Werkcollege/prakticum BeslissingsOndersteunende systemen in Gebruik (BOG) De verslaglegging Hieronder zijn de minimale eisen die aan het verslag gesteld worden verder uitgewerkt. De lijst hieronder is niet per sé volledig. Het kan zijn dat er andere belangrijke accenten zijn gelegd waarover gerapporteerd dient te worden. Sluit bij de behandeling van de verschillende onderwerpen zoveel mogelijk aan bij het boek van Sauter (zie ook vooral Tabel 8.2 t/m 8.6 van hoofdstuk 8) en de groepsopdrachten van de afgelopen weken. Allereerst de algemene criteria zoals die ook in opdracht 3 zijn gesteld. Criteria definitieve versie van het verslag In het eindverslag beschrijven jullie het ontwerp van het beslissysteem. Het belangrijkste criterium bij de beoordeling is de logische onderbouwing en de motivatie van de keuzes die jullie daarbij gemaakt hebben. Met andere woorden, we beoordelen hoe goed jullie hebben nagedacht over de keuzes die gemaakt zijn voor het ontwerp met betrekking tot de verschillende actoren en factoren als: de gebruiker, de context van gebruik, het type beslissingen dat wordt genomen, de databases, het keuzemodel, algemene architectuur, interface, etc. Zorg dat het een goed lopend verhaal wordt van ongeveer 15 pagina’s met duidelijke illustraties en neem resultaten van de brainstormsessies op in bijlagen. Uiteraard mag de literatuurverwijzing of verwijzingen naar relevante websites niet ontbreken. Ook kijken we naar de koppelingen van jullie onderzoek met het boek van Sauter en de links die aangegeven zijn op haar website. Voor algemene eisen aan het verslag zie ‘aanwijzingen bij het schrijven van verslagen’. Een degelijke onderbouwing van de keuzes is cruciaal! Nu de indeling: 1. Inleiding: Waar gaat dit verslag over? Wat is het probleem? Welke beslissing(en) moet(en) er ondersteund worden? Waarom hebben jullie dit probleem uitgekozen? Hoe hebben jullie het opgelost, hoe zijn jullie te werk gegaan? Kort overzicht van de rest van het verslag. 2. Requirementanalyse: Welke techniek(en) heb je hierbij gebruikt? Wie zijn de gebruikers, zijn/haar behoeften, etc.? Binnen welke context wordt het systeem gebruikt? (bijv. fysieke omgeving, taken, structuur v.d. organisatie, andere gebruikers, etc.) Wat zijn de resultaten van de analyse? Geef een scenario waarbinnen het systeem zijn toepassing vindt. 3. Systeemontwerp: Welke informatie wordt in het systeem gebruikt (input)? Welke databases worden daarvoor gebruikt? Geef daarbij nauwkeurig aan waar je die informatie vandaan haalt (kopen, zelf maken, open source, etc.) en geef zo precies mogelijk aan hoe die informatie er uitziet. Hebben jullie gebruik gemaakt van een gebruikersprofiel en zo ja, hoe ziet dit eruit? Welke communicatiemogelijkheden met andere gebruikers heeft de gebruiker tot zijn of haar beschikking? (Dit moet ook later in de interface duidelijk worden.) Hoe wordt deze informatie in een model verwerkt? Geef ook een voorbeeld van het gebruik van het model, de gewichten die je meegeeft, etc. Visualiseer de samenhang van de componenten en motiveer jullie keuzes. 4. De user-interface: Motiveer de keuzes die jullie gemaakt hebben voor de interface aan de hand van de eisen die gesteld zijn in opdracht 5. Laat screenshots zien van de interface. Hebben jullie een prototype gemaakt en zo ja, hoe ziet het eruit? Geef sterke en zwakke kanten aan van het prototype. Hebben jullie onderdelen getest op een gebruiker? 5. Conclusies: In hoeverre denken jullie dat jullie systeem het probleem in de inleiding oplost? Wat zijn de sterke en wat zijn de zwakke punten van jullie systeem? Denk je dat het systeem in werkelijkheid gebruikt zou kunnen worden? Wat zou je nog moeten veranderen om het succesvol te kunnen introduceren op de markt? (Geef in deze conclusie een eerlijke en kritische beschouwing van jullie systeem en denk hier goed over na. Maak er geen reclamepraatje van, want het gaat er hier om dat je afstand kunt nemen van je eigen ontwerp. Beter een fout besproken, dan eentje weggemoffeld.) 6. Reflectie Vertel in ongeveer een halve pagina iets over het (groeps)proces waarbij je tot het ontwerp bent gekomen. Zou je het in de toekomst anders doen? Zo ja, op welke punten en waarom? 7. Referenties: Literatuur (APA-stijl) Relevante websites (met korte beschrijving van de inhoud) 8. Bijlages