Socio-culturele participatie : handboek

advertisement
1
VI. SOCIALE EN CULTURELE PARTICIPATIE
VI. SOCIALE EN CULTURELE PARTICIPATIE ............................................................................. 1
SOCIALE EN CULTURELE PARTICIPATIE .................................................................................... 3
1
Sociale en culturele activiteiten ....................................................................................................... 3
1.1
Wettelijke basis ........................................................................................................................... 3
1.2
Doel van de maatregel ................................................................................................................ 3
1.3
Financieringsmiddelen ................................................................................................................ 3
1.4
Inschrijving ................................................................................................................................. 4
1.5
Looptijden ................................................................................................................................... 4
1.6
Activiteiten.................................................................................................................................. 4
1.6.1
Deelname aan sociale, culturele en sportieve manifestaties ............................................... 4
het betreft hier een typisch individueel voordeel dat het OCMW kan toekennen. ............................. 4
1.6.2
Deelname aan sociale, culturele en sportieve verenigingen ............................................... 6
1.6.3
Initiatieven van of voor de doelgroep op sociaal, cultureel of sportief vlak ....................... 7
1.6.4
De ondersteuning en financiering van initiatieven die de toegang van de doelgroep tot de
nieuwe informatie – en communicatietechnologieën bevorderen ...................................................... 9
1.7
Investeringen ............................................................................................................................... 9
1.7.1
Investeringen voor het OCMW........................................................................................... 9
1.7.2
Investeringen voor het doelpubliek................................................................................... 10
1.8
Hoe de activiteiten invullen in de toepassing ........................................................................... 10
1.9
Doelgroep.................................................................................................................................. 14
1.9.1
Sociaal onderzoek ............................................................................................................. 15
1.9.2
Verdeelsleutel ................................................................................................................... 15
1.10 Samenwerkingsvormen ............................................................................................................. 16
1.10.1 Samenwerking met andere OCMW’S .............................................................................. 16
1.10.2 Samenwerking met organisaties ....................................................................................... 16
1.11 Subsidiebedrag .......................................................................................................................... 17
1.12 Personeelskosten ....................................................................................................................... 17
1.12.1 Geen samenwerkingsovereenkomst .................................................................................. 18
1.12.2 Samenwerkingsovereenkomst........................................................................................... 21
2
Maatregelen in het kader van de digitale kloof : gerecycleerde computers .............................. 23
2.1
Wettelijke basis ......................................................................................................................... 23
2.2
Doel van de maatregel .............................................................................................................. 23
2.3
Financieringsmiddelen .............................................................................................................. 23
2.4
Looptijden ................................................................................................................................. 23
2.5
Inschrijving ............................................................................................................................... 23
2.6
Subsidiebedrag .......................................................................................................................... 23
2.7
Gerecycleerde computers en hergebruikcentra ......................................................................... 24
2.8
Activiteitenrapport gerecycleerde computers ........................................................................... 25
2.9
Betalingsmodaliteiten gerecycleerde computers....................................................................... 26
3
Specifieke maatregel betreffende kansarme kinderen ................................................................ 26
3.1
Wettelijke basis ......................................................................................................................... 26
3.2
Doel van de maatregel .............................................................................................................. 26
3.3
Financieringsmiddelen .............................................................................................................. 27
3.4
Inschrijving ............................................................................................................................... 27
2
3.5
Looptijden ................................................................................................................................. 27
3.6
Activiteiten................................................................................................................................ 27
3.6.1
SOORTEN INDIVIDUELE ACTIES .............................................................................. 28
3.6.2
Soorten collectieve acties .................................................................................................. 31
3.7
HOE DE ACTIVITEITEN INVULLEN IN DE TOEPASSING ............................................. 31
3.8
Personeelskosten ....................................................................................................................... 33
3
SOCIALE EN CULTURELE PARTICIPATIE
1 SOCIALE EN CULTURELE ACTIVITEITEN
1.1 WETTELIJKE BASIS
Koninklijk Besluit houdende de maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de
culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
1.2 DOEL VAN DE MAATREGEL
Onderzoek heeft aangetoond dat mensen met een lager inkomens- en opleidingsniveau weinig tot niet
deelnemen aan sociale en culturele activiteiten. Het doel van deze subsidiemaatregel is dan ook het
betrekken van de kansarmen in het sociale leven, door ze te laten deelnemen aan cultuur, sport en de
nieuwe informatie- en communicatietechnologie.
Wanneer de doelgroep meer buiten en onder de mensen komt, kan dit een opstap vormen voor het
volwaardig kunnen meepraten en kunnen deelnemen aan de samenleving.
De initiatieven die door deze maatregel worden ondersteund, zijn dan ook duidelijk onderscheiden van
een welbepaald professioneel inschakelingtraject.
1.3 FINANCIERINGSMIDDELEN
Het
basisbedrag
van
€
6.200.000
uit
2003
werd
De subsidieperiode loopt van 1 januari tot 31 december van het refertejaar.
jaarlijks
geïndexeerd.
Voor de verdeling van het subsidiebedrag onder de Belgische OCMW’s wordt er rekening gehouden
met het aantal begunstigden op maatschappelijke integratie van de maand januari in het voorgaande jaar,
evenals het aantal rechthebbenden op een verhoogde financiële tussenkomst van het ziekenfonds. Het
subsidiebedrag per OCMW kan dus variëren naargelang het aantal RMI en WIGW in het OCMW
wijzigt.
De koninklijke besluiten betreffende de sociale en culturele participatie zijn onafhankelijk van elkaar.
Wanneer de subsidie niet volledig werd gebruikt, mag het saldo niet worden overgedragen naar het
volgende boekjaar en zal het moeten worden teruggestort aan de Staat.
4
De POD Maatschappelijke Integratie zal elk betrokken OCMW een brief sturen met daarin alle
terugbetalingsmodaliteiten.
1.4 INSCHRIJVING
Om aan deze subsidiemaatregel te kunnen deelnemen, moet het OCMW de inschrijvingsmodule niet
meer invullen.
De POD Maatschappelijke Integratie zal elk OCMW een voorschot storten dat ten hoogste de helft
bedraagt van het bedrag bepaald door het koninklijk besluit, na de ondertekening door de Koning en na
publicatie in het Belgisch Staatsblad.
1.5 LOOPTIJDEN
De KB ’s van de jaren 2003 tot en met 2008 bestreken een termijn van 1 mei tot en met 31 april van het
volgende jaar.
Om de maatregel sociale en culturele participatie te integreren in het Uniek Jaarverslag verandert vanaf
2010 de looptijd van het KB. De activiteitenperiode mei-april wordt vervangen door de periode 1
januari – 31 december van het jaar in kwestie.
Vanaf het subsidiejaar 2010 komt niet langer de datum van factuur of activiteit in aanmerking maar de
datum van IMPUTATIE binnen het OCMW.
Indien de ingegeven datum afwijkt van de subsidieperiode, zal de toepassing blokkeren en zal de
gebruiker een foutmelding ontvangen.
1.6 ACTIVITEITEN
Onderstaande lijsten zijn niet exhaustief en zullen jaarlijks worden geüpdatet. Bij twijfel of bepaalde
activiteiten al dan niet in aanmerking kunnen komen voor terugbetaling, kan men de administratie
contacteren via [email protected].
Vier categorieën van activiteiten:
1.6.1 DEELNAME AAN SOCIALE, CULTURELE EN SPORTIEVE MANIFESTATIES
het betreft hier een typisch individueel voordeel dat het OCMW kan toekennen.
Verschillende kostensoorten zijn hier mogelijk. Het OCMW bepaalt zelf in welke mate zij de kost voor
de cliënt vergoedt ( volledige terugbetaling of gedeeltelijke terugbetaling ).
 Toegelaten voorbeelden in deze categorie zijn:

