Scheiden van wonen en zorg Beleidsuitgangspunt van het Kabinet (staatssecretaris): in deze kabinetsperiode een substantiële slag maken in het doorvoeren van scheiden wonen zorg. Visie VGN tot nu toe: Waar cliënten zelfstandig / individueel wonen, passen we het concept van scheiden wonen zorg veelal reeds toe. Daar mee doorgaan, langs de weg van geleidelijkheid. Dat biedt kwalitatief goede huisvesting en keuzemogelijkheden. Individueel maatwerk. Vastgoed en zorg zijn in de gehandicaptenzorg (levenslang wonen) vaak onlosmakelijk aan elkaar verbonden (vastgoed is ahw randvoorwaardelijk voor goede zorg). Meervoudig Complex Gehandicapten: scheiden wonen zorg heeft nauwelijks tot geen meerwaarde. Groepswonen: financieel scheiden wonen zorg leidt tot onuitvoerbare administratieve last. Ethische afweging: welk niveau van zorg willen we als samenleving bieden aan mensen met (ernstige) beperkingen. Theoretisch voordeel bij scheiden wonen zorg: Als de cliënt z’n eigen ‘behuizing’ regelt, zijn instellingen van veel ‘vastgoedzorgen’ af. Echter de praktijk ligt niet zo eenvoudig. Knelpunten bij scheiden wonen zorg: Zorginhoudelijk: knip tussen vastgoed en zorg heeft negatieve uitwerking op de kwaliteit van zorg in die gevallen waarin vastgoed randvoorwaardelijk is. Nu kan de aanbieder het gebouw inrichten zoals nodig is voor de zorg. Als de cliënt zelf huurt, is dat nog maar de vraag. Bij afschaffen van wonen in ZZP 1 en 2 dreigt leegstand. Grootschalig vastgoed is vaak zeer incourant op de markt. Hoe wordt de huur bepaald: o Puntensysteem (volkshuisvesting) leidt tot onvoldoende inkomsten; o Huur op niveau AWBZ-tarief: negatief inkomenseffect voor de cliënt; o Huurtoeslag: vestzak-broekzak rondpompen van geld tussen ministeries. Wie wordt de verhuurder van het instellingsvastgoed? Instelling wordt corporatie? Wat zijn de juridische aspecten daarvan? Als de cliënt zelfstandig huurt, kan hij in de gebouwen van instelling X ook aanbieder Y om zorgverlening vragen. Dat wordt een administratief gedrocht. Frits Mul VGN, Utrecht, maart 2011.