van de kinderen, planten e.d. spelen hierbij een rol.
Opdat iedereen zich prettig en veilig kan voelen hanteren wij in en om de school enkele
gedragsregels bij de gemeenschappelijke ruimten, zoals de speelplaats, de gemeenschapsruimte,
de lokalen.
Regels en afspraken:
Er niet gefietst worden op het schoolplein.
Schreeuwen en rennen in de school doen de kinderen niet. Voor skates en stepjes hebben we
geen ruimte.
Van ruilen van populaire plaatjes e.d. komt huilen, dus die houden we buiten de school.
Uitnodigingen voor verjaardagen worden niet onder schooltijd uitgedeeld.
Kinderen dragen op school gepaste kleding.
De leerlingen mogen geen mobieltjes op school aan hebben staan.
Wij denken dat dit soort eenvoudige regels een bijdrage kunnen leveren aan de goede sfeer.
De school beschikt over beperkte speelruimte. Daarom zijn de speelpauzes voor de groepen
3 t/m 8 over drie verschillende tijden verdeeld, zodat de kinderen zich voldoende kunnen
uitleven in hun spel.
Wanneer een kind, na hierop meermalen aangesproken te zijn, het bij voortduring moeilijk vindt
zich aan regels en afspraken te houden, worden de ouders op school gevraagd om hier samen met
de leerkracht en/of directie een passende oplossing voor te vinden.
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
10
3.
De organisatie van ons onderwijs
3.1
DE ORGANISATIE VAN DE SCHOOL
Schoolorganisatie
We hebben in schooljaar 2014-2015 binnen de acht jaren van ons basisonderwijs, drie ‘bouwen’:
de onderbouw (groep 1/2), de middenbouw (groep 3, 4 en 5) en de bovenbouw (groep 6, 7 en 8).
Het onderwijs op De Meerpaal wordt gekenmerkt door het leerstof-jaarklassen-systeem.
Dit houdt in dat in principe leerstof wordt gekoppeld aan leerjaren.
Wanneer echter blijkt dat een kind aanmerkelijk eerder of duidelijk later toe is aan specifieke
leerstof, spelen we hier zoveel mogelijk op in.
Een kleuter bij voorbeeld, die al ver is in het aanvankelijk lees- en schrijfproces, wordt
aangemoedigd om hier actief mee bezig te zijn.
Om ook zoveel mogelijk tegemoet te komen aan individuele verschillen bij kinderen, wordt in hoge
mate gestreefd naar een variatie in werkvormen. Leerstof wordt aangeboden in zogenaamde
leerkrachtgebonden lessituaties, afgewisseld met momenten van zelfstandig werken.
Tevens wordt individueel werken afgewisseld met groepsopdrachten.
De groepen 1 en 2, de kleutergroepen, zijn heterogeen qua leeftijd samengesteld. De kinderen
blijven ongeveer twee jaar in een kleutergroep. Na deze twee jaar gaan zij naar groep 3,
vervolgens kunnen de leerlingen per jaar doorstromen naar een volgende jaargroep.
Deze doorstroming vindt in de regel plaats na de zomervakantie, aan het begin van het nieuwe
schooljaar.
Groeperingsvormen binnen de jaargroepen
De groeperingsvormen van de leerlingen kunnen per jaargroep verschillen.
Ook het leerlingenaantal per jaargroep speelt hierbij een rol.
Binnen onze school komt u de volgende groeperingsvormen tegen:
 Tafelgroepen; in twee-, vier- of zestallen. Deze laatste groeperingsvorm ziet u het meest in
de school.
 Rijen; in U-vorm, of frontaal gericht naar het bord. Hiervoor wordt gekozen wanneer er
weinig ruimte is in een lokaal of indien het wenselijk is bij bepaalde lessen.
 Tijdens expressieactiviteiten worden in alle groepen tafelgroepen gevormd.
Uitgangspunt bij de genoemde groeperingvormen is dat kinderen van elkaar leren en samen
nieuwe dingen ontdekken. Wij vinden het belangrijk dat ze van elkaar leren en vertellen hoe ze
bijvoorbeeld een taak hebben gemaakt of een probleem hebben opgelost en dat ze leren
samenwerken in de klas en in kleine groepjes.
Per jaar kan een aantal keren worden gewisseld van samenstelling van een tafelgroep, om
kinderen in aanraking te brengen met de verschillende leer- en sociale vaardigheden van hun
klasgenootjes.
Samen spelen, samen leren
Diverse situaties worden benut om kinderen met elkaar te laten spelen en leren.
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
11
In de kleutergroepen kunnen vierjarigen, die net op school zijn, veel steun ondervinden van
kinderen die zich al wat meer thuis voelen. Tijdens gezamenlijke expressieactiviteiten kunnen de
kinderen in kleine groepen worden ingedeeld, samengesteld uit meerdere groepen.
Kinderen uit de hoogste groepen ondersteunen dan jongere kinderen, hetgeen bijvoorbeeld ook
gebeurt in de rol van begeleider bij het tutor-lezen of als begeleider bij de aulamiddagen.
In de pauzes gaan de groepen niet allemaal tegelijk buiten spelen.
Kleuters maken gebruik van hun eigen plein.
De kinderen van groep 3 en 4 hebben gelijktijdig ochtendpauze, daarna gaan de kinderen uit
groep 5 en 6 en tot slot de kinderen uit groep 7 en 8.
Hierdoor hebben alle kinderen voldoende ruimte om te spelen.
Organisatie van zorg voor kinderen met specifieke behoeften
De leerlingen die specifieke zorg nodig hebben worden in eerste instantie door de eigen
leerkracht begeleid. Dit gebeurt in het eigen lokaal, tijdens het zelfstandig werken van de
andere leerlingen.
Wij hanteren het standpunt dat de problematiek die leerlingen met bepaalde leerstof kunnen
hebben, het beste door de eigen groepsleerkracht behandeld kan worden. Voor adviezen en/of
meer specialistische aanpak kan een leerkracht de hulp inroepen van onze remedial teacher en
intern begeleider.
Voor meer informatie over dit onderwerp wordt u verwezen naar hoofdstuk 4 van deze gids, dat
geheel gewijd is aan “de zorg voor kinderen”.
3.2
ONDERWIJSKUNDIGE ORGANISATIE VAN DE SCHOOL
In de groepen 1 en 2 wordt hoofdzakelijk in open onderwijssituaties gewerkt. Dat betekent dat
wordt uitgegaan van de belevingswereld van de kinderen.
Doordat in de groepen 3 en 4 sprake is van een vrij grote hoeveelheid minimum-basisstof, vindt
er in deze groepen een verschuiving plaats van meer open onderwijs naar meer gesloten
onderwijs.
In de groepen 5 tot en met 8 wordt gewerkt met zowel gesloten onderwijsleersituaties als met
een tussenmodel van open- en gesloten onderwijs. In de gesloten onderwijsleersituatie bepaalt
de leerkracht de leerstofkeuze, het lesgebeuren en de momenten waarop de leerstof verwerkt
gaat worden. Bij de tussenvorm van open- en gesloten onderwijs-leersituaties is er meer
interactie tussen de leerkracht en leerling.
De leerstofkeuze wordt bepaald door leerkracht en leerling samen, evenals de inrichting van de
les en de verwerking van de lesstof. In deze leersituatie is de leerkracht begeleidend,
stimulerend en coördinerend bezig. De leerlingen worden in overlegsituaties met elkaar
geplaatst. Het sociale aspect en het accepteren van elkaar en elkaars mening krijgen meer
nadruk. De leerlingen kunnen meer zelfontdekkend en zelfstandig bezig zijn. De tussenvorm is in
de bovenbouw duidelijk zichtbaar bij rekenen, taal, en de wereldoriënterende vakken.
De mate waarin de geschetste modellen worden gebruikt is mede afhankelijk van factoren als:
 de samenstelling van de groep
 het vak- en vormingsgebied
 het onderwerp van de les
 de leerkracht
Alle kinderen dienen de basisstof te beheersen; daarnaast bestaat er voor kinderen de
mogelijkheid zich op een bepaald terrein te “verrijken”.
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
12
We spreken dan van het basisstof-verrijkingsmodel. De inbreng van de leerkracht en de
leerlingen zal dan ook steeds wisselend zijn, ondersteund door een adaptieve benadering.
In de groepen 1 en 2 is op vrijwel alle terreinen sprake van een geïntegreerde aanpak.
