Verwerkingsopdrachten PW Jeugdzorg saw 4 ISBN 97890 8524 0952 Thema 1 De jeugdzorg Verwerkingsopdrachten thema 1 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 1 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Opwarmen en oriënteren Opdracht 1 Het doel van deze opdracht is dat je je voorkennis over de jeugdzorg opfrist. Beantwoord de volgende vragen naar eigen inzicht. 1. Wat valt er allemaal onder de jeugdzorg, denk je? Valt de jeugdgezondheidszorg daar ook onder? 2. Is er altijd speciale aandacht voor jeugd geweest? 3. Vanaf welke tijd krijgt volgens jou de jeugd speciale aandacht en een aparte plaats binnen de zorg? 4. Ken je een of meerdere wetten die speciaal bedoeld zijn voor de jeugd? 5. Wat kan Bureau Jeugdzorg betekenen voor jongeren? 6. Kunnen ouders ook bij Bureau Jeugdzorg terecht? 7. Wat doet Bureau jeugdzorg nadat een jongere aangemeld is? 8. Zou een pedagogisch werker ook voor ondersteuning aan kunnen kloppen bij Bureau Jeugdzorg? 9. Op welke manier werk je samen met Bureau Jeugdzorg als een kind in jouw instelling geplaatst is? 10. Wat zouden jouw taken bij de plaatsing en introductie van een kind in een instelling kunnen zijn? Verwerkingsopdrachten thema 1 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 2 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Herkennen en onderscheiden Opdracht 2 Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit thema kent. Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door: het begrip in eigen woorden te formuleren; een voorbeeld te geven waarbij je het begrip toepast. 11. Zorg 12. Reguliere gezondheidszorg 13. Gespecialiseerde gezondheidszorg 14. Welzijn 15. Verlichting 16. Industrialisatie 17. Verzuiling 18. Functioneel verschil 19. Plaatsende voorziening 20. Opnemende voorziening 21. Secularisering 22. Functionele benadering 23. Verzuiling 24. Zo-zo-zo-beleid 25. Jeugdzorg 26. Bureau Jeugdzorg 27. Module jeugdzorg 28. Vraaggericht werken 29. Cliëntvertrouwenspersoon 30. Geïndiceerde vorm van jeugdzorg 31. Niet-geïndiceerde vormen van jeugdzorg of jeugdhulp 32. Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) 33. Jeugdreclassering 34. Jeugdbescherming 35. Ondertoezichtstelling (OTS) 36. Ontheffing uit het ouderlijk gezag (voorheen ouderlijke macht) 37. Ontzetting uit het ouderlijk gezag (voorheen ouderlijke macht) 38. Raad voor de Kinderbescherming 39. Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) Verwerkingsopdrachten thema 1 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 3 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp 40. Privacyreglement 41. Protocol dossiervorming 42. Klachtreglement 43. Cliëntbeleid 44. Plaatsingsgesprek Verwerkingsopdrachten thema 1 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 4 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Begrijpen en toepassen Opdracht 3 Lees de tekst over de geschiedenis van de gezondheidszorg in 1.3 tot en met 1.3.3 en maak de volgende opdrachten. 45. Leg in eigen woorden uit op welke manier de Verlichting de kijk op de wereld veranderde. 46. Leg in eigen woorden uit welke invloed de industrialisatie op de maatschappelijke ontwikkelingen heeft gehad. 47. Hoe keek de overheid vóór de Verlichting tegen de zorg aan? 48. Wat veranderde er met en na de Verlichting in de kijk op de zorg? 49. Hoe keek men vóór 1750 naar kinderen? 50. Leg in eigen woorden uit hoe de kijk op kinderen in de periode daarna tot nu veranderde? Opdracht 4 Lees de tekst over de moderne jeugdzorg in 1.4 tot en met 1.4.4 en beantwoord de volgende vragen. 51. Welk problemen veroorzaakte de verzuiling van de zorg? 52. Wat brengt verandering in deze situatie? 53. Waarin verschilt de Wet op de jeugdhulpverlening (1.4.2) met de Wet op de jeugdzorg (1.4.4)? 