Overige begrippen - Samenvattingen en nog veel meer!

advertisement
Begrippenlijst maatschappijleer
Democratische
rechtsstaat
Rechtsstaat
Sociaal contract
Beginselen van de
rechtsstaat
Grondrechten
Klassieke
grondrechten
Sociale
grondrechten
Grondwet
Trias politica
Wetgevende
macht
Uitvoerende
macht
Rechterlijke
macht
Checks and
balances
Eisen van een
wet:
Definitie: staatsvorm waarin de regering een verantwoordingsplicht heeft ten
opzichte van de volksvertegenwoordiging en waarin de regering slechts die
bevoegdheden mag uitoefenen waartoe zij gemachtigd is door wettelijke
bepalingen. Nederland is een democratische rechtsstaat.
Definitie: een staat waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen
macht en willekeur door de overheid.
De rechtsstaat is een soort sociaal contract. De burgers en de overheid hebben
beide hun plichten.
De trias politica: Scheiding der machten, grondrechten, legaliteitsbeginsel
Rechten die zo fundamenteel zijn voor de vrijheid, de ontplooiing, het welzijn en
de bescherming van het individu en van groepen, dat ze in de grondwet zijn
vastgelegd. Je hebt klassieke grondrechten en sociale grondrechten.
De klassieke grondrechten zijn de vrijheidsrechten die een burger heeft en staan
beschreven in artikel 1 tot en met 17 van de Grondwet.
De sociale grondrechten dwingen de overheid zich actief op te stellen, door
bijvoorbeeld te zorgen voor voldoende werkgelegenheid.
De grondwet heeft als doel om:
- de begrenzing van de macht van de staat aan te geven en daarmee de
vrijheden van burgers te garanderen;
- fundamentele rechten van burgers vast te leggen;
- aan te geven hoe de belangrijkste organen van de staat (koning(in),
ministers, parlement, rechterlijke machten en andere organen) in grote
lijnen zijn georganiseerd;
- de eenheid van de staat uit te drukken en te zeggen dat burgers,
ondanks alle verschillen, toch één willen zijn en één willen blijven.
Drie staatsmachten die met elkaar in evenwicht zijn:
Wat: Maken/wijzigen/intrekken van wetten
Wie: Parlement (= Eerste Kamer & Tweede Kamer)
Wat: Toepassen van de wet in concrete gevallen.
Wie: Regering (koning & ministers), ambtenaren (wordt ook wel eens gezegt dat
ze de vierde macht zijn.)
Wat: Oordelen in geval van oneinigheid over wetten
Rechtspreken als iets met rechtsregels kan worden opgelost
Wie: Onafhankelijke rechters
Ze checken elkaar houden elkaar in balance.
-
Legliteitsbeginsel
Soorten regels
Maatschappelijke normen
Ze moeten algemeen zijn, dus niet voor 1 persoon / 1 situatie
Ze moeten duidelijk en dus begrijpelijk zijn
Ze moeten haalbaar en uitvoerbaar zijn
De overhied mag alleen bepekingen opleggen aan de vrijheid van
burgers als die beperkingen in de wetten zijn vastgelegd en voor
iedereen gelden.
Je hebt maatschappelijke normen en rechtsnormen.
Je hebt rechtsregels en sociale en morele regels.
Komen voort uit:
- geloof
- tradities
1
Sociale regels:
Morele regels:
Rechtsnormen
(rechtsregels)
Rechtsgebieden
Privaatrecht (burgerlijk
recht) = horizontale relatie
Publiekrecht = verticale
relatie
Organistatie van de
rechterlijke macht
Kantonrechter
Rechtbank
Gerechtshof
Hoge Raad
Rechtsbescher
ming &
procesregels
Onschuldvermo
eden
Advocaat
Strafprocesrech
t
Strafproces
1) Aanhouding
- gewoonten
Kun je onderverdelen in sociale regels en morele regels.
Gaan over rekeing houden met anderen
Gaan over “goed en kwaad”
Zijn gedragsregels die door de overheid wettelijk zijn vastgelegd.
1) doelmatigheid (zo houd je orde, en voorkom je chaos.
2) gedeelde normen & waarden in de samenleving (veel mensen
in Nederland hebben dezelfde normen en waarden en zijn dus
vast gelegd in de wet.
We kennen 2 rechtsgebieden.
regelt de betrekking tussen burgers onderling (rechtspersonen)
- Familie-recht
- Ondernemingsrecht
- Vermogensrecht
regelt de inrichting van de staat & de relatie tussen burgers en
overheid
- Staatsrecht
- Bestuursrecht
- Strafrecht
bij overtredingen
bij misdrijven
Politierechter: bij kleine misdrijven (maximale eis is 1 jaar)
Meervoudige kamer (3 rechters): bij zwaardere misdrijven (minimale
eis is 1 jaar)
Als je het niet eens bent met de uitspraak kan je hier in hoger beroep
gaan.
Ben je het er nog niet mee eens, dan is het mogelijk om ‘in cassatie’ te
gaan (de Hoge Raad gaat alleen na of het recht juist is toegepast).
Verdachten hebben in een rechtsstaat rechten.
Een verdachte is onschuldig tot het tegendeel bewezen is.
De verdachte heeft recht op een advocaat.
De verdachte heeft recht op een eerlijk proces.
Het strafproces bestaat uit 6 fasen.
De politie mag je staande houden: laten stilstaan en vragen naar je gegevens.
Aanhouden: arresteren en meenemen naar politiebureau voor verhoor.
Burgerarrest: als je iemand op heterdaad betrapt, mag je iemand vasthouden.
2) Opsporing
De politie moet informatie verzamelen.
- verhoren verdachte
- verhoren getuigen
- vingerafdrukken
- DNA (bloed / speeksel)
Opsporingsbevo Dwangmiddelen zonder toestemming:
egdheden
- staande houden
politie
- arresteren
- fouilleren van een verdachte
- bewijsmateriaal in beslag nemen
Dwangmiddelen met toestemming...
...van de officier van justitie:
2
3) Vervolging
4) Berechting
- een woning binnengaan
- opvragen speciale persoonsgegevens
- iemand langer op het bureau vasthouden (max 3 dagen)
- infiltreren in misdaadorganisaties
... van de rechter-commissaris
- huiszoeking
... van de burgermeester
- preventief fouilleren
... van de rechter
- iemand lager in voorarrecht houden
Officier van justitie is de openbare aanklager van het Openbaar Ministerie (OM):
Hij / zij zoekt namens de samenleving bewijzen en klaagt – indien nodig – de
verdacht namens de samenleving aan. De officier van Justitie heeft het
vervolgingsmonopolie.
Officier van justitie kan na het politieonderzoek besluiten tot:
1) schikking: geen rechtszaak, geldboete
2) seponeren / sepot: geen rechtszaak vanwege gebrek aan bewijs
3) vervolgen: strafproces
De rechter krijgt van de officier van justitie de dagvaarding met daarin:
- de tenlastelegging (welk delict)
- waar en wanneer de zitting plaatsvindt
De rechter:
- weegt het bewijs en verhoort de verdachte
- daarna spreekt hij/zij een oordeel uit
Rechtszaak
5) Evt. Hoger
beroep en
Cassatie
6) Uitvoering
opgelegde
straf
Rechten van
gevangenen:
Hoger beroep (Gerechtshof): strafzaak wordt over gedaan
In cassatie (Hoge Raad): kijkt of het recht wel juist is toegepast
Ministerie van veiligheid en Justitie (uitvoerende macht)
-
voeding, ontspanning & bezoek
na 2/3 van de straf op voorwaardelijke invrijheidsstelling
ondersteuning van de reclassering
Wetboek van Strafrecht
Deel I: Algemene bepalingen
Deel II: Opsomming misdrijven
- Wanneer is sprake van een poging tot een misdrijf?
- Wanneer is iemand medeplichtig?
- Welke soorten straffen zijn er?
Ernstige strafbare feiten, zoals:
- moord & doodslag
3
Deel III: Overtredingen
Materiële strafrecht
Uitgangspunten strafrecht:
Wanneer krijg je straf?
Strafuitsluitingsgrond
Straffen
Hoofdstraffen
Strafrechtelijke maatregel
- mishandeling
- verkrachting
- diefstal
- etc.
Minder strafbare feiten, zoals:
- Burengerucht
- door rood fietsen
- wildplassen
- een verboden gebied binnengaan
- etc.
De inhoud van alle strafbepalingen.
1) legaliteitsbeginsel
2) strafbepalingen moet duidelijk zijn
3) ne bis in idem-regel: je kan nooit twee keer vervolgd
worden voor hetzelfde vergrijp
De rechter vraagt:
1) is het ‘ten laste gelegde’ bewezen?
2) gaat het om een strafbaar feit?
3) is de dader strafbaar?
Als er op 1 van de bovenstaande vragen geen ‘ja’ wordt
beantwoord dan krijgt die persoon geen straf.
1) vanwege een rechtvaardigingsgrond
het gepleegde feit is niet strafbaar
- noodweer: je verdedigt jezelf of een ander tegen geweld
(met gepast geweld)
- overmacht: je MOET iets doen wat normaal gesproken
strafbaar is
- ambtelijk bevel: je krijgt een opdracht van een ambtenaar
(bv politie-agent)
2) vanwege een schulduitsluitingsgrond
de dader heeft geen schuld
- psychische overmacht: een van buiten komende drang
waartegen je geen weerstand kan bieden
- noodweerexces: een panieksituatie waarin je je verdedigt
met buitensporig veel geweld
- ontoerekenigsvastbaarheid: vaak bij een geestelijke
stoornis, of als iemand tijdelijk buiten zinnen was
- afwezigheid van schuld: je doet iets waarvan je niet weet
dat je met iets strafbaars bezig bent
1)
2)
3)
1)
-
Vrijheidsstraf
overtreding: max 1 jaar (=hechtenis)
misdrijven: max levenslang
Taakstraf
werkstraf
leerstraf
Geldboete
lichte overtredingen: max. 220,00 euro
zware misdrijven: max. 440.000,00 euro
Terbeschikkingstelling (TBS)
bebeurt vooral als iemand niet of verminderd
toerekeningsvatbaar is: min. 2 jaar / max. levenslang
2) Andere maatregelen:
- Onttrekking aan het verkeer
- ontneming wederrechtelijk voordeel
- schadevergoeding slachtoffer
4
Bijkomende straffen
-
etc.
straatverbod
intrekken rijbewijs
uitgaansverbod
etc.
Functies van straf
1) Wraak / vergelding
2) Afschikking
3) Voorkomen van eigenrichting
4) resocialistie (heropvoeding)
5) Veiliger maken van de samenleving
Jeugdstrafrecht
Tot 12 jaar
12-18 jaar
Internationale
ontwikkelingen
Verenigde Naties: 193
landen
Internationale verdragen
Internationale
rechtbanken
1) Internationale
Gerechtshof
2) Internationale
Strafhof
Joegoslavië-tribunaal
Europese Unie: 28 landen
Internationale
vergelijkingen
Invloed van de bevolking
Macht van het
staatshoofd
geen vervolging voor strafbare gedragingen
Lichte misdrijven: Halt.
Zware misdrijven: kinderrechter
Doel: bevorderen internationale veilgheid
Voorbeeld: UVRM (universele verklaring van de rechten van de mens,
1948) = morele grondwet van de wereld
Dat zijn er twee en beide gevestigd in Den Haag.
Doet uitspraak bij conflict tussen twee landen
Rechtbank die bindende straffen kan uitdelen aan verdachten die de
mensenrechten hebben geschonden
1) Stoppen van de oorlogsmisdaden
2) bestraffen van oorlogsmisdadigers
3) voorkomen van het schenden van internationaal humanitair
recht.
Doel: economische samenwerking
Een land dat wil toetreden moet een rechtsstaat zijn: de EU fungeert
dus als waakhond
Tussen NL en VS
Beide democratie.
NL: volk kiest:
- Parlement (wetgevende macht)
VS: volk kiest:
- Parlement (wetgevende macht)
- President (uitvoerende macht)
- Lagere rechters (rechtsprekende macht)
NL: koning (erfopvolging)
- Weinig politieke macht: macht ligt bij regering & parlement
- Leger kan alleen ingezet worden als het parlement akkoord
gaat
VS: president (gekozen door volk)
- Sterke machtspositie: presidentieel veto
5
-
Onafhankelijkheid van
rechters
Rechtssysteem
Sociale grondrechten
Straffen
Klassenjustitie
Is opperbevelhebber van het leger en kan zelfstandig besluiten
nemen
NL: alle rechters worden voor het leven benoemd. Gewone rechters
door de regering: rechters van de Hoge Raad door de Tweede Kamer.