Toegangstickets voor evenementen ( theater, cinema, musea, enz.)

Vervoerskosten naar de evenementen
5

Speelpleinen

Kansenpassen (kortingsbon)

Vakantiekampen

Onderwijs zonder professionele doeleinden

Aankoop abonnementen voor magazines, kranten, schoolkranten, …

Aankoop boeken, CD’s en DVD’s

Aankoop educatief speelgoed

Cadeaucheques

Daguitstappen, B-dagtrips

Groepsreizen georganiseerd door het OCMW (zonder touroperator)

Activiteiten georganiseerd door het OCMW (bijvoorbeeld: “Vakantie voor iedereen”, …)

Groepsreizen georganiseerd door mutualiteiten, gehandicaptenvereniging, seniorenvereniging,
…

Kinderopvang voor zover de ouder(s) naar een activiteit is (zijn) in het kader van sociale en
culturele participatie


Rijbewijzen na uitputting van alle andere middelen (verminderd met elke andere
tegemoetkoming, zoals het budget professionele inschakeling, tegemoetkoming van het
ziekenfonds, …)

Jeugdkampen in het buitenland (voorbeeld: scouts, ziekenfonds, vereniging voor personen met
een handicap, …)

schoolreizen (lager en middelbaar onderwijs) museumbezoek

Reis einde middelbare studies

Uitwisseling met een ander land, ERASMUS (duur 1 maand, 3 maanden, 1 jaar) – verminderd
met een tegemoetkoming in het kader van een socioprofessionele cel

Stage in het kader van studies in het buitenland

Prijs van de reis en het toegangticket tot pretparken in het buitenland (Disney of andere) maar
geen tenlasteneming van de verblijfs- en maaltijdkosten gekoppeld aan het verblijf

Cursussen die niet in een schoolprogramma passen (activiteiten georganiseerd na de cursusuren.)

Aankoop tickets of passen in bulk door het OCMW

Opleiding hobby’s (tekenen, oenologie, muziek, theater, koken, dansen, … )

…
Niet toegelaten voorbeelden in deze categorie zijn:

Toeristische reizen, reizen georganiseerd door touroperators,…

Individuele huur vakantiewoningen
6

Kosten verbonden aan de organisatie van individuele feesten van de gebruikers van het OCMW (
communiefeesten, verjaardagsfeesten, …)

Verplichte schoolkosten nodig om de eindtermen te behalen zoals boeken, …

eetbonnetjes

Opleidingen voor professionele doeleinden

Stages binnen professionele opleidingen

Opleidingskosten voor de medewerkers van het OCMW

Lessen buiten de schooluren ( wiskunde, taallessen, …)

Kansspelen, loterij, gokspelen

Abonnementen zonnebank

Aankoop van audiovisuele toestellen ( TV, DVD-speler, …)

Kabelabonnement TV ( indien TV en internet 1 pakket zijn, splitst men de factuur op )

Welness

Bon om naar de kapper, een schoonheidssalon te gaan

Sabam

Jobcoaching

Abonnementen gsm

Aankoop telefoonkaarten

Taksen, belastingen

PWA-cheques

Voor- en naschoolse opvang los van de sociale en/of culturele activiteiten

Aankoop budgetplanners

…
1.6.2 DEELNAME AAN SOCIALE, CULTURELE EN SPORTIEVE VERENIGINGEN
Ook hier gaat het om een individueel voordeel en ligt de klemtoon op lidgelden en benodigdheden voor
deelname aan verenigingen ( verzekering, materiaal, vervoerskosten, …)
Onder “verenigingen” wordt hier verstaan het traditionele verenigingsleven: jeugdbeweging,
cultuurkringen, vrouwenverenigingen, sportclubs, … maar ook minder formeel omschreven groepen
zoals een leesclub.

Het OCMW kan tegemoetkomen in de volgende kosten:
-
Inschrijvingsgelden, lidmaatschappen
Bijdrage in de kosten voor bijzondere activiteiten zoals uitstappen, …
7
-


Kosten voor de vereiste benodigdheden en uitrustingen: gedacht wordt aan uniformen
(jeugdbeweging), sportuitrusting, knutselmateriaal, …
Toegelaten voorbeelden in deze categorie zijn:

Lidmaatschap bibliotheek, mediatheek, videotheek, …

Tekenacademie

Muziekschool

Volkshogeschool

Toneelklas

Kooklessen

(Taal) lessen voor niet-professionele doeleinden

Sportclubs (abonnementen, uitrusting, materiaal, kosten doktersbezoek nodig voor het beoefenen
van een sport, …)

Danslessen

Bloemschikken

Initiatieven inzake gezondheidszorg ( bv: preventiecampagnes roken, rugschool, sensibilisering
over stalking, voedselveiligheid: gebruiksaanwijzing, cursus voor een beter gedrag tegenover
kinderen (luisteren, doelstellingen opvoeding, oplossen van conflicten, grenzen afbakenen,
gedragsveranderingen, …)

…
Niet toegelaten voorbeelden in deze categorie zijn:

Lidmaatschap vakbonden

Lidmaatschap van politieke partijen

Beroepsorganisaties

Confessionele genootschappen

Wellnesscentra

Steunen van een jeugdbeweging

Boetes of premies die niet onder deze maatregel vallen

…
1.6.3 INITIATIEVEN VAN OF VOOR DE DOELGROEP OP SOCIAAL, CULTUREEL
OF SPORTIEF VLAK
Onder deze categorie vallen alle activiteiten die door het OCMW zelf of via onderaanneming voor de
doelgroep worden georganiseerd. Bij activiteiten bestemd voor een gemend publiek is het OCMW
verplicht een verdeelsleutel toe te passen opdat de subsidie enkel zou worden gebruikt om de doelgroep
te financieren.
8


Toegelaten voorbeelden zijn:

Door het OCMW georganiseerde activiteiten: toneelstukken, muziekgroepen, schilderklassen,
fotografie, carnavalsgroepen, …

Administratieve kosten activiteiten/ beheerskosten

Activiteiten georganiseerd in OCMW-rusthuizen ( niet-dagdagelijkse activiteiten)

Redactie van informatiebladen voor de doelgroep

Vrijwilligersvergoedingen (bepaling van de wet van 03/07/05)

…
Niet toegelaten voorbeelden:

Daguitstap met alle senioren van de gemeente zonder verdeelsleutel

Wijkfeesten zonder verdeelsleutel

…
Samenwerking met organisaties
Het daadwerkelijk aanspreken van de doelgroep en hen laten deelnemen aan de activiteiten kan worden
uitbesteed. Het OCMW kan daartoe samenwerkingsverbanden afsluiten met organisaties die beter
beslagen zijn met materies als cultuur, sport, vrijetijdsbesteding en de nieuwe informatie- en
communicatietechnologie.
Het gaat hier niet om culturele subsidies die het OCMW aan een andere organisatie kan geven. Indien er
een overeenkomst wordt afgesloten, is dit in het kader van ‘onderaanneming’ en dient er vanwege de
organisatie een tegenprestatie te worden geleverd.
Het uitbetalen van een forfaitair bedrag aan een vzw of andere organisatie zonder controle op het al dan
niet correct uitvoeren van de overeenkomst wordt niet toegestaan.
Om geldig te zijn dient vanaf 2010 de vastlegging van de conventie te geschieden binnen de door het
KB voorziene periode.
Wanneer het OCMW deze taken uitbesteedt, zal de uitvoerende organisatie verantwoording aan het
OCMW moeten afleggen. Het OCMW controleert deze verantwoording op zijn deugdelijkheid zoals
andere subsidies op lokaal vlak (Wet van 14 november 1983).
9
1.6.4 DE ONDERSTEUNING EN FINANCIERING VAN INITIATIEVEN DIE DE
TOEGANG VAN DE DOELGROEP TOT DE NIEUWE INFORMATIE – EN
COMMUNICATIETECHNOLOGIEËN BEVORDEREN


Met het oog op het remediëren van de groeiende digitale kloof bij kansarmen werd de inhoud van
deze vierde activiteitencategorie uitgebreid en kunnen onder andere volgende kosten worden
ingebracht:

De aankoop van computers ( en bijbehorende printer) voor de individuele cliënt

De aankoop van een gerecycleerde computer voor de individuele cliënt voor zover het
subsidiebedrag voorzien in punt 5 van het KB ( “gerecycleerde PC’s voor € 100) is uitgeput

De vergoeding voor het geven van informaticaopleidingen aan de doelgroep (door het OCMW
zelf of via een conventie met een externe partner)

De terugbetaling van internetabonnementen voor een individuele cliënt (bij internetpack,
telefoon, TV – moet het totaal door 3 gedeeld worden)

Kosten voor de oprichting en de uitbreiding van een easy-e-space

Internetabonnementen van een easy-e-space (cybercafé of jeugdhuis)

…
Worden niet toegestaan:

De aankoop van gsm, blackberry, fototoestellen, beamers, scanners, spelconsole, Wii, …

Algemeen internetabonnement van het OCMW gebruikt door een groep met numerieke dimensie
bijkomend gecreëerd door het OCMW

…
1.7 INVESTERINGEN
1.7.1 INVESTERINGEN VOOR HET OCMW
In de context van het KB sociale en culturele participatie kunnen kleine investeringen tot
€ 500 (excl. BTW) worden ingebracht. Aangezien de subsidie binnen de Rijksmiddelenbegroting
bedoeld is voor lopende uitgaven mag de € 500 niet worden overschreden.
De investering is eenmalig geldig op het gehele subsidiebedrag en dus niet per categorie.
Ook eventuele aankopen binnen de vierde activiteitencategorie ( financiering van initiatieven die de
toegang van de doelgroep tot de nieuwe informatie –en communicatietechnologieën bevorderen ) vallen
onder de limiet van € 500.
10
De investering dient net als de activiteiten te worden ingebracht in één van de categorieën met de
vermelding van investering.
Indien het gaat over een investering die het OCMW wil doen ten behoeve van de vzw waarmee wordt
samengewerkt, geldt dezelfde regel. Met andere woorden, indien het OCMW voor de betreffende vzw
een investering doet van € 500, kan het OCMW voor zichzelf geen investering meer aanvragen.
1.7.2 INVESTERINGEN VOOR HET DOELPUBLIEK
De tussenkomst van het OCMW bij individuele aankopen dient zich te beperken tot € 500
(excl. BTW) per persoon.
1.8 HOE DE ACTIVITEITEN INVULLEN IN DE TOEPASSING
Eerst moet de wijze van invoering worden gekozen; ofwel via de webtoepassing, ofwel via de
spreadsheet.
De activiteiten moeten worden ondergebracht in één van de vier categorieën van het activiteitenverslag.
11
Om een activiteit toe te voegen, klikt men in de desbetreffende rubriek op de knop “activiteit
toevoegen”.
Men ziet dan het volgende scherm:
Per activiteit zijn deze vier vakken verplicht in te vullen. Het OCMW mag bij twijfel over de categorie
de betreffende activiteit niet meerdere malen ingeven bij meerdere categorieën.
12
Legende:
De datum van IMPUTATIE van de factuur, dit wil zeggen de datum waarop de uitgave wordt
geboekt in de boekhouding.

Beschrijving van de activiteit:
De omschrijving van de activiteit moet duidelijk en volledig zijn. Voor namen van activiteiten
die niet vanzelfsprekend zijn, dient het OCMW een eenvoudige maar begrijpelijke verklaring te
noteren.
Bijvoorbeeld: Indien de cliënt van het OCMW een fitnessprogramma heeft gevolgd met de naam
“zumba”, dient de beschrijving van de activiteit minstens het begrip fitness te bevatten.
Afkortingen worden niet aanvaard. De activiteit of de investering dient voluit te worden
vermeld!
Bijvoorbeeld: BMX = aankoop van een fiets, GWP = Geïntegreerd werkweekproject = niet
verplichte schoolreis

Aantal begunstigden: Het OCMW is verplicht om één getal in te vullen. Tekst wordt niet
aanvaard, schattingen zoals bijvoorbeeld “4 tot 10“ personen evenmin.
Voor het toepassen van een verdeelsleutel (zie 1.9.2).

Gesubsidieerd bedrag: enkel het bedrag dat wordt ingebracht in de subsidie dient te worden
ingevuld. Indien dit bedrag lager is dan de totale factuurkost, vult men NIET de factuurkost in
maar enkel het bedrag dat moet wordt teruggevorderd van de subsidie.
Vanaf 2010, kan het OCMW kiezen tussen de gegevens van het uniek jaarverslag, ofwel via de
webtoepassing, ofwel via het gebruik van een specifiek excelspreadsheet.
Deze spreadsheet is aan te raden wanneer het OCMW veel gegevens moet invoeren; indien het OCMW
weinig gegevens heeft, zal het de voorkeur geven aan de Webtoepassing.
Het is verplicht om de spreadsheet te gebruiken dat zich op de site van de POD Maatschappelijke
Integratie bevindt in de rubriek “sociale participatie”.
Bovendien moet, indien de methode gekozen is, deze gebruikt worden voor de volledige maatregel. Het
is niet mogelijk om een gedeelte in te vullen via de toepassing en een ander gedeelte via de spreadsheet.
Nadat u “via een spreadsheet” hebt geselecteerd, komt u in het volgende scherm:
13
De spreadsheet verschijnt als volgt:
In het rechterdeel van de tabel vindt u een overzicht:
14
Dit overzicht toont het aantal begunstigden waaraan hulp werd verleend en welke bedragen er in totaal
werden toegekend per activiteitencategorie.
Op het ogenblik dat dit bestand in het uniek verslag wordt opgeladen, zullen de cijfers van deze
controleoverzichten gevraagd worden.
1.9 DOELGROEP
De doelgroep is de “gebruikers van de openbare dienstverlening behorend tot de opdrachten van het
centrum”. Die dienstverlening moet in de ruimst mogelijke betekenis begrepen worden en mag niet
beperkt
worden
tot
de
bijstand
(leefloon,
activering,
andere
uitkeringen, …).
Personen die een zekere mate van welstand hebben maar toch beroep doen op een aspect van de
dienstverlening van het OCMW (zoals kinderdagverblijf, poetshulp, thuismaaltijden, rustoord,
serviceflats, advies en administratieve hulp met uitkeringen en formaliteiten, budgetbegeleiding, …)
kunnen dus ook een voordeel genieten in het kader van deze maatregel. Het spreekt voor zich dat het
OCMW de billijkheid moet afwegen om het voordeel ook aan deze personen te gunnen.
Een groot aantal gemeenten vangen, op vraag van de federale administratie, asielzoekers op. De
OCMW’s van deze gemeenten organiseren, in samenspraak met Fedasil, Lokale Opvanginitiatieven
(LOI). Krachtens de wet van 12 januari 2007 kunnen bepaalde categorieën van personen deze materiële
15
hulp genieten. Het gaat meer bepaald om asielzoekers en niet begeleide minderjarige vreemdelingen
(NBMV).
Wanneer deze personen zich in een LOI bevinden, kunnen zij geen aanspraak maken op steun van het
fonds voor sociale en culturele participatie.
De wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen
van 12 januari 2007 regelt de verlening van de toegekende hulp. Materiële steun bestaat vooral uit
huisvesting, voedsel, kleding, medische, sociale en psychologische begeleiding en de toekenning van
een dagvergoeding.
Zij omvat eveneens de toegang tot juridische hulp, de toegang tot diensten als tolkdienst en opleidingen
en de toegang tot een programma voor vrijwillige terugkeer.
1.9.1 SOCIAAL ONDERZOEK
Mensen met een laag inkomen die nog geen cliënt zijn bij het OCMW kunnen een aanvraag indienen bij
het OCMW. Vervolgens is het aan het OCMW om na een sociaal onderzoek te oordelen of het al dan
niet gepast is tussen te komen in de vraag van de cliënt.
Er moet altijd een dossier worden opgesteld bij een individuele hulp. Dit dossier moet op elk moment
kunnen worden voorgelegd op vraag van de administratie.
De aanvraag tot tegemoetkomging moet in een register worden ingeschreven, overeenkomstig artikel 58
§ 1 van de wet van 8 juli 1976.
Wanneer het OCMW collectieve tussenkomsten organiseert of het initiatief neemt voor een activiteit,
moet er in dat geval geen sociaal onderzoek worden uitgevoerd.
1.9.2 VERDEELSLEUTEL
Indien het OCMW een activiteit organiseert of wil ondersteunen gericht op een gemengd publiek, d.i.
gedeeltelijk gebruikers van de dienstverlening van het OCMW en gedeeltelijk niet-gebruikers, dan kan
enkel de financiering ten behoeve van de gebruikers ten laste worden genomen. Er dient met andere
woorden verplicht een verdeelsleutel te worden toegepast op de kosten ingebracht voor gemengde
activiteiten. Deze verdeelsleutel moet kunnen worden onderbouwd en de realiteitswaarde ervan
aangetoond op vraag van de controlediensten van de POD Maatschappelijke Integratie.
Voor het invullen van het vak “aantal begunstigden” in de webtoepassing, gaat men als volgt te werk:

