Opdracht 4 Teksten schrijven Home Iedereen belangrijk, dat is ons motto! Vaak worden mensen met leer- en gedragsproblemen buitengesloten of onderschat, ze kunnen meer dan je denkt. Mensen met die handicap/ stoornissen willen gelijk zijn als alle anderen die er geen last van hebben! Ze willen een gelijke behandeling. Dat is waar het om gaat, dus geef ze de kans voor gelijkheid. Gedragsproblemen Angst Angst is heel normaal en ieder mens heeft dan ook wel eens last van angst. Angst is een emotie en is gezond, het heeft ook een stimulerende rol. ‘Normale angst’ heeft een nuttige alarmfunctie bij kinderen en volwassenen. Het zorgt ervoor dat je in veiligheid blijft en dat je geen gevaarlijke dingen doet. Angst is dus helemaal geen probleem, maar dat wordt het wel als het zo groot wordt, dat de angst niet meer weg gaat en ervoor zorgt dat je eigenlijk helemaal niks meer kunt doen. Algemene kenmerken Angst gaat vaak gepaard met gevoelens van paniek. Ook kunnen deze kinderen veel dingen of situaties gaan vermijden of ze krijgen depressieve klachten. Het kind is eigenlijk voortdurend gespannen. Is erg prikkelbaar en zit vaak in een nerveuze toestand. Dit is ondoelmatig en daardoor ook enorm uitputtend. Hierdoor blijft er maar weinig energie over voor zaken die belangrijk zijn in het dagelijks leven. Andere kenmerken zijn: zich maar niet te kunnen lijken ontspannen; vermoeidheid; spierspanning; slaapstoornissen; concentratieproblemen en irritatie. Daarnaast komt dat kinderen vaak last hebben van gevoelens van afwijzing. Ze hebben weinig gevoel van eigenwaarde en zoeken daarom veel geruststelling uit de omgeving. Ze maken zich zorgen over alles: schoolresultaten, toekomstige gebeurtenissen en doktersbezoeken. Vaak zijn ze perfectionistisch en maken zich zorgen om de kwaliteit van hun werk. Vaak hebben ze agressieve neigingen en kinderen kunnen hier lastig mee omgaan, ze zijn steeds bezig met de vraag of ze niet fout bezig zijn. Oorzaak Over het algemeen zijn er vier verschillende oorzaken voor het ontwikkelen van angst: De aanleg Zo is de aanleg een belangrijke bepaler voor het ontwikkelen van een angststoornis. Kinderen die wat verlegen zijn kunnen bijvoorbeeld eerder een angststoornis ontwikkelen dan kinderen die wat minder verlegen zijn. In de ene familie komt meer angst voor dan in de andere familie: erfelijkheid speelt dus ook een rol. Kinderen met een angststoornis maken meer stresshormonen aan, hierdoor gieren sowieso meer stresshormonen door het lichaam dan bij andere kinderen. De omgeving is dan alleen de aanleiding waardoor de angst ook echt naar buiten komt, wat bij normale kinderen minder gebeurt, omdat er minder stresshormonen in het lichaam stromen. Psychologische factoren Sommige kinderen overschatten het gevaar. Dit komt omdat zij vooral belemmerende gedachten en interpretaties kunnen bedenken in hun hoofd voor een situatie. Ze denken ook dat ze niet goed in staat zijn om tegen het gevaar te vechten. Het lukt ze niet om tot probleemoplossingtechnieken te komen. Dit komt doordat ze een verkeerde attributiestijl hebben aangeleerd: succeservaringen komen door dingen buiten zichzelf (de juf heeft het goed uitgelegd) en de slechte dingen komen door zichzelf (ik heb niet goed geleerd). Ingrijpende (traumatische) gebeurtenissen Een auto-ongeluk kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat er een angststoornis ontstaat. Onveilige gehechtheidervaringen Onveilige gehechtheidervaringen kunnen ervoor zorgen dat het kind meer angsten ontwikkelt. Deze kinderen onderzoeken minder uit zichzelf: ze klampen