Projectwerking 1. Basiswerkvormen Improvisatie Planning Routine Voordelen Flexibel Inspelen op verandering Snel inspelen op vraag Geen voorschriften Effectief Resultaat gericht Betrokkenheid medewerkers verhogen Verbeterde samenwerking Goede beheersing Werknemers kunnen zelfstandig werken Efficiënt Kwaliteit neemt toe Gelijke prestatie over lange periodes Nadelen Opnieuw het wiel uitvinden Weinig beheersing Weinig stabiliteit Geen richtlijnen Kostbare tijd Bureaucratische ervaring Zware taak voor projectleider Spanning in organisatie Niet flexibel niet inspelen op de vraag Beheercyclus : plan do check act 2. Project Randvoorwaarden=niet boven het budget gaan / met deze mensen samenwerken en met andere niet. Wat is een project? Geheel van activiteiten die: Samenhangend zijn Eindresultaat hebben Afgesproken begin en einde Naleven van afgesproken randvoorwaardes 1 opdracht geven of klant die zich aan het eindresultaat verbonden heeft 5 criteria moeten voldoen om van een project te spreken. 3. Wanneer kiezen voor een projectmatige aanpak Om een verandering door te voeren Resultaat eenmalig Realisatie is complex Beperkte tijd en budget Samenwerken tussen verschillende producties 4. Belanghebbenden A) Analyse belanghebbende & B) Hoe belanghebbenden betrekken Belanghebbende = iedereen die het project kan beïnvloeden of beïnvloedt wordt door het project B) Communicatieplan Beschrijft : Wat.. Door wie.. Wanneer.. Via welk medium.. Aan wie … wordt gecommuniceerd 5. 6 noodzakelijke voorwaarden voor een project 1) Expliciet besloten om er een project van te maken Verschil tussen permanente organisatie en projectorganisatie in personeel, systeem, organisatie en cultuur Functie: titel van beroep (vb. systeembeheerder) Rol: tijdelijke rol (vb. de databasebeheerder tijdens het project) Activiteit: taken die bij de rol komen 2) Er is een projectorganisatie Opdrachtgever: Eindverantwoordelijk voor het project Rapporteert aan het bedrijfsmanagement Wilt resultaten Zorgt ervoor dat project manager kan werken belangrijkste relatie Projectmanager : Leid het project Voert niet werkzaamheden zelf uit regisseur Beslissingsbevoegdheid waarmee OG akkoord is Resultaat afleveren me de voorziene regels (geld, tijd) Teamleden : Rapporteert aan projectmanager Uitvoeren van de afgesproken activiteiten Resultaat uitleveren Linking-pin principe Communicatiemodel tussen verschillende hiërarchie / niveaus Managers niveau overleg Werkersniveau : manager brengt verslag = linking pin Verantwoordelijkhedenmatrix = RACI - model CODE R A VERANTWOORDELIJKHEDEN Responsible Accountable (aansprakelijk) OMSCHRIJVING Uitvoering van werkzaamheden Eindverantwoordelijkheid voor de werkzaamheden C Consulted (adviserend) I Informed ( geïnformeerd) Degene die verplicht moeten worden geraadpleegd Degene die moeten geïnformeerd worden over het resultaat 3) Er is een doel en een beoogd resultaat Wat de klant wil bereiken met het resultaat van het project Fit for Purpose: het project moet er tot bijdragen dat de opdrachtgever met de resultaten van het project het projectdoel kan realiseren 4) Het project beoogt een gedefinieerde resultaat te realiseren Het op te leveren product/dienst Er is een akkoord gemaakt voor een resultaat te bekomen. (OG EN PM moeten akkoord zijn voor een project te bekomen) 5) Scope en randvoorwaardes vastleggen op voorhand Scope: geheel van op te leveren producten en diensten en uit te voeren activiteiten welke activiteiten behoren tot het project welke niet Condities(=randvoorwaarden) =raming van tijd, kosten , op te leveren kwaliteit, uitvoering,.. Verandering van scope : moet eerst worden geanalyseerd door projectmanager en daarna voorgelegd worden aan opdrachtgever indien niet Scopefactor: grote faalfactor voor een project. Project Breakdown Structure : hiërarchische boom van alle producten en deelproducten die samen het eindproductvormen (max 3 / 4 niveaus) (Onderstaand voorbeeld) N1 : eindproduct N2 : onderdelen eindproduct N3 : onderdelen voor N2 Work Breakdown Structure : zelfde als PBSH maar dan zonder werkzaamheden activiteiten opdelen in deelactiviteiten 6) Het is tijdelijk gedefinieerd begin en einde Begin: start met akkoord tussen opdrachtgever en projectmanager om het project te starten Einde: oplevering van het resultaat Faseovergangen : faseovergang vindt een fasebeoordeling plaats.. Mijlpaal : Belangrijkste gebeurtenissen in een project 6. Projectvoorbereiding komen tot een heldere en geaccepteerde projectopdracht (=concept) Begint : Projectmandaat van het bedrijfsmanagement Projectaanvraag door de opdrachtgever aan projectmanager Eindigt : Wilsovereenstemming Uitwerken 1ste plan Projectmanager start het project scope bepalen PSU= project set up Onduidelijkheid te realiseren doel Scope maken Pressure cooker opzoeken hoe het beeld eruit gaat zien Creëren draagvlak Kick-Off Informeren over opdracht Afspraken maken over uitvoering Teambuilding commitment / = Kick-Off Verschillende manieren om kosten te ramen Eenheidskost : kostprijs per element Analoge schatting : kosten op basis van vorige projecten berekend Parametrische schatting : kostprijs wordt gebaseerd op grootte. (2 € / m²) Bottum-up schatting : kostprijs van het geheel van activiteiten worden geschat Projectinrichting Plan van aanpak Context Gedetailleerd structuur van het project (PBS,WBS) Netwerkplanning, tijdsplanning, planning van mensen en middelen Kwaliteit / risico’s Gedetailleerde projectbegroting( vb. kostenbewust ontwerpen) Kritiek pad : wordt gevormd door activiteit die bepalend zijn van voor de vraagstelling van de zo vroegst mogelijke afleveringstermijn. Spelling =0 prioritair Begroten : Kostendragers: producten die door het project moeten worden gerealiseerd Kostenposten : activiteiten en aankopen die nodig zijn om de kostendragers te realiseren Kostensoorten : samenhangende kosten met een bepaald soort productiemiddel Uitvoeringsfase beheren en beheersen van het project ahv. Beheersing (tijd en kosten) & rapportage Kwaliteitscontrole Risico’s Vb deming cirkel plan do check act Ijzeren vierkant Kwaliteit Norm : o Dwingende bepalingen o Opgelegd door erkende niet-bestuurlijk autoriteit Voorschrift o dwingende bepalingen o opgelegd door bestuurlijk gezag o met een wettelijke basis ( elektrische apparaten) Standard o Geheel van verantwoordelijkheden, processen, herhaling om zoveel mogelijk orde te scheppen o Gebruiker kan kiezen of hij dit wilt gebruiken NIET VERPLICHT Risico : combinatie van mogelijke gebeurtenis en negatieve gevolgen