In de groepen 3 t/m 8 streven we ernaar, daar waar mogelijk, de vakken in samenhang met elkaar
te geven. Op deze manier kunnen opgedane kennis en vaardigheden worden toegepast in situaties
waarin ze functioneel is. De samenhang van de Nederlandse taal en de expressievakken is
bijvoorbeeld aanwezig wanneer kinderen een toneelstukje schrijven voor de aulamiddag.
4.
De zorg voor kinderen
4.1
OPVANG VAN NIEUWE LEERLINGEN IN DE SCHOOL
Wanneer een kind wordt aangemeld, vindt er altijd eerst een gesprek met een lid van de directie
plaats. De ouders krijgen, eventueel samen met hun kind, een rondleiding door de school en
hebben hierbij de gelegenheid om kennis te maken met de school.
Na aanmelding door de ouders, via een aanmeldingsformulier, krijgen zij ongeveer acht weken
voor de datum waarop het kind 4 jaar wordt, een uitnodiging voor een intake gesprek. Er bestaat
de mogelijkheid om de kinderen nog voor hun vierde verjaardag vijf dagdelen te laten wennen in
de groep. Een dagdeel is een ochtend of een middag.
Als het kind eenmaal vier jaar is, is het mogelijk dat het in het begin bijvoorbeeld alleen de
ochtenden komt. Het spreekt vanzelf dat een en ander afhankelijk is van het kind zelf, en dat dit
gebeurt in overleg met de groepsleerkracht.
4.2
ZORG VOOR HET JONGE KIND
Vanuit de gedachte dat een goed begin het halve werk is, wordt op De Meerpaal extra aandacht
besteed aan de kwaliteit van het onderwijs aan kinderen in de onderbouwgroepen. Hiervoor is
specifieke deskundigheid vereist; leerkrachten vergroten hun deskundigheid door scholing op dit
gebied. Door middel van observaties en beschrijvingen van observaties en uitgebreide
leerlingbesprekingen wordt in de onderbouw gekeken hoe de kwaliteit van de zorg aan jonge
kinderen verbeterd kan worden en zodoende tijdig - in belang van het kind – met interne of
externe hulp gehandeld kan worden.
4.3
HET VOLGEN VAN DE ONTWIKKELING VAN DE KINDEREN IN DE SCHOOL
Om de vorderingen van de kinderen te volgen, wordt gebruik gemaakt van een aantal vaste
toetsmomenten.
In de onderbouw (groep 1 t/m 3), wordt de ontwikkeling van de kinderen in kaart gebracht door
de groepsleerkracht op basis van observaties (Ontwikkelingsvolgmodel voor het Jonge kind) en
de toetsen ‘Ordenen’ en ‘Begrippen’ van het Cito.
Vanaf groep 3 worden regelmatig methodegebonden toetsen afgenomen op het gebied van lezen,
spelling, rekenen en wereldverkenning.
In groep 3 t/m 6 worden twee maal per jaar methodeonafhankelijke toetsen van het Cito
afgenomen op het gebied van lezen, waaronder de AVI-toets, spelling en rekenen.
In groep 7 wordt de Cito Entreetoets afgenomen. De resultaten van de toetsen worden voor
ieder kind in kaart gebracht en vormen een belangrijk onderdeel van ons leerlingvolgsysteem,
dat wordt beheerd door de ‘intern begeleider leerlingenzorg’.
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
13
De groepsleerkrachten houden gegevens bij van dagelijkse resultaten van het werk van de
kinderen.
Alle relevante gegevens over kinderen, zoals gegevens over gezin, verslagen van gesprekken en
afspraken die gemaakt zijn met ouders, onderzoeksverslagen, handelingsplannen e.d. worden
opgeslagen in het digitale dossier van de individuele leerling als onderdeel van het Elektronisch
School Informatiesysteem.
Na iedere toetsperiode worden de groepsresultaten met de intern begeleider besproken. Er
wordt vooral aandacht geschonken aan kinderen met zwakke of zeer goede resultaten.
In de overlegstructuur van De Meerpaal is elke zes weken een leerlingenbespreking opgenomen.
Leerkrachten voeren dan overleg over de hulp aan ‘zorgleerlingen’.
Speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften
Wanneer er met kinderen problemen zijn, wordt er extra op hun vorderingen gelet. De
groepsleerkracht doet in overleg met de intern begeleider een onderzoek dat kan bestaan uit het
afnemen van toetsen en het doen van observaties in de groep.
Naar aanleiding van de bevindingen wordt extra hulp gegeven door de leerkracht.
Bovendien worden de problemen van de leerling eenmaal in de zes weken besproken in de
leerlingenbespreking, waarbij van alle groepen leerkrachten van de school aanwezig zijn.
Het kan voorkomen dat er in de leerlingenbespreking besloten wordt om een kind voor verder
onderzoek elders aan te melden, zoals bijvoorbeeld in een – extern - zorgteam of bij Onderwijs
Advies
Voor een dergelijke verwijzing is altijd overleg met en toestemming van de ouders noodzakelijk.
Twee maal per jaar, wordt er ook een groepsbespreking gehouden waarbij alle leerlingen van de
groep, en zonodig de groep als totaliteit worden besproken. Tevens is daar de gelegenheid om
eventueel nog niet eerder gemelde zorg - of vermoedens van zorg - om leerlingen naar voren te
brengen.
Wanneer de problemen gediagnosticeerd zijn, bestaan de volgende mogelijkheden:
Er wordt een z.g. ‘handelingsplan’ opgesteld, dat in de groep wordt uitgevoerd;
Wanneer het om motorische problemen gaat: hulp van een motorisch remedial teacher;
Ondersteuning van de leerkrachten vanuit de scholen voor Speciaal Onderwijs (zie Zorgplan);
Afgelopen jaren werden zorgleerlingen door de interne begeleider in voorkomende gevallen
ingebracht in het zorgteam Merenwijk, ingezet vanuit WSNS (Weer Samen Naar School);
 Externe advisering en begeleiding door de Onderwijs Adviesdienst;
 Verwijzing naar een hulpverlenende instantie.




Andere mogelijkheden voor de leerlingen met specifieke behoeften zijn:
 doubleren van een leerjaar, waarbij het niet noodzakelijk is dat het kind de totale leerstof
van dat jaar herhaalt. Het kan met een aantal vakken ook verder gaan waar het gebleven is;
 om een groep over te slaan of, wat vaker gebeurt, de ene groep tot kerst en de volgende
groep vanaf kerst d.w.z. twee groepen in een jaar afronden;
 voor de hoogintelligente leerlingen hebben we de laatste jaren meer materialen ter
beschikking gekregen binnen De Meerpaal;
 bij bijzondere problemen, bijvoorbeeld als een leerling in een jaargroep instroomt, maar de
Nederlandse taal niet beheerst, omdat hij rechtstreeks uit het buitenland in Nederland komt
wonen, bestaat er de mogelijkheid tot (eventueel tijdelijke) verwijzing naar een van de
internationale opvangklassen. Hier beschikt men over specifieke deskundigheid en extra
faciliteiten m.b.t. het leren van de Nederlandse taal.
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
14
In de hierboven genoemde mogelijkheden spelen de ouders een belangrijke rol. Voor iedere stap
vindt vooraf overleg plaats met de ouders.
Passend onderwijs
Onze school is, via het bestuur, lid van het samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs
regio Leiden (PPO). Samen met alle basisscholen en scholen voor speciaal (basis) onderwijs in de
regio Leiden zorgen we ervoor dat er voor elk kind een passende onderwijsplek beschikbaar is.
Dat noemen we ‘zorgplicht’.
Ondersteuning binnen de basisschool
Het is ons streven om kinderen zo goed mogelijk onderwijs te geven op onze school. We gaan
daarbij uit van de ontwikkelingsmogelijkheden en talenten van uw kind.
Soms is er iets extra’s nodig om een kind verder te helpen. Als de leerkracht of u als ouder dat
signaleert dan zal de leerkracht daarover met u in gesprek gaan. De leerkracht kan de hulp
ingeroepen van de intern begeleider van onze school. Dat is Hans Bouckaert
In ons team is specifieke deskundigheid beschikbaar rondom dyslectie en motorische remedial
teaching.…………………
Het ondersteuningsteam
Soms is het voor de leerkracht, intern begeleider en u als ouder niet duidelijk welke
ondersteuning gewenst is. In dat geval kan het ondersteuningsteam bij elkaar komen. Er wordt
dan hulp ingeroepen van de adviseur Passend onderwijs en/of de gezinsspecialist. De adviseur
Passend onderwijs kent de weg naar beschikbare ondersteuning in het onderwijs en de
gezinsspecialist kent de weg naar opgroei-en opvoedondersteuning. Doel van het
ondersteuningsteam is om te onderzoeken welke ondersteuning het beste past bij de behoefte
van het kind en af te spreken hoe deze wordt uitgevoerd.