zich vast aan bijvoorbeeld moeder, waardoor ze angstiger reageren op nieuwe dingen. Dit kan weer een angststoornis tot gevolg hebben. Het is niet duidelijk of de ouders het kind angstig maken door te zeggen dat de wereld een gevaarlijke plek is. Of dat de angststoornis van het kind juist zorgt dat de ouders overdreven beschermd reageren. Prognose (verloop van de stoornis) Bij de helft van de kinderen met een angststoornis blijft de stoornis een groot deel van het leven blijft bestaan. De angst die in de jeugd ontstaat blijft meestal altijd aanwezig. De stoornis heeft een gemiddelde duur van twintig jaar. Wel is het zo dat de mensen met een angststoornis een manier weten te vinden om ermee om te gaan. Ook is een behandeling tegen de stoornis mogelijk. Faalangst Elk kind is wel eens bang om te falen. En dat is ook helemaal niet erg, want het werkt juist motiverend. Pas als het kind ergens heel erg bang voor is, of de angst is te erg dan is er sprake van faalangst. Ook als het kind zichzelf blokkeert in plaats van motiveert. Er ontstaan echte angst- en spanningsgevoelens, waardoor het kind niet meer goed kan presteren. Dit word negatieve faalangst genoemd. Faalangst heeft niets met karakter of persoonlijkheid te maken. Faalangst zijn eigenlijk aangeleerde stappen die het kind doorloopt. Als een kind regelmatig faalt of iets lukt hem regelmatig niet, dan heeft dat (negatieve) invloed op zijn zelfbeeld. Oorzaak Faalangst kan overal ontstaan waar het kind alleen wordt beoordeeld op de geleverde prestaties. En dan vooral op ‘denk’ vakken (op school). Depressiviteit Depressiviteit is een ziekte die te herkennen is aan een sombere stemming en verlies van lust en plezier in het leven. Algemene kenmerken problemen met slapen vermoeid zijn en weinig energie hebben prikkelbaar zijn schuldgevoelens gevoel van waardeloosheid/hopeloosheid/hulploosheid minder lustgevoelens suïcide neigingen of gedachten (of ‘gewoon’ gedachten over de dood) besluiteloosheid traagheid onrust toename of afname van het huilen lichamelijke klachten zonder oorzaak vergeetachtigheid concentratieproblemen toegenomen of afgenomen eetlust (of duidelijke verandering in het gewicht) Oorzaak Biologisch Genetische factoren spelen een rol bij het ontstaan van depressieve stoornissen bij kinderen. Als een ouder depressief is of een psychische ziekte heeft, heeft het kind ook meer kans om dit te krijgen. Het is nog niet duidelijk of kinderen met bepaalde karaktereigenschappen (zoals agressief of onrustig reageren) meer kans heeft om een depressie te ontwikkelen. Wel is al gebleken dat kinderen met een lichamelijke ziekte of klachten (bijvoorbeeld chronische hoofdpijn) eerder depressiviteit ontwikkelen. Bij adolescenten schijnen de hormonen ontregelt geraakt te zijn bij een depressie. Al met al is er nog te weinig onderzoek gedaan bij kinderen met een depressie en is het nog heel onduidelijk welke biologische factoren meespelen bij het ontwikkelen ervan. Psychologisch Soms wordt een depressie opgevat als een denkstoornis. Als het kind vroeger iets negatiefs heeft meegemaakt, gaat hij een bepaald beeld over zichzelf schetsen die helemaal niet waar hoeft te zijn. Dit beeld roept depressieve gevoelens op. Deze verkeerde schema’s worden vervolgens gebruikt om de wereld en alles wat daarin gebeurt een betekenis te geven. Zo kan iemand depressief worden na een afwijzing, als hij al dit schema had: ‘geliefd zijn is belangrijk om gelukkig te worden’. Door deze negatieve schema’s ontstaan automatisch negatieve gedachten. Negatieve gebeurtenissen gebeuren niet toevallig. Uit