54. Wie zijn er verantwoordelijk voor de uitvoering van de lichtere, nietgeïndiceerde vormen van jeugdhulp en hoe is de organisatie en coördinatie hiervan geregeld? (1.4.4) 55. Wat heeft Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind te maken met de Wet op de jeugdzorg? (1.4.3) Opdracht 5 Lees de tekst over Bureau jeugdzorg in 1.5 en onderstaande cases. Beantwoord de vragen. case1 Een ouder neemt contact op met Bureau Jeugdzorg omdat er problemen zijn met de opvoeding van hun licht verstandelijk gehandicapte kind, Harrie. Verwerkingsopdrachten thema 1 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 5 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp 56. Welke functie vervult Bureau Jeugdzorg op dat moment? Case 2 De hulpverlening van Harrie heeft nog niet direct het gewenste resultaat. Hij is onder druk gezet om ergens in te breken en komt nu in aanraking met de politie en de rechter. 57. Welke functie vervult Bureau Jeugdzorg nu? case 3 Bureau Jeugdzorg vermoedt dat er in het gezin van Harrie ook sprake is van kindermishandeling. 58. Welke functie vervult Bureau jeugdzorg nu ook? 59. Welke instantie behandelt dit signaal van kindermishandeling? 60. Bij welke instantie wordt melding gedaan als het om een ernstige situatie gaat waarbij de ontwikkeling of veiligheid van Harrie gevaar loopt? Opdracht 6 Hoe zit dat? Lees de situatie en maak de vragen. Situatie ‘Louïse van 13 gaat met de verkeerde vriendinnen om’, zeggen de ouders, ‘zij kennen haar niet meer terug.’ Sinds ze op de middelbare school zit, is er geen land meer met haar te bezeilen. Ze is brutaal, luistert niet, doet net waar ze zin in heeft en maakt er op school een puinhoop van. Ze is snel kwaad en wordt dan agressief. Tijdens een oudergesprek zegt een leraar dat ze in een groepje zit dat flink pest. Hij heeft het idee dat Louïse zich door de anderen laat meeslepen en dingen doet die haar opgedragen worden. Hij heeft daar een keer een gesprekje met haar over gehad, maar Louïse ontkende dat: ‘Ze weet heus wel wat ze doet en het valt allemaal heel erg mee.’ 61. Hoe zou je het probleem van Louïse kunnen omschrijven? Hanteer voor het beantwoorden de criteria voor aanmelden die genoemd worden in het eerste tintvlak: Is uw kind…., aanmeldingscriteria…., een kind is niet geschikt voor behandeling als er sprake is van…. Louïse is ….. Aanmeldingscriterium: Louïse is wel geschikt voor behandeling. 62. In welk gesprek horen de ouders hoe en wanneer zij de medewerkers kunnen benaderen? 63. In welk gesprek worden met de ouders en Louïse afspraken gemaakt over het zakgeld? Verwerkingsopdrachten thema 1 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 6 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp 64. Vóór Louïse definitief ja zegt tegen opname wil ze wel graag zien waar ze terechtkomt. Bij welk gesprek kan daaraan tegemoetgekomen worden? 65. In welk gesprek wordt het eerste hulpverleningsplan besproken? 66. Wanneer krijgen Louïse en haar ouders informatie over de wet en regelgeving? Opdracht 7 Lees voor deze opdracht eerst de tekst in 1.7 over de wetten. Beantwoord vervolgens de vragen. 67. Leg uit wat de functie van de Grondwet is en wat in de Grondwet beschreven wordt. Waar of niet waar? Leg uit waarom iets niet waar is. 68. De Arbowet zorgt ervoor dat je niet overspannen wordt omdat je te veel nachtdiensten draait. 69. Je voelt je niet lekker als je op je werk bent en hebt het idee dat de lucht niet zuiver is. In de Arbowet vind je richtlijnen voor zuivere lucht . 70. We hebben nieuwe richtlijnen gekregen voor het omgaan met bederfelijk voedsel op basis van de Kwaliteitswet zorginstellingen. 