Indien bij activiteiten in groep alle deelnemers cliënt zijn van het OCMW, vult men het totaal
aantal deelnemers in.
16

Indien het gaat om een gemengd doelpubliek, vult men het aantal begunstigden in na toepassing
van de proportionaliteitsregel.
1.10 SAMENWERKINGSVORMEN
De OCMW’s worden ertoe aangezet om bij de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen samen te
werken. Zij kunnen samenwerken met andere OCMW’s of met organisaties die reeds op dit terrein
werkzaam zijn.
1.10.1 SAMENWERKING MET ANDERE OCMW’S
Deze samenwerking mag zich uitstrekken over de verschillende landsgedeelten maar mag niet heel
België omvatten.
Streekgebonden samenwerking zoals de clusterwerking wordt aanbevolen.
1.10.2 SAMENWERKING MET ORGANISATIES
De OCMW’s kunnen organisaties inschakelen die meer expertise hebben op het vlak van sociale,
culturele en sportieve participatie of digitale insluiting.
Het is mogelijk dat het OCMW de activiteit volledig uitbesteed aan een externe instelling. Wel is het
noodzakelijk dat de instelling verantwoording aflegt aan het OCMW over het gebruik van de middelen
en dat het OCMW controle uitoefent op de doelgroep.
Het is aan het OCMW om te beslissen of er voor bepaalde activiteiten een eigen financiële bijdrage
moet zijn van de betrokkenen of dat het centrum volledig instaat voor de financiering.
Indien het OCMW beslist om een samenwerkingsverband aan te gaan, dient dit ook te worden
ingebracht als activiteit in het activiteitenrapport onder de categorie 3 of 4 met de vermelding dat het
hier gaat om een samenwerkingsakkoord.
Een door beide partijen ondertekende samenwerkingsovereenkomst dient op vraag van
inspectiediensten of bij controle on desk te kunnen worden voorgelegd. Daarop moet duidelijk
beschreven staan om welke activiteiten het gaat, voor welk budget en welke doelgroep.
17
Indien men een kleinere tussenkomst wenst dan het bedrag dat vermeld staat op het
samenwerkingsakkoord, dient enkel het bedrag van tussenkomst te worden ingegeven.
In geval van een samenwerkingsakkoord tussen OCMW’s waarbij men gezamenlijk een beroep wil doen
op het personeelsforfait (zie rubriek 1.12), dan moet in de conventie vermeld worden welk personeelslid
de OCMW’s gemeenschappelijk inzetten en vergoeden. Om aanspraak te kunnen maken op het
personeelsforfait bij samenwerking is het niet verplicht om gezamenlijke activiteiten te organiseren. Het
is goed mogelijk dat er één personeelslid op verschillende tijdstippen wordt ingezet in de verschillende
OCMW’s om in elk van de OCMW’s afzonderlijk activiteiten te organiseren.
1.11 SUBSIDIEBEDRAG
De subsidie sociale en culturele participatie laat het OCMW vrij om te kiezen of zij geheel of
gedeeltelijk tussenkomt in individuele aanvragen tot tussenkomst.
Het OCMW kan beslissen om de kosten van de activiteit volledig op zich te nemen of om de gebruiker
te sensibiliseren door deze eigen middelen te laten inbrengen.
Ter rechtvaardiging dient in de toepassing enkel het bedrag van tussenkomst te worden ingegeven en
niet de totale kost van de activiteit.
Let wel, het bedrag van tussenkomst kan nooit het factuurbedrag overschrijden. Dit zal door de
inspectiediensten
ter
plaatse
worden
gecontroleerd
op
basis
van
de
facturen.
1.12 PERSONEELSKOSTEN
Als tegemoetkoming voor de extra werklast van de maatregel, voorziet het Koninklijk Besluit in een
personeelsforfait van 10% van het verantwoorde bedrag voor OCMW’s die recht hebben op een
subsidie van € 25 000 of meer.
OCMW’s die een samenwerkingsakkoord afsluiten om de subsidie op gecoördineerde samen te beheren
en van wie de gecumuleerde subsidies € 25 000 of meer bedragen hebben eveneens recht op het
personeelsforfait.
Voor wat betreft OCMW’s die reeds een subsidiebedrag genieten van € 25 000 of meer, hen is het
toegestaan een samenwerkingsakkoord af te sluiten met één of meerdere kleine OCMW’s.
Aangezien het hier gaat om een forfait is het mogelijk dat de werkelijke personeelskost hoger of lager
ligt dan het forfait. De enige vereiste voor het bekomen van de tegemoetkoming is dat het
18
gesubsidieerde personeelslid ingeschreven staat op de loonlijst van het OCMW ( of van één van de
samenwerkende OCMW’s)
Indien het OCMW recht heeft op een personeelstegemoetkoming dient het expliciet aan te geven of het
al dan niet gebruik wil maken van dit recht.
De applicatie opteert automatisch voor het niet gebruik maken van dit recht. Wenst het OCMW dit wel
te doen, dan klikt men “ja” aan.
Aansluitend dient men de keuze te maken tussen al of niet samenwerking.
1.12.1 GEEN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
Op basis van het door het OCMW ingevulde activiteitenverslag en bijbehorende kosten berekent de
toepassing automatisch het personeelsforfait waar het OCMW recht op heeft.
19
Het forfait
-
bedraagt maximaal 10% van het verantwoordde subsidiebedrag
- het totaal verantwoorde subsidiebedrag mag het subsidiebedrag zoals vermeld in het KB niet
overschrijden
- de som van het personeelsforfait en het verantwoorde bedrag mag het subsidiebedrag zoals vermeld
in het KB niet overschrijden.
Voorbeeld 1:
Bedrag KB: 27 000 €
Gevraagd bedrag bij inschrijving: 20 000 €
-
geen recht op personeelsvergoeding
Voorbeeld 2:
Bedrag KB: 27 000 €
Gevraagd bedrag bij inschrijving: 27 000 €
Verantwoord bedrag: 26 000 €
-
Personeelsforfait van 10% = 2 600 €
o Maar gezien het OCMW in totaal maar recht heeft op 27 000 € beperkt het
personeelsforfait zich in dit geval tot 1000 €
Voorbeeld 3:
Bedrag KB: 27 000 €
Gevraagd bedrag bij inschrijving: 27 000 €
20
Verantwoord bedrag: 35 000 €
-
Personeelsforfait van 10 % = 2700 € aangezien het maximum te verantwoorden subsidiebedrag
neerkomt op 27 000 €
o Maar daar het OCMW reeds het volledige subsidiebedrag heeft opgebruikt kan er geen
aanspraak meer worden gemaakt op het personeelsforfait.
21
1.12.2 SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
Indien er sprake is van een samenwerkingsverband tussen verschillende OCMW’s, kunnen zij elk
afzonderlijk een beroep doen op de tussenkomst in de personeelsvergoeding onder volgende
voorwaarden:
1. het samenwerkingsakkoord dient te verwijzen naar een gezamenlijk personeelslid dat instaat
voor de uitwerking van de subsidiemaatregel ( zonder de verplichting om collectieve acties onder
de OCMW’s te organiseren )
2. het samenwerkingsakkoord dient beschikbaar te zijn in het OCMW voor inspectie ter plaatse.
3. de som van de subsidiebedragen van de samenwerkende OCMW’s moet minstens
€ 25 000 bedragen
4. de 10% personeelsvergoeding wordt berekend op elk van de afzonderlijk ingebrachte bedragen
Voorbeeld:
OCMW A = € 5000 volgens KB
OCMW B = € 10 000 volgens KB
OCMW C = € 12 000 volgens KB
Totaal =
€ 27 000
OCMW A heeft een verantwoord bedrag van € 4500 en heeft dus recht op € 450 personeelskosten
OCMW B heeft een verantwoord bedrag van € 11 000. Het K.B. voorziet in 10 000.00 €, het heeft dus
recht op personeelskosten die 1.000 € bedragen, maar het kan deze niet valoriseren, omdat de totale som
het bedrag van het K.B. overschrijdt.
OCMW C heeft een verantwoord bedrag van € 10 000 en heeft recht op € 1000 personeelskosten
Elk OCMW van de samenwerkingsovereenkomst dat gebruik wil maken van de personeelsvergoeding
dient het volgende rapport binnen het Uniek Verslag in te vullen.
22
Elk OCMW dient de volgende informatie te verschaffen:
-
datum van de raadsbeslissing
de lijst van de OCMW’s die betrokken zijn bij de samenwerking
het gevraagde bedrag per OCMW
Het is niet mogelijk voor een OCMW om zijn aanvraag te laten geschieden door een ander OCMW
waarmee wordt samengewerkt.
Binnen de POD Maatschappelijke Integratie zal het aangevraagde bedrag manueel worden nagekeken op
basis van de gegevens van samenwerkende OCMW’s.
23
