Position paper VGN: Scheiden van wonen en zorg

advertisement
Position paper VGN: Scheiden van wonen en zorg
In deze position paper gaan we in op de beleidslijnen met betrekking tot scheiden
wonen zorg. We gaan niet in op technische details zoals een mini-NHC en ook niet op
allerlei obstakels in de regelgeving. Het gaat om de lijn die in de politieke
werkelijkheid wordt uitgezet en hoe dat lijkt uit te pakken in de praktijk. Voor het
gemak hebben we in een bijlage een gestileerd overzicht gemaakt van de diverse
woonvormen in de sector, met het oog op de vraag waar huur door de cliënt zelf
realistisch is en waar we dat volgens ons niet moeten doen.
De politieke lijn
In haar ‘Programmabrief Langdurige Zorg’ (juni 2011) zet de staatssecretaris haar
beleidsvoornemens met betrekking tot de langdurige zorg uiteen. Het Regeer- en
Gedoogakkoord spreekt over onomkeerbare stappen bij het scheiden van wonen en
zorg in de intramurale voorzieningen. Keuzevrijheid voor de cliënt (zeker ook in de
intramurale setting) en beheersing van de exploderende AWBZ staan centraal. Voor
ons is daarom ook niet meer de vraag òf scheiden wonen zorg zal plaatsvinden, maar
wanneer en hoe en in welk tempo. Wel is van belang de vraag wat met scheiden van
wonen en zorg nu eigenlijk bedoeld wordt. Het blijkt dat daar in de praktijk niet
eenduidig over gedacht wordt. We werken dat hieronder ook uit.
De ambtelijke lijn van VWS
VWS heeft op dit moment (in lijn met politieke opvattingen in de Tweede Kamer) de
volgende driedeling voor ogen bij een stapsgewijze invoering:
er is reeds veel zelfstandig/individueel wonen (de extramuralisering met het
Volledig Pakket Thuis – VPT); daar is het wonen reeds van de zorg gescheiden;
het mogelijk maken van huren binnen de instelling; te beginnen per 2014 voor
de nieuwe ZZP’s 1 en 2 (misschien ook 3 en 4) in de V&V; norm is de financiële
doelstelling uit het Regeerakkoord (€100 miljoen per 2015 en daarna €300
miljoen jaarlijks structureel);
voor de overige ZZP’s verandert er vooralsnog niks.
De tweede bullit wordt momenteel door VWS in samenwerking met het ministerie van
Financiën nader onderzocht. Scheiden van wonen en zorg betekent hier de
mogelijkheid om met een ZZP te huren binnen een instelling (=financieel scheiden van
wonen en zorg). VWS richt zich momenteel dan ook op de inventarisatie van de
belemmeringen en op de oplossingsrichtingen daarvoor (in het schema van de
genoemde bijlage zijn dat de situaties 1 en 2). In dit scenario heeft het beleid rond
scheiden van wonen en zorg voor de gehandicaptensector dus tot 2016 nog geen
betekenis. Vanaf dat moment wordt scheiden van wonen en zorg (in het kielzog van
de V&V) ook in deze sector ingevoerd; het hoe en wat is in dit stadium nog onzeker.
Overigens kan alles wijzigen op basis van de naderende Voorjaarsnota 2012.
De lijn van de VGN tot nu toe
De kern van onze inhoudelijke visie op scheiden van wonen en zorg hebben we tot nu
toe als volgt geformuleerd: in onze sector laten wij de cliënt al zoveel mogelijk
individueel wonen; vaak is scheiden van wonen en zorg daar prima mogelijk; dat
willen we ook juist bevorderen. Echter, adequate huisvesting is in onze sector vaak
randvoorwaardelijk voor goede zorgverlening; dat bepaalt mede de (on)mogelijkheden
en (on)wenselijkheid van scheiden wonen zorg. Bovendien heeft scheiden van wonen
en zorg bij ernstige, meervoudige handicaps vaak nauwelijks meerwaarde. Financieel
scheiden van wonen en zorg bij groepswonen binnen bestaande zorggebouwen (zie in
de bijlage situatie 1) is nauwelijks uitvoerbaar en leidt tot extra administratieve
lasten. Bij het verder doorvoeren van scheiden wonen zorg zien we twee niet te
onderschatten aspecten met betrekking tot het vastgoed: de huidige kleinschalige
woonvoorzieningen en appartementen (onze leden bieden nu al duizenden locaties
aan) moeten wel betaalbaar blijven voor de cliënten en er kan voor instellingen een
boekwaardeprobleem ontstaan als incourant vastgoed leeg zou komen te staan of
extra verbouwd moet worden.
