10 geboden naar een droger bestaan • Kom met uw probleem naar buiten, praat erover. Vraag hulp aan de verplegende, verzorgende of raadpleeg uw arts. • Zorg voor een goede hygiëne. • Blijf voldoende drinken! Uw lichaam heeft vocht nodig voor een goede gezondheid. • Pas uw drinkgewoonten aan. Drink de noodzakelijke hoeveelheden thuis, drink minder onderweg of bij anderen. • Train uzelf om op gepaste tijden naar het toilet te gaan. • Draag aangepaste kleding. • Vermijd temperatuurverschillen. • Voorkom obstipatie. • Houd uw gewicht in de gaten. • Oefen dagelijks de bekkenbodemspieren. Dienst Fysische Geneeskunde De dienst heeft een afdeling op elk van onze campussen. Contactnummers voor een afspraak: Medisch Centrum Tienen (t) 016 80 94 40 Het medisch centrum bevindt zich op Campus Mariëndal in het gebouw aan de kant van de Leuvensestraat. Campus St.-Jan (t) 016 80 34 40 Medisch Centrum Aarschot (t) 016 55 17 11 Dienst Urologie patiëntenwijzer RZ Heilig Hart Tienen Campus Mariëndal Kliniekstraat 45 • 3300 Tienen (t) 016 80 90 11 Campus St.-Jan Houtemstraat 115 • 3300 Tienen (t) 016 80 95 00 Medisch Centrum Aarschot Langdorpsesteenweg 129 • 3200 Aarschot (t) 016 55 17 11 www.rztienen.be Urine-incontinentie Wat is urine-incontinentie? Andere oorzaken Urine-incontinentie is het ongewild verlies van urine of het onvermogen om urine op te houden. De hoeveelheid urineverlies kan bij iedereen verschillen: het kan een druppeltje, een scheutje of een hele plas zijn. Incontinentie kan iedereen overkomen en kan leiden tot psychische en sociale problemen. Praat erover met uw arts. Incontinentie kan ook veroorzaakt worden door motorische stoornissen of medicatie. Daarmee moeten we rekening houden bij de behandeling. Voorbeelden van medicatie die de frequentie van de toiletbezoeken doen toenemen zijn: Soorten incontinentie Er zijn verschillende vormen van urine-incontinentie. De meest voorkomende zijn inspannings- en aandrangscontinentie. • Inspannings- of stressincontinentie: urineverlies bij een inspanning of een plotse beweging (sporten, tillen, bukken, hoesten, niezen, lachen), wordt veroorzaakt door verslapping van de bekkenbodemspieren en komt vooral bij vrouwen voor. • Stressincontinentie bij mannen: kan optreden na een operatie waarbij de volledige prostaatklier werd weggenomen. • Aandrangs- of urge-incontinentie: een sterke niet te onderdrukken drang om te plassen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen: 99Motorische urge-incontinentie: instabiele blaas door een verhoogde spieractiviteit. 99Sensorische urge-incontinentie: hypergevoelige blaas vooral door gevoelsstoornissen. • Overloopincontinentie: urineverlies dat vooral bij mannen voorkomt omdat men de blaas niet helemaal meer kan ledigen door een belemmering van urineafvoer. • Extra-urethrale incontinentie: komt zelden voor en kan optreden als de urine niet via de urinebuis wordt afgevoerd. • Reflexincontinentie: treedt op door overactiviteit van de blaas als gevolg van een neurologische stoornis. • • • • • • Miacalcic® Blaasstimulantia Parkinsonmiddelen Diuretica Lithium Psychofarmaca Behandeling van incontinentie Uw behandeling hangt af van de diagnose. Bij sommige patiënten is een operatie noodzakelijk. Anderen krijgen medicatie of worden doorverwezen voor bekkenbodemspieroefeningen. Een laatste groep is aangewezen op opvangmaterialen. Bekkenbodemspieroefeningen Bij bekkenbodemtherapie worden de oorzaken van incontinentie niet aangepakt. Dankzij de oefeningen leert u hoe u uw blaas beter kunt controleren. Deze oefeningen worden gegeven door een speciaal opgeleide kinisitherapeut. gingen van uw bekkenbodemspieren volgen. Zo wordt u zich meer bewust van het gebruik van deze spieren. Blaastraining Indien u vaak naar het toilet gaat, went uw blaas aan steeds minder vulling. Zo krijgt u steeds sneller het gevoel dat u moet plassen. Met een blaastraining leert u om niet meteen naar het toilet te gaan als u moet plassen. U leert om steeds iets langer te wachten, net zo lang tot er 3 tot 4 uur zit tussen uw toiletbezoeken. Uw blaas went er zo aan om steeds voller te worden. • Gewoonteplassen: toiletbezoek gebeurt volgens een schema gebaseerd op het individuele plaspatroon van de patiënt • Vraagplassen: aandacht van patiënt op continentiestatus (nat of droog) vestigen en toiletbezoek aanbieden op vaste tijdstippen • Klokplassen: toiletbezoek gebeurt volgens een schema op vaste tijdstippen, dat niet wijzigt gedurende de hele behandeling. • Volumetraining: correctie van slechte plasgewoonten (te weinig, te vaak, te snel) Plaskalender Biofeedbacktraining In een plaskalender noteert u de tijdstippen wanneer u plast. Het geeft inzicht in hoe vaak en hoeveel u plast en kan als basis dienen voor een behandeling op maat. Bovendien zorgt het gebruik van de plaskalender voor een daling van het aantal toiletbezoeken waardoor de kans op infectie afneemt. Biofeedbacktraining is een behandeling waarbij u via een beeldscherm informatie krijgt over bepaalde lichamelijke reacties, in dit geval over het spannen en ontspannen van uw bekkenbodemspieren. Bij biofeedback wordt de kracht van de bekkenbodemspieren gemeten via een elektrode die tijdens de oefeningen in uw vagina of anus wordt geplaatst. Op het beeldscherm kan u de bewe- Enkele aandachtspunten: • Hang de kalender op een goed zichtbare plaats. • Indien u begeleiding nodig heeft voor uw toiletbezoek: breng iedereen van de familie en uw verzorgers op de hoogte van het gebruik ervan en laat u helpen bij het invullen van de kalender. • Gebruik de kalender 3 dagen na elkaar.