Projectwerking 3 basiswerkvormen Improvisatie Vraaggericht, Ad hoc1, Flexibiliteit, Proces aanpak Voordelen: Flexibel, Inspelen op veranderingen, Snel inspelen op de vraag, Geen voorschriften Nadelen: Weinig beheersing, onzekerheid, Weinig stabiliteit, Geen richtlijnen, Opnieuw ‘t wiel uitvinden Resultaatgericht Te voorzien, Effectiviteit, planaanpak Voordelen: Effectief, Grote betrokkenheid vd medewerkers, Goede beheersing, Verbeterde samenwerking Nadelen: Kostbare aanloopfase, Bureaucratisering (alles wordt vastgelegd), Zware taak projectleider, Spanningen in organisatie (tegengest. belangen), Werknemers kunnen zelfstandig functioneren Routine Werkgericht, Continu, Efficiënt, Routine aanpak Voordelen: Efficiënt, Kwaliteit neemt toe, Gelijke prestaties over een langere periode Nadelen: Niet flexibel, Geen mogelijkheid om in te spelen op veranderende vraag Beheerscyclus (Deming cirkel) Plan: Plannen wat we gaan doen en hoe we dit gaan doen Do: Doen wat we hebben gepland Check: Controleren of alles volgens plan is verlopen Act: Aanpassen wat niet volgens plan is verlopen Een project is een geheel van activiteiten die… Samenhangend zijn Een concreet omschreven eindresultaat moet opleveren Een duidelijk gedefinieerd begin en einde heeft (tijdelijke organisatie) Gerealiseerd moet worden binnen gestelde beperkende randvoorwaarden Met één opdrachtgever of klant, die zich aan het eindresultaat heeft verbonden Wanneer kiezen we voor een projectmatige aanpak (dus redenen) Projecten worden meestal uitgevoerd om veranderingen door te voeren Het resultaat is eenmalig binnen een gegeven context De realisatie complex Multidisciplinair samenwerken (bv HR, ICT en production) DUS Makkelijkere communicatie beperkte middelen en beperkte tijd binnen een te realiseren kwaliteit Het creëren van een draagvlak (belanghebbenden worden bij de voorbereiding, inrichting en de uitvoering betrokken). Belanghebbenden/ stakeholder = iedereen die het project kan beïnvloeden of die kan beïnvloed worden door het project Analyse belanghebbenden Doelstelling= duidelijkheid verschaffen over Wie ze zijn, Wat hun onderlinge relaties zijn, Wat hun invloed is, Wat hun belang en houding is tov het project? Stappenplan: Inventariseren belanghebbenden In kaart brengen van onderlinge relaties Inschatten van relatie met het project Classificatie van betrokken partijen Beslissers: Management, Opdrachtgever, Toezichthoudende partijen, Financiers Leveranciers: Uitvoerende afdelingen, (onder) aannemers, leveranciers Uitvoerenden: projectmanager, projectteamleden, projectmedewerkers Gebruikers: Klanten, eindgebruikers, Beheer & onderhoud, belangenpartijen Hoe belanghebbenden betrekken? Basismogelijkheden : Niet betrekken, Informeren, Consulteren, Betrekken bij uitvoering en bij besluitvorming Acties naar de verschillende belanghebbende 1 Precies op dat moment Projectwerking Communicatieplan beschrijft wat , door wie, wanneer, via welk medium, aan wie wordt gecommuniceerd Samenstellen communicatieplan Wie zijn de doelgroepen voor de verschillende communicatieactiviteiten? Wat zijn de kernboodschappen in de communicatie? Wat wil men bereiken met iedere communicatieactiviteit? Wie moet welke communicatie communiceren? Wanneer wordt welke communicatie vrijgegeven? Hoeveel informatie wordt vrijgegeven en in welke mate van detail? Op welke wijze wordt de informatie vrijgegeven, met welk medium? Hoe kunnen partijen feedback geven, hoe wordt dit gestimuleerd, wat wordt ermee gedaan en hoe wordt het resultaat daarvan duidelijk gemaakt? 6 Noodzakelijke voorwaarden voor een project besluit om er en project van te maken Overeenkomsten en verschillen werken in project organisatie en staande organisatie Tegenstellingen: Permanente organisatie Project organisatie • • • Vaste collega’s Activiteiten gericht Gespecialiseerd PERSONEEL • • • Wisselende collega’s Resultaat gericht breed • • • Jaarplanning Afdelingsbegroting Zo volledig mogelijk SYSTEMEN • • • Projectplanning Deelproject budgetten Zo simpel mogelijk • • • Vast Functioneel gericht Één baas ORGANISATIE • • • Tijdelijk Volgens WBS Meerdere bazen • • • Routine Voorkom precedenten clubgeest CULTUUR • • • Situationeel Ad hoc reageren teamgeest Werken met meerdere bazen Lijnmanagement projectmedewerker projectmanagement Formeel onder de verantwoordelijkheid van de lijnmanager Projectmedewerker legt verantwoording af aan het projectmanagement Rollen en rolbeschrijving Functie: een projectmedewerker behoudt zijn functie (bv.systeembeheerder in het bedrijf) Rol: maar hij/zij vervult gedurende de looptijd van het project tijdelijk de rol van projectmedewerker (bv. Projectmanager, teamlid databasebeheerser,..) Taak: de taken die hij/zij in die rol op zich neemt en ook verantwoordelijk is voor de effectieve realisatie van die taken er is een projectorganisatie Een project heeft een eigen organisatie, met project-specifieke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden (OG2, PM3 , teamleden, leveranciers,…) opdrachtgever projectmanager teamleden opdrachgever eindverantwoordelijk voor het project Die wil de resultaten van het project rapporteert aan het bedrijfs- of programmamanagement Hij/zij maakt het voor PM mogelijk de projectwerkzaamheden uit te voeren (hij/ zij stuurt de PM aan) de relatie OG en PM is de belangrijkste relatie !! 2 3 opdrachtgever projectmanager Projectwerking projectmanager verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van het project PM voert in principe niet zelf de werkzaamheden uit. (regisseur) heeft beslissingsbevoegdheid binnen de toleranties zoals deze zijn overeengekomen met de OG verantwoordelijk voor opleveren projectresultaat binnen afgesproken voorwaarden zoals tijd, geld etc… projectteam Rapporteert aan de projectmanager verantwoordelijk voor het uitvoeren van de afgesproken activiteiten verantwoordelijk voor het leveren van de daarmee samenhangende resultaten Verantwoordelijkhedenmatrix voorbeeld Code Verantwoordelijkheden Omschrijving RACI OG Gebruiker Leverancier PM Pmedew R Responsible (verantwoordelijk) Belast met de uitvoering van de werkzaamheden PvE A R C C I Projectplan A C C R I A Accountable ( aansprakelijk) Eindverantwoordelijk voor de werkzaamheden Ontwerp I I A C R Realisatie I I A C R C Consulted (adviserend) Degene die verplicht moet worden geraadpleegd Acceptatie test A R C C I I Informed (geïnformeerd) Degene die moet worden geïnformeerd over het resultaat Er is een doel en een beoogd resultaat (product of dienst) DOEL : Datgene wat de klant met het projectresultaat wil bereiken OG is verantwoordelijk voor het projectdoel: Het projectdoel moet gedefinieerd zijn FIT FOR PURPOSE: project moet er toe bijdragen dat OG dmv resultaten project het projectdoel kan realiseren Projectwerking Het project beoogt een gedefinieerde resultaat te realiseren Resultaat : Het op te leveren product(en) of dienst(en)7 Er is een wilsovereenstemming vd OG + uitvoerende partijen om het v te voren gedefinieerde resultaat