2 MAATREGELEN IN HET KADER VAN DE DIGITALE KLOOF :
GERECYCLEERDE COMPUTERS
2.1 WETTELIJKE BASIS
Koninklijk Besluit houdende de maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de
culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
2.2 DOEL VAN DE MAATREGEL
In het kader van de strijd tegen de digitale kloof wil dit project de meest kwetsbare gezinnen de
mogelijkheid bieden zich een computer aan te schaffen en dat tegen een zeer lage kostprijs.
De maatregel heeft de intentie de bevolking te sensibiliseren voor een mogelijk alternatief voor de
aankoop van een nieuwe computer, die voor vele medeburgers toch nog steeds te duur is.
2.3 FINANCIERINGSMIDDELEN
In een aanvulling tot het beschikbare totaalbedrag voor de vier andere activiteiten in het kader van de
sociale en culturele participatie wordt voorzien in artikel 5 van het koninklijk besluit.
2.4 LOOPTIJDEN
De looptijd voor de vijfde categorie “gerecycleerde computers” is gelijk aan de looptijd zoals vermeld in
de het KB sociale en culturele participatie.
2.5 INSCHRIJVING
De deelname is inbegrepen in de maatregel sociale en culturele participatie.
Er wordt echter in geen enkel voorschot voorzien.
2.6 SUBSIDIEBEDRAG
Het totaalbedrag wordt verdeeld op basis van het aantal contingenten per OCMW die op hun beurt
gebaseerd zijn op het aantal RMI en WIGW van de maand januari van het voorgaande jaar.
Het maximale bedrag dat een OCMW kan aanwenden per begunstigde bedraagt 100 €.
24
2.7 GERECYCLEERDE COMPUTERS EN HERGEBRUIKCENTRA
Enkel de aankoop van computers valt onder deze maatregel. Alle andere informaticagerelateerde
aankopen ( nieuwe computers, internet, software, printer, enz.) moeten worden ondergebracht onder
activiteit 4 “de ondersteuning en financiering van initiatieven die de toegang van de doelgroep tot de nieuwe
informatie – en communicatietechnologieën bevorderen”
Indien het aantal aanvragen voor een gerecycleerde computer het beschikbare budget overschrijdt, mag
het OCMW de resterende aankopen eveneens onderbrengen in categorie 4.
Opgelet: dit geldt niet voor de aankoop van 1 PC. Indien een gerecycleerde PC het bedrag van € 100
overschrijdt, is het niet toegelaten om de rest van het aankoopbedrag in te brengen onder categorie 4.
Het is aan de cliënt of aan het OCMW om zelf de benodigde restmiddelen in te brengen.
Voor elke aankoop van een gerecycleerde computer moet een factuur voorhanden zijn. De leverancier
moet voor elke gerecycleerde computer een garantie waarborgen van minstens 12 maanden. De wet van
1 september 2004 betreffende de bescherming van de consument legt de verkoper van
tweedehandsgoederen een verplichting op om een waarborg te garanderen van minstens 12 maanden.
Er bestaan vandaag de dag in België talrijke operatoren die gespecialiseerd zijn in recyclage en
herprogrammering van informaticamateriaal. Deze laatsten verdelen het materiaal via vestigingen over
het hele land.
25
De cliënten van het OCMW kunnen een beroep doen op volgende potentiële verkoopsadressen ( nietexhaustieve lijst):
www.res-sources.be
www.oxfamsol.be
www.comex.be
www.kringloop.net
www.puc.be
www.websweb.be
www.petitsrien.be
www.droitetdevoir.com
Een verkooppunt wordt door de POD Maatschappelijke Integratie erkend als een regulier
hergebruikcentrum indien er bij de aankoop van het materiaal een factuur wordt gegeven en een garantie
van minimaal 12 maanden.
Het OCMW is verplicht om met het oog op inspectie ter plaatse een kopie van de factuur te bewaren met
duidelijk de garantie daarop vermeld.
2.8 ACTIVITEITENRAPPORT GERECYCLEERDE COMPUTERS
Het activiteitenrapport voor de gerecycleerde computers bevindt zich in de module sociale en culturele
participatie en toont zich als de derde etappe.
Hoewel het aankoopbedrag op de factuur de € 100 mag overschrijden, kan het OCMW slechts € 100
terugvorderen per aangekochte computer.
Het terug te vorderen bedrag kan ook lager zijn dan € 100.
Vanaf 2010 heeft u de mogelijkheid om het aantal gerecycleerde PC’s in te geven in de toepassing. Het
is niet meer nodig om PC per PC in te geven.
26
Hier heeft het OCMW ook de mogelijkheid om te kiezen tussen de Webtoepassing en de spreadsheet.
2.9 BETALINGSMODALITEITEN GERECYCLEERDE COMPUTERS
Er wordt voor de aankoop van gerecycleerde computers geen voorschot uitbetaald.
Bij de indiening van de module “sociale en culturele participatie” wordt het formulier voor de
gerecycleerde computers automatisch mee verzonden. Op basis hiervan zullen na controle door de
administratie de saldi worden uitbetaald.
3 SPECIFIEKE MAATREGEL BETREFFENDE KANSARME
KINDEREN
3.1 WETTELIJKE BASIS
Koninklijk Besluit houdende de maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de
culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
3.2 DOEL VAN DE MAATREGEL
Een van de gevolgen van de economische crisis die ons land treft, is voor de gezinnen het beperken van
de kosten die niet voor basisbehoeften bestemd zijn.
De meest kansarmen stellen bijgevolg hun uitgaven voor opleiding, sommige geneeskundige verzorging,
onderwijs, sociale en culturele participatie, … uit.
Eerste slachtoffers van deze situatie zijn kansarme kinderen wier toekomst op die manier op het spel
gezet wordt en die opgesloten geraken in een spiraal van armoede.
27
Om deze reden heeft de regering een bijkomend budget voorbehouden voor deze kinderen. Het
belangrijkste doel van deze maatregel is de strijd tegen armoede bij kinderen. Door vooraf te handelen
wenst de regering deze moeilijkheid te vermijden waarbij de kinderen een reële kans wordt gegeven om
uit de armoede te geraken.
Dit uitzonderlijk budget heeft tot doel sommige rampzalige gevolgen van de crisis te compenseren.
3.3 FINANCIERINGSMIDDELEN
Het bijkomende toegekende budget bedraagt 4 200 000.00 €, verdeeld volgens dezelfde verdeelsleutel
als de sociale en culturele participatie.
Voor de verdeling van het subsidiebedrag onder de Belgische OCMW’s wordt er rekening gehouden
met het aantal begunstigden op maatschappelijke integratie van de maand januari in het voorgaande jaar,
evenals het aantal rechthebbenden op een verhoogde financiële tussenkomst van het ziekenfonds. Het
subsidiebedrag per OCMW kan dus variëren naargelang het aantal RMI en WIGW in het OCMW
wijzigt.
3.4 INSCHRIJVING
De deelname aan deze bijkomende maatregel is inbegrepen in de maatregel sociale en culturele
participatie. De POD Maatschappelijke Integratie zal elk OCMW een voorschot storten dat ten hoogste
de helft bedraagt van het bedrag bepaald door het koninklijk besluit, na de ondertekening door de
Koning en na publicatie in het Belgisch Staatsblad.
3.5 LOOPTIJDEN
De looptijden zijn identiek aan de sociale en culturele participatie. De referteperiode vangt aan op
1 januari en loopt af op 31 december.
Om de kosten te kunnen rechtvaardigen is enkel de ingavedatum van de factuur geldig.
De originele bewijsstukken blijven ter beschikking met het oog op de controle ter plaatse, uitgevoerd
door de inspecteurs.
3.6 ACTIVITEITEN
De subsidie kan gebruikt worden voor individuele en voor collectieve acties.
Het kan gaan om de volledige of gedeeltelijke financiering van een maatschappelijke dienstverlening die
tot doel heeft de achtergestelde kinderen een maatschappelijke integratie te bieden door de deelname aan
sociale programma’s.
Het kan ook gaan om de volledige of gedeeltelijke financiering van initiatieven met of ten voordele van
achtergestelde kinderen met als doel de bevordering van hun maatschappelijke integratie.
28
3.6.1 SOORTEN INDIVIDUELE ACTIES
1. Maatschappelijke dienstverlening in het kader van de deelname aan sociale programma’s:
 Opleidingen voor de ouders die verband houden met de ontwikkeling van het kind.
Voorbeelden van dit soort opleidingen:






begrippen over gezondheid en hygiëne van het kind, preventie van ongevallen
thuis;
de rol van de ouders
Zijn kind begrijpen: de eigen ritmes van het kind, de traantjes, de
woedeaanvallen, de beperkingen, de angsten, de slaap, …;
Een goed evenwicht vinden tussen het privéleven en het beroepsleven;
Hoe de ruimte in huis inrichten zodat het kind zich zo goed mogelijk kan
ontwikkelen;
Voorkeur geven aan een evenwichtigere voeding.
 Deelname aan initiatieven waar luisteren en dialoog met betrekking tot de ontwikkeling
van het kind centraal staan
Het kan bijvoorbeeld gaan om initiatieven:




ter bevordering van de taalbeheersing
ter bevordering van de muzikale ontwikkeling
ter bevordering van de leesvaardigheid
om specifieke leerstoornissen aan het licht te brengen en te remediëren: dyslexie,
dyscalculie, …
2. Maatschappelijke dienstverlening in het kader van schoolondersteuning:
Het kan bijvoorbeeld gaan om:


het ten laste nemen van de al dan niet verplichte schoolkosten (schoolboeken,
fotokopieën, …)
het ten laste nemen van een schoolabonnement voor de kosten die niet elders
worden terugbetaald
29


het ten laste nemen van bijlessen
het deelnemen aan de huiswerkschool

Schoolkantine;

Kosten voor crèches en opvang (resterende bedrag werkelijk ten laste van de
ouders na fiscale of andere aftrek);

Kosten in verband met geplaatste kinderen

De verblijfskosten in een pensionaat, in een internaat;

…
Worden niet toegestaan in deze categorie:

Familiale verzekering;

Levensverzekering voorgesteld door de school
3. Maatschappelijke dienstverlening in het kader van de psychologische ondersteuning van het
kind of de ouders in het kader van de raadpleging van een specialist:
Voorbeeld van psychologische ondersteuning:







Maatschappelijk overleg en maatschappelijke dialoog
Confrontatie met trauma’s en rouwsituaties
Omgaan met emoties en stress
Ondersteuning van de relatie tussen ouders en hun kinderen met een
handicap
Vroegtijdig opsporen van psychologische of psychische problemen bij
kinderen
Herstellen van de gezinsband
Opsporen van specifieke leerstoornissen: dyslexie, dyscalculie, …
4. Maatschappelijke dienstverlening in het kader van paramedische ondersteuning
 Ofwel in het kader van de raadpleging of de tussenkomst van een specialist
Het kan bijvoorbeeld gaan om:





Audiologist
Specialist voor oorprothesen
Diëtist
Ergotherapeut
Kinesitherapeut
30






Opticien
Logopedist
Orthoptist
Specialist in psychomotoriek
Hulpkracht voor het sociaal leven
Mantelzorger en kinderverzorg(st)er (resterend bedrag werkelijk
ten laste van de ouders na fiscale of andere aftrek);
Worden niet toegelaten in deze categorie:

Ereloon van artsen, spoed,

Kosten in verband met ernstige ziektes van kinderen;
Hulpkracht voor kinderverzorging
 Ofwel in de steun bij het aankopen van de noodzakelijke uitrusting
Het kan bijvoorbeeld gaan om:

Aankoop van een aangepaste matras, vooral voor baby’s

Aankoop van bedomranding, slaapzak voor baby’s, buggy, …

Aankoop van goede schoenen voor uitzonderlijke activiteiten,

Klein materiaal voor de veiligheid (afdekplaatje voor stopcontact, deurstop,
hoekbeschermer, traphekje, …

Aankoop van paramedische benodigdheden niet of gedeeltelijk door het
ziekenfonds of door een andere instelling worden terugbetaald: bril,
hoorapparaten, tandprothesen, …
Worden niet toegelaten in deze categorie:

luiers;

thermometer en apothekersmateriaal voor eerste zorgen

Aankoop van een bed, lakens, luiertafel, wipstoeltje, badkuip, …
5. Steun bij het aankopen van pedagogische hulpmiddelen en spelletjes
31
3.6.2 SOORTEN COLLECTIEVE ACTIES
Het ten laste nemen van de kosten voor acties om kansarme kinderen maatschappelijk te integreren:
 Soorten acties:
Bijvoorbeeld:





activiteiten rond specifieke aandachtspunten
Vroegtijdige steun bij het leren/schoolrijpheid
kinderopvangplaatsen; opvanginitiatieven
Opleidingsprogramma over de rol van de ouder
Ondersteuning van de gezinnen door het organiseren van ateliers,
gespreksgroepen, … rond diverse thema’s (welzijn, gezondheid, voeding,
ontwikkeling van kinderen, …)
 Soorten kosten:
Bijvoorbeeld:



Steun waardoor de bekendmaking van de actie mogelijk is: brochures, folders,
kaarten, huur van lokaal, …
Steun waardoor het organiseren van acties mogelijk is: speelgoed,
keukenmateriaal, voedingsmiddelen, …
Steun waardoor het betalen van de verschillende actoren mogelijk is: honoraria,
deelname in de kosten van een spreker, partnerschap met een vereniging…
3.7 HOE DE ACTIVITEITEN INVULLEN IN DE TOEPASSING
De invoering van de gegevens in het uniek jaarverslag voor de aanvullende maatregel gebeurt op
dezelfde manier als voor de sociale en culturele participatie.
Om een activiteit in te voeren, klikken op de knop “een activiteit toevoegen”.
Het volgende scherm verschijnt:
32
Deze vakken moeten voor elke activiteit verplicht worden ingevuld.
Vanaf het jaar 2010 – afsluiting in 2011 – kan het OCMW kiezen tussen de gegevens van het uniek
jaarverslag, ofwel via de toepassing, ofwel via het gebruik van een specifiek excelspreadsheet.
Deze spreadsheet is aan te raden wanneer het OCMW veel gegevens moet invoeren; indien het OCMW
weinig gegevens heeft, zal het de voorkeur geven aan de Webtoepassing.
Het is verplicht om de spreadsheet te gebruiken dat zich op de site van de POD Maatschappelijke
Integratie bevindt in de rubriek “sociale participatie”.
Bovendien moet, indien de methode gekozen is, deze gebruikt worden voor de volledige maatregel. Het
is niet mogelijk om een gedeelte in te vullen via de toepassing en een ander gedeelte via de spreadsheet.
33
3.8 PERSONEELSKOSTEN
Voor de maatregel kinderarmoede hebben de OCMW’s ook recht op personeelskosten.
De toekenningsregels zijn identiek aan die van de sociale en culturele participatie.
Download