Schoolgids 2016-2017 Brede School ‘t Vogelnest Hengstdijkse Kerkstraat 15a 4585 AA Hengstdijk tel : 0114 – 681792 schoolgids 2016-2017 1 Inhoud Voorwoord Hoofdstuk 1 ‘De school’ § 1.1 Richting § 1.2 Directie en personeel § 1.3 Situering van de school § 1.4 Schoolgrootte en leerlingpopulatie Hoofdstuk 2 ‘Waar staat de school voor ?’ § 2.1 Missie, uitgangspunten en prioriteiten § 2.2 Het klimaat van de school Hoofdstuk 3 ‘De organisatie van het onderwijs’ § 3.1 De organisatie van de school § 3.2 Rechten en plichten § 3.3 De activiteiten voor de kinderen § 3.4 Speciale voorzieningen in het schoolgebouw § 3.5 Overblijfmogelijkheden § 3.6 Sponsoring Hoofdstuk 4 ‘De zorg voor de kinderen’ § 4.1 Passend onderwijs § 4.2 Ondersteuning voor kinderen met extra onderwijsbehoeften § 4.3 Bovenschoolse zorg § 4.4 Intern begeleider § 4.5 Leerlingvolgsysteem § 4.6 Leerlinggebonden financiering § 4.7 Zorg voor het jonge kind § 4.8 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs § 4.9 Zorg voor de relatie school en omgeving Hoofdstuk 5 ‘De leraren’ § 5.1 Inzetbaarheid leerkrachten § 5.2 Taakbeleid § 5.3 Stagiaires § 5.4 Scholing Hoofdstuk 6 ‘De ouders’ § 6.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders § 6.2 Informatievoorziening § 6.3 Inspraak: medezeggenschapsraad en ouderraad Hoofdstuk 7 ‘Protocollen” § 7.1 Klachtenprocedure § 7.2 Vrijstelling van onderwijs § 7.3 Leerplichtprotocol en verlofaanvragen § 7.4 Toelating, weigering, time-out, schorsing en verwijdering § 7.5 Rouwprotocol § 7.6 Privacy protocol § 7.7 Gedragscode Hoofdstuk 8 ‘De resultaten van het onderwijs § 8.1 Cijfers over specifieke zorg § 8.2 Cito eindtoets groep 8 § 8.3 Onderwijsinspectie Hoofdstuk 9 ‘Regeling school- en vakantietijden’ § 9.1 Schooltijden § 9.2 Regels voor aanvang en einde schooltijd § 9.3 Regels in geval van schoolverzuim § 9.4 Vakanties en vrije dagen § 9.5 Extra activiteiten Hoofdstuk 10 ‘Bestuurlijke aansturing’ schoolgids 2016-2017 2 Beste ouders, Goed geïnformeerd zijn en blijven is voor u als ouder niet alleen in uw eigen belang, maar ook in het belang van uw kind. Deze schoolgids wil u hierbij tot hulp zijn. In deze schoolgids zijn allerlei zaken vermeld die met de dagelijkse gang van zaken op school te maken hebben. Er wordt ingegaan op onderwerpen als de manier van onderwijs geven, de zorg voor de kinderen, de relatie tussen ouders en de school en ook op de resultaten van de school. Geprobeerd is om die informatie zo direct en duidelijk mogelijk te houden. Als er nog vragen zijn, dan is het altijd mogelijk om even langs te komen of te bellen. Met vriendelijke groeten, Het team van ’t Vogelnest, Henny Verschoor, directeur schoolgids 2016-2017 3 Hoofdstuk 1 ‘De school’ § 1.1 Richting Onze school is een katholieke school. Dat betekent dat wij uitgaan van de katholieke beginselen om onze identiteit vorm te geven. Onder die katholieke beginselen verstaan we o.a.: Willen werken aan de opdracht dat alle mensen gelijk zijn en dat niemand mag worden uitgesloten en willen leven naar het voorbeeld van Jezus. In de praktijk betekent dit, dat we: ° catechese op het lesrooster hebben ° aandacht besteden aan respectvol met elkaar omgaan, ongeacht afkomst, ras of geloof ° vertellen dat we geen kinderen mogen buitensluiten, niet mogen pesten en ieder in zijn waarde moeten laten § 1.2 Directie en personeel Directeur: dhr. Henny Verschoor Leerkrachten: Mevr. Mieke Brusselaers ( leerkracht groep 3/4/5) Mevr. Lia Roelans - de Rijcke ( leerkracht groep 6/7/8 en intern begeleider ) Mevr. Addy de Vos - Bruinooge ( leerkracht groep 1/2 ) Mevr. Moniek Knoops - Brooijmans (leerkracht groep 3/4/5) Mevr. Petra de Clippelaar - de Rechter ( leerkracht groep 6/7/8 ) Mevr. Mariska Navarro (leerkracht groep 6/7/8) Dhr. Edy de Witte ( vakleerkracht gymnastiek ) § 1.3 Situering van de school ’t Vogelnest ligt in het rustige dorpje Hengstdijk in Oost Zeeuws-Vlaanderen. Alle groepen zitten in het prachtige nieuwe schoolgebouw aan de Hengstdijkse Kerkstraat 15a. Voor het vak gymnastiek wordt uitgeweken naar de gymzaal ( De Schuur ). § 1.4 Schoolgrootte en leerlingpopulatie Aantal leerlingen : Aantal leerkrachten ( incl. directie ) : 31 8 De leerlingen die de school bezoeken komen voor het grootste gedeelte uit het dorp zelf. Een aantal is ook afkomstig uit de polders in de directe omgeving. Op school zijn ook kinderen met een Poolse achtergrond. De school heeft ook kinderen uit omliggende dorpen, waarvan de ouders bewust gekozen hebben voor een kleinere basisschool. schoolgids 2016-2017 4 Hoofdstuk 2 ‘Waar staat de school voor ?’ § 2.1 Missie, uitgangspunten en prioriteiten Onze voornaamste uitgangspunten zijn: ° Er wordt onderwijs aangeboden dat rekening houdt met de individuele capaciteiten van het kind. Dit onderwijs is handelingsgericht met effectieve instructie en effectieve lestijd. Daarnaast is het s om te komen tot een goede aansluiting met het voortgezet onderwijs ° Er heerst op school een zodanig pedagogisch klimaat, waardoor ieder kind zich geborgen en veilig voelt. ° Kinderen leren aanvaarden dat iedereen recht heeft op zijn eigen cultuur. Ook leren ze respect te tonen voor elkaar, de omgeving en andermans spullen. ° De actualiteit is terug te vinden in de lessen. De gebruikte methoden en materialen zijn eigentijds. ICT speelt een grote rol in het onderwijs. ° Leerkrachten scholen zich voortdurend bij om zich te kunnen aanpassen aan de verschillen tussen de leerlingen en de veranderde pedagogische en didactische inzichten. Zo kunnen ook kinderen met problemen adequaat geholpen worden. ° Een schoolorganisatie kan niet zonder regels. Deze regels worden consequent uitgevoerd. Dit schept duidelijkheid voor de kinderen. Met duidelijkheid is ieder kind gebaat. Tevens wordt gestreefd naar een optimaal contact met ouders. § 2.2 Het klimaat van de school Het is heel belangrijk dat kinderen zich veilig en geborgen voelen, dan kunnen ze zich namelijk beter ontwikkelen. Er wordt aandacht besteed aan de individuele verschillen van kinderen. Er heerst op school een open sfeer, omdat het prettig is om daarin in te werken. De contacten tussen ouders en school zijn voor kind en ouders van erg groot belang. Vandaar dat de leerkrachten hier veel aandacht aan schenken. We hebben op school de volgende oudercontacten: A) B) C) schriftelijke contacten mondelinge contacten ouderhulp A) Schriftelijke contacten 1) 2) 3) B) Rapporten: Wij verzorgen driemaal per jaar een rapportage over de prestaties van de kinderen in groep 3 t/m 8. Ouderinfo’s: Deze info’s komen elke twee weken uit en worden digitaal doorgestuurd. Ouderbrieven ( o.a. opgave ouderavonden, schoolkamp e.d. ) Mondelinge contacten 1) 2) 3) 4) Rapportavonden: gedurende 15 minuten worden de schoolvorderingen van de leerlingen besproken met de groepsleerkracht. Tevens worden deze gesprekken benut om ouders te laten vertellen over hun kind( eren ). Informele gesprekken: als ouders of leerkrachten het nodig vinden elkaar te spreken over een kind, dan kunnen ze daarvoor altijd een afspraak maken. Vanzelfsprekend kan iedere ouder met vragen langskomen. Contact met de directeur: dit kan met en zonder afspraak. schoolgids 2016-2017 5 C) Ouderhulp In het begin van het schooljaar krijgen de kinderen een ‘ouderhulpformulier’ mee naar huis. Op dit formulier staan de werkzaamheden vermeld die gedaan moeten worden op onze school en waarbij wij hulp van de ouders willen. Zo kan elke ouder zelf aangeven bij welke werkzaamheden hij/zij gevraagd kan worden. Tijdens ondersteunende werkzaamheden zijn de ouders WA verzekerd. Bij werkzaamheden worden de regels van de school in acht genomen en blijft de verantwoording bij de leerkracht. Hoofdstuk 3 ‘De organisatie van het onderwijs’ § 3.1 De organisatie van de school Basisschool ’t Vogelnest valt onder het bestuur van onderwijsgroep Perspecto. Basisschool ’t Vogelnest is een brede school met een leerstofjaarklassensysteem. Binnen de jaargroepen krijgen de leerlingen zoveel mogelijk onderwijs dat aan hun ontwikkelingsniveau is aangepast. Handelingsgericht werken, effectieve instructie en effectieve leertijd zijn hierbij speerpunten. Wij richten ons ook op kinderen die op andere scholen vastlopen vanwege de grootte van de school of klas. Hiervoor is het schoolconcept ‘De Kleine Reus” opgesteld. De groepsindeling aan het begin van het schooljaar 2016-2017 is als volgt: groep 1-2 groep 3-4-5 groep 6-7-8 Drie middagen per week werken we met twee groepen ( groep 1-4 en groep 5-8 ). Het lesprogramma wordt hierbij aangepast. Op dinsdagmiddag verzorgt de vakleerkracht gymnastiek de gymlessen voor alle groepen. In principe blijven leerlingen niet zitten. Alleen als de leerling op een heleboel gebieden uitvalt, dan is de mogelijkheid aanwezig dat er gedoubleerd wordt. Leerlingen met leermoeilijkheden komen in de zorgroute terecht en daarbij wordt een hulptraject uitgezet. Hierbij worden de ouders uitgebreid over ingelicht. Op onze school wordt de zorg gecoördineerd door juffrouw Lia Roelans. Zij is de intern begeleider. § 3.2 Rechten en plichten ouders en verzorgers, leerlingen en bevoegd gezag Wanneer mag uw kind naar school? Alle 4-jarigen mogen naar de basisschool toe. Ouders moeten zelf hun kind aanmelden. Er wordt dan een afspraak gemaakt voor een kennismakingsgesprek met de directeur. In dit gesprek wordt uitgebreid informatie gegeven over de school en het onderwijs. Ook is er een kennismaking met de groepsleerkracht. Voordat kinderen vier jaar zijn worden een aantal kijkdagen afgesproken. Dit aantal varieert naar gelang de wens van de ouders en de school. In overleg worden hierover afspraken gemaakt. Voor de toelating van leerlingen zijn er de volgende formele voorwaarden: - de ouders stemmen in met, of respecteren, de grondslag van de katholieke identiteit. - zij hebben er geen bezwaar tegen dat de kinderen ook de levensbeschouwelijke lessen volgen. - de ouders stemmen in met de rechten en plichten, die in de schoolgids staan vermeld. Verder mag de leerling niet op twee scholen als leerling zijn ingeschreven en vindt toelating van kinderen uit het speciaal onderwijs pas plaats na toestemming van het bestuur of instelling uit het speciaal onderwijs. Na de definitieve inschrijving van een kind, dat al eerder een Nederlandse basisschool bezocht, zal contact opgenomen worden met de vorige school. Deze school zal tevens een onderwijskundig rapport doorsturen. schoolgids 2016-2017 6 § 3.3 De activiteiten voor de kinderen Het - lessenprogramma voor groep 1 en 2 bevat onderstaande onderdelen: taalactiviteiten rekenactiviteiten muziek activiteiten voor de lichamelijke en motorische ontwikkeling (o.a. schrijven zonder pen) activiteiten voor de creatieve ontwikkeling activiteiten voor verkeer en sociale redzaamheid activiteiten rondom gezondheidszorg en hygiëne bewegingsonderwijs catechese Het lessenprogramma voor groep 3 t/m 8 bestaat uit: Rekenen, taal, lezen, schrijven, catechese, natuur, muziek, expressie, bewegingsonderwijs, aardrijkskunde ( gr. 5/8), geschiedenis ( gr. 5/8 ), verkeer en Engels ( gr. 7/8 ). Gebruikte methodieken Rekenen: Taal: Lezen: Schrijven: Aardrijkskunde: Geschiedenis: Natuur: Natuur: Verkeer: Catechese: Engels: Techniek: Expressie: Lichamelijke Opvoeding: Wereld in Getallen Taal in Beeld Spelling in Beeld Veilig Leren Lezen ( groep 3 ) Estafette ( vanaf midden groep 3 ) Tekst verwerken ( vanaf groep 4 ) Schrijftaal Geobas Tijdzaken De Buitendienst ( groep 5 t/m 8 ) Wijzer ( groep 1 t/m 4 ) Stoepie/Claxon Trefwoord digitaal Take it Easy Ontdekkasteel Moet je Doen Zeeuwse Methode Bewegingsonderwijs § 3.3.1 Burgerschap: wat doet onze school hieraan? Onze school is vanuit onze eigen identiteit, bij uitstek de plek waar elke leerling kennismaakt met de verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Maatschappelijke ontwikkelingen als individualisering en een multiculturele samenleving vragen dat scholen actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen. Wij verstaan onder actief burgerschap: het kunnen en willen deelnemen aan de samenleving. Burgerschap gaat in onze visie over diversiteit, acceptatie en tolerantie. Het vraagt ook reflectie op het eigen handelen van de kinderen, een respectvolle houding en een bijdrage aan de zorg voor je omgeving. In ons onderwijs komt dit niet als een apart vak terug maar besteden we de hele week door aandacht aan deze visie. Het is een geïntegreerde visie die zowel bij de kennisgebieden als aardrijkskunde, geschiedenis of natuur wordt uitgewerkt, maar ook wordt toegepast in de lessen bewegingsonderwijs, spel, buitenspelen, drama, enzovoorts. Dit alles in relatie met elkaar en vanuit onze eigen identiteit. Burgerschap in de wet: het onderwijs gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving het onderwijs is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie het onderwijs is er mede gericht op dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten. Wij richten ons in ons beleid op onze school op de volgende kerndoelen van het onderwijs: De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. - De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. schoolgids 2016-2017 7 - De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger. Leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen en ze leren respect op te brengen voor verschillen in opvattingen. De leerlingen leren met zorg omgaan met het milieu. De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen zoals aanwezig in ons cultureel erfgoed. De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis. De leerling leert over zorg en leert zorgen voor zichzelf, anderen en zijn omgeving, en hoe hij de veiligheid van zichzelf en anderen in verschillende leefsituaties (wonen, leren, werken, uitgaan, verkeer) positief kan beïnvloeden. De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen en daarbij respectvol met kritiek om te gaan. De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen. De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel. De leerling leert historische bronnen te gebruiken en hij leert daarbij de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken. De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen en leert de betekenis voor de samenleving te zien vanuit respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen. De leerling leert op hoofdlijnen hoe het Nederlandse politiek bestel als democratie functioneert en leert zien hoe mensen op verschillende manieren bij politieke processen betrokken kunnen zijn. De leerling leert de betekenis van Europese samenwerking en de Europese Unie te begrijpen voor zichzelf, Nederland en de wereld. De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond en leert daarbij de onderlinge afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien. De onderwijsinspectie heeft burgerschapsvorming in haar toezicht opgenomen. In hoofdlijnen kijkt de inspectie naar de volgende punten: De school heeft een visie op burgerschap en integratie en geeft daar planmatig invulling aan. De school verantwoordt deze visie en de wijze waarop ze daar invulling aan geeft. De school evalueert of de voor burgerschap en integratie beoogde doelen worden gerealiseerd. De school schenkt aandacht aan bevordering van sociale competenties. De school bevordert basiswaarden en kennis, houdingen en vaardigheden voor participatie in de democratische rechtsstaat. De school stemt het aanbod mede af op risico’s en ongewenste opvattingen, houdingen en gedragingen van leerlingen rond burgerschap en integratie. Openheid en betrokkenheid naar de samenleving en de diversiteit die daarin aanwezig is: de school schenkt aandacht aan de samenleving en de diversiteit daarin, en bevordert deelname aan en betrokkenheid bij de samenleving. De school brengt burgerschap en integratie ook zelf in de praktijk (school als ‘oefenplaats’). Op de volgende manieren brengen wij actief burgerschap op school in praktijk: lesmaterialen van methodes zaakvakken, waarbij kinderen in aanraking worden gebracht met andere culturen, leefwijzen en godsdiensten aansluiten op de actualiteit in klassen- en kringgesprekken het volgen van programma’s van de school tv of via internet praktisch verkeersonderwijs milieueducatie ( meedoen aan verschillende projecten en leerlingen inschakelen bij schoonhouden van school en omgeving ) pedagogisch klimaat op school krijgt veel aandacht sociaal-emotionele ontwikkeling d.m.v. SOEMO betrokkenheid van ouders zo optimaal mogelijk maken § 3.4 Speciale voorzieningen in het schoolgebouw Gebruik van de verschillende ruimten: De school is een nieuw gebouwde school. In juni 2010 is het gebouw in gebruik genomen. schoolgids 2016-2017 8 De school bestaat uit drie groepslokalen voor onder-, midden- en bovenbouw. Er is een ruime leerkrachtenkamer en een aparte directiekamer. Ook beschikt de school over een prachtige gemeenschapsruimte en is er een ruimte tussen twee lokalen die gebruikt wordt als schoolbibliotheek. Een zolder dient als extra berging. Tevens is een lokaal voor de peuterspeelzaal ingericht. Rond de school is een ruim plein met verschillende speelvoorzieningen. Ook is er een aparte kleuterberging en een fietsenstalling. § 3.5 Overblijfmogelijkheden Er bestaat een mogelijkheid om tussen de middag op school te eten. De leerlingen nemen van thuis hun lunchpakket en hun drinken mee. Kinderen kunnen ook thee krijgen. De leiding berust bij volwassen mensen die volgens vaste regels met de kinderen omgaan. Voor het overblijven wordt een bijdrage gevraagd. De bijdrage voor kinderen die altijd overblijven bedraagt € 80,00 per kind per jaar. Kinderen die af en toe overblijven kunnen voor € 12,50 een strippenkaart kopen voor 10 keer overblijven. Een strippenkaart blijft altijd geldig. Incidenteel een keer overblijven kost € 1,50. Bij het verlaten van de school worden de strippen die niet gebruikt zijn terug betaald. § 3.5 Sponsoring Sponsoring wil zeggen dat de school, de leerkrachten, de ouders of de kinderen diensten, goederen of geld krijgen van derden, waarvoor e en tegenprestatie moet worden verleend. Wat betreft de sponsoring voert de school een beleid dat overeenstemt met de overeenkomst over sponsoring, die gesloten is tussen het ministerie en de onderwijs- en ouderorganisaties. Elke vorm van sponsoring zal in de overlegorganen van de school worden besproken en daarbij hebben ouders via de medezeggenschapsraad inspraak. Hoofdstuk 4 ‘De zorg voor kinderen’ § 4.1 Passend onderwijs Alle kinderen verdienen een zo passend mogelijke plek in het onderwijs. Onderwijs dat leerlingen uitdaagt, dat uitgaat van hun mogelijkheden en rekening houdt met hun beperking. Kinderen gaan, als het kan, naar het regulier onderwijs. Zo worden ze zo goed mogelijk voorbereid op een vervolgopleiding en op een plek in de samenleving. Het speciaal onderwijs blijft bestaan voor kinderen die daar het best op hun plek zijn. Scholen hebben zorgplicht. Dat geldt dus ook voor onze school. Dat betekent dat wij ervoor verantwoordelijk zijn om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een passende plek te bieden. Het gaat daarbij om leerlingen die bij ons worden aangemeld en leerlingen die al op school zitten. Wij zoeken in overleg met de ouders een passende plek. Op onze eigen school of, als de school niet de juiste begeleiding kan bieden, op een andere reguliere of speciale school. In het schoolondersteuningsprofiel hebben we vastgelegd welke ondersteuning wij kunnen bieden. Procedure: Ouders melden hun kind aan bij onze school. Wij doen vervolgens een zo passend mogelijk aanbod op onze eigen, een andere reguliere of een speciale school. Na aanmelding heeft de school 6 weken de tijd om te beslissen over de toelating van de leerling. Deze periode kan eenmaal met 4 weken worden verlengd. De school onderzoekt eerst of ze de leerling zelf de extra onderwijsondersteuning kan bieden, eventueel met extra ondersteuning vanuit het (voortgezet) speciaal onderwijs of van het samenwerkingsverband. Soms heeft de school meer informatie nodig om dit goed te beoordelen. Wij kunnen daarvoor om extra informatie vragen bij de ouders. Kunnen wij zelf geen passende onderwijsplek bieden, dan regelen wij een passende plek op een andere reguliere of speciale school. Dat gebeurt in overleg met de ouders. § 4.1.1 De normale gang van zaken Binnen onze school is handelingsgericht werken het uitgangspunt. We sluiten zo optimaal mogelijk aan bij de onderwijsbehoefte van kinderen. We werken naast klassikale instructie ook met kleine groepsinstructie. Als blijkt dat kinderen extra individuele instructie nodig hebben, wordt die gegeven als de andere kinderen aan het werk schoolgids 2016-2017 9 zijn. Het sterkst komt dit naar voor bij spelling, taal en rekenen. Bij technisch lezen werken we groepsdoorbrekend met niveaugroepen, waarbij de instructie aansluit bij het niveau van de leerling. Om groepsplannen zo goed mogelijk op te stellen, is het belangrijk dat de leerkracht, in overleg met de IB-er, de onderwijsleersituatie aan kan passen m.b.v. voldoende gegevens van de leerling, van de omgeving (de school en thuis) en vanuit de reflectie op het eigen leerkrachtgedrag. In de groepsplannen worden, vanwege onderwijsplanning en klassenmanagement, kinderen met gelijke onderwijsbehoeften geclusterd. De leerkracht is verantwoordelijk voor de voortgang. De leerkracht observeert, neemt regelmatig toetsen af en stelt de plannen op. De IB-er coacht, begeleidt en bewaakt de processen en toetsresultaten. Drie maal per jaar vinden er leerlingbesprekingen plaats, waarin we de groepsoverzichten en de toetsresultaten gebruiken om de leerlingen te bespreken en de ontwikkeling van de hele jaargroep volgen. Daarnaast worden er ook kinderen besproken met mensen uit de bovenschoolse zorg of met andere dienstverleners. Ouders worden hier altijd over geïnformeerd. § 4.1.2 