71. Ine vindt het belangrijk dat er in het pleeggezin waar haar dochter wordt opgenomen, zorgvuldig met haar gegevens wordt omgegaan. Ze kijkt daarom in de Pleegkinderenwet wat de richtlijnen zijn. Verwerkingsopdrachten thema 1 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 7 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Onderzoeken en oefenen Opdracht 8 Het doel van deze opdracht is dat je niveaus en aspecten herkent in een praktijksituatie. Je bereidt samen met collega’s de introductie op de groep voor van een nieuwe cliënt in de jeugdzorg. Werkwijze Vorm groepjes van 4 personen en wijs een woordvoerder aan. Lees de situatie. Maak de opdracht. Evalueer de werkwijze achteraf. Formuleer aandachtspunten voor de introductie van nieuwe cliënten. Evalueer de opdracht. Situatie Brechtje van 12 wordt geplaatst in een Boddaertcentrum (centrum voor dagbehandeling/naschoolse opvang). Zij heeft ADHD en is, mede door haar beperking, onzeker in contacten met leeftijdgenoten. Ze is bang om niet gehoord te worden. Zij overschreeuwt zichzelf nogal eens en speelt haantje de voorste. Zo trekt zij andere kinderen met zich mee. Maar vaak weet zij vervolgens niet om te gaan met alle verwachtingen die anderen daardoor van haar krijgen. Daardoor ontstaan vaak wrijvingen en ruzies. De verwachting is dat zij in een nieuwe situatie erg zenuwachtig zal zijn en onhandig zal zijn in haar contacten met de andere kinderen. De richtlijnen voor de introductie zijn dan ook: Zorg voor een rustige en duidelijke omgeving. Beperk het aantal nieuwe impulsen en zorg dat die elkaar in tijd opvolgen. Beperk het aantal kinderen waar zij op die eerste dag mee speelt. Geef korte, concrete informatie en beperk de informatie tot het hoognodige. Laat de eerste dag niet te lang duren. Opdracht Bereid de introductie van Brechtje voor: o Heb je voorafgaand aan haar eerste naschoolse opvangdag een gesprekje met haar? Zo ja, wat bespreek je en welke aandachtspunten zijn belangrijk voor het voeren van dit gesprek? o Welke informatie geef je wanneer? Verwerkingsopdrachten thema 1 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 8 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp o Hoe zorg je voor een rustige en duidelijke omgeving? o Hoe laat komt Brechtje en hoe ontvang je haar? o Wat doe je na de begroeting? o Betrek je andere kinderen bij de introductie of juist niet? o Welke activiteiten zouden geschikt zijn: individueel en/of in de groep? o Hoe ziet de dagindeling eruit? o Hoe rond je de eerste dag af? o Enzovoort. Twee groepsleden bereiden de introductie voor en wijzen een woordvoerder aan. De andere twee zijn criticasters. Zij bedenken intussen specifieke aandachtspunten of criteria bij de introductie en denken daarbij vanuit het oogpunt van de cliënt; wat is goed voor Brechtje, wat zal Brechtje hiervan vinden en wat zal goed werken en wat niet? De twee voorbereiders presenteren de voorbereiding. De twee criticasters stellen kritische vragen, becommentariëren de voorbereiding en doen voorstellen ter verbetering. Uiteindelijk wordt gezamenlijk een definitief plan voor de introductie opgesteld. De woordvoerder presenteert dit definitieve plan in de groep. Bespreking in de groep Na de presentaties worden in de groep aandachtspunten voor de introductie van nieuwe cliënten in de groep geformuleerd. Evaluatie Wat vond je van de opdracht? Welke problemen kwam je tegen bij het uitvoeren van de opdracht? Hoe heb je die opgelost? Denk je dat de introductie een goede weergave van de werkelijkheid is; waarom wel of niet? Is alles wat bij een introductie belangrijk is aan de orde geweest? Wat resteert eventueel nog? Zijn de gepresenteerde introducties uitvoerbaar in de praktijk; waarom wel of niet? Wat heb je van deze opdracht geleerd? Verwerkingsopdrachten thema 1 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 9 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp