SUBSIDIEREGLEMENT ONTWIKKELINGSSAMENWERKING HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 De gemeenteraad voorziet jaarlijks een bedrag voor subsidiëring ontwikkelingssamenwerking in de begroting. Dit bedrag wordt als volgt verdeeld: - 40 % voor gemeentelijke projecten; - 30 % voor landelijke projecten; - 20 % voor wederopbouw en noodhulp; - 10 % voor educatie en sensibilisatie. HOOFDSTUK 2: SUBSIDIE VOOR GEMEENTELIJKE PROJECTEN Artikel 2 De subsidie voor gemeentelijke projecten wordt verdeeld onder de goedgekeurde gemeentelijke projecten in functie van de actieve werking en sensibilisatie in de gemeente Laakdal en de bijdrage aan de ontwikkelingssamenwerking in de Derde Wereld. Artikel 3 De subsidie voor gemeentelijke projecten wordt uitgekeerd aan een project in een ontwikkelingsland. Een ontwikkelingsland is een land met grote armoede in verhouding tot de ‘rijke landen’. Meestal gaat dit gepaard met technologische, economische en medische achterstand. De verzameling ontwikkelingslanden wordt ook wel Derde Wereld genoemd. De aanvragen worden uiterlijk tegen 30 september ingediend. Het gemeentebestuur stelt hiervoor een formulier ter beschikking. De aanvraag kan worden ingediend door een Laakdalse ontwikkelingshelp(st)er die minstens 1 keer per jaar bij het project verblijft en die de laatste vijf jaar ingeschreven was in het bevolkingsregister van de gemeente Laakdal (of de laatste vijf jaar voor zijn/haar vertrek naar de Derde Wereld) of lid is van een erkende Laakdalse vereniging die actief werkt rond ontwikkelingssamenwerking. De toelage wordt jaarlijks slechts éénmaal uitgekeerd aan een zelfde project. Elke aanvrager moet een kort maar concreet activiteitenverslag bezorgen aan de GAROS, de Gemeentelijke Adviesraad Ontwikkelingssamenwerking, en een infosessie verzorgen voor de GAROS, Laakdalse scholen of andere (tijdens verlofperiodes in België voor ontwikkelingshelp(st)ers). Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van verslagen aan andere overheden of donoren. Bovendien bezorgt de aanvrager jaarlijks ook een overzicht van de inkomsten en uitgaven en een verslag over de besteding van de eventuele winst aan de GAROS. Artikel 4 De werking in het ontwikkelingsland moet voldoen aan volgende criteria: 1. Het project dient te kaderen in één of meer van de hierna volgende prioritaire sectoren: gezondheidszorg, onderwijs, landbouw (voedselzekerheid), basisinfrastructuur, maatschappijopbouw. 2. Het project mag niet in strijd zijn met een of meer van de hierna volgende sectoroverschrijdende thema’s: respect voor het leefmilieu en aldus de bevordering van een duurzame ontwikkeling, FairTrade, gendergelijkheid (man-vrouw/jong-oud), stimulering van de sociale economie, sociale rechtvaardigheid en respect voor mensenrechten, burgerrechten, rekening houdend met sociale en culturele factoren. 3. Het project gaat uit van de plaatselijke bevolking of de uitvoering is in handen van een lokale organisatie en is een lange termijn project met als doel verder te kunnen werken als de Laakdalse ondersteuning zou wegvallen. 4. Het project mag niet georganiseerd worden voor commerciële doeleinden. HOOFSTUK 3: SUBSIDIE VOOR LANDELIJKE PROJECTEN Artikel 5 De subsidie voor landelijke projecten gaat naar het programma van 11.11.11 of zijn ledenorganisaties. Indien de kredieten voor wederopbouw en noodhulp niet zijn opgebruikt worden deze toegevoegd aan het programma van 11.11.11 of zijn ledenorganisaties. HOOFSTUK 4: SUBSIDIE VOOR WEDEROPBOUW EN NOODHULP Artikel 6 De projecten voor wederopbouw en noodhulp worden door het College van Burgemeester en Schepenen na advies van de GAROS gekozen. Het betreft projecten in ontwikkelingslanden en programma’s naar aanleiding van natuurrampen en burgeroorlogen. Per project wordt maximaal 50 % van het totale bedrag besteed. HOOFDSTUK 5: SUBSIDIE VOOR EDUCATIE EN SENSIBILISATIE Artikel 7 De subsidie voor educatie en sensibilisatie gaat naar evenementen die de bewustmaking van de noord-zuid problematiek en culturele uitwisseling trachten te bevorderen. Indien deze kredieten niet zijn opgebruikt, worden deze toegevoegd aan de subsidie voor gemeentelijke projecten. Artikel 8 Verenigingen die voldoen aan de bepalingen uit het globaal reglement voor ondersteuning van verenigingen kunnen een subsidie voor noord-zuidevenementen ontvangen binnen de perken van het voorziene begrotingskrediet en voor zover hiertoe, voor de organisatie van start gaat, een tijdige aanvraag werd gedaan. De subsidie is bedoeld om: - de bewustmaking van de noord-zuidproblematiek te bevorderen; - de culturele uitwisseling te stimuleren; - de samenwerking tussen verenigingen te stimuleren; - éénmalige, vernieuwende of financieel risicovolle evenementen een kans te bieden. Verenigingen die voldoen aan de bepalingen uit het globaal reglement op de ondersteuning van verenigingen kunnen één keer per jaar beroep doen op deze subsidie. Subsidies worden ook verleend aan verenigingen die voor de organisatie van het evenement samenwerken. In dit geval worden alle betrokken verenigingen als één inrichter beschouwd. Artikel 9 Het evenement moet in de eerste plaats gericht zijn op de Laakdalse bevolking en de organisatie voldoet aan de volgende voorwaarden: - het evenement is een initiatief voor inwoners van Laakdal zonder winstgevend doel en dat de normale activiteiten van de vereniging overstijgt. - plaatsvinden in Laakdal; - ruime publiciteit maken en hierin vermelden dat het evenement tot stand komt met steun van het gemeentebestuur; - een reële doelgroep hebben die voldoende groot is; - voor het evenement geen bezoldigd personeel in dienst nemen; - voor iedereen toegankelijk zijn; - aan de hand van een realistische inkomstenraming en kostprijsberekening bewijzen dat een gemeentelijke subsidie noodzakelijk is om de begroting sluitend te maken; - de inkom is in principe gratis en er zijn geen sponsors en andere subsidieverleningen; - een inspanning doen om afval te voorkomen en afval te sorteren. Enkel wanneer de aanvrager in de vooraf ingediende begroting kan bewijzen dat, bovenop de gemeentelijke subsidie het vragen van inkom, andere subsidies en de inbreng van sponsors noodzakelijk is, kan de aanvraag weerhouden worden. Artikel 10 Het subsidiebedrag komt in principe overeen met 50 % van de aangetoonde kosten met uitzondering van de uitgaven voor drank, voeding en andere producten waar winst op gemaakt wordt. De totale subsidie bedraagt maximum 500 euro. Indien het krediet ontoereikend is, worden de bedragen procentueel en evenredig verminderd. Om in aanmerking te komen voor een evenementsubsidie moet de erkende vereniging een aanvraag indienen, uiterlijk drie maanden voor aanvang van het evenement op het daartoe bestemde formulier dat te bekomen is bij het gemeentebestuur. Twee meerderjarige personen worden aangeduid als verantwoordelijke inrichter. Elke aanvraag wordt onderzocht door de GAROS die advies uitbrengt aan het College van Burgemeester en Schepenen. Het college beoordeelt dan of de aanvraag al dan niet geheel of gedeeltelijk of mits het vervullen van bijkomende voorwaarden in aanmerking wordt genomen voor een subsidie en bepaalt het maximaal subsidieerbare bedrag. Uiterlijk twee maanden na afloop van het evenement dienen volgende bewijsstukken voorgelegd te worden: - evaluatieverslag van het georganiseerde evenement; - financieel verslag; - kopie van de ingediende facturen met vermelding “voldaan” of samen met een bewijs van betaling. Deze subsidiebedragen worden na onderzoek van de bewijsstukken door de GAROS éénmaal per jaar ter kennisgeving voorgelegd aan de gemeenteraad. HOOFDSTUK 6: SLOTBEPALINGEN Artikel 11 De toelagen worden toegekend door het College van Burgemeester en Schepenen volgens de voorwaarden van het subsidiereglement en na het advies van de GAROS. Indien de beslissing van het College niet overeenstemt met het advies van de GAROS, dient het College zijn beslissing te motiveren tegenover de GAROS. Artikel 12 Het College van Burgemeester en Schepenen beslist in alle gevallen die niet geregeld zijn in dit reglement of die een explicitering vereisen. Artikel 13 Dit reglement treedt in werking vanaf de datum van goedkeuring door de gemeenteraad. Het voorgaande gemeentelijk reglement subsidiëring ontwikkelingssamenwerking vervalt vanaf deze datum.