Het expertteam
Als blijkt dat er meer ondersteuning nodig is dan wij als school kunnen bieden, kunnen we een
beroep doen op het expertteam. Het expertteam bestaat uit deskundigen die gespecialiseerd
zijn in ondersteuning aan kinderen en leerkrachten op het gebied van gedrag, motoriek,
taalontwikkeling, kinderen met een ontwikkelingsachterstand, of juist kinderen met een
ontwikkelingsvoorsprong, enzovoort.
Informatie over passend onderwijs en PPO
Voor verdere informatie kunt u contact opnemen met onze intern begeleider en verwijzen wij u
naar de website van het samenwerkingsverband. www.pporegioleiden.nl
Via de Kennisbank op de site van PPO vindt u links naar de (speciale) scholen die aangesloten zijn
bij het samenwerkingsverband.
Andere sites: www.passendonderwijs.nl, www.poraad.nl, www.steunpuntpassendonderwijs.nl
4.4
ONDERWIJSADVIES
Wanneer, op verzoek van leerkrachten en/of ouders - in samenspraak met de intern begeleider specialistisch onderzoek of hulp noodzakelijk lijkt, kan hierin worden voorzien door deze dienst.
Pas wanneer ouders hiervoor toestemming hebben gegeven, wordt tot actie overgegaan.
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
15
De schoolbegeleider
De schoolbegeleider is een medewerker van OnderwijsAdvies, die behandeling van hulpvragen
vanuit de school in zijn/haar takenpakket heeft. Voor gericht psychologisch, pedagogisch en/of
didactisch onderzoek en advies kan de schoolbegeleider worden ingeschakeld.
Logopedie op school
Vanuit OnderwijsAdvies wordt logopedische begeleiding gegeven op de scholen.
De logopedie houdt zich bezig met de mondelinge communicatie. Dat wil zeggen dat een
logopedist kinderen onderzoekt en begeleidt die problemen hebben op het gebied van spraak,
taal, stem en/of gehoor.
U kunt hierbij denken aan:
 een kind met een achterstand in de spraakontwikkeling (het kind kan bijvoorbeeld een of meer
klanken nog niet goed uitspreken)
 een kind met een achterstand in de taal ontwikkeling (het kind maakt bijvoorbeeld zinnen die
te gebrekkig zijn voor zijn leeftijd)
 een kind dat slist en/of niet op de juiste wijze slikt
 een kind dat stottert
 een kind dat vaak met de mond open zit en op latere leeftijd nog overmatig speeksel verliest
of duimt
 een kind dat hees of schor is.
De logopedist richt zich in eerste instantie op kinderen uit groep 2, vanwege het belang van
vroegtijdige signalering van eventuele logopedische problemen.
Indien nodig wordt na overleg met de ouders bepaald of het kind logopedische begeleiding nodig
heeft en of dit op school of door een vrijgevestigde logopedist moet gebeuren.
Het is niet altijd noodzakelijk het kind te behandelen. Soms zijn mondelinge en/of schriftelijke
adviezen aan ouders of leerkracht voldoende om het kind te helpen.
4.6
DE BEGELEIDING BIJ DE OVERGANG VAN KINDEREN NAAR HET
VOORTGEZET ONDERWIJS
De leerkracht van groep 8 is vanuit de school de verantwoordelijke voor de begeleiding van de
ouders bij hun schoolkeus voor een VO - school voor hun kind.
Tijdens de informatieavond worden de ouders geïnformeerd over de route t.a.v. van de keuze
voor een VO - school.
Bij de voortgangsgesprekken in november wordt een verwachting uitgesproken over de
mogelijkheden voor VO - onderwijs.
In januari zijn de adviesgesprekken gepland. Deze vinden dus plaats voordat het toetsresultaat
van de eindtoets basisonderwijs bekend is.
De ouders komen dan samen met het kind voor een adviesgesprek, waarbij er een te verwachten - advies wordt gegeven. Hierbij wordt zowel de cognitieve, als sociaal emotionele
ontwikkeling meegenomen, evenals de ervaringen met de zelfstandigheid en de werkhouding van
het kind. Voornoemde ervaringen zijn, naast de eigen ervaringen van de leerkracht van groep 8,
eveneens gebaseerd op de ervaringen met het kind van de leerkrachten uit de BB- groepen 6 en 7
Een toetsresultaat van de eindtoets basisonderwijs, die afwijkt van het aangegeven en te
verwachten advies, zal aanleiding zijn voor een zgn. ‘second opinion’. In deze voorkomende
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
16
situaties worden ouders door de leerkracht uitgenodigd voor een vervolggesprek t.b.v. nadere
afstemming.
4.7
ACTIVITEITEN VOOR KINDEREN TIJDENS EN BUITEN SCHOOLTIJD
Belangrijke activiteiten die in de groepen 1 en 2 plaatsvinden:
 taalactiviteiten; voorlezen, vertellen, met elkaar een gesprekje voeren, een eigen verhaal
maken.
 werken met ontwikkelingsmateriaal; puzzels, rubriceerspelletjes, spelen aan de zand- en
watertafel, bouwen met blokken, bezig zijn met constructiemateriaal zoals lego.
 bewegingsactiviteiten; gymnastiek en spelactiviteiten in het speellokaal, de sporthal en buiten.
 expressieactiviteiten; allerlei activiteiten met verf, papier, potlood, klei, muziek en toneel.
Basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal, rekenen)
In groep 3 wordt begonnen met lezen, taal, schrijven en rekenen. Uiteraard zullen er bij de
kinderen verschillen zijn in de uitvoering en verwerking van de leerstof. De leerkracht houdt,
door middel van observatie en registratie van de vorderingen, de ontwikkeling van ieder kind bij.
Vanuit die verkregen informatie kan de leerkracht een kind extra ondersteuning aanbieden.
Deze extra ondersteuning wordt door de groepsleerkracht zelf geboden, tijdens het zelfstandig
werken
Kinderen die qua leerstof meer aankunnen, krijgen meer aangeboden in de vorm van verrijkingsen verdiepingsstof.
Zo kan het voorkomen dat kinderen van bijvoorbeeld jaargroep 3, qua lezen in drie of vier
verschillende leesniveaus zitten.
Het ontwikkelen van een goed handschrift is voor ieder kind van belang. Daar wil de school graag
aan meewerken. Dat doen wij o.a. door tijdens de lessen aandacht te schenken aan het goed en
leesbaar schrijven. Wij gebruiken daarvoor De schrijfmethode “Handschrift” om de juiste
schrijfwijze van de letters en cijfers bij de kinderen aan te leren. In de kleutergroepen wordt
begonnen met “Schrijfdans” ter bevordering van de motoriek. Dit doen we met de oudste
kleuters als voorbereiding op het leren schrijven in groep 3.
De school verstrekt goed schrijfmateriaal. De kinderen schrijven vanaf groep 3 met een
driekantig potlood.
Vanaf groep 4 gaan de kinderen schrijven met een Stabilo’s move easy rollerpen. Zowel het
potlood als de rollerpen zijn ergonomisch vormgegeven schrijfmiddelen.
De taal/leeslessen bestaan uit:
 Het maken van invuloefeningen;
 Een verhaal afmaken, mondeling of schriftelijk;
 Het maken van spellingsoefeningen, die regelmatig getoetst worden m.b.v. een dictee.
 Veel aandacht is er voor het leren praten met elkaar, naar elkaar luisteren en hierop goed
kunnen antwoorden. Ook wordt kinderen geleerd hun eigen mening onder woorden te brengen..
 In groep 7 en 8 krijgen de kinderen eenmaal in de week Engels.
 In groep 8 bestaat de mogelijkheid om aan een cursus Spaans mee te doen.
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
17
Rekenen leren de kinderen op onze school via een realistische reken- en wiskundemethode. Aan
de hand van problemen die nauw verbonden zijn met de echte of voorstelbare realiteit. De
kinderen worden in situaties gebracht waarin het accent ligt op de vele wijzen van benaderen van
de verschillende manieren van oplossen. Er zijn verschillende momenten die de kinderen in de
gelegenheid stellen tot samenwerken. De verschillende leerstofonderdelen worden zoveel
mogelijk in onderlinge samenhang met elkaar gebracht.