te realiseren OG EN PM moeten het samen eens zijn wil er van een project sprake zijn. Van te voren gedefinieerde werkzaamheden (scope) en condities (randvoorwaarden) Scope = Geheel van op te leveren producten en diensten en uit te voeren activiteiten welke werkzaamheden behoren wel/ niet tot het project Condities raming van tijd, kosten, op te leveren kwaliteit, uitvoering Dimensies vd scope Scope wijzigingen veranderingen scope moeten altijd door PM op hun consequenties worden geanalyseerd, daarna worden goedgekeurd door OG. Iedere nieuwe scopedefinitie moet steeds weer opnieuw worden vastgelegd. Scope creep: wijzigen vd scope zonder tussentijdse analyse + zonder vastleggen wijzigingen is een belangrijke faalfactor voor een project. Dit leidt tot een verschil tss vastgestelde scope ed veronderstelde scope. Product Breakdown Structure Decompositie Het is een gestructureerde ontleding van het project tot elementen die beheersbaar en bestuurbaar zijn. Komen tot producten die in project opgeleverd moeten worden om eindresultaat te bereiken (max 3-4 niveau’s). Niveau 1: geeft het eindresultaat van het totale project weer Niveau 2: uit welke producten bestaat dit eindresultaat? Niveau 3: de deelproducten die nodig zijn om de producten te kunnen leveren Niveau 4: componenten Work Breakdown Structure Top Down opdelen van de werkzaamheden Begin bij een deelproduct en bepaal de nodige activiteiten Deel de activiteiten op in deelactiviteiten Stop bij de atomaire activiteiten Een activiteit is atomair als je weet wat er aan inzet en tijd voor nodig is. Het is tijdelijk (gedefinieerd begin en einde) BEGIN: Een project start bij het aangaan van de wilsovereenstemming tussen de OG & PM om het project uit te voeren EINDE: Een project eindigt bij de oplevering van het resultaat Begin-en eindddatum van een project worden op basis van het op te leveren resultaat gepland en vastgelegd Faseovergangen Bij de faseovergang vindt een fasebeoordeling plaats. Men kijkt zowel achteruit als vooruit Wat is af? Wat liep goed/anders? Leerpunten? Faseplan volgende fase, Benodigde capaciteit zeker stellen Mijlpalen : Belangrijke gebeurtenissen binnen een project. Iedere faseovergang is een mijlpaal, maar niet ieder mijlpaal is een faseovergang (Mijlpalen maken het project beheersbaar) Projectvoorbereiding Doel = te komen tot een heldere en geaccepteerde projectopdracht (Concept) Begin en einde van de projectvoorbereiding: begint: projectmandaat van het bedrijfsmanagement projectaanvraag door de OG aan de PM Projectwerking eindigt: wilsovereenstemming tss de partijen om het project uit te voeren op basis van de projectopdracht indien het blijkt dat het project levensvatbaar is, wordt er besloten om een eerste plan uit te werken (in te richten) voor het desbetreffende project OG autoriseert PM om het project op te starten met de uitvoering van de 1e fase (project inrichting). Duur: varieert tussen enkele dagen tot enkele weken PSU Onduidelijkheid te realiseren doel Definiëren scope, resultaat, aanpak, restricties ‘pressure cooker’ Creëren draagvlak Kick-off Informeren over opdracht Afspraken maken over uitvoering Teambuilding en commitment Kosten en projectbegroting Voorbereiding Projectinrichting Uitvoering Overdracht Schatten Begroten Bewaken Evalueren Verschillende manieren om kosten te ramen: Eenheidskost: kostprijs per element of activiteit [bv. Voor een appartement aan zee heb je 350 000 € nodig.] Analoge schatting (topdown): = ervaringsgetallen de kost wordt geraamd op basis van vorige (gelijkaardige) projecten [bv. de vorige keren dat we deze installatie deden, kostte dat 500 000 €, dus nu zal dit ook zoveel kosten. ] Parametrische schatting: de kostprijs wordt gebaseerd op de grootte van iets, bv. zoveel euro per lopende meter, per vierkante meter, .. Bottom-up schatting: de kostprijs van elke activiteit wordt in detail ingeschat en samengebracht om de totale kostprijs te ramen. Inhoud business case Redenen: wat is ‘the sense of urgency’? Hoe sluit het project aan op de bedrijfsstrategie? Opties: de verschillende alternatieven die zijn bekeken om de beschreven doelen te realiseren – NULOPTIE Baten: de te realiseren opbrengsten en deze concreet en meetbaar formuleren Kosten en tijdlijn Risico’s Advies aan de OG op basis van de investeringsvergelijking en mogelijke te ondernemen acties Projectinrichting Output inrichtinsplan Plan van aanpak : context Gedetailleerde structuur van het project (PBS,WBS) Netwerkplanning: tijdsplanning, planning van mensen en middelen (netto tijd en bruto tijd) Kwaliteit / risico’s Gedetailleerde projectbegroting (kostenbewust ontwerpen, agency fee, risicomanagement Projectwerking Kritieke pad gevormd door reeks activiteiten in plan die direct bep. zijn voor vaststellen van vroegst mogelijke oplevertijd. Voor alle activiteiten op het kritieke pad = de speling nul, omdat een vertraging van een activiteit op het kritieke pad direct een zelfde vertraging oplevert van de oplevertijd. Gantt chart = overzichtelijk tijdschema, Creëert betrokkenheid, Mijlpalen, Ev.onderlinge relaties Begroten Kostendragers producten die door het project moeten worden gerealiseerd Onderverdeeld in rubrieken, hangt samen met decompositie Kostenposten activiteiten en aankopen die nodig zijn om de kostendragers te realiseren Kostensoorten: kosten die samenhangen met een bepaald soort productiemiddel Bv materiaalkosten, arbeidskosten, reiskosten Uitvoeringsfase beheren en beheersen van het project ahv. Beheersing (tijd en kosten) & rapportage, Kwaliteitscontrole, Risico’s beheerscyclus (Deming cirkel) -> zie eerder voor tekst ijzeren vierkant kwaliteit Review Check op inhoud (Gedurende het hele project) Audit Check op besturing (Tijdens de uitvoering) Evaluatie Leren uit ervaring (achteraf) Norm dwingende bepalingen, Opgelegd door een erkende niet-bestuurlijke autoriteit ( ISO,BIN..) Voorschrift dwingende bep, Opgelegd door bestuurlijk gezag, Met wettelijke basis ( vb. elektr. apparaten,…) Standaard geheel v verantwoordelijkheden, processen, procedures en technieken voor algemeen en herhaald gebruik met de bedoeling hierin zo veel mogelijk orde te scheppen. De gebruiker is vrij om een standaard te gebruiken, dus NIET dwingend Risico’s Een risico is de combinatie van een mogelijke gebeurtenis (onzeker feit of omstandigheid die zich in de toekomst kan voordoen) de negatieve gevolgen die dat heeft voor het project speelt zich af in de toekomst, anders ISSUE Negatieve gevolgen <> kansen R=KxE Identificatie passende maatregelen definitie voorbeeld Uitsluiten De tegenmaatregel voorkomt dat het risico überhaupt nog aan de orde is (= wegnemen van de oorzaak) Met de trein op reis Beperken De impact en/of waarschijnlijkheid van het risico wordt verkleind Grondig nazicht van de wagen voor de reis Delen Het risico wordt verdeeld met de anderen Met meerdere auto’s Overdragen Het risico wordt bij een andere partij belegd, bv leverancier Met de bus op reis Verzekeren Het risico wordt verzekerd