Maatregelen t.b.v. leerlingen en zorgleerlingen We streven ernaar dat de kinderen onderwijs krijgen op de vertrouwde basisschool. Daarnaast is het schoolbeleid erop gericht om zo min mogelijk leerlingen te verwijzen naar het speciaal basisonderwijs. Hieronder is een overzicht van de maatregelen, die genomen worden om deze doelstelling te bereiken. Op groepsniveau houdt de groepsleerkracht de vorderingen van de leerlingen bij op de bij de methode of werkwijze behorende registratie- en observatieformulieren Op schoolniveau kennen we de leerlingbespreking. Tijdens deze bespreking worden leerlingen door de groepsleerkracht ingebracht waarvoor nadere bespreking noodzakelijk is. Daarnaast is vastgelegd dat we voor elk rapport en na de CITO toetsen de resultaten in het team bespreken. In beide besprekingen proberen we de aard van het probleem vast te stellen en daarbij de nodige maatregelen te treffen zoals: - extra aandacht van de leerkracht een handelingsplan ( binnen het groepsplan ) hulpvraag aan externe deskundige Van alle leerlingen en niet alleen waaraan planmatig speciale zorg wordt gegeven, wordt een dossier aangemaakt. In dit dossier staan: - persoonlijke gegevens. - verzamelde gegevens (oudergesprekken, afspraken instanties, onderzoeksgegevens, toetsresultaten) - handelingsplannen - overzicht besluiten - informatie en correspondentie van mensen en instanties die met het kind werken. Als uiteindelijk blijkt, dat het toch niet mogelijk is dat we een leerling op onze school de nodige zorg kunnen geven, dan wordt een kind aangemeld bij het ZAT of bij het CvO van cluster 1 of 2. Het leerlingdossier Het leerlingdossier is een dossier dat een school bijhoudt over een kind. Het leerlingdossier bestaat uit de leerlingadministratie, een onderwijskundig rapport en soms ook een psychologisch rapport. De leerlingadministratie bevat gegevens over verzuim, in- en uitschrijving en specifieke gegevens van leerlingen. Het onderwijskundig rapport geeft inzicht in de resultaten van een leerling, zijn houding, het schooladvies en eventuele aandachtspunten. De precieze invulling van het rapport is niet wettelijk vastgelegd. Wanneer een kind heeft deelgenomen aan een bepaald onderzoek, dan worden de resultaten hiervan bij het leerlingdossier gevoegd. De bewaartermijnen De twee componenten van het leerlingdossier hebben eigen bewaartermijnen. De leerlingadministratie moet vijf jaar, na uitschrijving, worden bewaard. Onderwijskundige en psychologische rapporten dienen te worden vernietigd binnen twee jaar nadat een leerling van school is. Het inzagerecht van ouders Ouders hebben als wettelijk vertegenwoordiger van hun kind recht op inzage in het leerlingdossier. Ouders kunnen een afspraak met de school maken om het dossier in te zien. Hierbij is altijd iemand van de school aanwezig in verband met de privacy van anderen. Ouders mogen een kopie maken van het dossier en onjuiste schoolgids 2016-2017 10 informatie laten verbeteren of verwijderen. Ouders ontvangen een afschrift van het onderwijskundig rapport wanneer hun kind naar het voorgezet onderwijs of naar een andere school voor ( speciaal ) basisonderwijs gaat. Inzage door derden In enkele gevallen is de school verplicht om gegevens uit het leerlingdossier aan derden te geven. Dit is bijvoorbeeld het geval bij: de aanvraag van een leerlinggebonden budget; de plaatsing van de leerling op een school voor speciaal onderwijs; de overgang naar een andere school; Voor de overige gevallen moeten de ouders eerst toestemming geven voordat derden gegevens uit het leerlingdossier van hun kind mogen inzien. § 4.2 Ondersteuning voor kinderen met extra onderwijsbehoeften Met ingang van 2014 is onderwijsgroep Perspectoj een onderdeel van Passsend Primair Onderwijs Zeeuws Vlaanderen (PPOZV). Alle scholen voor het primair onderwijs binnen Zeeuws-Vlaanderen stellen een schoolondersteuningsprofiel samen waarin ze aangeven wat de mogelijkheden zijn die ze kunnen bieden. De belangrijkste kenmerken van PPOZV zijn: Het ‘kindnabij’ bieden van ondersteuning; Een dekkend ondersteuningsaanbod voor alle kinderen in de regio; Flexibele inzet van expertise en voorzieningen; Ondersteuning is een integraal onderdeel van het totale zorg- en ondersteuningssysteem rond school en gezin. Wanneer de resultaten van de kinderen opvallend zijn, wordt er actie ondernomen. Dit kan zijn binnen een groepsplan of binnen een individueel handelingsplan. De leerkracht stelt samen met de IB-er een programma op om tegemoet te komen aan de speciale onderwijsbehoeften van dat bepaalde kind. De betreffende ouders worden tijdig geïnformeerd en op de hoogte gehouden. Hierbij worden de onderstaande zorgniveaus doorlopen: Niveau 1: Handelingsgericht werken in de groep Op groepsniveau staat de cyclus handelingsgericht werken (HGW) centraal. Deze cyclus bestaat uit 6 stappen die de leerkracht, in samenwerking met de IB-er meerdere malen per jaar uitvoert: Verzamelen van gegevens van leerlingen in een groepsoverzicht en het op basis hiervan evalueren van het vorig groepsplan Preventief en proactief signaleren van leerlingen die de komende periode extra aandacht nodig hebben Benoemen van de onderwijsbehoeften van de leerlingen, met in het bijzonder aandacht voor de leerlingen die bij stap 2 gesignaleerd zijn Clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften zodat zij met en van elkaar leren Opstellen van een groepsplan Uitvoeren van het groepsplan. Niveau 2: Intern handelen schoolniveau Groepsbespreking: In het intern handelen, past de periodieke groepsbespreking. Onderwerp van de groepsbespreking is: Evaluatie vorig groepsplan Bespreken stap 1,2 en 3 uit de cyclus HGW Bespreken clustering van leerlingen Verzamelen praktische handvatten voor het opstellen van een nieuw groepsplan Afspraken maken over de begeleiding van leerkrachten Aanmelden van leerlingen voor de leerlingbespreking Het is heel belangrijk dat ouders op alle momenten van de specifieke zorg op de hoogte zijn van de stand van zaken. Daarom worden de ouders regelmatig op de hoogte gesteld. Zodra de zorg een handelingsplan vereist of zodra er externe instanties moeten worden ingeschakeld zal er een schriftelijke toestemming van de ouders worden gevraagd. Leerlingbespreking: Een volgende stap in het intern handelen kan de leerlingbespreking zijn. Een leerlingbespreking kan een gevolg zijn van de groepsbespreking, maar het is ook mogelijk dat de zorgvraag zo evident is dat buiten de gewone schoolgids 2016-2017 11 cyclus van zorg moet worden gestapt. Ouders worden nauw betrokken bij de stappen voor en na de leerlingbespreking. Consultatie: Scholen kunnen rechtstreeks een beroep doen op consultatie van deskundigen vanuit Bovenschoolse Zorg Perspecto (PAB-er, gespecialiseerde RT-ers, logopedisten, psychologen en (ortho)pedagoog van de eigen organisatie, SMW). Consultatie is snel en kortdurend. Zorgteam: De verantwoordelijkheid voor de organisatie van het intern handelen op schoolniveau ligt in de nieuwe organisatie bij het zorgteam van de school. Het zorgteam bestaat uit de IB-er en de directeur. Kwaliteitskring: Het intern handelen op schoolniveau is mede bepalend voor de kwaliteit van ons onderwijs. De intern begeleider neemt een belangrijke plaats in bij het realiseren van de brede zorg op school en in het samenwerkingsverband. Dat brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Onze IB-er participeert mede daarom in de kwaliteitskring van onderwijsgroep Perspecto. In het functioneren van de kwaliteitskring in het algemeen en die van de IB-er in het bijzonder wordt voortdurend naar afstemming gezocht waarbij rekening wordt gehouden met de verschillen in aanleg van leerlingen en handelingsgericht indiceren op alle Persperctoscholen. Het streven naar afstemming is een proces dat continu in ontwikkeling is. Niveau 3: Extern handelen (Bovenschoolse Zorg Perspecto) Binnen onderwijsgroep Perspecto is in de bovenschoolse zorg gekozen voor aanvullende zorg vanuit de eigen organisatie. Het zorgteam van elke school is verantwoordelijk voor het aanvragen van bovenschoolse zorg. Deze verloopt via aanmelding bij het ZAT( zorg advies team ). Niveau 4: Externe zorg d.m.v. verwijzing Indien de school, in samenspraak met de ouders, tot de conclusie komt dat de zorgbreedte van de school niet toereikend is en er geen passend onderwijsarrangement geboden kan worden, kan een leerling verwezen worden naar externe zorg in de vorm van SO of SBao. Externe zorg kan ook geboden worden door verwijzing naar een externe zorg verlenende instantie zoals bijvoorbeeld BJZ, Emergis of andere instantie opgenomen op de sociale kaart van Zeeuws-Vlaanderen. § 4.2.1 Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften Wanneer blijkt dat een kind echt niet geholpen kan worden op onze school, nadat er allerlei maatregelen zijn genomen, zoeken we hulp bij verschillende deskundigen. We schakelen dan, via de Bovenschoolse Zorg Perspecto, externe hulp in. Deze zal veelal nader onderzoek doen en adviezen geven om het kind op onze school te helpen. Daarnaast kunnen we ook, na bespreking in en goedkeuring van het ZAT op deskundigen uit het speciaal onderwijs een beroep doen. Dit ZAT is een samenwerkingsverband tussen de basisscholen en de scholen voor speciaal onderwijs. Met hulp van het speciaal onderwijs trachten we dan om het kind zo veel mogelijk in de eigen omgeving, op te vangen. Het komt echter voor dat leerlingen zulke specifieke behoeften hebben, dat zij aangewezen zijn op een vorm van speciaal onderwijs. Door de wet is voorgeschreven dat een leerling niet zo maar naar het speciaal onderwijs kan worden doorverwezen. De basisschool zal eerst moeten aantonen wat er al aan het probleem is gedaan. Een onafhankelijke commissie, de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg), bepaalt dan of de leerling naar een school voor speciaal onderwijs kan. Dit vindt altijd plaats in overleg met de ouders. Zij moeten de uiteindelijke toestemming geven. § 4.3 Bovenschoolse zorg Perspecto Soms maken leerkrachten en/of ouders zich zorgen over de ontwikkeling van een kind. Dan blijkt bijvoorbeeld dat een kind ergens moeite mee heeft. Dat kan zijn met rekenen of taal, met concentratie, maar ook met samen spelen of samenwerken. De leerkracht overlegt dan met de ouders en met de intern begeleider over welke hulp gewenst is en samen worden dan stappen ondernomen om het kind die hulp of extra aandacht te bieden die het nodig heeft. Soms heeft de school zelf niet voldoende mogelijkheden om de situatie van een kind echt te verbeteren. De school kan dan samen met ouders besluiten om een kind aan te melden bij het ZAT. In het ZAT werken verschillende deskundigen samen. Het team bestaat uit een jeugdarts, een (school)maatschappelijk werker, een orthopedagoog of psycholoog, een preventief ambulant begeleider en enkele intern begeleiders van Perspecto. Het ZAT kan ouders en school adviseren over mogelijke oplossingen en de beste hulp voor het kind. Binnen de Bovenschoolse Zorg van Perspecto zijn er brede mogelijkheden voor schoolgids 2016-2017 12 extra hulp. Eveneens kan de schoolmaatschappelijk werker de hulpvraag bespreken in het overleg van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Hierin zijn hulpverlenende instanties gebundeld om per hulpvraag te bepalen welke zorg er buiten de zorg op school gewenst is. Dit CJG kunnen ouders ook altijd op eigen initiatief benaderen voor vrijblijvend advies. Hoe werkt het ZAT? Ouders en school besluiten samen om een kind aan te melden voor het ZAT en de ouders geven hiervoor schriftelijke toestemming. De intern begeleider vult de aanmeldingsformulieren in waarop alle informatie die nodig is om een goed overleg te kunnen voeren is vermeld. Het ZAT bespreekt de situatie van het kind. Alle aangeleverde informatie wordt strikt vertrouwelijk behandeld. Het ZAT zoekt samen met een vertegenwoordiger van de school naar oplossingen en geeft een advies over de benodigde hulp. Het advies wordt met de ouders besproken, vervolgens wordt de benodigde hulp in gang gezet en uitgevoerd. Aan de hulp van het ZAT zijn geen kosten verbonden. § 4.4 De IB-er ( intern begeleider) De belangrijkste taken van de intern begeleider zijn: overzicht houden op de zorgleerlingen bewaken zorgroute organiseren leerlingbespreking leiden leerlingbespreking dossiers aanleggen en onderhouden contacten externe deskundigen contacten met ouders coördinatie toetsrooster landelijk genormeerde toetsen ondersteunen en coachen leerkrachten individuele hulp aan leerlingen § 4.5 Leerlingvolgsysteem Om de ontwikkeling van de kinderen goed te kunnen volgen en registreren, maken we gebruik van het leerlingvolgsysteem Parnassys. Dit is een landelijk genormeerd leerlingvolgsysteem en geeft ons zicht op: hoe het kind zich individueel ontwikkelt (observaties en methodetoetsen) hoe het kind zich binnen de groep ontwikkelt hoe het kind zich ten opzichte van leeftijdsgenoten in het land ontwikkelt (CITO). We hanteren een toetskalender waarin niet-methodegebonden toetsen staan gepland. Enkele keren per jaar worden voor de verschillende vakgebieden deze zgn. landelijk genormeerde toetsen afgenomen, die een beeld geven van hoe onze leerlingen scoren t.o.v. andere leerlingen in Nederland. De onderstaande toetsen worden op verschillende momenten afgenomen. De uitslagen worden daarna geanalyseerd en indien nodig wordt actie ondernomen. In de toetskalender staan de momenten van afname gedurende het schooljaar. Daarnaast worden er ook methodegebonden toetsen afgenomen. De landelijk genormeerde toetsen die gebruikt worden zijn: Groep 2: Rekenen voor kleuters Taal voor kleuters Groep 3-4-5: Spelling Begrijpend lezen (4-5) Rekenen en Wiskunde Technisch lezen: AVI en DMT Woordenschat Groep 6-7-8: Spelling Begrijpend lezen Rekenen en Wiskunde Technisch lezen: AVI en DMT Woordenschat Entreetoets (7) Eindtoets Cito (8) schoolgids 2016-2017 13 Groep 8 maakt de Cito-eindtoets. Deze toets geeft een indruk van de capaciteiten van de leerling. De toetsuitslag is niet meer bepalend om tot een advies te komen voor de keuze van het voortgezet onderwijs. De ontwikkeling van de kinderen van groep 1 en 2 wordt ook gevolgd met de KIJK-registratie, waarbinnen de verschillende ontwikkelingsgebieden aan bod komen. Om de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind in beeld te brengen, maken we gebruik van “KIJK op sociale competenties”. Hierbij worden door leerkrachten en vanaf groep 5, ook door leerlingen op de computer vragenlijsten ingevuld. Door deze gegevens bij elkaar te brengen en te vergelijken met het beeld dat de groepsleerkracht uit eigen observatie gevormd heeft, ontstaat een beeld van de ontwikkeling op sociaalemotioneel gebied en kunnen er mogelijk acties ondernomen worden. § 4.6 Leerlinggebonden financiering Op basis van de wettelijke regeling leerlinggebonden financiering kunnen leerlingen met een beperking in het basisonderwijs onderwijs blijven volgen of er geplaatst worden. Hiervoor worden gelden ter beschikking gesteld. M.i.v. augustus 2014 geldt dit alleen nog voor REC 1 en 2 ( visueel en gehoor ). Hieronder staat de procedure. Voor leerlingen met andere problemen geldt dit niet meer. Voor deze kinderen is er passend onderwijs. De uitleg hierover is te vinden in § 4.6.4. § 4.6.1 Inleiding De bevordering van de emancipatie van en de integratie van mensen met een beperking vormt een belangrijke doelstelling van de rijksoverheid. Dat beleid geldt ook voor het onderwijs. Ook het onderwijs volgt de maatschappelijk trend van integratie. Weer Samen Naar School is de eerste stap geweest om kinderen met speciale onderwijsbehoeften zo veel mogelijk onderwijs te laten volgen in de school in de buurt. Steeds meer ouders wensen dat hun kind zoveel mogelijk in de eigen omgeving opgroeit en dat het in die omgeving ook onderwijs volgt. Met ingang van 1 augustus 2003 is de wet “Regeling leerlinggebonden financiering” ( LGF-wet) van kracht. Deze wet heeft drie hoofddoelstellingen: het invoeren van leerlinggebonden financiering. Ouders kunnen kiezen of hun kind (bij een indicatiestelling) naar het regulier onderwijs of naar het speciaal onderwijs gaat het werken met onafhankelijke criteria. Een commissie van indicatiestelling (CVI) bepaalt aan de hand van landelijke criteria of een kind in aanmerking komt voor leerlinggebonden financiering het tot stand komen van Regionale Expertise Centra (REC’S). De deskundigheid van de speciale scholen wordt hierbij geborgd en vanuit de REC is ambulante hulp beschikbaar voor de school die onderwijs verzorgt aan een leerling met een leerling gebonden financiering. § 4.6.2 Het beleid van onze school Het beleid van onze school is gericht op onderwijs aan kinderen met verschillende onderwijsbehoeftes. We willen zoveel mogelijk rekening houden met verschillen tussen kinderen. Elk kind is uniek en heeft dus ook unieke onderwijsvragen, waar we rekening mee houden. Ons onderwijs is zo veel mogelijk afgestemd op onderwijsbehoeften van de leerling. Dat houdt in dat we ons onderwijs ook willen afstemmen op de onderwijsbehoeften van een kind met een achterstand of beperking. De uitgangspunten van adaptief onderwijs staan daarbij centraal, dat wil zeggen dat we de drie basisbehoeftes van leerlingen als centraal uitgangspunt in onderwijs opgenomen hebben: behoefte aan relaties, competentie en autonomie. De ouders die bij ons op school een kind met een handicap aanmelden, zullen we vanuit die positieve intentie benaderen. Dat wil zeggen dat we zo nauwkeurig mogelijk zullen nagaan wat de mogelijkheden van onze school zijn voor het verzorgen van onderwijs aan hun kind. We gaan bij het onderzoeken van de mogelijkheden uit van de volgende uitgangspunten: een kind heeft recht op onderwijs in de thuisnabije situatie, samen met andere kinderen uit de omgeving een kind met een beperking heeft recht op integratie in het reguliere onderwijs ouders hebben keuzevrijheid bij het kiezen van een school voor hun kind de afweging of de school wel of niet onderwijskundig in staat is om het kind op te vangen, vindt plaats aan de hand van zo objectief mogelijk criteria, waarbij het in eerste instantie niet gaat om wat niet kan, maar om de mogelijkheden die er wel zijn schoolgids 2016-2017 14 alle afwegingen zullen we in een open communicatie met de ouders bespreken voor elk individueel kind met een handicap, dat wordt aangemeld bij onze school bepalen we afzonderlijk wat voor mogelijkheden we hebben om het onderwijs aan dit kind op onze school te verzorgen we zullen gebruik maken van externe ondersteuning, als we advies willen bij de afweging we maken gebruik van een draaiboek, waar de stappen in het afwegingsproces zijn beschreven. De ouders zijn op de hoogte van dit draaiboek. - - § 4.6.3 Het besluitvormingsproces Bij het afwegen of we het kind met LGF financiering kunnen opvangen op onze school maken we gebruik van een stappenplan. Stap 1 Gesprek met de ouders door de directeur, waarin de volgende gesprekspunten aan bod komen: o motivatie van de ouders o toelichting van de visie van de school, o toelichting procedure, o schriftelijk toestemming om informatie bij derden op te vragen Stap 2 Gegevens opvragen: De school vraagt gegevens over het kind op bij de ouders, huidige school en andere instanties die relevante informatie over het kind beschikbaar hebben. Alleen die informatie wordt opgevraagd die een rol speelt bij het in kaart brengen van de onderwijsbehoefte van een kind. Stap 3 Informatie bestuderen door de directie, de intern begeleider en de leerkracht. De onderwijsbehoefte van het kind wordt in kaart gebracht aan de hand van de volgende aandachtspunten: o pedagogisch klimaat o didactisch klimaat o kennis en vaardigheden leerkracht o organisatie in de klas o organisatie van de school (o.a. leerlingenzorg) o gebouw, materiaal o externe ondersteuningsmogelijkheden Stap 4: Stap 5: Onderzoek naar de mogelijkheden van de school. Op basis van de verzamelde informatie is de onderwijsbehoefte in kaart gebracht. In dit stadium wordt nagegaan welke mogelijkheden de school heeft om het onderwijs aan het kind te verzorgen. Besluitvorming. Op basis van alle gegevens van het kind en een inzicht in de mogelijkheden van de school, afgezet tegen de visie van de school, rekening houdend met de ondersteuningsmogelijkheden en inzet van extra middelen wordt een besluit genomen. Het besluit wordt genomen met instemming van het team en het bevoegd gezag. Stap 6: Gesprek met de ouders waarbij het besluit van de school wordt besproken. Stap 7: Uitvoering van het besluit o bij plaatsing: afspraken met ouders en team over het opstellen van het handelingsplan (binnen een maand) met vervangende (kern)doelen, inzet middelen, externe ondersteuning, aanpassing gebouw, organisatie. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd. (Plaatsing kan ook voorlopig zijn voor de tijd die is afgesproken). o Bij afwijzing: inhoudelijk onderbouwing door de school d.m.v. van een gesprek. De afwijzing wordt schriftelijk vastgelegd, waarbij alle argumenten op een rij worden gezet. schoolgids 2016-2017 15 De ouders De ouders worden door de school nadrukkelijk betrokken in het totale proces. Dat wil zeggen dat zij goed op de hoogte worden gebracht van de inhoud van alle stappen. Daarnaast krijgen ze informatie over de stand van de vorderingen. De school heeft binnen 8 weken een besluit genomen, gerekend vanaf de aanmelding t/m de mededeling aan de ouders over het besluit. Bij de besluitvorming over de plaatsing spelen ook mee: - de orde en veiligheid wordt te veel verstoord (kan een rol spelen bij gedragsproblematiek) de verzorging en behandeling interfereert te veel in het onderwijs het leerproces van andere kinderen wordt verstoord er is gebrek aan opname capaciteit (de eerste en laatste overwegingen gelden niet specifiek voor kinderen met en handicap) Tot slot De school stelt de belangen van het kind centraal. Dat betekent dat het onderwijs aan het kind niet de dupe mag worden van regelgeving. De school maakt deel uit van een samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Zeeuws Vlaanderen. Binnen dit samenwerkingsverband zijn afspraken gemaakt op welke manier samengewerkt wordt met PCL, SBO. BAO en REC’s. In goed overleg wordt door de direct betrokkenen steeds nagegaan waar het onderwijs aan het kind het beste vorm kan worden gegeven. Dit alles natuurlijk in nauw overleg met de ouders. § 4.6.4 Passend onderwijs Alle kinderen verdienen een zo passend mogelijke plek in het onderwijs. Onderwijs dat leerlingen uitdaagt, dat uitgaat van hun mogelijkheden en rekening houdt met hun beperking. Kinderen gaan, als het kan, naar het regulier onderwijs. Zo worden ze zo goed mogelijk voorbereid op een vervolgopleiding en op een plek in de samenleving. Het speciaal onderwijs blijft bestaan voor kinderen die daar het best op hun plek zijn. Scholen hebben zorgplicht. Dat geldt dus ook voor onze school. Dat betekent dat wij ervoor verantwoordelijk zijn om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een passende plek te bieden. Het gaat daarbij om leerlingen die bij ons worden aangemeld en leerlingen die al op school zitten. Wij zoeken in overleg met de ouders een passende plek. Op onze eigen school of, als de school niet de juiste begeleiding kan bieden, op een andere reguliere of speciale school. In het schoolondersteuningsprofiel hebben we vastgelegd welke ondersteuning wij kunnen bieden. Procedure Ouders melden hun kind aan bij onze school. Wij doen vervolgens een zo passend mogelijk aanbod op onze eigen, een andere reguliere of een speciale school. Na aanmelding heeft de school 6 weken de tijd om te beslissen over de toelating van de leerling. Deze periode kan eenmaal met 4 weken worden verlengd. De school onderzoekt eerst of ze de leerling zelf de extra onderwijsondersteuning kan bieden, eventueel met extra ondersteuning vanuit het (voortgezet) speciaal onderwijs of van het samenwerkingsverband. Soms heeft de school meer informatie nodig om dit goed te beoordelen. Wij kunnen daarvoor om extra informatie vragen bij de ouders. Kunnen wij zelf geen passende onderwijsplek bieden, dan regelen wij een passende plek op een andere reguliere of speciale school. Dat gebeurt in overleg met de ouders. § 4.7 Zorg voor het jonge kind Op het moment dat de kinderen op school komen starten we met het “volgen” van de leerling. Dit gebeurt in eerste instantie door observatie door de leerkracht en later ook door toetsing. Om kleuters zo efficiënt en zo goed mogelijk te kunnen helpen hanteert onze school het leerlingvolgsysteem “Kijk”. De leerkracht observeert de leerlingen aan de hand van verschillende ontwikkelingslijnen. Deze leerlijnen zijn: zelfbeeld, relaties, spelontwikkeling, taakgerichtheid, motoriek, tekenontwikkeling, visuele en auditieve waarneming, mondelinge taalontwikkeling, lichaamsoriëntatie, ruimtelijke oriëntatie, tijdsoriëntatie en de ontwikkeling van geletterdheid, gecijferdheid en het logisch denken. Elk half jaar worden de ontwikkelingen van een leerling aan de hand van bovenstaand model bekeken en genoteerd en daarop volgend besproken met de ouders. De uitslag is voor de leerkracht een leidraad om het onderwijs af te stemmen op de behoeften van ieder kind. § 4.7.1 De overgang naar een volgende groep en naar het voortgezet onderwijs Het doel van ons onderwijs is, dat ieder kind onderwijs aangeboden heeft gekregen, dat voldoet aan de kerndoelen en hierdoor een gedegen basis heeft om op zijn/haar niveau vervolgonderwijs te gaan volgen. schoolgids 2016-2017 16 De overgang naar een volgende groep en de ononderbroken ontwikkeling Leertijd is die tijd die een kind nodig heeft om zich bepaalde kennis of vaardigheden eigen te maken. Onze school hanteert een leerstofjaarklassensysteem en binnen dat systeem moet een kind in een bepaalde leertijd een bepaalde hoeveelheid kennis en vaardigheden verwerven. Er zijn kinderen waarvoor die leertijd tekort is en er zijn ook kinderen waarvoor die tijd te lang is. Binnen de onderwijsgroep Perspecto is in het overgangsprotocol beleid vastgelegd over het verlengen van de leertijd waarbij de scholen onderling de besluitvorming van elkaar respecteren. In principe zijn kinderen acht jaar op school. Binnen het leerstofjaarklassensysteem differentiëren we naar tempo, naar niveau, naar leertijd en naar instructiebehoefte. Voor leerlingen die dreigen uit te vallen proberen we minstens de minimumdoelen te halen. Tegen het einde van het schooljaar betekent dit voor bijna alle kinderen overgang naar de volgende groep en voor een enkeling een doublure. Omdat verlengen van leertijd, doubleren in een groep, een ingrijpende gebeurtenis is voor het kind en de ouders, moet de keuze zorgvuldig gemaakt worden. Voor- en nadelen moeten goed overwogen worden, aan de hand van duidelijke criteria. In een vroeg stadium wordt er met de ouders gesproken. In het overgangsprotocol is speciale aandacht voor de kleuters die geboren zijn in de maanden oktober, november en december. De 1 oktoberregeling, waarbij de geboortedatum de beslissing gaf over wel of niet doorstromen naar de volgende groep, is niet meer van toepassing. Het is niet de datum die bepalend is, maar de persoonlijke ontwikkeling van de kleuter. Kinderen die in oktober, november of december in groep 1 komen worden in de loop van het schooljaar uitvoerig besproken. De school streeft naar een ononderbroken ontwikkeling. Voor deze leerlingen geldt dat de doorstroom naar groep 2 uitsluitend plaatsvindt wanneer de leerling voldoende is toegerust voor het aanbod in groep 2. Het onderwijs vervolgen in groep 1 geldt niet als een doublure. Doublure Het uitgangspunt is dat de school zorgt voor een ononderbroken leerweg. Dit betekent dat er in principe geen doublures zijn. Natuurlijk kan het gebeuren dat het beter is voor de leerling om een jaartje over te doen. Dit wordt al in een vroeg stadium met de ouders besproken. In goed overleg worden dan verdere acties uitgevoerd. De beslissing voor een doublure ligt bij de school. De school neemt de ouders mee in het proces van besluitvorming. Hoe komt het eindadvies basisschool tot stand ? Het basisschooladvies is een krachtige voorspeller van de verdere schoolloopbaan van leerlingen. Op onze school worden de LVS-toetsscores begrijpend lezen, rekenen/wiskunde en spelling in de groepen 6 t/m 8 gebruikt als onderbouwing voor het schooladvies. Deze resultaten voorspellen de positie in het voortgezet onderwijs na vier jaar zelfs beter dan de score op de eindtoets. Door het verloop van de vaardigheidsscores op de LVS-toetsen over een langere periode te bekijken, wordt zichtbaar hoe een leerling zich ontwikkelt. We noemen dit de ‘harde’ gegevens. Daarnaast wordt bij het schooladvies rekening gehouden met aspecten zoals werkhouding, motivatie, de sociaal-emotionele ontwikkeling, studiehouding of studievaardigheden. Dit zijn de zgn. ‘zachte’ gegevens. In groep 7 nemen we in overleg met ouders en leerling een voorlopig advies door. In groep 8 zetten we dat, op basis van de ‘harde’ en ‘zachte’ gegevens om in een definitief advies, weer na overleg met de ouders. In deze overleggen bespreken we niet alleen het advies, maar ook de onderbouwing hiervan. Voor 1 april wordt het advies doorgegeven aan de school voor voortgezet onderwijs. Op onze school zijn de leerkrachten van de groepen 6, 7 en 8 betrokken bij de totstandkoming van het advies. De directeur blijft hiervoor eindverantwoordelijk. Als de score op de eindtoets een hoger advies geeft dan het eerder geformuleerde schooladvies wordt dit zo nodig, na overleg met de ouders, bijgesteld. Overgang zorgleerlingen van basisschool naar het voortgezet onderwijs Kinderen die binnen onze school zorg op maat krijgen en naar verwachting op het leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs aangewezen zijn, hoeven in principe niet deel te nemen aan de Cito eindtoets. Niet deelnemen kan echter alleen, wanneer ouders/verzorgers vooraf schriftelijk akkoord zijn met het voornemen van de school om de leerling aan te melden bij de Regionale Verwijzingscommissie. Deze commissie beschikt uiteindelijk of de leerling in het leerwegondersteunend onderwijs of de praktijkschool wordt geplaatst. Deze leerlingen worden voor plaatsing uitgebreid getest door de school waar ze aangemeld worden. § 4.7.2 Overgang naar een andere basisschool Als een kind om welke reden dan ook naar een andere basisschool gaat, dan regelt de school de verdere uitschrijving. Tevens wordt een onderwijskundig rapport naar de nieuwe basisschool gestuurd. schoolgids 2016-2017 17 § 4.8 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs Een belangrijk doel dat wij nastreven is het aantal verwijzingen naar het speciaal onderwijs te beperken. Daarvoor is het noodzakelijk dat we onze mogelijkheden, om kinderen met het leer- en ontwikkelingsproblemen op te vangen, vergroten. We doen dat onder andere door onze deskundigheid te vergroten op organisatorisch en onderwijsinhoudelijk gebied. Onze deelname aan het Samenwerkingsverband Zeeuws-Vlaanderen geeft ons de mogelijkheid om samen te werken met andere basisscholen en het speciaal onderwijs. Daartoe is ook de kwaliteitskring ingesteld, waar de intern begeleider deel van uit maakt. Wij verwachten van deze samenwerking een versterking van onze mogelijkheden om kinderen met problemen op te vangen. § 4.9 Zorg voor de relatie school en omgeving Er is een goed contact met de naburige scholen en ook met het speciaal basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. De school kan daar altijd terecht voor advies of concrete hulp. Ook de samenwerking met welzijnsinstellingen en met de schoolbegeleiding is goed geregeld. Met de verschillende verenigingen en de dorpsraad in Hengstdijk zijn goede contacten. Als er activiteiten zijn binnen het dorp dan zal de school hieraan zoveel mogelijk meedoen. Met de peuterspeelzaal zijn er intensieve contacten en uitwisselingen. Hoofdstuk 5 ‘‘De leraren’ § 5.1 Inzetbaarheid leerkrachten Alle leerkrachten, die in het basisonderwijs werkzaam zijn, zijn bevoegd om in alle groepen les te geven en dus ook in alle groepen inzetbaar. Bij ziekte of verlof wordt er door de directeur vervanging geregeld. Klassenindeling : Groep 1/2 : Juf Addy Groep 3/4/5 : juf Mieke en juf Moniek Groep 6/7/8 : juf Petra, juf Lia en juf Mariska Gymnastiek: groep 1-8: meester Edy IB-er: juf Lia, ICT-er: juf Petra § 5.2 Taakbeleid De leerkrachten op school hebben als eerste een lesgevende taak. Naast deze lesgevende taak heeft elke leerkracht voorbereidende taken en schooltaken. Ook zijn er nascholingsverplichtingen. Alles is vastgelegd in de normjaartaak. § 5.3 Stagiaires Omdat mensen die het vak willen leren daartoe ook de kans moeten krijgen in de praktijk, staan wij als school positief tegenover het begeleiden van stagiaires. Wij bieden altijd stageplaatsen aan voor PABO studenten. Meestal volgen zij hun opleiding op de HZ te Vlissingen. Het gebeurt ook dat er vanuit AVANS te Breda studenten om een stageplaats vragen. De stagiaires krijgen vanuit de opleiding allerlei opdrachten mee en die worden dan in de betreffende groep uitgevoerd. Ook zijn er geregeld stagiaires vanuit het ROC en het Reynaert College. Binnen Perspecto zijn er twee opleidingsmentoren OIDS werkzaam die alle zaken omtrent stages bovenschools aansturen. schoolgids 2016-2017 18 § 5.4 Scholing Elke leerkracht heeft in zijn normjaartaak een stuk nascholing. Leerkrachten moeten meegaan met alle ontwikkelingen die er in het onderwijs zijn. Nascholing is gericht op de persoonlijke ontwikkeling en op de schoolontwikkeling. Nascholing wordt aangeboden na schooltijd. In uitzonderlijke gevallen kan hiervan worden afgeweken. Dan zal voor vervanging gezorgd worden. Hoofdstuk 6 ‘De ouders’ § 6.