Geschiedenis samenvatting H1 1) Van jagers-verzamelaars naar boeren Samenvatting Paleo-antropologen zijn wetenschappers die de oorsprong en ontwikkelingen van de mens en mensachtigen onderzoeken. Zij nemen aan dat de eerste mensachtigen ongeveer drie miljoen jaar geleden in Afrika ontstonden. Dit komt voort uit de evolutietheorie van Charles Darwin. Creationisten geloven dat de aarde en alles wat daarop leeft het gevolg zijn van een schepping van God of meerdere goden. De eerste mensen leefden als jagers-verzamelaars. Hun leefperiode noemen we het Paleolithicum/de Oude Steentijd. J-V’ers waren nomaden; ze trokken in kleine groepen rond op zoek naar voedsel. Als het voedsel opraakte vertrokken ze naar een nieuw gebied. We weten niet veel van J-V’ers. Archeologen hebben wel kunnen af leiden wat ze dachten en voelden, maar feitelijke bronnen ontbreken. We hebben wel grafgiften; giften die de J-V’ers legden bij de doden. Hoe hoger de status van de dode, hoe belangrijker de giften. In 1989 werden er aan de rand van het Meer van Tiberias sporen van een kamp van jagers-verzamelaars van ongeveer 20.000 jaar oud gevonden. Dit noemden de archeologen de Ohalo-cultuur. De archeologen concludeerden dat deze mensen in hutten woonden, ze hun eigen vuur maakten en de resten van planten en vruchten opaten. Deze mensen leefden hier dus voor een langere tijd. Dit betekende dat rond 20.000 v. Chr het klimaat in het Midden-Oosten zo goed was, dat je ergens een langere tijd kon verblijven. Toen het warmer werd kwam er een tekort aan voedsel en dieren, en zo is waarschijnlijk de landbouw ontstaan. De landbouw is uitgevonden in het Midden-Oosten, en rond 5000 v. Chr trok de Neolitische Revolutie zich door West-Europa. Rond 5300 v. Chr vestigden zich de eerste boeren in Zuid-Limburg. De overgang naar landbouw had grote gevolgen voor de samenleving. De bevolking groeide en de mensen werden sedentair; ze gingen op een vaste plek wonen. De gevolgen van de agrarische leefwijze waren zo groot dat we het de Sedentaire Revolutie noemen. Mensen gingen stevigere boerderijen bouwen uit steen en hout. Ook gingen mensen nieuwe werktuigen gebruiken zoals bijlen, messen, pijl- en speerpunten, sikkel, ploeg en maalstenen. Ook aardewerk ontwikkelde zich. Doordat mensen steeds meer bezittingen kregen, namen de verschillen in mensen toe en er ontstonden statusverschillen, sociale ongelijkheid en uiteindelijk een sociale hiërarchie. Goede boeren hadden vaak meer invloed en werden snel leiders. Kenmerkende aspecten - Leefwijze van jagers-verzamelaars - Ontstaan van landbouw, landbouwsamenlevingen 2) Steden van Mesopotamië Samenvatting Rond 6500 v. Chr ontstonden in Soemerië, aan de oevers van de Eufrraat en de Tigris de eerste dorpen. De landbouw was er erg succesvol, ondanks het warme klimaat. Dit was te danken aan de irrigatielandbouw; boeren legden hun akkers aan op de vruchtbare modder van de oevers en leidden daar rivierwater naartoe, waardoor er altijd voldoende water op hun akkers was. Dit zorgde ervoor dat sociale verschillen tussen de mensen toenamen. Boeren die een rijkere oogst binnenhaalden, kregen meer aanzien en macht en werden na verloop van tijd politieke leiders. Toen dorpen uitgroeiden tot steden, werd de succesvolste boer een soort koning. De strijd om de meeste macht leidde tot oorlogen, waardoor er stadsmuren moesten worden gebouwd. De dorpen groeiden zo snel dat we het stadstaten werden; kleine staten ten grootte van een stad met elk een eigen bestuur. Er waren per stadstaat tussen de 10.000 en 50.000 inwoners. Uruk was de grootste. De meeste stadstaten hadden allemaal: een hiërarchische opbouw van de samenleving, een godsdienstig centrum, specialisten en het gebruik van het schrift. De bevolking was verdeeld in sociale klassen: onderaan de slaven, daarboven boeren, daarboven ambachtslieden, daarboven de priesters en daarboven de koning. Hij was de opperbevelhebber van het leger, opperrechter en bestuurder van de stad. De Soemeriërs hadden als godsdienst het polytheïsme (verschillende goden). De ziggurat was een groot religieus bouwwerk. Mensen dachten door naar de toren te klimmen dichter bij de goden te kunnen komen. Bij de tempel werden ook goederen verhandeld. Rond 3300 v. Chr werd het schrift ontwikkeld. Hiermee begint de historie. Het schirft van de Soemeriërs bestond vooral uit afbeeldingen, om handelsafspraken vast te leggen. Dankzij het schrift weten we nu veel over de Soemeriërs en hun religieuze en culturele opvattingen. Het Soemerische schrift heet spijkerschrift. Maar een klein deel van de bevolking kon het lezen en schrijven, dus schrijvers kregen veel aanzien. Kenmerkende aspecten - Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen 3) Egypte, staat van boeren Samenvatting Vanaf 5000 v. Chr vestigden zich de eerste boeren in kleine nederzettingen in het Nijldal. Zij waren gevlucht voor de droogte, omdat door klimaatverandering de savannes in Noord-Afrika waren veranderd in woestijnen. Door het goede irrigatiesysteem bij de Nijl noemde de Griekse geschiedschrijver Herodotos Egypte ‘een geschenk van de Nijl’. De Nijl maakte het leven van enkele miljoenen mensen in het gebied mogelijk. Na ongeveer duizend jaar gingen dorpen in het zuiden van Egypte, boven-Egypte genoemd, samenwerken. De leider hiervan beschermde het land en hij moest er onder andere het irrigatiesysteem aanleggen voor een goede oogst. Ook in het noorden, beneden-Egypte gebeurde dit. Rond 2950 v. Chr kreeg de leider van boven-Egypte ook macht over beneden-Egypte. Egypte was nu een natiestaat (een land waarin een groep mensen leeft die zichzelf bestuurd). De leider van Egypte was de farao. De Egyptenaren zagen hem ook als godheid. De functie van farao was erfelijk. De farao’s regeerde vanaf Memphis of Thebe, de hoofdsteden. Ze werden geholpen door gouverneurs. De Egyptenaren waren polytheïstisch, ze aanbeden meerdere goden. Voor al die goden waren er aparte tempels, waar de farao voor moest zorgen. Het zou dus makkelijker zijn om het volk monotheïstisch te maken (de verering van één God). Amenhotep IV waagde deze stap. In 1353 v. Chr werd Amenhotep IV de nieuwe farao van Egypte. Al snel begon hij veel aandacht te besteden aan een vrij onbekende godheid; Aton, de god van de zonneschijf. Amenhotep verbood de Egyptenaren om een andere god te aanbidden dan Aton. Amenhotep liet zijn naam veranderen in Achnaton; ‘hij die Aton werkelijk dient’. Daarna liet hij in heel Egypte alle beelden en schilderijen van andere goden verwijderen. Priesters die Amon vereerden verloren hun invloed en macht. Ook stichtte Achnaton een nieuwe hoofdstad: Achetaton. Hier werd Aton vereerd. Als laatste veranderde Achnaton de stijl van farao’s. Ze werden altijd stijf afgebeeld als krachtige, gespierde en fysiek perfecte mensen. De afbeeldingen van Achnaton werden verfijnd en er werd aandacht gelegd op de details. Na de dood van Achnaton in 1336 v. Chr. werd alles weer als vanouds. Het geloof van Aton verdween en mensen gingen weer Amon vereren. Priesters krgen hun macht weer terug en de oude tempels werden weer geopend. Achetaton werd een vervallen stad en alle herrineringen aan Achnaton en Aton werden weggewerkt. Achnaton werd opgevolgd door Toetanchamon. Kenmerkende aspecten - Ontstaan van landbouw, landbouwsamenlevingen - Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen