Incontinentie bij ouderen (Informatie voor zorgverleners/mantelzorgers) Incontinentie: gewoon of niet gewoon? Er wordt geschat dat 50% van de mensen van 65 jaar en ouder last heeft van urineverlies. De gevolgen die dat heeft kunnen groot zijn en behoorlijk ingrijpen op het welbevinden en functioneren van mensen. Nog steeds zijn er mensen die er niet graag over praten en veronderstellen dat er niets aan te doen is en dat het bij de leeftijd hoort. Dit is niet waar. In veel gevallen, ook bij ouderen, kunnen de klachten met een gerichte behandeling en advies worden verminderd of verholpen. Dankzij moderne hulp- en opvangmaterialen, chirurgisch ingrijpen, medicijnen en/of oefentherapie kunnen veel mensen een normaal leven leiden. Definitie onwillekeurig verlies van urine dat een sociaal of hygiënisch probleem vormt en dat objectief kan worden aangetoond (ICS) twee of meer keren per maand onwillekeurig verlies van urine op onregelmatige plaatsen en momenten, ongeacht de hoeveelheid van de verloren urine (NHG) Vormen van urineverlies Voor de zorgverlener is het belangrijk om zelf iets te weten over de verschillende oorzaken van urineverlies. Veel voorkomende vormen zijn: Inspannings- of stressincontinentie Aandrang- of urge incontinentie Gemengde incontinentie Overloopincontinentie Ontlasting- of fecale incontinentie Functionele incontinentie Inspannings- of stressincontinentie Het verlies van urine dat ontstaat bij druk verhogende momenten in de buik, zoals bij hoesten, lachen, tillen of springen. Soms verliest iemand hierbij een paar druppels urine, maar het kan ook om scheuten verlies gaan. Aandrang- of urge incontinentie Bij aandrang incontinentie is er sprake van plotselinge aandrang, die niet meer onderdrukt kan worden. Vaak kan niet op tijd het toilet bereikt worden en verliest men al meer of minder urine. De aandrang ontstaat bijvoorbeeld door het horen van stromend water. Gemengde incontinentie Dit is een combinatie van inspannings- en aandrang incontinentie. Overloopincontinentie Bij deze vorm van urineverlies is er sprake van continu verlies van druppeltjes urine. Er is wel aandranggevoel, maar het lukt niet om op het toilet volledig leeg te plassen. Hierdoor blijft de blaas te vol en gaat “overlopen”. Dit soort incontinentie komt nogal eens voor bij mannen die een vergrote prostaat hebben. Ontlasting- of fecale incontinentie Een andere vorm van incontinentie is verlies van ontlasting, ook wel fecale incontinentie genoemd. Het kan hierbij ook gaan om een vorm van aandrangincontinentie, waarbij de aandrang ineens op komt zetten en niet meer valt uit te stellen tot het toilet is bereikt. Soms verliest men alleen ontlasting als het dun is van samenstelling, maar het kan ook stevig van vorm zijn. Ontlasting verlies komt niet zo vaak voor als urine incontinentie, maar heeft vaak wel grote impact op het leven van iemand. Incontinentie van ontlasting kan ook samen gaan met verlies van urine. Functionele incontinentie De oorzaak van deze vorm van incontinentie is niet dat er iets mis is met de blaas of de darmen. Oorzaak ligt bij lichamelijke en/of psychische beperkingen. Zoals verminderde mobiliteit, verminderd gezichtsvermogen, cognitieve problemen of desoriëntatie. Ook kan de handfunctie beperkt zijn, waardoor kleding niet snel genoeg open gedaan kan worden. Deze incontinentie zal echter vaak samen gaan met een andere vorm van incontinentie. NB Voor de zorgverlener is het erg belangrijk om te weten of er factoren zijn die de incontinentie verergeren. Dit kan het geval zijn bij het gebruik van bepaalde medicijnen, zoals plastabletten, antidepressiva, rustgevende medicijnen (spierverslappend) en/of opiaten. Ook kunnen bijkomende ziekten de incontinentie beïnvloeden. Denk daarbij aan diabetes, CVA, dementie, Parkinson, MS, prostaatklachten, verzakkingsproblematiek, delier. Interventies zorgverlener Signaleren van verstoord drink- en plaspatroon Anamnese afnemen Uitleg over symptomen en mogelijke oorzaken van de incontinentie Leefstijl adviezen Voldoende vocht inname (grotere beker of extra glas water) Eetgedrag Voorkomen obstipatie Toiletgedrag- en houding. Functionele belemmeringen beperken Advies bij keuze incontinentie materiaal Aandacht voor huidverzorging Blaastraining (met of zonder hulp van fysiotherapeut) Raadplegen huisarts of specialist. Signaleren van verstoord drink- en plaspatroon Bij verlies van urine gaan mensen soms hun drink- en plaspatroon aanpassen. Ze vertellen dan dat ze minder drinken om te voorkomen dat ze urine verliezen, of het valt op dat iemand steeds vaker naar het toilet gaat en bij navraag blijkt dat er angst is om urine te verliezen. Belangrijk is om deze signalen op te merken en bespreekbaar te maken. Het is belangrijk om hier in een zo vroeg mogelijk stadium bij te zijn. Als er niets mee gedaan wordt, zullen de klachten alleen maar erger worden! De blaas gaat zich aanpassen aan een kleinere hoeveelheid urine, die daardoor kleiner wordt en steeds minder urine kan vasthouden. Het gevolg is dat iemand nog vaker aandrang gaat voelen en naar het toilet moet. Anamnese Na het signaleren van de incontinentie is belangrijk om daar op door te vragen of als dit niet lukt, toch uit te zoeken of en wat er is veranderd in de situatie of gezondheid van de betreffende persoon. Vragen die gesteld kunnen worden zijn: Hoe is het drink- en plaspatroon? Wat is er veranderd? Hoe lang is dit al zo? Hoe groot is het verlies? Wat kan de oorzaak zijn: Is de medicatie veranderd? Heeft de persoon een ingrijpende gebeurtenis doorgemaakt? Recent meerdere blaasontstekingen gehad? Een ander medisch probleem? Belangrijk is ook om de ernst na te gaan van de impact die de incontinentie heeft op het leven van iemand. Als iemand gewend is om veel de deur uit te gaan of een groot sociaal leven heeft, dan zal de impact waarschijnlijk groter zijn dan wanneer iemand veel thuis is. Uitleg over symptomen en mogelijke oorzaken van de incontinentie Het is belangrijk is om patiënten iets uit te leggen over de verschillende vormen, oorzaken en mogelijke behandeling van incontinentie, maar ook bijvoorbeeld over het belang van voldoende drinken en goede hygiëne. Indien nodig, een (huis)arts raadplegen. Leefstijladviezen Voldoende vochtinname (1,5 – 2 liter per dag) Om meer inzicht te krijgen in het drink- en plaspatroon, kun je aanvullende informatie verzamelen door iemand een paar dagen een mictielijst te laten invullen. Hierop is in een oogopslag te zien hoe vaak en hoeveel iemand plast en hoeveel iemand drinkt. Ook zijn de totaal volumes direct te zien. Eetgedrag Inzicht krijgen in het eetgedrag van iemand kan ook bijdragen aan het kunnen bevorderen van de continentie van een patiënt. Als er een goede stoelgang is, waarbij de darmen liefst dagelijks of om de dag geleegd worden, zal iemand ook makkelijker volledig kunnen uitplassen bij toiletgang en kan mogelijk onnodig urineverlies worden voorkomen. Belangrijk is het voldoende eten van rauwkost en fruit. Door overgewicht kan er ook sprake zijn van een grotere mate van incontinentie. Hierbij kun je wijzen op het belang van matigen met eten en/of gezond eten. Voorkom obstipatie Het voorkomen van obstipatie is van belang omdat hierdoor ook beter uitgeplast kan worden en de blaas zich dus goed kan legen. Voldoende beweging en voldoende drinken (1,5 – 2 liter per dag) bevorderen de stoelgang. Toiletgedrag- en houding Een goed toilet gedrag- en houding zijn van belang om urine verlies te beperken of zelfs te voorkomen. Als er niet voldoende tijd genomen wordt om uit te plassen, blijft er urine in de blaas achter en dat maakt de kans groter om een blaasontsteking te ontwikkelen.Bovendien is er dan ook weer sneller aandrang om naar het toilet te gaan. Om goed uit te plassen is het daarom belangrijk om de tijd te nemen om rustig uit te plassen. Dit geldt ook voor de stoelgang: neem de tijd en ontspan zo goed mogelijk. De zithouding op het toilet doet er toe. Belangrijk is om met de voeten plat op de grond te staan, in een hoek van 90 graden ten opzichte van de knieën. Bij het uitplassen is het belangrijk om rechtop te zitten, met een iets holle rug. Ontspan hierbij de bekkenbodemspieren zo goed mogelijk, alleen dan lukt het om goed uit te plassen. Ga niet persen, dan wordt juist de plasbuis dichtgedrukt. Als de blaas leeg is, kan er nog even met het bekken heen en weer gekanteld worden, zodat ook de laatste restjes urine weg kunnen druppelen. Ook voor het legen van de darmen geldt: neem de tijd en ontspan. Wat betreft de zithouding tijdens het ontlasten: recht opzitten, iets achterover hellen, met een iets bolle onderrug. Functionele belemmeringen beperken Door na te gaan of er oorzaken zijn die er aan bijdragen dat iemand ernstiger incontinent is dan nodig, kunnen er mogelijk wat functionele belemmeringen opgeheven worden. Te denken valt aan: Verkleinen van de afstand tot het toilet, door een toiletstoel binnen bereik te zetten. Obstakels op weg naar het toilet uit de weg ruimen. Een lamp laten branden op weg naar het toilet. Kleding aanpassen, zodat deze makkelijker geopend kan worden. Advies bij keuze juiste hulpmiddel Er zijn veel hulpmiddelen beschikbaar om ook mét incontinentie een “normaal” leven te leiden. Het is wel van belang dat er dan het goede materiaal gekozen wordt. Belangrijk hierbij is om te letten op: Mate van incontinentie: druppels, scheuten, totaal verlies Manier van leven: veel/weinig thuis/sporten Motivatie en zelfredzaamheid van de gebruiker Absorptie capaciteit: kijk bij het kiezen van materiaal, naar het absorptie vermogen van het verband, zodat bij licht urineverlies ook een licht verband gekozen wordt. Pasvorm: het verband moet de juiste pasvorm hebben, zodat het goed aansluit in de liezen, niet voor extra plooien zorgt. De urine moet ook snel opgenomen worden, en er mag geen sprake zijn van lekkage. Hierbij is goed sluitend ondergoed ook van groot belang. Voorkomen van huidirritatie: doordat het verband de huid toch wat afsluit of doordat de huid toch wat vochtig blijft kan er huid irritatie ontstaan, dit kan per merk verband verschillen! Als het juiste materiaal gebruikt wordt, hoort de huid droog te blijven. Als dit niet zo is, is het aan te raden om ander materiaal uit te proberen. Gebruiksvriendelijkheid: verwisselen, verschonen van verband moet gemakkelijk en snel uit te voeren zijn. Keuze voor gebruik van lichter én zwaarder verband : soms is het verlies van urine overdag ernstiger dan ’s nachts. Of andersom. Er kan dan gekozen worden voor het bestellen en gebruiken van een lichter en een zwaarder verband. Vergoeding: door de verzekeringen wordt per jaar geoordeeld over de vergoeding van absorberend materiaal. Richtlijn is dat er per etmaal 3-4 verbanden vergoed worden. Als er meerverbruik is, zal hier een speciale machtiging voor aangevraagd moeten worden, of zal aangeraden worden dat een cliënt een zwaarder verband gaat gebruiken, waardoor weer volstaan kan worden met 3-4 verbanden per etmaal. Er bestaan ook andere hulpmiddelen die ingezet kunnen worden bij incontinentie. Er zijn de zogenaamde externe katheters en vaginale, urethrale of anale tampons. Deze hulpmiddelen zullen geadviseerd worden door een deskundige die ook begeleiding biedt bij het gebruik ervan. Aandacht voor huidverzorging Als er opvangmateriaal gebruikt wordt is het belangrijk om extra aandacht te besteden aan de huidverzorging. Omdat door de verbanden toch de huid afgesloten wordt. Ook kan de huid langere tijd vochtig zijn, waardoor de urine kan inwerken op de huid. Er bestaat risico op huidirritatie in. Het kan gaan om kleine “vochtplekjes”, maar ook om vochtletsel dat moeilijker te genezen valt. Het is goed om er aandacht voor te hebben dat de huid, bij gebruik van het juiste materiaal droog behoort te blijven. Als dit niet het geval is, probeer dan eens ander materiaal uit! Daarnaast is het belangrijk om de huid regelmatig schoon te houden, bv bij een verband wissel. Dit kan door de huid te reinigen met lauw water, goed te drogen en eventueel een beschermende, vochtafstotende zalf op de huid te smeren. Als er sprake is van een droge, jeukende huid kan juist een verzorgend, vocht inbrengende crème gebruikt worden. Als huidirritatie niet verdwijnt, neem dan contact op met de huisarts. Blaastraining Blaastraining is bedoeld om weer een normaal plaspatroon te krijgen. Dit kan zinvol zijn bij mensen die last hebben van aandrangincontinentie. Belangrijk hierbij is om dan bij het voelen van aandrang, de toiletgang steeds een poosje langer uit te stellen. Het is ook te proberen om de tijd tussen de toiletgang steeds iets te vergroten. Van belang is om hierbij iets te hebben dat de gedachten afleidt van het aandranggevoel. Rustig en ontspannen uitplassen is ook hierbij erg belangrijk. Voor goede blaastraining wordt vaak verwezen naar een (bekkenbodem)fysiotherapeut. Raadplegen huisarts of specialist Als er sprake is van een plotselinge verandering in de gezondheid of in het patroon van toiletgang of daarmee samenhangende incontinentie moet er een arts geraadpleegd worden. Tot slot: Aandacht voor incontinentie is noodzakelijk en de moeite waard. En wel om de volgende redenen: Instandhouding en bevordering van gezondheid Instandhouding en bevordering van kwaliteit van leven Instandhouding en bevordering van gevoel van eigenwaarde Om incontinentie terug te dringen of uit te stellen Kostenbesparing Heeft u vragen ? Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Bespreek deze dan met de verpleegkundige op de afdeling.