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders Het is heel belangrijk voor de ontwikkeling van een kind dat de ouders en de leerkracht op een lijn zitten en elkaar ondersteunen. Goede contacten vinden wij essentieel en dus noodzakelijk net als een grote ouderbetrokkenheid. § 6.2 Informatievoorziening De informatievoorziening naar ouders gebeurt op verschillende manieren. Om de twee weken wordt een INFO per mail doorgestuurd. Een papieren versie gaat naar die ouders die geen mailadres hebben en naar de kinderen die op de peuterspeelzaal zitten. Incidenteel worden er ook nog aparte brieven meegegeven. Aan het begin van het schooljaar wordt de nieuwe schoolgids op de website geplaatst. De website dient ook als medium voor informatie vanuit de school naar de ouders. § 6.3 Inspraak Medezeggenschapsraad Deze raad bestaat uit twee leden die gekozen zijn door de ouders en twee leden namens het personeel. De zittingsperiode is drie jaar, waarna zij zich herkiesbaar kunnen stellen. De taak van de medezeggenschapsraad bestaat uit het adviseren van het bevoegd gezag. In de medezeggenschapsraad wordt vooral gepraat over schoolbeleid. Bij verschillende onderwerpen heeft de raad instemmingsbevoegdheid. Bij andere zaken alleen een adviesbevoegdheid. De directeur van de school heeft in de MR een informerende en adviserende rol. In de medezeggenschapsraad zitten: mevr. Lia Roelans, mevr. Petra de Clippelaar ( namens het personeel ), mevrouw Carolien van Assche en dhr. Bart van Gemst ( namens de ouders ). Ouderraad De leden van deze ouderraad behartigen de belangen van de ouders van de leerlingen. Tevens hebben zij als taak om als contactpersoon op te treden bij de werkzaamheden die er op school te vervullen zijn. Daarnaast helpen zij bij het organiseren van activiteiten. De ouderraad beheert ook het schoolfonds en legt verantwoording af naar de ouders toe. De hulp van ouders is onmisbaar voor de school. Elk jaar wordt er een ouderhulplijst aangelegd, zodat we weten wie graag wil helpen en waarmee. Er is een aantal schoolse activiteiten, zoals vieringen, feesten, sportdag, schoolreis, schoolkamp, excursies en projecten, waarbij de hulp van ouders nodig is. Vrijwillige ouderbijdrage Kinderen moeten conform de leerplichtwet verplicht naar school en voor het onderwijs moeten ouders niet betalen. Onze school vraagt, net als veel andere scholen, wel een financiële bijdrage voor extra activiteiten die niet tot het gewone lesprogramma behoren, zoals de schoolreis en het schoolkamp, aanvullend lesmateriaal, excursies, het sinterklaasfeest en allerlei andere activiteiten. De ouderbijdrage hiervoor is vrijwillig. De school mag leerlingen uitsluiten van activiteiten als hun ouders de ouderbijdrage niet betalen, maar biedt dan wel een alternatief programma aan. Onze school zal leerlingen niet weigeren, van school sturen of uitsluiten van het reguliere onderwijsprogramma als ouders de bijdrage niet of slechts gedeeltelijk willen betalen. De toegankelijkheid van het onderwijs wordt niet beïnvloed door de ouderbijdrage. De school zal aan de andere kant schoolgids 2016-2017 19 wel haar best doen om leerlingen niet de dupe te laten worden van het feit dat hun ouders de bijdrage niet betalen. De hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage wordt elk jaar vastgesteld in een vergadering van de medezeggenschapsraad. Daarbij is de instemming van de oudergeleding vereist. Voor het schooljaar 2016-2017 is de vrijwillige ouderbijdrage vastgesteld op een bedrag van € 20,00 voor het eerste kind in een gezin. Voor andere kinderen is het bedrag € 15,00. Samenstelling van de ouderraad De leden zijn: Mevr. Vanessa Colpaart, mevr. Wendy Bilterijst , mevr. Sandra Ras, mevr. Tessa Wentzler, mevrouw Debby Boonman en mevr. Judith Hellemans. Hoofdstuk 7 ‘Protocollen’ § 7.1 Klachtenprocedure Klachtenregeling Als ouder heeft u, op het moment dat uw kind vier jaar werd, gezocht naar een school, die past bij het kind en bij uw gezin. U heeft toen voor onze school gekozen en wij hopen dat u dit nog steeds een goede keus vindt en dat uw kind een fijne tijd bij ons doormaakt. U bouwt meestal goede contacten op met de leerkrachten en de directie van de school. Deze contacten gebruikt u ook, als u vragen of opmerkingen heeft over de gang van zaken binnen de groep of binnen de school. Ook indien er sprake is van een verschil van mening leiden de contacten er meestal toe dat er snel een oplossing gezocht en gevonden wordt. Goede communicatie is hierin het sleutelwoord. Toch kan het voorkomen dat bij een bepaalde situatie meer overleg noodzakelijk is. Daarvoor hebben we een procedure opgesteld. A. Wat doet u als u een klacht heeft? Bij bezwaren of klachten worden de volgende stappen ondernomen: 1. Bespreek de klacht of het bezwaar met de groepsleerkracht. 2. Komt u daar niet uit, bespreek de klacht of het bezwaar dan met de directeur van de school. 3. Als dit geen oplossing biedt, dan kunt u schriftelijk uw klacht indienen bij het College van Bestuur van Onderwijsgroep Perspecto, Postbus 4, 4570 AA Axel. Vanaf dat moment wordt er ook een dossier gevormd. 4. Als u niet tevreden bent met de afhandeling van de klacht of uw bezwaar door het College van Bestuur, dan kunt u de vertrouwenspersoon inschakelen (zie onder B). 5. Mocht dat geen oplossing bieden, dan kunt u uw klacht indienen bij de Landelijke Klachtencommissie (zie onder C) voor verdere afhandeling. Deze klachtindiening kunt u doen met of zonder de hulp van de vertrouwenspersoon. 6. Een klacht over de school kunt u tevens melden bij de onderwijsinspectie (www.onderwijsinspectie.nl). B. Vertrouwenspersoon. Het bestuur van Onderwijsgroep Perspecto geeft ouders en leerkrachten de mogelijkheid extern een vertrouwenspersoon in te schakelen bij conflicten. De vertrouwenspersoon voor ouders/verzorgers is de heer C. van Schaik. Hij is te bereiken via email: [email protected]. De vertrouwenspersoon voor leerkrachten is de heer Frank Ingels. Hij is te bereiken via email: [email protected] C. Een klacht indienen. Op de websites van Onderwijsgroep Perspecto (www.onderwijsgroepperspecto.nl) vindt u het beleid: Klachten bij Onderwijsgroep Perspecto. Daarbij ook het reglement van de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. U vindt dit onder de menukeuze: Regelingen, klachten. Natuurlijk hopen wij als school dat al deze procedures niet gelopen moeten worden, maar dat we ontstane problemen samen op een zo goed mogelijke manier oplossen. schoolgids 2016-2017 20 § 7.2 Vrijstelling van onderwijs en vervangende onderwijsactiviteiten Er kunnen zich situaties voordoen, waarbij een kind bepaalde activiteiten op school niet kan volgen b.v. mee op schoolreis of schoolkamp gaan. De ouders moeten dan duidelijk maken waarom dat niet kan. Worden deze bezwaren gegrond verklaard, dan wordt met andere teamleden overlegd hoe we dit kind of deze kinderen kunnen opvangen. § 7.3 De leerplichtprotocol en verlofaanvragen De leerplicht geldt voor iedereen die in Nederland woont. Ook kinderen met een niet-Nederlandse nationaliteit, asielzoekers in de leerplichtige leeftijd en kinderen die illegaal in Nederland verblijven zijn leerplichtig en moeten dus verplicht naar school. De leerplicht begint bij 5 jaar. Een kind moet naar school vanaf de eerste dag van de maand nadat het kind 5 jaar is geworden. Als het kind bijvoorbeeld in oktober 5 jaar wordt, moet het op 1 november van dat jaar naar school. De meeste kinderen gaan al naar school als ze 4 jaar zijn. Leerlingen van 4 jaar vallen niet onder de leerplicht, ook niet wanneer ze zijn ingeschreven op een basisschool. De leerplichtwet geeft de directeur van een school zelf de bevoegdheid of deze een leerling van zijn school, na schriftelijk verzoek van de ouders, vrijstelling verleent van de leerplicht voor een periode van maximaal 10 dagen per schooljaar. Daarvoor geldt wel een aantal criteria. - Ziekte. - Religieuze feestdagen. Een kind kan ook vrijstelling krijgen wanneer het vanwege geloofsovertuiging of levensovertuiging niet op school kan zijn, bijvoorbeeld op een religieuze feestdag. Dat moet dit uiterlijk 2 dagen voor de afwezigheid bij de schooldirecteur worden gemeld. - Gewichtige omstandigheden. Een kind kan een vrijstelling krijgen voor gewichtige omstandigheden, zoals een huwelijk of een begrafenis van bloedverwanten of aanverwanten of een verhuizing van het gezin. De schooldirecteur moet toestemming geven voor het verzuim. - Een ouder mag een kind niet mee op vakantie nemen buiten de schoolvakanties. Doet een ouder dit wel, dan is dit in strijd met de leerplichtwet. De wet biedt echter de mogelijkheid een verzoek in te dienen voor vrijstelling of verlof om buiten de schoolvakantie op vakantie te gaan. Dat kan alleen als een ouder door zijn/haar beroep of dat van zijn/haar partner niet weg kan in de schoolvakanties. Een verzoek tot vrijstelling heet officieel ‘beroep op vrijstelling'. Een verzoek tot verlof buiten de schoolvakanties moet ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen: - het gaat om een gezinsvakantie - de vakantie kan in niet plaatsvinden in de vastgestelde schoolvakanties vanwege het beroep van de ouders - het verlof valt niet in de eerste 2 weken na de zomervakantie. - een ouder kan maximaal 1 keer per jaar buiten de schoolvakanties op vakantie gaan. De ouder moet dan wel voldoen aan alle voorwaarden voor vrijstelling en toestemming hebben van de directeur van de school. De vakantie mag niet langer dan 10 schooldagen duren. Een aanvraag voor een langere duur wordt doorgestuurd naar het Regionaal Bureau Leerlingzaken Zeeuws-Vlaanderen. Er mag géén vrij worden gegeven om de volgende redenen: Goedkopere vakanties buiten het seizoen Door anderen betaalde vakanties Het ophalen van familie Midweek of weekend vakanties Al jaren niet op vakantie geweest Reeds ticket gekocht of reservering gedaan Meereizen met anderen Reeds een ander kind vrij Vlak voor de vakantie wordt er toch bijna geen les meer gegeven § 7.4 Toelating, weigering, time-out, schorsing en verwijdering Onze school staat graag open voor alle kinderen. We willen ze graag toelaten en ze goed onderwijs bieden. Soms kunnen we een kind niet toelaten. Daar hebben we regels voor. De weigeringsgronden kunnen als volgt zijn: - De groep is vol. - De school kan de nodige zorg niet bieden. - Ernstige verstoring van de rust en orde dreigt (dit geldt bij zowel leerlingen als ouders). - Godsdienst en levensbeschouwing. schoolgids 2016-2017 21 Als school en ouders het niet eens kunnen worden over plaatsing of weigering van een leerling die extra ondersteuning nodig heeft, dan kunnen zij een beroep doen op een onderwijsconsulent. Die kan helpen om een passende onderwijsplek voor het kind te vinden. Mocht het advies van de onderwijsconsulent niet tot een oplossing leiden, dan kunnen de ouders bezwaar indienen bij het schoolbestuur. Ook kunnen zij een klacht indienen bij de Commissie Gelijke Behandeling of naar de rechter stappen. De scholen van onderwijsgroep Perspecto hanteren een protocol rondom time-out, schorsing en verwijdering. Het is een eenduidig protocol en treedt in werking als er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling, waarbij psychisch en of lichamelijk letsel aan derden is toegebracht. Er kunnen drie vormen van maatregelen genomen worden: Time-out Schorsing Verwijdering Time-out Een - ernstig incident leidt tot een time-out met onmiddellijke ingang. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: In geval van een time-out wordt de leerling voor de rest van de dag de toegang tot de school ontzegd. De ouders worden onmiddellijk van het incident en de time-out op de hoogte gebracht. De time-out maatregel kan eenmaal worden verlengd met 1 dag. Daarna kan de leerling worden geschorst voor maximaal 1 week. In beide gevallen dient de school vooraf, of indien dat niet mogelijk is, zo spoedig mogelijk na het effectueren van de maatregel contact op te nemen met de ouders. De ouders worden op school uitgenodigd voor een gesprek. Hierbij zijn de groepsleerkracht en de directeur aanwezig. Van het incident en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen. De time-out maatregel kan alleen worden toegepast na goedkeuring door de directie van de school. De time-out maatregel wordt na toepassing schriftelijk gemeld aan het bevoegd gezag. Schorsing Bij een volgend ernstig incident, of in het afzonderlijke geval dat het voorgevallen incident zo ernstig is, kan worden overgegaan tot een formele schorsing. De wettelijke regeling voor het onderwijs is hierbij van toepassing. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: Het bevoegd gezag van de school wordt voorafgaand aan de schorsing in kennis gesteld van deze maatregel en om goedkeuring gevraagd. Gedurende de schorsing wordt de leerling de toegang tot de school ontzegd. Voor zover mogelijk worden er maatregelen getroffen waardoor de voortgang van het leerproces van de leerling gewaarborgd kan worden. De schorsing bedraagt maximaal 3 weken en kan hooguit 2 maal worden verlengd. De ouders worden door de directeur uitgenodigd voor een gesprek. Hierbij dienen nadrukkelijk oplossingsmogelijkheden te worden verkend, waarbij de mogelijkheden en de onmogelijkheden van de opvang van de leerling op de school aan de orde komen. Van de schorsing en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders voor gezien getekend en in het leerlingendossier opgeslagen. Het verslag wordt ter kennisgeving verstuurd aan het bevoegd gezag, het Regionaal Bureau Leerlingzaken Zeeuws-Vlaanderen en de inspectie van het onderwijs. Ouders kunnen beroep aantekenen bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag beslist uiterlijk binnen 14 dagen op het beroep. Verwijdering Bij het zich meermalen voordoen van een ernstig incident, dat ingrijpende gevolgen heeft voor de veiligheid en/of de onderwijskundige voortgang van de school, kan worden overgegaan tot verwijdering. De wettelijke regelingen zijn hierbij van toepassing. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: Verwijdering van een leerling van school is een beslissing van het bevoegd gezag. Voordat men een beslissing neemt, dient het bevoegd gezag de betrokken leerkracht en de directie te horen. Hiervan wordt een verslag gemaakt wat aan de ouders ter kennis worden gesteld en door de ouders voor gezien wordt getekend. Het verslag wordt ter kennisgeving opgestuurd naar het bevoegd gezag, het Regionaal Bureau Leerlingzaken Zeeuws-Vlaanderen en de inspectie Het bevoegd gezag informeert de ouders schriftelijk en met redenen over het voornemen tot verwijdering, waarbij de ouders gewezen wordt op de mogelijkheid van het indienen van een bezwaarschrift. De ouders krijgen de mogelijkheid binnen zes weken een bezwaarschrift in te dienen. Het bevoegd gezag is verplicht de ouders te horen over het bezwaarschrift. schoolgids 2016-2017 22 - Het bevoegd gezag neemt een uiteindelijke beslissing binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift. Een besluit tot verwijdering is pas mogelijk nadat een andere basisschool of een andere school voor speciaal onderwijs is gevonden om de leerling op te nemen of dat aantoonbaar is dat het bevoegd gezag, gedurende acht weken, er alles aan heeft gedaan om de leerling elders geplaatst te krijgen. § 7.5 Rouwprotocol Op school kunnen we te maken krijgen met het overlijden van kinderen, ouders of een teamlid. Veel scholen hebben een rouwprotocol klaar liggen voor dit soort situaties. Wij hebben dat als school ook. Het volledige rouwprotocol is te vinden op onze website onder de menuknop: regelingen, rouwprotocol. In het rouwprotocol staat welke stappen genomen moeten worden na de melding van overlijden, wie verantwoordelijk is voor contact, hoe ouders en kinderen ingelicht worden en vele andere zaken. Wij actualiseren dit rouwprotocol regelmatig om te voldoet aan de wensen en de situatie van de school. § 7.6 Privacy protocol Onze school gaat voorzichtig en terughoudend om met leerlinggegevens en gegevens die ouders aan school verstrekken. De school zorgt ervoor dat de gegevens goed beveiligd zijn. Ouders mogen de gegevens die de school van hun kinderen bijhoudt inzien en zo nodig vragen deze te corrigeren. Soms staat informatie over of foto’s van de kinderen in de nieuwsbrieven of op de website of sociale media. Te denken valt aan verjaardagen, uitslagen van toernooitjes, rollen bij de schooluitvoering, enz. Als er bezwaren bestaan tegen het verspreiden van deze informatie verzoeken we de ouders dit kenbaar te maken bij de directie van de school. Op onze website en op de facebookpagina van de school worden o.a. werkstukjes en foto’s van kinderen geplaatst. Omdat we ons houden aan de Privacywetgeving worden ook geen privé-gegevens van leerlingen, ouders, medewerkers van de school, Onderwijsgroep Perspecto, medezeggenschapsraad, ouderraad of vrijwilligers aan derden beschikbaar gesteld. Deze zijn altijd via de school te benaderen. § 7.7 Gedragscode Onderwijspersoneel kan wel eens geconfronteerd worden met intimiderende ouders. Scholen moeten direct duidelijk maken dat zij van dergelijk gedrag niet gediend zijn. Niet voor niets is de overheidscampagne ‘Veilige Publieke Taak’ een tijd geleden van start gegaan. Deze campagne vraagt aandacht voor correcte omgang met personeel in openbare functies, dus ook in het onderwijs. In het kader van deze campagne is de volgende gedragsnorm voor ouders met kinderen op scholen van onderwijsgroep Perspecto, ontwikkeld. Bij aanmelding van een nieuwe leerling neemt de directeur deze gedragsafspraken door en vraagt instemming voor deze afspraken aan de ouders. De afspraken zijn: Agressie en geweld, zowel fysiek als verbaal, tegen medewerkers, directie, stagiaires, leerlingen of bestuur van de school wordt niet getolereerd Werknemers in de school moeten de ruimte krijgen om hun werk goed te doen Hun aanwijzingen moeten worden opgevolgd De orde mag op geen enkele wijze worden verstoord De schoolregels gelden voor zowel de kinderen als de ouders We benaderen iedereen vanuit een positief perspectief Zorg dat de kinderen op tij dop school zijn Bewaar de rust in het schoolgebouw Maak een afspraak met de leerkracht om zaken te bespreken Uit mogelijke ontevredenheid naar de leerkracht of de directie zonder schelden, dreigen of schreeuwen. De school doet via haar bestuur te allen tijde aangifte bij de politie tegen (fysiek of verbaal) agressieve ouders, waarbij de vertrouwensinspecteur en de leerplichtambtenaar gelijktijdig worden geïnformeerd. Daarnaast geldt de toepassing van de regeling voor time-out, schorsing en verwijdering (zie de klachtenprocedure). schoolgids 2016-2017 23 Hoofdstuk 8 ‘ De resultaten van het onderwijs’ § 8.1 Cijfers over specifieke zorg voor leerlingen Er is een kwaliteitsrapportage opgemaakt van het schooljaar 2014-2015. In september 2016 wordt een nieuwe kwaliteitsrapportage opgemaakt van het schooljaar 2015-2016. Een tussentijdse evaluatie van de onderwiiskwaliteit is in februari 2016 gedaan. Afgelopen jaar zijn er vier leerlingen geweest met een bovenschools hulpprogramma. Twee leerlingen bezoeken de logopedist. Een leerling werkt met het Kurzweilprogramma. Er zijn geen kinderen doorverwezen naar het speciaal onderwijs. Een leerling is teruggekomen vanuit het speciaal onderwijs naar het basisonderwijs. § 8.2 Cito en eindtoets groep 8 In het schooljaar 2015-2106 deden vijf kinderen de eindtoets groep 8. Er werd een gemiddelde score gehaald van 538.9 Deze score was veel hoger dan het landelijk gemiddelde. De eindopbrengsten van de CITO-eindtoets stemde ons zeer tot tevredenheid. De opbrengsten van al onze kinderen worden nauwkeurig bijgehouden in ons leerlingvolgsysteem Parnassys. De ontwikkelingen van de kinderen zijn hier goed te volgen. De inspectie van het onderwijs beoordeelt de kwaliteit van ons onderwijs. Dat gebeurt door scholen te bezoeken maar ook door het beoordelen van de CITO resultaten. Bij het laatste inspectiebezoek ontving onze school een basisarrangement, een prima resultaat waar we als team erg trots op zijn. De resultaten over de afgelopen 4 jaar zien er als volgt uit: Jaar Scores 2016 2015 2014 2013 Schoolscore Streefscore Ondergrens 538.9 540,6 530,0 539,9 538.0 538,0 528,0 536,0 532.0 534,8 535,3 534,7 Procedure advisering Voortgezet Onderwijs. Het basisschooladvies is een krachtige voorspeller van de verdere schoolloopbaan van leerlingen. Op onze school worden de LVS-toetsscores begrijpend lezen, rekenen/wiskunde en spelling in de groepen 4 t/m 8 gebruikt als onderbouwing voor het schooladvies. Deze resultaten voorspellen de positie in het voortgezet onderwijs na vier jaar zelfs beter dan de score op de Eindtoets. Door het verloop van de vaardigheidsscores op de LVS-toetsen over een langere periode te bekijken, wordt zichtbaar hoe een leerling zich ontwikkelt. We noemen dit de ‘harde’ gegevens. Daarnaast wordt bij het schooladvies rekening gehouden met aspecten zoals werkhouding, motivatie, de sociaal-emotionele ontwikkeling, studiehouding of studievaardigheden. Dit zijn de zgn. ‘zachte’ gegevens. Vanaf eind groep 6 bespreken we met ouders en leerlingen de prognoses voortgezet onderwijs. In groep 7 nemen we in overleg met ouders en leerling een voorlopig advies door. In groep 8 zetten we dat, op basis van de ‘harde’ en ‘zachte’ gegevens om in een definitief advies, weer na overleg met ouders en leerling. In deze overlegmomenten bespreken we niet alleen het advies, maar ook de onderbouwing hiervan. Voor 1 april wordt het advies doorgegeven aan de school voor voortgezet onderwijs. Op onze school zijn de directeur, de IB-er, en de leerkrachten van de groepen 6, 7 en 8 betrokken bij de totstandkoming van het advies. De directeur blijft hiervoor eindverantwoordelijk. Als de score op de eindtoets een hoger advies geeft dan het eerder geformuleerde schooladvies wordt dit zo nodig, na overleg met de ouders, bijgesteld. Met deze beschrijving willen wij een helder beeld geven van de zorgvuldige procedure die leidt tot ons advies voor het voortgezet onderwijs. Mocht u als ouder het alsnog niet eens zijn met de advisering, dan kunt u natuurlijk altijd terecht voor extra gesprekken. Indien nodig kan het bestuur hier een bemiddelde rol vervullen. Het percentage leerlingen dat naar de diverse vormen van voortgezet onderwijs gaat, wisselt van jaar tot jaar. Het is afhankelijk van de samenstelling van groep 8. De schoolkeuze voortgezet onderwijs is afhankelijk van drie elementen: de capaciteiten van het kind, de kwaliteit van de basisschool en de thuissituatie. Of de gewenste schoolsoort haalbaar is, hangt lang niet alleen af van de kwaliteit van de basisschool, maar ook van de aard en de aanleg van het kind. Wel stellen we ons ten doel het maximale uit elk kind te halen en er zodoende voor te zorgen dat het kind in de meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs terechtkomt en dat het op die school goed mee kan komen. Op onze school willen we het beste onderwijs voor uw kind met daarbij ook de beste opbrengsten. Die schoolgids 2016-2017 24 opbrengsten houden we nauwkeurig bij via ons Leerlingvolgsysteem ParnasSys, waardoor we de ontwikkelingen van de kinderen goed kunnen volgen. Die opbrengsten helpen mee om een verantwoorde keuze voor uw kind te maken. De uitstroomgegevens brugklassers (in %) van onze leerlingen in de afgelopen jaren zijn als volgt: Jaar 2016 2015 2014 Totaal aantal leerlingen dat is uitgestroomd uit groep 8 5 3 2 VWO/HAVO VMBO-T HAVO VMBO-BK VMBO-BK met leerwegondersteuning Praktijkonderwijs 60% 66% 0% 20% 0% 0% 0% 33% 50% 20% 0% 50% 0% 0% 0% § 8.3 Onderwijsinspectie De inspectie houdt toezicht op de kwaliteit van het basisonderwijs. De inspectie doet dit door elke basisschool te bezoeken. Dit schoolbezoek vindt om de paar jaar plaats. Van elk schoolbezoek wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de inspectie gepubliceerd. Het laatste inspectiebezoek dateert van 24 oktober 2013. Een volledig exemplaar van het laatste inspectieverslag is op de school beschikbaar. Naast deze bezoeken moet de school alle landelijk genormeerde toetsresultaten doorgeven. Daarnaast zijn er ook een aantal vragenlijsten die ingevuld moeten worden. Onze school heeft al jarenlang een basisarrangement. Dit betekent dat de school voldoet aan de kwaliteitsnormen die door de inspectie worden gesteld. Voor vragen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, lichamelijk geweld en grove pesterijen kan gebeld worden met de vertrouwensinspecteur. Deze is tijdens kantooruren bereikbaar op telefoonnummer 0900 – 1113111. Klachten over onderwijs en inspectie Bij klachten over het onderwijs of over de inspectie kan op de website: www.onderwijsinspectie.nl onder de knop ‘klachten" de nodige informatie gevonden worden. Een bericht sturen kan naar: [email protected] Voor vragen over het onderwijs: 0800 – 8051. Hoofdstuk 9 ‘Regeling school- en vakantietijden’ § 9.1 Schooltijden De schooltijden voor alle groepen zijn: Ma, di, do: 8.30 – 12.00 uur en 13.00 - 15.00 uur Vr: 8.30 – 12.00 uur en 13.00 – 14.30 uur Wo: 8.30 – 12.00 uur Er wordt om 08.25u en om 12.55u gebeld zodat we ook daadwerkelijk om 08.30u en 13.00u met de lessen kunnen beginnen. § 9.2 Regels voor aanvang en einde schooltijd Hier de belangrijkste afspraken: Op het schoolplein wordt niet gefietst. ‘s Morgens en ‘s middags kunnen de leerlingen een kwartier voor schooltijd op het plein. Zij blijven buiten tot de bel gaat. Er is een leerkracht aanwezig die pleinwacht loopt. Bij slecht weer mogen de leerlingen tien minuten voor schooltijd binnenkomen. Kinderen mogen ook op de fiets naar school komen. De fietsen worden in het fietsenhok geplaatst. Binnenkomen: Als de bel gaat, gaan de kinderen in de rij staan. Onder begeleiding van hun leerkracht gaan de kinderen rustig naar binnen. schoolgids 2016-2017 25 § 9.3 Regels in geval van schoolverzuim Wanneer kinderen niet naar school kunnen komen bijv. wegens ziekte, dan wordt dit voor schooltijd door de ouders doorgegeven. Afspraken met de dokter of de tandarts worden zoveel mogelijk buiten de schooluren vastgelegd. Als kinderen niet op school zijn, dan wordt er door de leerkracht gebeld naar de ouders. Bij onwettig schoolverzuim wordt contact gezocht met het Regionaal Bureau Leerlingzaken Zeeuws-Vlaanderen. Er wordt van alle kinderen een absentielijst aangelegd. § 9.4 Vakanties en vrije dagen Herfstvakantie Kerstvakantie Perspectodag ` Voorjaarsvakantie Studiemiddag Paasvakantie Meivakantie Hemelvaart Couleur Locale Pinkstervakantie Studiedag Zomervakantie 24 t/m 28 oktober 2016 23 december 2016 t/m 6 januari 2017 25 januari 2017 27 februari 2017 t/m 3 maart 2017 13 april 2017 14 t/m 17 april 2017 24 april 2017 t/m 5 mei 2017 25 en 26 mei 2017 29 mei 2017 5 en 6 juni 2017 30 juni 2017 14 juli 2017 t/m 25 augustus 2017 § 9.5 Extra activiteiten Kermis Op de laatste zondag in augustus is het kermis in Hengstdijk. De maandag daarop worden er voor alle schoolkinderen volksspelen georganiseerd. Sinterklaas Elk jaar wordt de Sint door alle inwoners feestelijk ingehaald en wel op zaterdagmiddag in de gymzaal van Hengstdijk. De ouderraad en het sinterklaascomité organiseren voor de kinderen in de gymzaal een gezellige middag. Rond 5 december komen de Sint en zijn Pieten ook een kijkje op school nemen. Groep 1 t/m 4 verzorgen deze dag liedjes en voordrachtjes en groep 5 t/m 8 hebben een surprisemiddag. Kerstviering Groep 1 t/m 8 vieren het kerstfeest gezamenlijk op school, in de kerk of op een andere locatie. Elk jaar wordt bekeken op welke manier de kerstviering gevierd wordt. Het team en de ouderraad organiseren dit feest. Carnaval Het feestcomité Hengstdijk organiseert een week voor carnaval een carnavalsfeest in de gymzaal voor alle leerlingen en jongeren. Op school wordt er ook aandacht aan besteed. Dit gebeurt op vrijdagmiddag voor de voorjaarvakantie. Eerste Communie Deze vindt om de twee jaar plaats in onderling overleg met de betrokken ouders, de parochie en het personeel. Omdat de voorbereiding van de eerste communie extra tijd in beslag neemt, wordt reeds in januari gestart met het project. De betrokken ouders worden tijdig geïnformeerd. Dit jaar is er de mogelijkheid om mee te doen. Vormsel De kinderen van groep 7 en 8 worden op dit sacrament goed voorbereid m.b.v. een vormselproject. De ouders van de betrokken kinderen worden op een ouderavond geïnformeerd over het project en krijgen informatie over de verdere gang van zaken. In onze kring Noord is er een vormselwerkgroep die de vormseldienst samenstelt. Dit jaar is er geen vormselvoorbereiding. Meedoen aan het vormsel gebeurt op vrijwillige basis. schoolgids 2016-2017 26 Sportdag In de maand mei wordt er een sportdag georganiseerd voor de leerlingen van groep 6 t/m 8 van alle scholen van de voormalige gemeente Hontenisse. De leerlingen nemen sportkleding en een lunchpakketje mee en gaan op de fiets, met een leerkracht, naar het sportpark van vv Hontenisse in Kloosterzande. De sportdag bestaat uit atletiekonderdelen en verschillende teamsporten. Schoolreis. In juni wordt er voor de leerlingen van groep 1 en 2 samen met basisschool De Oostvogel uit Lamswaarde een uitstapje georganiseerd in de omgeving. Voor de leerlingen van groep 3-4-5 wordt er een schoolreis georganiseerd ook samen met de school uit Lamswaarde. Per jaar wordt er een bestemming gekozen. Voor de schoolreis van groep 3/4/5 wordt een bijdrage gevraagd van € 27,50 per leerling. Schoolkamp In juni gaan de leerlingen van groep 6-7-8 op een driedaags schoolkamp, samen met “De Oostvogel” uit Lamswaarde. Voor deelname aan het schoolkamp wordt een bijdrage gevraagd van € 65,00 per kind. De deelname aan zowel de schoolreis als het schoolkamp zijn vrijwillig. De leerlingen die niet meegaan worden door het overig personeel opgevangen. Schoolfotograaf Elk jaar komt de schoolfotograaf foto’s maken van de kinderen. Tevens wordt er een klassenfoto gemaakt en gaan kinderen met hun broertje en/of zusje op de foto. Afname van de foto’s gebeurt op vrijwillige basis. Laatste schooldag De laatste schooldag is een dag van opruimen, spelletjes spelen en afscheid nemen. De leerlingen van groep 8 verzorgen een gedeelte van het programma waarbij alle kinderen tussen de middag op school blijven eten. Hoofdstuk 10 ‘Bestuurlijke aansturing’ § 10.1 Onderwijsgroep Perspecto Onze school maakt onderdeel uit van Onderwijsgroep Perspecto. Dit is een onderwijsorganisatie met 25 basisscholen, met ongeveer 3500 leerlingen in de gemeenten Terneuzen en Hulst. Onderwijsgroep Perspecto heeft scholen voor zowel Openbaar, PC als RK onderwijs. Onderwijsgroep Perspecto is een professionele organisatie voor onderwijs, voortkomend uit verschillende voormalige besturen. Deze samenwerking streeft naar kwalitatief sterk onderwijs op hoog niveau, met een professionele aansturing en een financieel sterke basis. Kwalitatief sterk onderwijs is voor Onderwijsgroep Perspecto vastgelegd in het strategisch plan ‘Ruimte voor het onderwijs van morgen’, dat u kunt raadplegen op de website van Perspecto: www.onderwijsgroepperspecto.nl. De onderwijsgroep heeft een College van Bestuur. Zij wordt daarbij ondersteund door een stafbureau. De werkzaamheden worden verricht vanuit het kantoor dat is gevestigd aan de Markt in Axel (voormalige stadhuis). Er is een Raad van Toezicht die op hoofdlijnen toezicht houdt op het functioneren van het College van Bestuur. Dat wil zeggen dat zij aan de hand van kwartaalrapportages, de ontwikkelingen binnen Onderwijsgroep Perspecto met het College van Bestuur bespreekt. Adresgegevens: Onderwijsgroep Perspecto Markt 1 (3e en 4e etage) 4571 BG Axel Tel. 0114 347880 Email: [email protected] Website: www.onderwijsgroepperspecto.nl Postadres: Postbus 4, 4570 AA Axel schoolgids 2016-2017 27