Hoge Raad: (niet machtig)
- behandelt alleen rechtszaken in cassatie
- mag niet toetsen aan de grondwet
VS: Lagere rechters worden door het volk gekozen, hogere rechters
(o.a. Hooggerechtshof) door de president voor het leven benoemd.
Hooggerechtshof: (machtig)
- beslissende stem in burgerrechtenkwesties
- toets alle wetgeving (zowel van de staten als de federale
overheid) aan de grondwet
NL: deskundige rechters doen zowel uitspraak over de schuldvraag als
over de hoogte van de straf.
VS: Er is juryrechtspraak: de jury doet uitspraak over de schuldvraag en
de rechter bepaalt de hoogte van de straf.
NL: Veel sociale grondrechten
- Verdachten hebben veel rechten. Bij de opsporing is de politie
gebonden aan veel regels en uitlokking is niet toegestaan.
- Justitie is aan regels verbonden, wel uitgebreid sinds 9/11.
VS: Nauwelijks sociale grondrechten
- Verdachten hebben minder rechten dan in Nederland.
Uitlokking is bijvoorbeeld wel toegestaan.
- Door de Patriot Act heeft de CIA ruimte bevoegdheden om
burgers in de gaten te houden (bijv. door af te luisteren en
terreurverdachten zonder proces lang vast te houden)
NL: geen doodstraf
VS: is 38 staten kan de doodstraf opgelegd worden, maar alleen voor
moord en doodslag.
- Plea Bargaining: de advocaat en de aanklager sluiten een deal
op voorwaarde dat de verdachte bekent.
- Three Strikes and You’re Out Law: je wordt heel zwaar gestraft
als je voor de 3e keer in de fout gaat.
Mensen uit de hogere sociale klasse worden door justitie bevoorbeeld
boven mensen uit de lagere sociale klasse.
NL: Mensen met een baan krijgen minder vaak gevangenisstraf dan
werklozen.
- Witteboordencriminaliteit wordt minder zwaar bestraft dan
blauweboordencriminaliteit.
VS: Arme, zwarte Amerikanen komen vaker in de gevangenis terecht
dan blanken & ze krijgen hogere straffen voor hetzelfde delict
(=rassenjustitie).
Overige begrippen
Vrijheid
Constitutionele
monarchie
Ministeriële
verantwoordelijkheid
Censuskiesrecht
Wijzinging van de
grondwet
In de rechtstaat staat naast gehlijkheid het begrip vrijheid centraal, zoals
het recht om te zeggen wat je wilt.
Staatsinrichting Nederland - Koninkrijk (monarchie) waarbij vorst en volk
zich aan de grondwet (constitutie) moeten houden.
Staatsinrichting Nederland - Een minister moet voor zijn politieke daden en
die van de vorst verantwoording afleggen aan het parlement.
Alleen mannen die directe belastingen betaalden mochten stemmen.
Redenen:
1) De mensen veranderen (andere normen en waarden) /
maatschappij (samenstelling verandert)
2) De wereld verandert
6
Rangorde wetten
Absolute macht
Montesquieu
Constitutionle
monarchie
Dictatuur
Onrechtvaardigheid
Milgram
Trias politica VS (1787)
3) economische veranderingen
4) politieke redenen
Alle wetten zijn even belangrijk.
In de zeventiende en achttiende eeuw hadden koningen een absolute
macht en regeerden met willekeur. Ze konden dus als doen wat ze wilden
want zij stonden boven alles.
Schreef in 1748 de trias politica.
Koningen en koningen zijn ook gebonden aan de grondwet.
In een dictatuur bepaalt één machthebber of één partij, vaak heel
willekeurig, wat de regels zijn. Er zijn weinig vrijheden voor burgers, geen
persvrijheid en geen vrijheid van meningsuiting. Tegenstanders worden
achtervolgd of gevangengezet. In een dictatuur is er niet het
onschuldvermoeden bij een rechtszaak.
In het landen worden de wetten en regels uitgevoerd, soms worden deze
wetten en regels onrechtvaardig ervaren.
Hij voerde het gehoorzaamheids experiment uit, om te kijken of mensen
de mensen die boven hun staat gehoorzamen. 65 % van de deelnemers
deel dat.
Uitvoerende macht  president
Wetgevende macht  congres
Rechtssprekende macht  hoogst gerechtshof
7
Download