Is noodzakelijk wanneer de K te laag is en de I te hoog Extra reisverzekering Calamiteitenplan Risicomaatregelen worden gepland mocht het risico optreden (= gevolgbeperkende maatregel) Lidmaatschap Touring Accepteren Niets doen omdat het risico onder de risicotolerantie ligt Niks doen Projectwerking Workshop 1: teamwerk Kerncompetentie: “Het vermogen doel- en resultaatgericht samen te werken in team en bewust om te gaan met de dynamiek in teams” Wat is een team? En groep mensen Die bereid zijn samen te werken, Die elkaar nodig hebben EN Die een gemeenschappelijk doel willen bereiken Voorwaarden : Gericht zijn op de samenwerking EN Gericht zijn op de taak Zonder samenwerking geen gemeensch. resultaat, zonder gemeensch. resultaat geen samenwerking nodig. Succesfactoren samenwerking: Gemeenschappelijke waarden en normen Afspraken maken Onderling respect, waardering Regels vast leggen Sfeer Teambuilding Hierdoor wordt het respect versterkt Oplossen tegenstellingen en conflicten Open dialoog Creëert duidelijkheid en transparantie Ontwikkelen onderlinge verhoudingen Ieder vervult een verschillende rol Dit mag samenwerking niet in de weg staan Gevaar voor meer- en minderwaardigheidsgevoelens ! Succesfactoren taak Doelen, richting en taken Om een doel te bereiken zijn de taken logisch verdeeld, zodat het resultaat kan worden gerealiseerd Verband leggen tss taak en doel Vaardigheden en middelen voor ieder teamlid Vaardigheden : training, coaching,… Middelen : gereedschappen, tijd,… Verdeling van het werk Goede afspraken over wie wat realiseert Ev. job rotatie (taakverbreding) Coördinatie ivm focus op gemeenschappelijk resultaat Effectieve taakaanpak Taak bewust uitvoeren zoals werd overeengekomen Eigen bijdrage tot teamresultaat In een effectief team In een vastgelopen team Werkt men samen aan duidelijke resultaten Doet iedereen zijn eigen taak Heerst vertrouwen en respect Heerst wantrouwen en verdeeldheid Leven uiteenlopende gevoelens naast elkaar Wordt onderling weerstand ervaren Worden conflicten geëxpliciteert Eerst zien, dan geloven Durven mensen hun eigen verhaal vertellen Is voorzichtigheid het parool Handelen teamleden vanuit eigen kracht Wordt reactief gehandeld Durft men zichzelf zijn Wordt de façade hoog gehouden Wil men zichzelf en elkaar versterken Heerst apathie of sterke competitie Ontstaat leiderschap Wordt ‘het’ van de leider verwacht Besluitvorming door openheid en dialoog Gaat besluitvorming via formele lijnen Flexibele rolverdeling Starre rolverdeling Coördineert het team Wordt hiërarchisch gecoördineerd Projectwerking TEAMONTWIKKELINGSFASEN (volgens Bruce Tuckman) Evolution of a team forming storming norming performing Forming Teamleden zijn opzoek naar hun rol in het team. Kenmerken van het gedrag van de teamleden : Terughoudend, afwachtend Op zoek naar persoonlijk belang Wie neemt de leiding ? (afhankelijk) Richten zich op de taakaspecten Beleefd Onzeker (binnenin), maar standvastig (buitenuit) Reduceren onzekerheid door op zoek te gaan naar subgroep Storming Discrepantie tss verwachtingen en werkelijkheid. Kenmerken van het gedrag van de teamleden : Conflicten over rollen en verantwoordelijkheden Competitie Hechte banden en vijandige relaties Conflicten en tegenstellingen mogen NIET worden onderdrukt, maar moeten worden besproken Indien niet ontstaat Polarisatie binnen het team (soms wordt het ongenoegen niet op elkaar gericht maar op de ‘boze buitenwereld’) Norming Groep neemt besluiten op basis van collectieve besluitvorming en consensus Acceptatie van verschillen mening en inzicht. Samenwerking staat centraal Gevoel van gezamelijke verantwoordelijkheid. Focus op gemeenschappelijke doelen Performing Er worden moeiteloos goede prestaties geleverd Men gaat opzoek naar verbetering Ieder teamlid heeft zijn plaats binnen het team (elk met eigen specifieke talenten en beperkingen) Adjourning (beëindigen) Teamleden vertrekken en nieuwe teamleden komen bij Wijziging in de samenstelling betekent opnieuw doorlopen van de fasen TEAM SAMENSTELLING (9teamrollen Belbin) Beschrijven het gedrag dat we kunnen herkennen wanneer we samenwerken met anderen. Een team moet bestaan uit verschillende rollen om tot prestaties te komen. De negen rollen zijn in principe complementair. Ze vullen elkaar aan en versterken elkaar, maar ze kunnen ook tegenstrijdig zijn en rivaliseren. primaire rol rol die je quasi spontaan opneemt in een team. Het is dan ook de rol die je goed ligt. secundaire rol rol die je wel in je hebt, maar waarvoor je wel een extra inspanning zal moeten leveren om ze te kunnen inzetten in een team. tertiaire rol rol die je echt niet ligt. Het is als schrijven met je linkerhand, als je rechtshandig bent. DUS de mensen in zetten op hun sterke punten, op hun kwaliteiten, op hun primaire rollen… voor een ‘winning team’ Teamrollen Voelen: groepswerker, zorgdrager Doen: bedrijfsman, brononderzoeker Denken: plant, waarschuwer Willen: vormer, voorzitter 6 VALKUILEN VOOR TEAMS De groep wordt onkwetsbaar: “groupthink” Groupthink is aanwezig indien: teamleden volledig opgaan in de groep streven naar unanimiteit > dan de wens om tot een realistische beoordeling van alternatieven te komen. => kritisch vermogen achteruit Polarisatie van besluitvorming “risky shift” Een besluit of oordeel wordt in de groep conservatiever of juist riskanter, maar in ieder geval extremer. Wat je in je eentje nooit zou durven, wordt in de groep ineens aanvaardbaar of mogelijk. Gezamenlijk verantwoordelijk is niet verantwoordelijk Een effect van het delen van verantwoordelijkheid kan zijn dat uiteindelijk niemand meer de verantwoordelijkheid neemt. Of dat niemand zich nog verantwoordelijk voelt. (= toeschouwersyndroom) Projectwerking Met z’n allen doen wat niemand wil Als Iemand met een voorstel komt en weinig tegenstand ontmoet. Zelfs niet wanneer het voorstel niet door het hele team wordt gedragen. Wanneer er geen dominante leider aanwezig is en men de sfeer erg graag goed wil houden, kan er een paradoxale situatie ontstaan in groepen. Erbij willen horen: conformiteit In elk team zal er een bepaalde druk zijn om je aan te passen aan de groepsnormen. Indien er op de teamleden grote druk wordt uitgeoefend om zich te conformeren aan de groepsregels gaat veel talent in het team verloren “de boze buitenwereld”: wij-zij processen De groep toont zich zeer voldaan over eigen prestaties. Er wordt lacherig gedaan over mensen van buiten de groep. Op kritiek van buitenaf wordt furieus gereageerd. workshop 2 : op zoek naar inspiratie Kerncompetentie: “Het vermogen om kansen en ideeën te leren zien en toe te passen” Straatjutten is een methode om kansen en ideeën van de straat te plukken en te gebruiken voor je eigen situatie Meestal lopen we in gedachten verzonken rond, waardoor we niet echt kijken en bijzondere dingen missen Straatjutten ook training in perceptie (= waarneming, proces van verwerven, registreren, interpreteren en selecteren) Waarneming van prikkels via onze zintuigen (zien, horen, voelen, proeven, ruiken) prikkels door onze hersenen verwerkt (= passief) en geïnterpreteerd. Bij straatjutten breng je je aandacht heel bewust naar het hier en nu en kijk je met open mind naar alles wat er op dat moment is waar te nemen. Vervolgens kijk je naar alles wat je aandacht trekt 6 stappen: Vindt een straat Kijk (als een kind vergeet alles wat je weet en wordt weer zo nieuwsgierig als een kind) Klik (maak foto’s van alles wat opvalt) Zet de foto’s op je PC Zoek het principe (wat maakte de foto zo opvallend) Zoeken naar iDNA (=idee-DNA) geef het product een extra functie voeg fun toe aan saaie dingen breng het naar een andere context gebruik een element uit een andere wereld verander het formaat spectaculair voeg humor toe voeg design toe … verzin ideeën met dat principe workshop 3: creativiteit Kerncompetentie: Verwerven basistechnieken creativiteit, Trainen op creativiteit Denken = verwerken van informatie We worden voortdurend omringd door allerlei informatieve prikkels Deze informatie moet snel en juist worden verwerkt. Hiervoor werken onze hersenen met patronen Denkpatronen stellen ons in staat om snel te leren Wanneer iets niet lukt zoek je een andere methode. Tot het wel lukt. Deze methode onthoud je en ga je steeds opnieuw toepassen tot het een gewoonte wordt creativiteit is de kunst van het doorbreken van patronen, gewoontes en zekerheden Zo ontdek je nieuwe kansen of verbeteringen, ook al is er niet meteen een probleem… Anders denken beïnvloedt de fysieke structuur van onze hersenen Maw. : je kan creativiteit trainen ! Creativiteit doorbreken van bestaande patronen en tot stand brengen van nieuwe combinaties Innovatieproces waarbij nieuwe ideeën vertaald worden naar nieuwe producten en processen die aanleiding geven tot een toename van de productiviteit Ondernemerschap noodzakelijk om deze inspanningen om te zetten naar marktopportuniteiten, zodat het aanbod inspeelt op de vraag. Het “lef” van ondernemers. Internationalisering noodzakelijk omdat de lokale markten te klein zijn om écht zaken te doen Ondernemingscreativiteit Samensmelting 3 noodzakelijke zaken tot motor vd economie. “idee” tot “succesverhaal” Projectwerking Creatieve basisvaardigheden Creatief waarnemen Via onze zintuigen ervaren we de werkelijkheid, onze zintuigen gaan de werkelijkheid mee vormen Ook binnen de waarneming sluipen patronen, DUS je waarneming veranderen is niet zo makkelijk! Hoe creatief waarnemen: afstand nemen, heel dichtbij kijken, kijken met toegeknepen ogen, … Uitstel van oordeel Ene idee leidt tot andere. Als je oordeelt, onderbreek je ‘t proces en blok je vernieuwend denken af. Door uitstel v oordeel regelmatig te oefenen, ga je automatisch meer open staan voor nieuwe ideeën, andere gezichtspunten, verrassende invalshoeken. Flexibel associëren De ene gedachte brengt de andere met zich mee Associëren kan iedereen, maar je kan wel oefenen in snelheid, verrassende associaties en in kantelen Vlot en flexibel associëren is bijzonder nuttig bij brainstorming = training voor je hersenen, vaak gebruikt om brein in de mood te brengen voor brainstorm Dissociatie = patroondoorbreking realiseren. Je ontsnapt uit een voor de hand liggend spoor (helpt om bestaande patronen te ontdekken en nieuwe uitwegen te vinden) Resociatie = terugkoppeling maken. Je koppelt terug naar het bekende spoor (helpt om onlogische verbindingen te maken die je probleem op een andere wijze oplossen) Divergeren = denken in alternatieven Verbeeldingskracht ontwikkelen Verbeelden = is het vermogen zich een voorstelling voor de geest te halen van iets dat op dat moment niet fysiek waarneembaar is, ahw denken in beelden. Workshop 4: creatieve sessie Kerncompetentie: Denken in standaardopl doorbreken, op zoek gaan naar buitengewone, efficiëntere antwoorden. Creatieve sessie = Als deelnemer binnen een groep je ten dienste stellen van de probleemeigenaar Je kijkt vanuit de situatie van de probeemeigenaar naar de ideeën en kiest en ontwikkelt de ideeën die de meeste toegevoegde waarde hebben ! eigen standpunt innemen <> verdedigen om tot 1 besluit te komen wanneer brainstormen? ontwikkelen en commercialiseren van nieuwe producten en diensten je onderscheiden met unieke en verrassende concepten (bijv. event, webdesign) nieuwe invalshoeken en kansen vinden voor bestaande problemen en procedures (bijv. HR) ontwikkelen van visie realiseren van ambities en dromen wanneer NIET brainstormen? Bij beslissen; is keuzes maken tussen bekende opties, brainstormen wil juist extra opties vinden voor emotionele problemen of bij motivatieproblemen (brainstorm wekt geen motivatie op die er niet is) Bij gebrek aan kennis (dan is onderzoek en verzamelen van kennis over de markt nodig) startfase Sommige zaken maken we vast zodat ze niet kunnen bewegen divergeren Een wervelwind v gedachten blaast oude structuren weg en maakt ruimte voor nieuwe mogelijkheden creativiteitstechnieken: Doorbreken van Vooronderstellingen, analogieën, Incubatie (nachtje over slapen) convergeren De elementen worden in nieuwe vormen samengevoegd Resultaat divergentie : geen afgewerkte concepten maar schetsen van oplossingen Convergentiefase: de tijd nemen om te selecteren, combineren en ontwikkelen Doel: eindigen met één of enkele concrete oplossingen Wat hoort bij divergeren / convergeren: Systematisch, Verbeelding, Wild, weloverwogen, Kwaliteit, Consistent, Kwantiteit, Logica, Oordeel, Diversiteit, spontaan Tips voor de convergentiefase: Wees kritisch maar positief (hoe kan ‘t wel ?) Kies met lef (ga in tegen de zekerheids-reflex) Denk voortdurend in kansen Vertrouw je intuïtie (ervaring en gevoel) Hou je doel voor ogen Kies ideeën die je positieve energie geven Projectwerking Convegeren Selecteren Syntegreren combineer eenvoudige ideeën met kansrijke ideeën op korte termijn en voor de toekomst Evalueren noteer plus- en minpunten Concretiseren hoe zie je dit idee concreet uitgewerkt in de praktijk? (verbeeldingskracht) Workshop 5: presentatie De kracht van verkopen is een goed verhaal: verkopen, overtuigen van ideeën, adviezen, visies, plannen en de eigen vaardigheden. Een goed verhaal is daarom belangrijk keep it simple: Vindt de kern van de boodschap en maak deze compact be unexpected: Een iverwachts of verassend idee zorgt ervoor dat de aandacht wordt getrokken en blijft behouden be concrete: Concrete boodschappen zijn beter te onthouden (vb: 1 kopen = 1 gratis) credibility counts: Het idee moet geloofwaardig zijn (mbv statistieken, bewust obstakels benoemen en oplossen, ..) Appeal to Emotion: leg emotie in de boodschap Just tell Stories: verhaal blijft beter hangen Plaatjes belangrijker dan praatjes Verhalen via alle kanalen (filmverhaal van bioscoop via televisieseries, spelletjes, pretpark, verkoop knuffels) Slow storytelling: Verschill. boodschappen volgen elkaar snel op. tegenbeweging: aandacht tijdloze verhalen Personal storytelling: zelf verhaal beleven in vorm van bijzondere ervaring Herstel van vertrouwen