Voorbeelden hiervan zijn:
 breuken, procenten en verhoudingen
 meten en meetkunde
Op deze wijze ontstaat er geen verzameling van losse kenniseenheden, maar worden de
leerinhouden ingepast in de aanwezige kennis.
Wereldoriënterende vakken
Wij werken met de methode: ”de grote de reis”.
Binnen deze methode worden alle kennisgebieden in samenhang aangeboden, waaronder
aardrijkskunde, geschiedenis en kennis der natuur.
“de grote reis” dekt alle kerndoelen op het terrein van mens, maatschappij en natuuroriëntatie.
De onderwijsinhouden (of thema's) zijn direct op de kerndoelen afgestemd.
Een belangrijk uitgangspunt is dat je onderwijs op maat kunt bieden. “de grote reis” biedt
differentiatie op leerlingniveau, groepsniveau en schoolniveau.
De methode heeft veel aandacht voor een actieve rol van de kinderen. Maar ook voor de
interactie tussen de leerkracht en leerlingen en die tussen de kinderen onderling.
In “de grote reis” komt zowel de sturende, begeleidende rol van de leerkracht als de actieve,
zelfstandige rol van de kinderen tot zijn recht.
De kinderen leren Nederland, Europa en de werelddelen kennen en hoe mensen er leven. De
kinderen leren over de geschiedenis van ons land. Daarnaast wordt binnen deze lessen ook
aandacht geschonken aan verschillende geestelijke- en culturele aspecten in de samenleving.
Ook het milieu wordt niet vergeten. In de groepen 1 t/m 4 komen onderwerpen aan de orde die
voor jonge kinderen interessant zijn, en aan de hand waarvan kennis en inzicht kan worden
verworven op het gebied van de wereldoriënterende vakken.
Verkeer
In groep 7 leggen de kinderen een theoretisch en praktisch verkeersexamen af.
EHBO
In groep 8 volgen de kinderen een cursus Jeugd-EHBO, die wordt afgesloten met een examen.
Een en ander is mede afhankelijk van de beschikbaarheid van gediplomeerde mensen. Voor het
schooljaar 2014-2015 worden deze lessen verzorgd door Ine Honsbeek.
Expressieactiviteiten
Dat kinderen zich niet alleen cognitief moeten ontwikkelen komt tot uitdrukking in onze
expressie-activiteiten die wij in ons leerstofprogramma hebben opgenomen. Zo zijn er vaste
momenten in de week waarop de kinderen individueel en/of in kleine groepjes creatief bezig zijn:
knutselen, toneel, muziek en dans zijn een paar voorbeelden hiervan.
Bewegingsonderwijs
Een gezonde geest in een gezond lichaam. Naast het vele denkwerk op school is er gelukkig ook
ruimte om in de sporthal of op het sportveld je energie kwijt te kunnen.
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
18
Het dragen van gymnastiekkleding en gymschoenen is verplicht. De gymspullen moeten in een
aparte tas mee naar school worden genomen. Wilt U erop toezien dat de gymspullen iedere week
mee naar school worden gebracht en dat de kleding regelmatig wordt gewassen?
De kinderen douchen na afloop van de gymnastiekles. Om hygiënische redenen is dit voor alle
kinderen verplicht. In groep 4 beginnen we daarmee.
De kinderen van de groepen 1 en 2 krijgen gymles in het speellokaal dat in het schoolgebouw
aanwezig is. De kinderen zijn er spelend en ontdekkend bezig. De nadruk ligt in deze lessen op
het aanleren van de grondvormen van bewegen. Om alvast te wennen aan de grote sporthal
hebben de kleuters een aantal malen per jaar les in de grote zaal,
Naast het jaarlijkse leerstofprogramma kent onze school nog een aantal andere activiteiten die
tijdens en buiten schooltijd plaatsvinden:
5.
De leerkrachten
5.1
WIJZE VAN VERVANGING BIJ ZIEKTE, STUDIEVERLOF en SCHOLING
Het is niet meer zoals vroeger dat een leerkracht vijf dagen werkt en daarmee de enige
leerkracht van een groep is. De groepen bij ons op school hebben twee of soms drie leerkrachten.
Wij proberen het zo te regelen dat de vervanging van de groepsleerkracht bij ziekte,
studieverlof en scholing, zo veel mogelijk intern geregeld wordt.
Dat wil zeggen dat er geprobeerd wordt een leerkracht die bekend is met de kinderen en de
school in de groep te laten werken zodat er niet te veel onbekende leerkrachten voor een groep
komen (zie ook het protocol vervanging bij ziekte).
5.2
BEGELEIDING EN INZET VAN STAGIAIRES VAN DE PABO
Op onze school krijgen studenten van de PABO de gelegenheid om stage te lopen. Zij krijgen
lesgevende taken en opdrachten voor onderzoek bij kinderen. Soms komt het voor dat een
student de gehele dag de lessen verzorgt. De groepsleerkracht is tijdens deze lessen aanwezig in
de groep en blijft altijd verantwoordelijk.
Er komen ook LIO-stagiair(e)s op onze school.
Dit zijn leerkrachten, die aan het laatste deel van hun opleiding bezig zijn en geacht worden
geheel zelfstandig een groep te kunnen waarnemen. Hans Bouckaert is bij ons de
stagecoördinator, die de zorg draagt voor de plaatsing en juiste begeleiding van de stagiair(e)s.
5.3
SCHOLING VAN LEERKRACHTEN EN DIRECTIE
Jaarlijks volgen de leerkrachten en de leden van de directie, individueel of als team, cursussen
om het onderwijs op De Meerpaal ‘up to date’ te houden. De cursussen die gevolgd worden vinden
onder of na schooltijd plaats.
Via de Nieuwsbrief wordt u op de hoogte gehouden over de onderwerpen waar het in dit verband
om gaat.
6.
De ouders
6.1.
HET BELANG VAN BETROKKENHEID VAN OUDERS
De relatie school - thuis dient in het belang van het kind goed te zijn. Het is belangrijk dat de
opvoeding op school en thuis zo goed mogelijk op elkaar is afgestemd. Verder kan door allerlei
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
19
activiteiten, zowel binnen het leerprogramma als daarbuiten, extra waarde worden toegevoegd
aan de schoolperiode. Hierbij is de actieve inzet van zoveel mogelijk ouders zeer gewenst.
6.2
INFORMATIEVOORZIENING AAN OUDERS OVER HET ONDERWIJS EN DE
SCHOOL
Via de volgende kanalen is er contact mogelijk:
 In gesprekken met schoolleiding en leerkrachten;
 Deze schoolgids;
 De Nieuwsbrief: verschijnt om de 2-4 weken en bevat actuele informatie over de school;
 De informatieavonden: voor de groepen 1 t/m 8 aan het begin van het schooljaar.
 Ouderbijeenkomsten: zowel zakelijk, informatief als feestelijk
 Huisbezoek: incidenteel;
 Ouderhulp: bij het uitlenen van boeken in de schoolbibliotheek, begeleiden bij de schoolreizen
en excursies;
 Via de Medezeggenschapsraad en de Ouderraad;
 In werkgroepen, samengesteld uit ouders en teamleden.
 De website
 De mail
6.3
INSPRAAK
Medezeggenschapsraad en ouderraad
De medezeggenschapsraad (MR) is te beschouwen als de ondernemingsraad van de school en
heeft over een groot aantal zaken advies- dan wel instemmingsrecht. De MR op De Meerpaal
bestaat uit drie teamleden en drie ouders. De MR kan de directie bij hun vergaderingen
uitnodigen als adviserend lid. De MR-leden worden voor drie jaar gekozen. De vergaderingen van
de MR zijn in principe openbaar.
Voor schooloverstijgende onderwerpen is op 1 januari 1999 een gemeenschappelijke
medezeggenschapsraad (GMR) in het leven geroepen. De stichting Prooleiden, ons bestuur,
brengt in de GMR-onderwerpen ter sprake die de gezamenlijke scholen betreffen.
De ouders van de school zijn georganiseerd in de ouderraad (OR).
De belangrijkste taken van de Ouderraad zijn:
 het beheer van de ouderbijdragen
 het coördineren van werkgroepen
 als klankbord fungeren voor de ouders
 advisering van de Medezeggenschapsraad
 Werkgroepen
Op De Meerpaal worden veel activiteiten (mede) door ouders georganiseerd. Meestal worden
deze activiteiten uitgevoerd in werkgroepen. Het budget van de werkgroepen wordt door de OR
uit de ouderbijdragen toegekend. De ouderraad heeft voor elke werkgroep een van haar leden
aangewezen als contactpersoon. De werkgroepen bestaan uit ouders en teamleden.
