De Griekse Democratie De Spartanen waren dan wel zeer gehard, maar de Atheners hadden de beste denkbeelden over beschaving en bestuur. Een van hun grootste ideeën was dat van de ‘democratie’, een word dat we tegenwoordig nog gebruiken en dat afkomstig is van twee Griekse woorden, ‘demos’ (het gewone vulk) en ‘kratos’ (bestuur). Letterlijk betekent het ‘bestuur door het volk’, en zo werkte het in de praktijk ook. Bewoners van de stadstaat Athene kregen het recht om te stemmen, dat wil zeggen, de manneljke bewoners, niet e vrouwen, kinderen, slaven of Grieken uit andere staten. Het recht om te stemmen betekende dat gewone mensen inspraak hadden in hoe zij wilden dat Athene bestuurd werd. De democratie deed aan het eind van het Archaïsch Tijdperk, rond 500 v. Chr., zijn intrede in Athene. Het markeerde het begin van het 2de grote tijdperk in de Griekse geschiedenis-het Klassieke Tijdperk. Metoiken: zijn vrij * zijn vreemdelingen * hadden geen burgerrechten, geen grond, hoe rijk ze ook waren * bv: handelaars, bankiers,... Slaven: niet vrij naar anderen * hebben geen rechten en moeten luisteren Burgers : zijn vrij *hebben Atheense ouders * hebben grond * mogen mee besturen Vrouwen: mogen niet mee besturen! Hebben geen rechten, geen bezittingen. Hun leven draait rond hun gezin. De wetgever Solon De kleine boertjes profiteerden niet van de toenemende welvaart en raakten steeds verder achterop. Veel boeren die als pachter in dienst waren maakten schulden en als ze die niet meer konden betalen gaven ze vaak hun lichaam als onderpand, een soort slavernij. Deze situatie liep uit tot sociale onrust. In Athene liepen de spanningen hoog op en toen werd Solon als wetgever aangesteld, om de willekeur van de adel te doorbreken. Om de arme boeren tegemoet te komen schold hij ze de schulden kwijt en zorgde hij ervoor dat boeren die in de slavernij terecht waren gekomen weer vrij kwamen. Verder deelde hij de bevolking van Athene in 4 klassen op basis van vermogen. De mensen van de 2 hoogste klassen mochten de belangrijkste politieke functies vervullen, hiervoor was je dus niet meer afhankelijk van je afkomst. Aan de arme Atheners gaf Solon het recht om deel te nemen aan de volksvergadering. Solon heeft de weg vrijgemaakt voor democratie, door de macht van de oude aristocratie aan banden te leggen en de gewone man meer politieke rechten te geven. Het belang van het burgerrecht De adellijke Kleisthentes wierp zich op als leider van het volk toen Hippias verdreven was. De Atheense samenleving bestond toen uit 3 groepen: - de burgers, deze hebben het burgerrecht (bij geboorte verkregen) - de metoiken - de slaven Voor de metoiken was het heel moeilijk het burgerrecht te bemachtigen, voor de slaven onmogelijk. Het burgerrecht gaf burgers politieke rechten, bijv. het bijwonen van een volksvergadering, evt. vervullen van politieke functies. Ook had het economische en sociale voorrechten. De burgerlijke bevolking vormde een gesloten kring door de exclusiviteit van het burgerrecht. Vaak werd ook gecontroleerd of je wel tot deze groep behoorde. Als bleek dat iemand ten onrechte als burger ingeschreven was, werd deze als slaaf verkocht. Het ostracisme Het ostracisme (schervengericht) werd gehouden als men bang was dat leiders te machtig werden en dus een bedreiging vormden voor de democratie. De volksvergadering stemde jaarlijks (tenminste 10% moest aanwezig zijn) of dit nodig was. Als dat zo was moest ieder lid een naam op een scherf zetten en de naam van de politicus die het meest voorkwam werd uit Athene verbannen. Dit is overigens niet vaak in Athene gebeurd. Pressiegroepen konden de stemming beïnvloeden door scherven uit te delen waar al een naam opstond van de gehate politicus. Athene en Sparta De bevolking in Athene en in Sparta verschilde nogal. Hiernaast staat de legenda (uitleg) over de bevolkingsopbouw in de 2 stadstaten. Bevolking Athene Bevolking Sparta De verschillen tussen Athene en Sparta zijn meteen duidelijk : Athene telt naar verhouding veel meer Griekse burgers (in de 5 e eeuw 1/10 deel) en de bevolking in Sparta telt vooral veel slaven. In Athene hadden de buitenlanders (metoiken) geen rechten, maar ze mochten wel voor hun mening uitkomen, net zoals slaven en arme mensen. In Sparta ging het er veel anders aan toe... Sparta leek wel een legerkamp. Enkele wetten: 1. Een pasgeboren baby moest gekeurd worden of het gezond was. Was dit niet zo, dan moest de pasgeboren baby op een berg gelegd worden om te sterven ! 2. Als jongens 7 jaar waren, werden ze van huis weggehaald en moesten ze naar school. De school was een soort soldatenkamp waar ze tot hun 60 e bleven ! Op school kregen ze geen leervakken, maar alleen alles wat nodig was om een goede soldaat te worden. 3. Op bepaalde tijden kreeg een Spartaanse jongen altijd zweepslagen, ook al had hij niets gedaan. Het was de bedoeling dat de jongens zo pijn leerden te verdragen. Ze mochten dus niet huilen en moesten leren om pijn te hebben. 4. De Spartanen moesten doorwerken tot ze er bij neervielen, maar ze mochten niet laten merken dat ze moe waren. Ze moesten het slechtste voedsel eten, lange tijd honger en dorst lijden en ze mochten maar 1 kledingstuk aan wanneer het koud was en droegen geen schoenen. 5. De Spartaanse jongens mochten geen lekkere dingen eten of op zachte bedden slapen of mooie kleren dragen. 6. De Spartanen leerden kort en stug te spreken. Ze moesten alles zeggen met zo min mogelijk woorden. Deze manier van spreken noemen wij "laconiek", die naam komt van Laconië, waar Sparta in lag. Pericles Onder de staatsman en legeraanvoerder Pericles (ca. 495-429 v.Chr.) bereikte Athene zijn hoogtepunt. Pericles was een zeer goed opgeleid man, met brede politieke inzichten. Hij was verantwoordelijk voor de herbouw van de stad, die tijdens de plundering van de Perzen in 480 v. Chr. zwaar beschadigt was. Hij herbouwde de Agora, verbeterde de wegen in de stad en vergrootte de haven van Piraeus. Maar zijn grootste onderneming was de bouw van het Parthenon en andere gebouwen op de Akropolis. Hij introduceerde ook vereikende politieke hervormingen die meer macht gaven aan de arme burgers en burgers zonder een goede relaties.