BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED Arenabijeenkomst, 16 juli 2014 Wim Bomhof en Rosalie van Ruler AGENDA DEEL I INLEIDING & KENNISMAKING DEEL II PRESENTATIE PLAN VAN AANPAK • Opdracht • Aanpak • Fasering • Planning • Communicatie DEEL III BESPREKING ENKELE UITGANGSPUNTEN DEEL 1 INLEIDING & KENNISMAKING KENNISMAKING Vertel in het kort: wie u bent en wie u vertegenwoordigt welk onderwerp moet, naar uw opvatting, zeker de volgende bijeenkomst op de agenda ter discussie staan in het belang van een goed Bestemmingsplan Buitengebied komen DEEL 2 PRESENTATIE PLAN VAN AANPAK PLANGEBIED OPDRACHT Probleemstelling: geldend bestemmingsplan verloopt in 2015 veranderingen die vragen om goed planologisch beleid voor het buitengebied: - goede inventarisatie feitelijke situatie - doorwerking rijks-, provinciaal beleid - doorwerking regionaal beleid: Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport (ISG) met de kadernota en modelregels als gereedschapskist - milieuproblemen - bescherming bestaande kwaliteiten natuur en landschap - hoe omgaan met leegstaande/vrijkomende agrarische bebouwing OPDRACHT Maak een actueel en digitaal bestemmingsplan Buitengebied Noordwijkerhout Eisen (voorwaarden): Wro/Bro digitale eisen beleid (geldende bestemmingsplannen, provinciale Structuurvisie/-verordening Zuid-Holland, beleid Kadernota, inclusief modelregels) toepasbaar en uitvoerbaar AANPAK Hoe maken wij het bestemmingsplan: Uitgangspunten algemeen - grondlaag - bestaande rechten respecteren - ontwikkelingen mogelijk maken Uitgangspunten (specifiek) - kadernota - modelregels Nota van Uitgangspunten AANPAK Waar houden wij rekening mee: Plansystematiek - functiegericht, conform modelregels - beherend plan Handhaving: retrospectieve toets Beoordelen en integreren concrete initiatieven (intern en extern) FASERING Voorbereidingsfase - voortoets - inventarisatie en onderzoek - Nota van uitgangspunten Voorontwerpfase - voorontwerpbestemmingsplan - Notitie reikwijdte & detailniveau Ontwerpfase - Ontwerpbestemmingsplan - Ontwerp PlanMER Vaststellingsfase - Bestemmingsplan - PlanMER Beroepsfase INVENTARISATIE Link: http://www.bugelhajema.nl/noordwijkerhout/ NOTA VAN UITGANGSPUNTEN VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN Op basis van Nota van Uitgangspunten: Verbeelding Planregels Toelichting Notitie reikwijdte en detailniveau PLANMER Hulpmiddel, geen doel op zich Brengt milieugevolgen van plan of besluit in beeld voordat plan wordt vastgesteld of besluit wordt genomen Overheid (bevoegd gezag) betrekt milieugevolgen bij besluitvorming (afwegingen en onderbouwing keuzes) Begripsverklaringen: - m.e.r.: milieueffectrapportage, de procedure; MER: milieueffectrapport (het rapport). - m.e.r. voor plannen (plan-m.e.r): procedure voor plannen die een kader stellen voor m.e.r.-(beoordeling)plichtige activiteiten. Hiervoor geldt altijd de uitgebreide procedure; - m.e.r. voor besluiten (Besluit m.e.r/project m.e.r.): procedure voor besluiten die bij de wet m.e.r.-plichtig zijn, afhankelijk van het project en de ligging is een beperkte of uitgebreide procedure aan de orde; PLANMER M.e.r. is gebaseerd op Europese regelgeving. Richtlijnen (incl. bijlagen) M.e.r. geregeld in de Wet milieubeheer (Wm) en in het Besluit m.e.r. (vanaf 2004) Beperkte en uitgebreide m.e.r.-procedure. (sinds 1 juli 2010) - (plan m.e.r. (SMB) al vanaf 2006 geregeld in Wm) - (besluit m.e.r. C en D lijst gewijzigd sinds 2010) Plan-m.e.r. bestemmingsplan buitengebied is uitgebreide procedure. PLANMER Drie mogelijke aanleidingen: de activiteit en het plan of besluit zijn opgenomen in kolom 3 en/of 4 onderdeel C of D van het Besluit m.e.r. (en overschrijdt drempelwaarden opgenomen in kolom 2) het bestemmingsplan is kader voor m.e.r.-(beoordelingsplichtige) activiteiten voor het plan is een passende beoordeling op grond van de Nbw 1998 nodig (los van drempelwaarden) de activiteit en het plan of besluit is opgenomen in de milieuverordening van de provincie. PLANMER Drie mogelijke aanleidingen: de activiteit en het plan of besluit zijn opgenomen in kolom 3 en/of 4 onderdeel C of D van het Besluit m.e.r. (en overschrijdt drempelwaarden opgenomen in kolom 2) het bestemmingsplan is kader voor m.e.r.(beoordelingsplichtige) activiteiten voor het plan is een passende beoordeling op grond van de Nbw 1998 nodig (los van drempelwaarden) de activiteit en het plan of besluit is opgenomen in de milieuverordening van de provincie. WANNEER PLANMER D9 Kolom 1 Kolom 2 Kolom 3 Kolom 4 Activiteiten Gevallen Plannen Besluiten De structuurvisie, (…) en het plan, (…) bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening (…).de vaststelling van het inrichtingsplan, (…), ……... De vaststelling van het inrichtingsplan, bedoeld in artikel 17 van de Wet inrichting landelijk gebied dan wel een plan bedoeld in artikel 18 van de Reconstructiewet concentratiegebieden dan wel bij het ontbreken daarvan het plan bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet ruimtelijke ordening dan wel bij het ontbreken daarvan van het plan, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van die wet. Een landinrichtingsproject dan In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op wel een wijziging of 1°. een functiewijziging met uitbreiding daarvan een oppervlakte van 125 hectare of meer van water, natuur, recreatie of landbouw of 2°. vestiging van een glastuinbouwgebied of bloembollenteeltgebied van 50 hectare of meer. De aanleg, wijziging of D 11.2 uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject met inbegrip van de bouw van winkelcentra of parkeerterreinen. In gevallen waarin de activiteit De structuurvisie, (…) en het betrekking heeft op: plan, (…) bedoeld in de Wet 1°. een oppervlakte van 100 ruimtelijke ordening (…). hectare of meer, 2°. een aaneengesloten gebied en 2000 of meer woningen omvat, of 3°. een bedrijfsvloeroppervlakte van 200.000 m2 of meer. De vaststelling van het plan, bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet ruimtelijke ordening dan wel bij het ontbreken daarvan van het plan, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van die wet. WANNEER PLANMER Kolom 1 Kolom 2 Kolom 3 Kolom 4 Activiteiten Gevallen Plannen Besluiten C 14 De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor het fokken, mesten of houden van dieren In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op meer dan: 1. 85.000 stuks mesthoenders; 2. 60.000 stuks hennen 3. 3.000 stuks mestvarkens 4. 900 stuks zeugen De structuurvisie, (…) en het plan, (…) bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening (…). De besluiten waarop afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en of een of meer artikelen van de afdeling 13.2 van de wet van toepassing zijn. D 14 De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor het fokken, mesten of houden van dieren In gevallen waarin de activiteit De structuurvisie, (…) en het plan, betrekking heeft op meer dan: (…) bedoeld in de Wet ruimtelijke 1. 40.000 stuks pluimvee; ordening (…). 2. 2.000 stuks mestvarkens; 3. 750 stuks zeugen; 4. 2.700 stuks gespeende biggen; (…) 7. 200 stuks melk-, kalf- of zoogkoeien ouder dan 2 jaar; 8. 340 stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar; 9. 340 stuks melk-, kalf- en zoogkoeien ouder dan 2 jaar en vrouwelijk jongvee tot 2 jaar De besluiten waarop afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en of een of meer artikelen van de afdeling 13.2 van de wet van toepassing zijn. PLANMER Drie mogelijke aanleidingen: de activiteit en het plan of besluit zijn opgenomen in kolom 3 en/of 4 onderdeel C of D van het Besluit m.e.r. (en overschrijdt drempelwaarden opgenomen in kolom 2) het bestemmingsplan is kader voor m.e.r.-(beoordelingsplichtige) activiteiten voor het plan is een passende beoordeling op grond van de Nbw 1998 nodig (los van drempelwaarden) de activiteit en het plan of besluit is opgenomen in de milieuverordening van de provincie. WANNEER PLANMER M.e.r.-plicht & Passende beoordeling: Op grond van art. 7.2a lid 1 Wm: - plannen, op grond van een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling verplicht, waarvoor een passende beoordeling moet worden gemaakt m.e.r.-plichtig Artikel 19j lid 2 Nbw 1998 - plannen die significante gevolgen kunnen hebben voor Natura2000 gebied, maakt het bestuursorgaan alvorens het plan vast te stellen een passende beoordeling van de gevolgen voor het gebied waarbij rekening wordt gehouden met de instandhoudingsdoelstelling WANNEER PLANMER Uitbreiding bloembollen > 50 ha? Volgens CBS enkele graasdierbedrijven (veehouderijen) Relevant is dan welke mogelijkheden voor veehouderijen in het bestemmingsplan worden opgenomen. WANNEER PLANMER Natura2000-gebieden in plangebied en directe omgeving VOORTOETS Nbw 1998 Kunnen negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van omliggende Natura2000-gebieden op voorhand en met absolute zekerheid worden uitgesloten? Antwoord nee? - bestemmingsplan niet uitvoerbaar - passende beoordeling en PlanMER Antwoord ja? - Toetsing aan Nbw 1998 afgerond MEERWAARDE PLANMER Inhoud planMER zie Artikel 7.7 Wm a. een beschrijving van hetgeen met de voorgenomen activiteit wordt beoogd; b. een beschrijving van de voorgenomen activiteit, alsmede van de alternatieven daarvoor, die redelijkerwijs in beschouwing dienen te worden genomen, en de motivering van de keuze voor de in beschouwing genomen alternatieven; c. een overzicht van eerder vastgestelde plannen die betrekking hebben op de voorgenomen activiteit en de beschreven alternatieven; d. een beschrijving van de bestaande toestand van het milieu, voor zover de voorgenomen activiteit of de beschreven alternatieven daarvoor gevolgen kunnen hebben, alsmede van de te verwachten ontwikkeling van dat milieu, indien die activiteit noch de alternatieven worden ondernomen; e. een beschrijving van de gevolgen voor het milieu, die de voorgenomen activiteit, onderscheidenlijk de beschreven alternatieven kunnen hebben, alsmede een motivering van de wijze waarop deze gevolgen zijn bepaald en beschreven; f. een vergelijking van de ingevolge onderdeel d beschreven te verwachten ontwikkeling van het milieu met de beschreven mogelijke gevolgen voor het milieu van de voorgenomen activiteit, alsmede met de beschreven mogelijke gevolgen voor het milieu van elk der in beschouwing genomen alternatieven; g. een beschrijving van de maatregelen om belangrijke nadelige gevolgen op het milieu van de activiteit te voorkomen, te beperken of zoveel mogelijk teniet te doen; h. een overzicht van de leemten in de beschrijvingen, bedoeld in de onderdelen d en e, ten gevolge van het ontbreken van de benodigde gegevens; i. een samenvatting die aan een algemeen publiek voldoende inzicht geeft voor de beoordeling van het milieueffectrapport en van de daarin beschreven mogelijke gevolgen voor het milieu van de voorgenomen activiteit en van de beschreven alternatieven. PROCEDURE PLANMER 1. Openbare kennisgeving van het voornemen door het bevoegd gezag (bp buitengebied opstellen MER en wel of niet Passende beoordeling. Notitie R &D) 2. Consultatie wettelijke adviseurs en betrokken bestuursorganen over reikwijdte en detailniveau 3. Verplichting zienswijzen te laten indienen op het voornemen 4. Eventueel advies reikwijdte en detailniveau inwinnen bij de Commissie-m.e.r. 5. Opstellen planMER 6. Openbaar maken planMER gelijktijdig met het ontwerpbestemmingsplan en toezenden aan wettelijke adviseurs en de Commissie-m.e.r. 7. Mogelijkheid indienen zienswijzen 8. Inwinnen toetsingsadvies Commissie-m.e.r. 9. Vaststellen plan en verantwoordingsplicht hoe daarbij het MER is betrokken 10. Evaluatie ROL COMMISSIE MER Bij wet ingesteld onafhankelijk adviseur Advies over inhoud en kwaliteit MER (niet over besluitvorming!) Kan vrijwillig advies geven bij start (R&D) Geeft toetsingsadvies over het MER, alleen verplicht bij uitgebreide procedure (= planMER) Kosten toetsingsadvies sinds 1 juli: € 18.000,- COMMUNICATIE Citaat uit coalitieakkoord Samen op weg, 2014 - 2018 De communicatie met onze burgers verdient bijzondere aandacht. Daarom is het gemeentelijk communicatiebeleid expliciet opgenomen in de portefeuille van een wethouder. Wij beseffen, dat de wensen en eisen van de ingezetenen als kiezer en als ‘consument’ in de loop der tijd ingrijpend zijn gewijzigd. De burgers voelen zich meer betrokken bij de gemeentelijke politiek. Vooral als directe belangen in het geding zijn. Wij zullen naast de gebruikelijke kanalen met behulp van de sociale media via de digitale snelweg de interactie met de burgers bevorderen en verbeteren. Het politieke debat vindt plaats in de raad. Wij zetten in op een constructief debat, geheel in lijn met het duale stelsel. COMMUNICATIE Projectwebsite: www.bugelhajema.nl/buitengebiednoordwijkerhout Drie arenabijeenkomsten met stakeholders en gemeenteraad Inloopbijeenkomst over toekenning bouwvlakken Inloopbijeenkomst bij voorontwerp Inloopbijeenkomst bij ontwerp Presentaties bij commissie/gemeenteraad KLANKBORDGROEP EN RAAD Wanneer doen wij een beroep op u? Vier bijeenkomsten: 16 juli 2014: informerend en agenderend 20 augustus 2014: opiniërend, kader stellende discussie beleidslijnen (I) 23 september 2014: bespreken hoofdlijnen Nota van Uitgangspunten (II) 25 april 2015: besluitvormend DEEL 3 BESPREKING ENKELE UITGANGSPUNTEN UITGANGSPUNTEN Kadernota Nadere uitwerking van de ISG Doel: het tot stand brengen van bestemmingsplannen voor het buitengebied die de gewenste ontwikkelingen mogelijk maken en stimuleren Geen juridische status, maar een hulpmiddel om de ISG te vertalen in de bestemmingsplannen UITGANGSPUNTEN Kadernota: richtlijnen: voor alle gemeenten van toepassing aanbevelingen: bieden flexibiliteit Gemeenten kunnen kiezen om van deze aanbevelingen gebruik te maken procesafspraken: hebben betrekking op ontwikkelingen die d.m.v. een afzonderlijke procedure mogelijk worden gemaakt UITGANGSPUNTEN Voorbeeld van een richtlijn en een aanbeveling uit Kadernota: 1. Voorbeeld richtlijn: De landschappelijke zonering die is weergegeven in de Kadernota wordt overgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied. 2. Voorbeeld aanbeveling: Nevenfuncties: welke functies laten we toe? Aansluiten bij beleid Kadernota of op onderdelen aanpassen? Discussie op 20 augustus! UITGANGSPUNTEN Kadernota: nadere uitwerking van ISG doel: tot stand brengen van bestemmingsplannen voor het buitengebied die gewenste ontwikkelingen mogelijk maken en stimuleren geen juridische status, maar hulpmiddel om ISG te vertalen in bestemmingsplannen UITGANGSPUNTEN Regeling (bedrijfs)woningen: inhoudsmaat woningen, inclusief aanbouwen: maximaal 750 m³ oppervlakte vrijstaande bijgebouwen: maximaal 50 m² Vraag: 1. mogen bedrijven met aanduiding ‘zw’ (zonder woning) een bedrijfswoning realiseren door middel van een afwijking? 2. zijn vrijstaande bijgebouwen bij woningen toegestaan? UITGANGSPUNTEN Toekenning bouwvlakken (agrarische) bedrijven Brief Inloopbijeenkomst Verwerking in voorontwerp UITGANGSPUNTEN KADERNOTA: vorm en oppervlakte bouwvlakken is maatwerk de actuele situatie in het veld, gebaseerd op inventarisatie, recente luchtfoto's en informatie van belanghebbenden de regeling in het vigerende bestemmingsplan de mate van volwaardigheid van het betreffende bedrijf bestaande eigendomsrechten de aanwezige en gewenste ruimte voor uitbreiding van gebouwen en terreinen de waarden van natuur, landschap en cultuurhistorie van de locatie en het gebied waarvan de locatie deel uitmaakt UITGANGSPUNTEN Voorstel: Overnemen vigerende bouwvlakken, op basis van de volgende afwegingen: Uitbreiding = verlies van openteeltgrond verkleining = planschade en evenmin aan de orde Vergunde bouwwerken buiten bouwvlak? Voorstellen tot vormverandering UITGANGSPUNTEN Hoe omgaan met verzoeken? Twee mogelijkheden: 1. Wel in overeenstemming: traject omgevingsvergunning 2. Niet in overeenstemming: Zeer kleinschalig (< 10%): afweging noodzakelijk o.b.v.: Strijdigheid met beleid: nee Is er een noodzaak tot onderzoek: nee Meenemen in plan Niet kleinschalig (> 10%) Via afzonderlijke procedure (postzegelplan) Goed communiceren EINDE