onderzoek is gebleken dat ze veelal in dezelfde families voorkomen. Het is dus mogelijk dat het wordt beïnvloed door genetische factoren. Posttraumatische stresstoornis PTSS (posttraumatische stressstoornis) zijn de gevolgen na een schokkende gebeurtenis, zoals bijvoorbeeld een ongeval, geweldsdelict, brand, mishandeling, seksueel misbruik of het verlies van een geliefde. Er ontstaan gevoelens van angst en ontreddering. Deze gevoelens kunnen zo’n drie ( is acuut, als de kenmerken zich meteen laten zien) tot zes maanden (is chronisch) aanhouden. Als het kind de ruimte krijgt om zijn verwarrende gevoelens te uiten bij een vertrouwd persoon, zal hij de gebeurtenis vanzelf verwerken. Is dit niet het geval, of lukt het niet helemaal, dan zal er na zo’n zes maanden therapie nodig zijn. Oorzaak PTSS (posttraumatische stresstoornis) ontstaat door het meemaken van een schokkende gebeurtenis, zoals bijvoorbeeld een ongeval, geweldsdelict, brand, mishandeling, seksueel misbruik of het verlies van een geliefde. Leerproblemen Dyslexie Letterlijk gezegd betekend dyslexie woordblindheid maar eigenlijk is dat geen goede omschrijving. Dyslexie betekend eigenlijk eerder beperkt lezen. Dyslexie is een verzamelnaam voor verschillende aandoeningen die problemen met het technisch lezen met zich meebrengen. Er zijn verschillende soorten van dyslexie en elke soort heeft weer een andere oorzaak. Algemene kenmerken Het onthouden van combinaties van woorden, gezegdes of uitdrukkingen. Het verschil horen tussen klanken (bijvoorbeeld de p, t en k). Het in de goede volgorde zetten van klanken. Het onthouden van gegevens (bijvoorbeeld woordjes en jaartallen). Het doordringen en onthouden van reeksen (bijvoorbeeld tafels en spellingsregels). Het schrijven of begrijpen van lange stukken tekst. Oorzaak Het is eigenlijk nog niet bekend wat de oorzaak is van dyslexie. Wel is al bewezen dat het te maken heeft met een zwak hersengebied. In dat hersengebied worden de klanken gekoppeld aan tekens (de letters van het schrift). Maar omdat dit betreffende gebied dus zo zwak is, is de koppeling van klanken aan de tekens moeilijker te maken. Het wordt moeilijker opgeslagen in het geheugen, en als dit eenmaal is opgeslagen, is het moeilijk weer terug te halen. Wat wel al uit meerdere onderzoeken is gebleken, is dat er bij dyslexie sprake is van een erfelijke factor. Als een kind één ouder heeft met dyslexie, is de kans 40 tot 50 procent dat het kind zelf ook lijdt aan dyslexie. Als bij een kind allebei de ouders dyslexie hebben, is de kans 80 procent dat het kind dit ook heeft. Dyscalculie Dyscalculie is een soort stoornis waarbij de persoon hardnekkige problemen heeft met het leren en toepassen van rekenkennis. Er is pas sprake van Dyscalculie wanneer de rekenprestaties van het kind veel minder zijn dan de prestaties bij andere vakken. Algemene kenmerken Niet vlot kunnen klok kijken Problemen met tellen Problemen bij het begrijpen van de basis van het rekenen, zoals de waarde van getallen en verbanden tussen getallen Cijfers verkeerd schrijven en lezen Blijven twijfelen bij eenvoudige berekeningen Moeite hebben met het leren van de tafels Moeite hebben met de volgorde van de stappen die gebruikt moeten worden om moeilijkere berekeningen uit te voeren Moeite met het aflezen van grafieken Moeite met onderdelen waarbij ruimtelijk inzicht van belang is Oorzaak Dyscalculie is voor een groot deel erfelijk. Dit betekent dat wanneer een direct familielid van het kind een rekenstoornis heeft de kans groter wordt dat het kind ook een rekenstoornis heeft. Ongeveer 6 % van de mensen heeft een rekenstoornis. Dit percentage is ongeveer even groot als het percentage mensen met een leesstoornis. Hoogbegaafdheid Hoogbegaafdheid is namelijk een combinatie van in totaal drie eigenschappen. 1. Het kind heeft een hoog IQ (hoge intelligentie) (IQ boven de 130) 2. Het kind kan goed geconcentreerd en lang met een taak bezig zijn en heeft veel doorzettingsvermogen. 3. Het kind kan op een goede manier problemen oplossen (creatief kunnen denken). Algemene kenmerken Leren makkelijk en snel doordat ze een goed concentratievermogen hebben, en werken het liefst zelfstandig Hebben een snelle taalontwikkeling Zijn al jong goed in wiskunde Kunnen problemen goed analyseren en maken grote denksprongen; uitgebreide instructies hebben ze dan ook niet nodig Hebben een goed ontwikkeld geheugen Doen dingen makkelijk tegelijk Zijn vaak gemotiveerd, energiek, creatief en perfectionistisch Denken al vroeg diep na over grote levensvragen en hebben al op jonge leeftijd een sterk bewustzijn (dat kan al op driejarige leeftijd zijn), bijvoorbeeld op het gebied van leven en dood Verwachten veel van zichzelf; zijn perfectionistisch, met soms faalangst tot gevolg Hebben een apart gevoel voor humor Zijn erg betrokken en beschikken over een groot empathisch vermogen Zijn soms hoogsensitief Hebben een sterk rechtvaardigheidsgevoel Bij baby’s, peuters en kleuters kan al hoogbegaafdheid of kenmerken daarvan worden vastgesteld. Kenmerken bij baby’s groter bij de geboorte ongeduldig alert snelle ontwikkeling aanhankelijk Kenmerken bij peuters veeleisend ondernemend hecht waarde aan vaste patronen voorsprong op het gebied van kennis fijne motoriek speelt graag met oudere kinderen grote interesse voor alles wat in de nabije omgeving gebeurt Kenmerken bij Kleuters ze hebben zichzelf leren schrijven, lezen en/of rekenen ze leren sowieso makkelijk en zijn leergierig ze hebben een fijne motoriek de kleuter is taakgericht ze zijn goed in taal ze hebben veel energie en slapen weinig ze zijn perfectionistisch ze hebben weinig uitleg nodig en werken graag zelfstandig complexe opdrachten kunnen ze goed oplossen of uitvoeren Oorzaak Voor hoogbegaafdheid is eigenlijk nooit echt een bepaalde oorzaak geweest. Je bent het of je bent het niet. Zwakbegaafdheid Een kind wat zwakbegaafd is, is minder dan gemiddeld intelligent. Zwakbegaafde kinderen ontwikkelen zich een beetje vertraagd in vergelijking met normaal begaafde kinderen. Hierdoor wordt een zwakbegaafd kind beperkt in het sociaal en zelfstandig functioneren. Algemene kenmerken De oorzaak van zwakbegaafdheid ligt in de hersenen. De hersenen functioneren niet optimaal. Dit kan worden veroorzaakt door een fout in de aanleg al voor de geboorte van een kind, maar kan ook worden veroorzaakt door een beschadiging. Daarnaast is het vaak het geval dat zwakbegaafdheid geen duidelijke oorzaak heeft, in veel gevallen gaat het om een vorm die valt binnen de normale verdeling van het IQ. Oorzaak Oorzaken voor de geboorte Genetische aanleg, o.a. chromosomale afwijking zoals syndroom van Down. Infecties bij moeder tijdens zwangerschap, zoals hersenvliesontsteking Blootstelling aan (voor de baby) giftige stoffen tijdens de zwangerschap, bijvoorbeeld alcoholgebruik door moeder Oorzaken bij de geboorte Zuurstoftekort Bloeding Oorzaken na de geboorte Infecties, zoals hersenvliesontsteking Binnen krijgen van giftige stoffen Hersenletsel veroorzaakt door een ongeluk Contactpagina Jolanda Baarda Trekfeart 9 8742KG Burgwerd Tel: 0515-576107 Mob: 06-52114654 http://gedragsproblemen-kinderen.info/