Al enkele jaren kennen we de volgende werkgroepen:
 Reizen: deze werkgroep assisteert bij de organisatie van schoolreizen.
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
20
 Feesten: deze groep helpt bij het organiseren van feesten, zoals 3 oktober, Sinterklaas,
Kerst en het lentefeest en zomerfeest.
 Project: elk jaar wordt er op De Meerpaal een project uitgevoerd, waar alle kinderen aan
meedoen. Ook hiervoor is een werkgroep samengesteld.
Ouders die graag aan een werkgroep willen meedoen, kunnen zich opgeven bij iemand van de OR
of een lid van die werkgroep.
Ook tijdens de informatieavonden die door de leerkrachten worden gehouden aan het begin van
het jaar, kunt u intekenen op deelnemerslijsten. De werkgroepen kunnen doorgaans wel nieuwe
mensen gebruiken.
De leden van de ouderraad en de ouders in de medezeggenschapsraad willen een aanspreekpunt
voor ouders zijn als er nieuwe ideeën zijn of als zich problemen voordoen.
6.4
DE OUDERBIJDRAGE
Geldelijke bijdrage van ouders
Het schoolbestuur en/of een oudervereniging mogen aan ouders een financiële bijdrage vragen
voor extra activiteiten zoals een schoolkamp, aanvullend lesmateriaal, kerstviering
sinterklaascadeautjes, voorleesontbijt en andere festiviteiten..
Dit zijn voorbeelden van activiteiten die niet tot het gewone lesprogramma behoren en deze
activiteiten worden niet betaald door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
De ouderbijdrage is vrijwillig. Dat betekent dat een school een leerling niet mag weigeren of van
school sturen als ouders de bijdrage niet kunnen of willen betalen. Het is echter wel belangrijk
dat iedereen hier aan meebetaalt, want alle kinderen profiteren ervan.
Op De Meerpaal wordt het innen en beheren van de vrijwillige ouderbijdrage overgelaten aan de
Ouderraad.
De hoogte van de financiële bijdrage wordt jaarlijks op de aan het begin van het schooljaar te
houden jaarvergadering vastgesteld. Voor het schooljaar 2013-2014 was het € 35,-- per jaar.
De jaarvergadering kan zich uitspreken over de door de Ouderraad opgestelde begroting, die
aangeeft hoe de bijdragen zullen worden besteed. Voor het betalen van de financiële bijdrage
ontvangt u per schooljaar een verzoek om per giro het bedrag over te maken.
Controle over de financiën vindt plaats door de Kascommissie. Verslaglegging gebeurt schriftelijk
en wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de jaarlijkse oudervergadering.
6.5.
SCHOOLVERZEKERING VOOR LEERLINGEN
De wettelijke vertegenwoordigers van de kinderen (dat zijn veelal de ouders) zijn altijd
aansprakelijk voor hun kinderen, tenzij kan worden aangetoond dat anderen, bijvoorbeeld
degenen die belast zijn met het toezicht op de kinderen, aansprakelijk zijn. In dit licht bezien is
het afsluiten van een goede particuliere aansprakelijkheidsverzekering van belang.
De stichting PROOLEIDEN heeft als werkgever een aantal verzekeringen afgesloten die de
wettelijke verplichting dekt tot het vergoeden van schade die in de betreffende hoedanigheid
aan anderen door onrechtmatig handelen is toegebracht en waarvoor PROOLEIDEN
verantwoordelijk kan worden gesteld. Deze verzekeringen zijn van toepassing op leerkrachten en
overig personeel, leden van ouderraden, medezeggenschapsraden en andere personen die zich in
het kader van ouderparticipatie beschikbaar stellen voor onderwijsactiviteiten.
Inzittendenverzekering voor auto’s
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
21
Voor ouders die kinderen met de auto van en naar school brengen is het aan te bevelen een goede
inzittendenverzekering af te sluiten. Dit geldt ook voor ouders die in schoolverband wel eens
kinderen vervoeren. Ingevolge het gestelde in de Wegenverkeerswet kan de bestuurder door de
ouders van de betrokken kinderen aansprakelijk worden gesteld voor bijvoorbeeld de gevolgen
van een ongeluk. Er is dan weliswaar in principe altijd een autoverzekering van toepassing (All
Risk dan wel WA), maar deze verzekering dekt niet alle schade. De inzittendenverzekering is dan
ook op te vatten als een ongevallenverzekering voor inzittenden. Deze verzekering is niet
verplicht (zie ook de bijlage).
7.
School en omgeving
7.1
CONTACTEN MET DE BUURTSCHOLEN
Met de buurtscholen die aan het Broekplein zijn gelegen, heeft De Meerpaal regelmatig contact.
De Meerpaal maakt samen met de buurtscholen deel uit van het zorgteam Merenwijk, een
initiatief van WSNS ( Weer Samen Naar School).
Er wordt van de mogelijkheid gebruik gemaakt om materialen van elkaar te lenen, en de directies
van de scholen spreken elkaar, als dat wenselijk is, over algemene aangelegenheden zoals
huisvestingszaken, onderhoud, vandalisme, groenvoorziening en dergelijke.
7.2
SPECIAAL ONDERWIJS
Met de scholen voor Speciaal Onderwijs bestaat incidenteel contact via de interne begeleiders
leerlingenzorg. Twee maal per jaar verzorgt het samenwerkingsverband WSNS (Weer Samen
naar School) regio Leiden studiedagen, die bezocht worden door de directie en de interne
begeleiders leerlingenzorg.
Op die studiedagen wordt het beleid van WSNS voor de komende jaren besproken.
Een en ander vindt zijn beslag in het Zorgplan WSNS dat ter inzage bij de directie op school
ligt.
7.3
BIBLIOTHEEK LEIDEN
Lezen is leuk! Lezen is genieten! Vandaar dat wij gebruik maken van de diensten die de
bibliotheekvestiging Merenwijk ons biedt:
 Introductiebezoeken voor de groep 3, 5, 6 en 7. Tijdens deze bezoeken staat het wegwijs
worden in de bibliotheek en het leren omgaan met het catalogussysteem van de bibliotheek
centraal.
 Leesbevorderingsactiviteiten zoals deelname aan de kinderjury, de leesbacil, de
Kinderboekenweek, de Voorleeswedstrijd.
Daarnaast biedt de bibliotheek Leiden haar diensten aan bij advisering rond schoolbibliotheek of
documentatiecentrum.
7.4
ONDERWIJSADVIES
OnderwijsAdvies is een dienst, die scholen kan begeleiden en heeft een veelzijdige functie. Op
het gebied van advisering m.b.t. het begeleiden van kinderen, bij de keuze van een nieuwe
methode of bij nascholing van leerkrachten, maakt De Meerpaal regelmatig gebruik van de
diensten vanuit OnderwijsAdvies.
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
22
7.5
NASCHOOLSE OPVANG
Naschoolse opvang wordt geregeld door de Centrale Organisatie B4KIDS.
In de Merenwijk zijn diverse locaties waar u terecht kunt voor naschoolse opvang:
De Compagnon
De Draaimolen
Het Reuzenrad
(4 t/m 7 jarigen)
(4 t/m 7 jarigen)
(8 t/m 12 jarigen)
Broekplein 10-12
Milanenhorst 193
dependance van De Draaimolen
2318 TJ Leiden
2317 CL Leiden
tel: 071 521 21 25
tel: 071 521 66 28
Wilt u voor uw kind vanaf het vierde jaar een plaatsing in een naschoolse opvang aanvragen, dan
moet u hiervoor schriftelijk een aanvraag indienen bij B4KIDS. en bij het hoofd van een van de
bovengenoemde instellingen.
B4KIDS: Schuttersveld 1F, 2316 XG te Leiden.
Tel. 071-5163434
Als uw kind 3 jaar is geworden, kunt u hem/haar op de wachtlijst voor naschoolse opvang laten
plaatsen.
De stichting Catalpa biedt aan het Eksterpad2-4, 2317KN onder de naam “Tante An” ook BSO
aan. Het telefoonnummer is 071-5284443
8.
De resultaten van ons onderwijs
8.1
TOETSEN
In hoofdstuk 4 heeft u kunnen lezen op welke wijze wij de vorderingen van de kinderen volgen.
Voor het bijhouden van ‘groeikaarten’ per kind gebruiken we toetsen van het Centraal Instituut
Toets Ontwikkeling (Cito). Met het afnemen van deze landelijk genormeerde toetsen kunnen we
de ontwikkeling van elk kind vergelijken met landelijke normen. Ook krijgen we hiermee een
indruk van de kwaliteit van ons onderwijs.
Toetsuitslagen kunnen voor ons aanleiding zijn om ons onderwijs aan te passen.
Hieronder leest u welke toetsen wij in de verschillende groepen afnemen:
Groep 2
Naast de inzet van de Kleuterscreening:
de Cito-begrippentoets voor aanvankelijk lezen en rekenen
de Cito-toets Ordenen (rekenvoorwaarden)
vanaf groep 3
Naast Herfstsignalering vanuit het Dyslexie Protocol:
de AVI-toets voor technisch lezen, een keer per jaar;
de Cito-Drieminutentoets voor technisch lezen, een keer per jaar
Groep 4 t/m6
de AVI-toets voor technisch lezen, twee keer per jaar
de Cito-Drieminutentoets voor technisch lezen, twee keer per jaar
de Citotoets Begrijpend Lezen
Groep 3 t/m 6
de Cito-spellingtoets, twee keer per jaar;
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
23
de Cito-rekenen en wiskundetoets, twee keer per jaar
Groep 7
de Cito-spellingtoets en Cito-rekenen en wiskundetoets 1 keer
per jaar
de Cito toets Begrijpend Lezen
de Cito-Entreetoets; deze wordt in de maand in april afgenomen.
Groep 8
de Cito-eindtoets; deze wordt in de maand februari afgenomen
en geeft, naast het schooladvies, een tweede oordeel over de
prestaties van het kind met het oog op de overstap naar het
voortgezet onderwijs;
Naast deze landelijk genormeerde toetsen, houden leerkrachten de vorderingen in de
basisvaardigheden en de leerstof dagelijks bij. Hieronder vallen dictees en (methodegebonden)
overhoringen bijv. bij de zaakvakken, resultaten bij begrijpend lezen, spreekbeurten,
verschillende expressievormen enz. Uiteraard wordt de leerstof, die de kinderen dagelijks
schriftelijk verwerken, ook in de beoordeling meegenomen..
9.
Regeling school- en vakantietijden
9.1
DE LEERPLICHTWET
In de leerplichtwet staat dat alle kinderen in Nederland naar school moeten. De ouders, voogden
of verzorgers van een leerplichtig kind zijn verplicht hun kind in te schrijven op een school.
Tevens zijn zij ervoor verantwoordelijk dat hun kind ook daadwerkelijk de school bezoekt. De
leerlingen zijn verplicht aan alle activiteiten die in het activiteitenplan zijn vastgelegd deel te
nemen.
De directeur van de school kan op verzoek van de ouders een leerling vrijstellen om deel te
nemen aan bepaalde activiteiten, zoals bijvoorbeeld gymnastiek, festiviteiten e.d. Wanneer een
leerling vrijstelling voor een onderwijsactiviteit heeft, stelt de directeur van de school een
vervangende onderwijsactiviteit vast.
Begin en einde leerplicht
Elk kind wordt leerplichtig op de eerste schooldag van de maand, volgend op de maand waarin het
kind vijf jaar is geworden.
De volledige leerplicht eindigt:
 Aan het einde van het schooljaar na afloop waarvan tenminste twaalf volledige schooljaren een
of meerdere scholen zijn bezocht, of
 Aan het einde van het schooljaar waarin het kind de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt.
Leerplichtambtenaar
De taken van de leerplichtambtenaar zijn de volgende:
 Erop toezien dat ouders, leerlingen en scholen zich aan de Leerplichtwet houden;
 Adviseren en begeleiden van de ouders van de leerling bij problemen met betrekking tot de
leerplicht;
 Onderhouden van contacten met de scholen, onderwijsinstituten en hulpverleningsinstanties
met betrekking tot de leerplicht en schoolverzuim;
 Indien gewenst, bemiddelen bij plaatsing van een kind op een andere school;
 Beoordelen van aanvragen voor extra verlof van meer dan tien schooldagen;
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
24
 Geven van voorlichting en advies met betrekking tot leerplichtaangelegenheden.
Als blijkt dat ouders/verzorgers of de directie van de school de leerplichtwet overtreden en
daarmee de belangen van de leerplicht schaden, kan de leerplichtambtenaar proces-verbaal
opmaken.
Een en ander is omschreven in de brochure Schoolverzuim en Leerplichtbeleid, die ter inzage ligt
op school.
9.2. MAATREGELEN PREVENTIE SCHOOLVERZUIM
 Bij schoolverzuim wordt al snel aan ziekte gedacht. Als uw kind ziek is, behoort het uiteraard
thuis in bed te liggen.
 Wanneer uw kind regelmatig de school niet bezoekt of te laat komt om onduidelijke redenen,
dan is de directie genoodzaakt contact op te nemen met de leerplichtambtenaar.
 Waar u uw kind niet voor hoeft thuis te houden, is als u hoofdluis bij uw kind aantreft. Na
behandeling thuis mag uw kind gewoon naar school. Als u dit heeft geconstateerd, dan willen
wij dat wel graag van u vernemen. Controleer uw kind regelmatig, zeker wanneer het jeuk op
het hoofd heeft!
 Extra verlof voor een vakantie wordt niet gegeven. Er kan hierop slechts één uitzondering
worden gemaakt, namelijk als een van de ouders vanwege de aard van het beroep niet tijdens
de reguliere schoolvakanties op vakantie kan.
Er moet dan wel een werkgeversverklaring worden overlegd.
Voor uw kind(-eren) mag u bij “gewichtige omstandigheden”, bijvoorbeeld een verhuizing, een
huwelijk van een familielid of een jubileum, een verlofdag aanvragen.
De directie van de school is verplicht erop toe te zien dat deze regels in acht worden genomen.
Overtredingen worden doorgegeven aan de leerplichtambtenaar.
Formulieren en richtlijnen hieromtrent kunt u verkrijgen bij de directie. Een aanvraagformulier
dient minstens 14 dagen voor het gewenste verlof bij de directie te zijn ingeleverd. U krijgt dan
binnen 7 dagen antwoord op uw verzoek.
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
25
Bovenschoolsse afspraken:
Voor de Openbare scholen voor Primair en Speciaal Onderwijs Leiden geldt een aantal
gemeenschappelijke regels en afspraken. Deze bovenschoolse regels zijn gebundeld in de map
“Protocollen, Regelingen en Afspraken. Deze map is voor ouders op school ter inzage. Wanneer
een onderwerp voor de ouders van belang is, kunnen zij een kopie vragen. Meer informatie treft u
aan op de site: www.prooleiden.nl
Hier volgt een overzicht van de onderdelen die voor ouders en kinderen van belang zijn:
Klachtenregeling
Vragen, zorgen en klachten
Het kan voorkomen dat u zich zorgen maakt of klachten heeft over de gang van zaken op school.
Het is belangrijk daarmee niet lang te blijven rondlopen.
Als u zich zorgen maakt over de gang van zaken in de groep van uw kind of over uw kind, spreekt
u eerst met de groepsleerkracht. Als dat niet tot een bevredigend resultaat leidt, kunt u naar de
directie of de interne contactpersoon van de school gaan. En als er ook dan nog een probleem
blijft bestaan, dan kunt u contact opnemen met een van de externe vertrouwenspersonenof een
klacht indienen, bij PROOLeiden of bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs.
Klachtenregeling
Op basis van de Kwaliteitswet uit 1998 is iedere school verplicht om een klachtenregeling te
hebben. Met ingang van 1 januari 2010 is er een nieuwe klachtenregeling voor de scholen die
vallen onder het bevoegd gezag van PROOLeiden. PROOLeiden is aangesloten bij de Landelijke
Klachtencommissie Onderwijs.
Eenieder die deel uitmaakt van een schoolgemeenschap kan klagen over gedragingen en
beslissingen of het nalaten daarvan. Klachten kunnen betrekking hebben op gedragingen en
beslissingen van de schoolleiding en het personeel, maar ook op gedragingen van anderen die deel
uitmaken van de schoolgemeenschap. Klachten kunnen bijvoorbeeld gaan over: begeleiding van
leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, de inrichting van de
schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten.
Elke school heeft tenminste één contactpersoon. Deze contactpersoon maakt deel uit van de
schoolorganisatie en wordt in de regeling aangeduid als interne contactpersoon. De interne
contactpersoon heeft tot taak na te gaan of het probleem alsnog door overleg kan worden
opgelost. Daarnaast heeft de contactpersoon ook preventieve en begeleidende taken. Indien er
sprake is van een klacht die niet makkelijk op te lossen is, verwijst de contactpersoon de klager
door naar de externe vertrouwenspersoon.
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
26
Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken op school zullen in onderling overleg
tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld
Maar als dat niet lukt, kan men contact opnemen met een van de externe vertrouwenspersonen.
Ook kan men een klacht indienen bij PROOLeiden of direct bij de Landelijke Klachtencommissie
Onderwijs. Als de klacht bij PROOLeiden wordt ingediend, wordt de klager doorgaans verwezen
naar de externe vertrouwenspersoon.
PROOLeiden heeft de beschikking over twee externe vertrouwenspersonen; die maken geen deel
uit van de schoolorganisatie. De externe vertrouwenspersoon gaat na of het probleem door
overleg of bemiddeling opgelost kan worden. Mocht dit niet lukken dan adviseert hij de klager
over mogelijke verdere stappen zoals het indienen van een klacht bij de Landelijke
Klachtencommissie. Als de klager dit wenst, begeleidt de externe vertrouwenspersoon hem/haar
bij het indienen van de klacht bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs; ook kan de
vertrouwenspersoon bijstand verlenen bij het doen van aangifte bij politie of justitie.
Registratie
Het behoort tot de taak van de contactpersonen meldingen en klachten te registreren en
jaarlijks een geanonimiseerde rapportage te overleggen aan het bestuur.Daarnaast zal door de
school een centraal systeem van incidentenregistratie worden bijgehouden dat inzicht kan
verschaffen in de mate en ernst van problemen als bijvoorbeeld agressie. Op basis van deze
gegevens kan de school gerichter maatregelen nemen en beleid maken. Ook de externe
vertrouwenspersonen zijn verplicht om elk jaar ten behoeve van het bestuur een geanonimiseerd
verslag te maken van de door hen behandelde zaken.
Centraal meldpunt vertrouwensinspecteurs
De inspectie van het onderwijs heeft een aantal inspecteurs aangewezen als
vertrouwensinspecteurs. Zij adviseren en ondersteunen bij klachten rond seksueel misbruik,
seksuele intimidatie en ernstig fysiek of geestelijk geweld zoals grove pesterijen. Ook kan men
de vertrouwensinspecteur bellen voor: extremisme, discriminatie, onverdraagzaamheid,
fundamentalisme en radicalisering. Leerlingen, docenten, ouders en andere betrokkenen bij
scholen die met klachten te maken hebben, kunnen een beroep doen op de
vertrouwensinspecteur. Bij een vermoeden van seksueel misbruik is de school wettelijk verplicht
contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Telefoon: 0900–111 31 11.
Belangrijke adressen zijn:
Landelijke Klachtencommissie onderwijs, onderdeel van de stichting Onderwijsgeschillen:
Postbus 85191, 3508 AD Utrecht
Telefoon: 030-280 95 90
Email: [email protected]
Website: www.onderwijsgeschillen.nl
Bevoegd gezag
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
27
Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden
2316 HA Leiden
Vertrouwenspersonen
Mevrouw A. Dekker tel. 06-10509038
Mevrouw I. Velthuyzen tel. 06-10508801
Interne Contactpersoon:
Naam
I. Meijer
Naam
S. Roberti
tel. 071-5220243
tel. 071-5220243
Protocol “Leerplicht en verlof”
In de leerplichtwet staat dat een kind de school moet bezoeken als er onderwijs wordt gegeven.
Leerlingen mogen nooit zomaar wegblijven van school. In een aantal gevallen is er een
uitzondering mogelijk. De uitzonderingen en de daarbij behorende regels zijn als volgt:
1. Vakantieverlof;
2. Religieuze verplichtingen;
3. Verlof in geval van andere gewichtige omstandigheden;
4. Verlof voor ten hoogste tien dagen is de bevoegdheid van de directeur, aanvragen voor
meer dan tien dagen worden doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar;
5. Afwijzing van extra verlof en de bezwaarprocedure;
6. Bij ongeoorloofd verzuim d.w.z. verlof zonder toestemming is de directeur van de school
verplicht dit te melden bij de leerplichtambtenaar.
Voor meer informatie: www.rbl-hollandrijnland.nl
Protocol “Gedragsregels en afspraken”
In dit protocol zijn de gedragsregels vastgelegd waaraan personeel, ouders en kinderen zich
dienen te houden. Hierbij twee voorbeelden uit het protocol:
- “Racistisch gedrag en racistische opmerkingen worden op geen enkele manier getolereerd.
Iedereen die bij de school betrokken is, dient zich te houden aan de antiracisme verklaring
die we in Leiden met alle schoolbesturen hebben ondertekend.”
- “De plaatsing van leerlingen in groepen en/of gebouwen valt onder de verantwoordelijkheid
van de directeur van de school”.
Protocol “Schoolwisselingen”
De Leidse scholen en schoolbesturen zijn van mening dat een ononderbroken schoolloopbaan van
groot belang is voor kinderen. Gezamenlijk proberen scholen en besturen ongewenste
schoolwisselingen te voorkomen. Daartoe hebben de besturen een protocol opgesteld en
ondertekend. In dit protocol is de handelwijze van scholen vastgelegd.
Protocol “Toelating en verwijdering van leerlingen”
De beslissing over toelating en verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. In de
praktijk zal de directeur van de school de inschrijving van een leerling regelen. De toelating van
een leerling op een school mag niet afhankelijk zijn van een geldelijke bijdrage van de ouders.
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
28
Wanneer er sprake is van een schorsing en/of een verwijdering van een leerling wordt in alle
gevallen het bestuur ingeschakeld. De regels voor schorsing en verwijdering zijn vastgelegd in
het protocol “Toelating en verwijdering leerlingen PO en SO openbaar onderwijs”.
Meer informatie: www.vosabb.nl
Protocol “Zittenblijven”
In dit protocol is vastgelegd welke stappen er moeten worden genomen voordat besloten wordt
een leerling te laten doubleren. Vooral de gesprekken met de ouders van de leerling zijn van
belang. Uiteindelijk is het de directeur die beslist over doubleren.
Het valt onder het beleid van de school welke leerlingen overgaan van groep 2 naar 3. Overgang
van een leerling heeft tegenwoordig niets meer te maken met de leeftijd van het kind, maar wel
met de ontwikkeling die een leerling heeft doorgemaakt. De school zal vooral kijken naar de
werkhouding, concentratie en de cognitieve ontwikkeling. Het oordeel is onder andere gebaseerd
op observaties, toetsen, gesprekken met de interne begeleider (IB-er). De school dient te
bevorderen (maar is dus niet verplicht) dat de verblijfsduur in het primair onderwijs acht
aaneengesloten jaren bedraagt.
Protocol tegen pesten en protocol tegen digitaal pesten
De openbare scholen in Leiden hebben het Nationaal Onderwijsprotocol tegen Pesten
ondertekend. In het protocol wordt in zes aanbevelingen de concrete acties aangegeven op welke
wijze een school pestgedrag kan tegengaan. Onder pesten wordt ook verstaan het digitaal
pesten. Via MSN, sms’jes of internetsites als Hyves komen leerlingen en leerkrachten in
aanraking met ongewenst gedrag.
Meer informatie: www.schoolenveiligheid.nl of www.pestweb.nl
Protocol “Dossiervorming leerlingen”
Het leerling-dossier is een dossier dat de school bijhoudt over een kind. Het leerling-dossier
bestaat uit de leerlingenadministratie, een onderwijskundig rapport en soms ook een
psychologisch rapport. In dit protocol zijn de regels vastgelegd op welke wijze de school de
privacy van leerlingen en ouders moet waarborgen. Het bevat ook informatie over
bewaartermijnen en inzagerecht van ouders en inzage door derden.
Meer informatie: www.ocwduo.nl
Protocol “Veiligheid op school” en het veiligheidsplan 2008-2013
Op alle openbare scholen is door de brandweer een gebruiksvergunning afgegeven. Dat betekent
dat onze scholen op het gebied van brandveiligheid zijn onderzocht en goedgekeurd. Om
ongelukken zoveel mogelijk te voorkomen is in het protocol “Veiligheid op school” een groot aantal
voorschriften en tips opgenomen. Het gaat hierbij om zaken als brandveilige tips voor de kerst,
preventie tegen inbraak en vandalisme, het voorkomen van legionella enzovoort. Naast het
protocol beschikt de school over een veiligheidsplan. Daarin worden alle activiteiten beschreven
gericht op het bevorderen en beschermen van de gezondheid, waaronder de fysieke en sociale
veiligheid. Het veiligheidsplan 2008-2013 ligt op school ter inzage.
Regionaal Convenant Schoolveiligheid
In 2007 is een Regionaal Convenant Schoolveiligheid Leidse regio afgesloten. In dit convenant
komen partners overeen dat schoolveiligheid een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
29
gemeenten, schoolbesturen, politie en de samenwerkingsverbanden voor PO/VO/SVO.
Handelingsprotocollen voortkomend uit het convenant zijn de protocollen:
1. Aangetroffen wapens en drugs
2. Drugsverbod in en rondom scholen
3. Aanhouden op school c.q. onder schooltijd
4. Kluisjes controle
5. Maatregelen rond de jaarwisseling
Protocol tegen agressie en geweld
Er zijn vele soorten van agressie en/of geweld. Ook seksuele intimidatie, discriminatie en
vandalisme zijn vormen van agressie en geweld. Het protocol is een handreiking met maatregelen
ter voorkoming van en hoe te handelen bij geweld en agressie. Het protocol bevat richtlijnen over
opvang en aanpak naar kinderen, collega’s en ouders.
Protocol “Vervanging bij ziekte en verlof van personeel”
Scholen moeten veel tijd investeren in het oplossen van vervangingsproblemen vanwege ziekte of
verlof van leerkrachten. Een groot landelijk probleem is dat de reserve aan invallers is uitgeput.
In dit protocol is vastgelegd welke zaken de school moet regelen wanneer er geen vervangers
beschikbaar zijn.
Protocol “Onderwijsondersteuning zieke leerlingen”
Voor kinderen die in een ziekenhuis zijn opgenomen of ziek thuis zijn, is het belangrijk dat het
gewone leven zoveel mogelijk doorgaat. Onderwijs speelt hierin een cruciale rol. Scholen zijn
verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs aan zieke leerlingen. Het is van groot belang
dat de zieke leerling op maat wordt begeleid. In een protocol is vastgelegd hoe te handelen en
welke ondersteuning de school kan krijgen van een consulent Onderwijsondersteuning Zieke
Leerlingen(OZL) vanuit het HCO.
Meer informatie: www.ziezon.nl
Protocol “medische handelingen”
Onderwijspersoneel wordt regelmatig geconfronteerd met situaties waarin hen verzocht wordt
tot werkelijk medisch handelen, bijvoorbeeld het geven van sondevoeding of injecties. Met het
oog op de gezondheid van de kinderen maar ook in verband met aansprakelijkheid is het van groot
belang dat er zorgvuldig wordt gehandeld. Richtlijnen daarvoor zijn vastgelegd in het protocol.
Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling
Per 1 juli 2013 wordt de Wetswijziging verplichte meldcode huiselijk geweld en
kindermishandeling van kracht. Dit verplicht scholen een meldcode te hebben en het gebruik
ervan te bevorderen.
De meldcode is bedoeld om mishandeling en huiselijk geweld tegen te gaan. Het eindstation is dus
niet altijd een melding. In de regio Hollands Midden, waar wij deel van uitmaken, wordt daarom
de naam ‘handelingsprotocol ‘ passender gevonden. Samen met de ketenpartners is gewerkt aan
de Regionale Handreiking Hollands Midden (RHAM), waarin de samenwerking is geconcretiseerd.
Voor het basisonderwijs is er een online handelingsprotocol op maat ontwikkeld, gebaseerd op de
Meldcode. Het geeft een aantal stappen weer voor medewerkers hoe te handelen bij een
vermoeden van geweld. Het kan niet genoeg benadrukt worden hoe belangrijk het is dat iedereen
die werkzaam is op een school weet wat hem/haar te doen staat bij een vermoeden van huiselijk
geweld en/of kindermishandeling en dat dit niet beperkt blijft tot de intern begeleider. Het
digitale handelingsprotocol bevat voor iedere functie in de school een handelingsprotocol.
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
30
Voor meer informatie: http://www. huiselijkgeweldhollandsmidden.nl , of
Meldpunt kindermishandeling: 0900 – 126 26 26
Protocol “Gezag, omgang en informatie”
De school is verplicht ook de ouder die het kind niet verzorgt te informeren over de
schoolvorderingen en het algemeen welbevinden van het kind. Voorwaarde is dat deze ouder erom
vraagt en dat het belang van het kind er niet door wordt geschaad. De directie van de school is
verantwoordelijk voor de wijze waarop informatie aan de niet-verzorgende ouder wordt
verstrekt. Meer informatie kunt u vinden in de brochure “Gezag, omgang en informatie”, een
uitgave van het ministerie van Justitie.
Protocol Verzekeringen
De stichting PROOLeiden heeft als werkgever een aantal verzekeringen afgesloten die de
wettelijke verplichting dekt tot het vergoeden van schade die in de betreffende hoedanigheid
aan anderen door onrechtmatig handelen is toegebracht en waarvoor PROOLeiden
verantwoordelijk kan worden gesteld. Deze verzekeringen zijn van toepassing op leerkrachten en
overig personeel, leden van ouderraden, medezeggenschapsraden en andere personen die zich in
het kader van ouderparticipatie beschikbaar stellen voor onderwijsactiviteiten.
Uitgebreidere informatie kunt u krijgen bij de directie van de school.
Burgerschap en integratie
Leerlingen leren op school meer dan taal en rekenen alleen. Toerusting van leerlingen om op
zinvolle wijze aan de samenleving bij te dragen is een taak die het onderwijs sinds lang vervult.
De laatste jaren zien we een toename in aandacht voor dit onderwerp. Bezorgdheid over
verruwing en geweld, over onverdraagzaamheid en het afbrokkelen van de maatschappelijke
samenhang spelen daarbij een rol. Sinds 1 februari 2006 zijn scholen verplicht ‘het actief
burgerschap en de sociale integratie‘ van leerlingen te bevorderen. Wat onze school kan
bijdragen en welke gerichte aandacht wij geven aan de stimulering van burgerschap en integratie
is beschreven in het schoolplan.
Godsdienstig- en humanistisch vormingsonderwijs (GVO/HVO) in de openbare school.
De openbare school heeft tot taak aandacht te schenken aan de levensbeschouwelijke en
maatschappelijke waarden in de Nederlandse samenleving, met onderkenning van de
verscheidenheid en eerbiediging van ieders godsdienst en levensbeschouwing. Naast de
verplichte lessen geestelijke stromingen zoals opgenomen in het schoolplan, biedt de school ook
de mogelijkheid godsdienstlessen en/of humanistisch vormingsonderwijs te volgen, als ouders
daarom vragen. Ouders kiezen er vrijwillig voor om hun kind deze lessen te laten volgen. Kinderen
die niet aan enige vorm van GVO/ HVO- lessen meedoen, volgen het reguliere programma.
Regelmatig wordt er een behoeftepeiling gedaan. Als uit een behoeftepeiling blijkt dat ouders
deze lessen wensen, heeft de school een makelaarsrol. Een minimale groepsgrootte van 7
leerlingen is vereist om met een groep van start te gaan.
Meer informatie: www.gvoenhvo.nl
Buitenschoolse opvang:
In de wet is vastgelegd dat de school vanaf het schooljaar 2007-2008 de aansluiting met de
buitenschoolse opvang moet organiseren als ouders daarom vragen. Een goede aansluiting maakt
het gemakkelijker om werk en zorg voor het gezin te combineren. Buitenschoolse opvang betreft
voor- en naschoolse opvang en de opvang tijdens vakanties en vrije dagen. De opvang wordt
meestal verzorgd door een kinderopvangorganisatie. De school maakt een voorstel voor de
mogelijke opvang (tijden, locatie e.d.) De medezeggenschapsraad brengt advies uit over het
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
31
voorstel, nadat de ouders hierover zijn geraadpleegd. U regelt zelf de inschrijving van uw kind
bij de buitenschoolse opvang en betaalt ook de kosten voor de opvang zelf.
Convenant sponsoring:
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft samen met onderwijsorganisaties in
2009 een nieuw convenant gesloten. Het Convenant onderwijs en sponsoring bepaalt de
speelruimte en de spelregels voor sponsoring in het primair en speciaal onderwijs. Binnen dit
speelveld is veel ruimte voor mooie en leerzame initiatieven. Belangrijke onderdelen van het
convenant:
1. Het bevoegd gezag is verantwoordelijk;
2. De medezeggenschapsraad heeft een belangrijke rol bij sponsoring;
3. Er zijn spelregels waar de school zich aan moet houden.
Meer informatie: www.voo.nl of www.aob.nl
De tekst van de protocollen is op school beschikbaar.
Schoolgids van o.b.s. De Meerpaal 2014-2015
32
Download