Geschiedenis Samenvatting paragraaf 6.1 - bestuur stad = regenten + patriciaat - Hogue Mogue = bestuur door Staten-Generaal (zonder vorst) - bestuur gewest = Provinciale staten - bestuur land = raadpensionaris + stadhouder - twaalfjarig bestand = remonstranten en contraremonstranten - synode van Dordrecht = contraremonstranten kregen gelijk - verloop van 1621 tot 1648 = oorlog met Spanje – dertigjarige oorlog – val van Den Bosch – coalitie tegen Habsburgers – Habsburgers geven op – Vrede van Munster - daarna = conflicten binnen republiek – in 1950 stadhouderloos – 1653 Johan de Witt als goede raadpensionaris - Zonnekoning = Lodewijk XIV was een absoluut vorst volgens Droit Divin, adel werd in toom gehouden, zijn minister van Financiën zorgde voor mercantilisme, wantrouwen tegenover hugenoten - Engeland = burgeroorlogen – calvinistische dictatuur – koninkrijk – Acte van Navigatie – Engelse zeeoorlogen – aanval m.b.v. de Fransen - Republiek = Willem III werd stadhouder – Hollandse waterlinie – vrede – coalities met Engeland en Spanje – Glorious Revolution (1688) – Willem III werd koning van Engeland – werd minder welvarend paragraaf 6.2 - gouden eeuw = geluk zoeken en rijk worden - vooruitgang = bloei economie – bloei landbouw – verstedelijking – nijverheid op platteland en stad – bloei visserij – Scandinavië als moedernegotie – Amsterdamse stapelmarkt – uitbreiding steden – groei bevolking – oorlog met Spanje stimuleerde – Antwerpen ‘viel’ >>handelskapitalisme - VOC = kooplieden samen – Johan van Oldenbarnevelt – monopolie op handel – Jan Pieterszoon Coen v/d Oost – Jan van Riebeeck v/d Kaap de Goede Hoop – regenten waren centrale directie (Heren XVII) >> wereldeconomie - WIC = niet echt succesvol – Zilvervlootverovering – plantages – slavenhandel – meer handelsroutes – driehoekshandel - achteruitgang = feodale toestanden – ziektes – hoog sterftecijfer maar veel immigratie – veel armen – slechte ondersteuning – groot gat tussen rijk en arm - relatieve achteruitgang = Engeland en Frankrijk waren jaloers – risico’s werden niet meer genomen – rentenieren van kapitaal – was nog wel groei, maar Engeland en Frankrijk waren beter paragraaf 6.3 - ontwikkelingen = wetenschappelijke revolutie en toonaangevende kunst – renaissance – reformatie en oudheid - wetenschap = empirisme – krijgskunsttechnieken – natuur- en sterrenkunde – theologie – Newton en Hugens – samenwerking maatschappij = rationalisme – Descartes – Le Notre politiek v. Engeland = volk mag wel/niet de vorst afzetten – Locke – steun aan absolutisme door Hobbes politiek v. Republiek = Hugo de Groot en natuurrechten kunst = Rembrandt – geen religieuze afbeeldingen meer vanwege protestantisme – schilderijenopkomst (bijv. in Holland) – emoties weergeven