Nu moeten we er in de praktijk wel rekening mee houden dat er ook nog een andere
lijn speelt. De kern van die gedachte is: de 80+ populatie neemt toe, terwijl de
intramurale plaatsen (met name in de V&V van de huidige verzorgings- en
verpleeghuizen) afnemen. Met andere woorden: de zwaardere ZZP’s zullen de lichtere
ZZP’s uit de intramurale setting drukken. Die lichtere ZZP’s kunnen op zichzelf goed
extramuraliseren, ook in de gehandicaptensector (= scheiden wonen zorg, zie de in
bijlage de situaties 3 en 4), mits er wel adequate huisvesting aanwezig is (hier spelen
de corporaties een rol) en mits de Wmo goed functioneert (hier spelen de gemeenten
een rol) en mits zorgaanbieders goede extramurale zorgarrangementen aanbieden.
Deze extramuralisering is in deze denklijn de kern van scheiden wonen zorg. Pas als
dit op orde is, komen er echte keuzemogelijkheden. Echter, deze lijn lijkt in de
praktijk juist te stagneren.
We hopen dat de politiek het proces van het scheiden van wonen en zorg niet verengt
tot: als we nu het huren binnen een instelling maar mogelijk maken voor cliënten met
een ZZP (in de bijlage situatie 1 en 2), dan hebben we de belangrijkste stap gezet,
want dan krijgen nieuwe cliënten meer keuzemogelijkheden. Die lijn spoort niet met
onze visie, want (zo zou je kunnen zeggen) wat de politiek/VWS dan wil realiseren
(slechts huren door nieuwe cliënten binnen bestaande gebouwen = slechts financieel
scheiden wonen zorg), leidt volgens ons juist tot extra administratieve lasten en lijkt
moeilijk uitvoerbaar, zeker in situatie 1 van de bijlage.
Bijlage: schematische indeling van de woonvormen in onze sector in relatie
tot zorg en tot huurmogelijkheden.
Onderstaand maken we een indeling van de diverse woonvormen in de sector om een
indruk te geven of en hoe en wanneer cliënten zelf kunnen huren. We realiseren ons
dat we enerzijds de werkelijkheid wel wat geweld aan doen, maar anderzijds geeft dit
gestileerde overzicht toch een redelijk volledig beeld van diezelfde werkelijkheid.
1. Instellingsverblijf met groepswonen (oud intra- en semimuraal)
Wonen: het is een onzelfstandige woonvorm in groepsverband. De cliënt heeft wel een
eigen slaapkamer, maar is verder aangewezen op een gemeenschappelijke
woonruimte en gemeenschappelijk sanitair. Er is geen eigen ingang per cliënt.
Zorg: het betreft verblijfszorg, met een beschermende woonomgeving, met
permanent toezicht en met 24-uurs aanwezigheid van de begeleiding.
Eigendom/Huur: bijna altijd is de instelling eigenaar; huisvesting wordt vergoed uit de
AWBZ. Hier moeten we geen scheiden wonen zorg willen toepassen (lees: geen huur
betalen door cliënten aan de instelling).
2. Individueel/zelfstandig wonen binnen de instelling
Wonen: het betreft vaak een kleinschalige woonvoorziening; studio-achtige
appartementen; in ieder geval een eigen woon- en slaapkamer en een eigen sanitair
en een eigen ingang.
Zorg: verblijfszorg; in principe dus 24-uurs beschikbaarheid van begeleiding, maar
vaak op afroep, soms op afspraak.
Eigendom/Huur: meestal is de instelling eigenaar; soms de corporatie; wat de VGN
betreft: dit kan in huur door de cliënt; de instelling (of de corporatie) heeft dan wel
een aparte vergoeding voor zorginfrastructuur nodig. Dit is echt scheiden van wonen
en zorg.
3. Geclusterde woonvormen in de directe nabijheid van de instelling
Wonen: vergelijk hier de aanleunwoningen van een verzorgingshuis. Zelfstandig
wonen.
Zorg: veelal op afspraak; indien nodig op afroep. Soms een verblijfsindicatie; soms
extramurale zorg.
Eigendom/Huur: instelling of corporatie is eigenaar; instelling kan ook huren van de
corporatie. Bij geen verblijfsindicatie is er altijd sprake van huur door de cliënt. Als er
wel sprake is van een verblijfsindicatie, kan de cliënt huren (= scheiden wonen zorg).
De eigenaar heeft een aparte vergoeding voor zorginfrastructuur nodig.
4. Volledig zelfstandig wonen
Wonen: cliënt huurt of is eigenaar. Zorgaanbieder heeft geen relatie met het wonen.
Zorg: bij verblijf een VPT (= scheiden wonen zorg) of een PGB. Zorg op afspraak.
Meer informatie:
De heer F. (Frits) Mul, [email protected]
030-27 39 681
De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) is de branchevereniging voor
organisaties die professionele zorg en ondersteuning bieden aan mensen met een of
meerdere beperkingen.
Voor meer informatie over de VGN en de sector zie www.vgn.nl.
Download