Verantwoording - geofuture Start-Site

advertisement
VERANTWOORDING OPDRACHT DIDACTIEK;
Geo Future Module 2014-2015
Site: http://duurzaambussum.weebly.com
Tbv MEd Aardrijkskunde 2014-2015
Student FH Helsloot
Email: [email protected]
Studentnummer; 7094541
Inhoudsopgave:
INLEIDING _________________________________________________________________________________ 3
OVERZICHT BIJLAGEN _________________________________________________________________________ 4
VERANTWOORDING VANUIT DE THEORIE UIT HET HANDBOEK VAKDIDACTIEK ____________________________________ 5
THEORIE UIT HET ARTIKEL ‘BLENDED LEARNING AND ONLINE TUTORING’ _______________________________________ 8
THEORIE UIT “WHAT’S THE DIFFERENCE BETWEEN COLLABORATIVE AND COOPERATIVE LEARNING. ______________________ 9
INVLOED VANUIT HET “THE R2D2; MODEL-READ, REFLECT, DISPLAY AND DO __________________________________ 9
THEORIE UIT “R2D2 IN RELATIE TOT DE THEORIE VAN KOLB” ______________________________________________ 10
THEORIE UIT “CHUNKING INFORMATION” __________________________________________________________ 10
THEORIE UIT; GET YOUR AUDIENCE PUMPED ; WAYS TO MOTIVATE ADULT LEARNERS _____________________________ 11
THEORIE UIT DE TAXONOMIE VAN BLOOM __________________________________________________________ 13
BIJLAGE 1: BESCHRIJVING DOELGROEP____________________________________________________________ 14
BIJLAGE 2 ARTIKEL : LERAAR BOEI OF GA TEN ONDER ___________________________________________________ 15
BIJLAGE 3: RICHTLIJNEN EN WAARSCHUWINGEN______________________________________________________ 17
BIJLAGE 5; DOCENTEN HANDLEIDING ____________________________________________________________ 18
Inleiding
Verantwoording en onderbouwing van de Geo-Future module; “Duurzaam Bussum” tbv de
Module ‘Didactiek’.
Vooraf:
Beste Gerrit, zoals ik in het college didactiek van 17 december waarin je feedback gaf en
ondersteunde reeds met jou als docent besprak heb ik voor het neerzetten van deze Geo
Future Module gebruik gemaakt van de kennis en vaardigheden die ik dit jaar opdeed in de
module WAB-keuze; ICT rijk onderwijs. Dit door door deze Geo-Future module in de vorm
van een blended learning site te gieten (zie ook http://duurzaambussum.weebly.com) én
gebruik te maken van een ‘old abandoned project’ van het Willem de Zwijgercollege;
“duurzaamheid”. Deze module (gedegen maar wat verouderd én wel erg sterk
vakoverstijgend gericht) heb ik als basis gebruikt en in een actueel jasje gestoken,
geactualiseerd én wat meer een aardrijkskundig jasje gestoken en tegen het licht van de
opzet van een Geo Future module gehouden. Dit laatste door enkele creatieve workshops er
uit te halen en deze te vervangen door meer aardrijkskundig getinte workshops als
cartografie, statistiek en planologie (zie ook http://duurzaambussumworkshop.weebly.com).
Tevens heb ik enkele moderne, op duurzaamheid gerichte bedrijven (isolatie, zonnepanelen
ed.) toegevoegd
Zoals tevens met jou besproken maak ik een aantal (vooralsnog) fictieve randvoorwaarden.
Zo heb ik de setting in mijn opzet zo gemaakt dat het Willem de Zwijgercollege waar ik werk
reeds daadwerkelijk een Geo-Future School is en dat we de module al in dat licht
presenteren. Ik geef de collega’s daarover dan ook uitleg geef in de pagina voor de docenten
en andere medewerkers op de blended learning site. Tevens wordt er van uitgegaan dat
deze module op het punt staat uitgevoerd te worden. Dit laatste bleek op het Willem de
Zwijger onmogelijk ivm de termijn waarop ik het aanvroeg, de enorme hoeveelheid contacten
die zouden moeten worden (her)aangeboord, het jaarrooster en het zojuist beëindigen van
een projectweek rondom het Naardermeer. Vandaar dat de dagen er worden weergegeven
op een manier waarop die later kunnen worden ingevuld (** - ** - ****)
Aanpak:
Ik heb mij naast de focus op de aardrijkskundige inhoud, het betrekken van het bedrijfsleven
vooral gericht op het ‘aantrekkelijk brengen en vormgeven van informatie en verwerking om
leerlingen te motiveren; het ‘get your audience pumped’ principe. Tevens wilde ik (naar
Marzano en de taxonomie van Bloom) de verschillende leerniveaus, leerstijlen en niveaus
van vragen aanspreken.
Dit heeft geresulteerd in de verschillende stijlen van workshops (zie ook
(http://duurzaambussumworkshop.weebly.com) waarin verschillende leerstijlen en
verschillende vormen van verwerken worden aangeboden. Daarnaast is bij de keuze van de
bedrijven rekening gehouden met verschillende leerstijlen en interesses (technisch, de zorg
zakelijk, non profit, etc.) als ook met de verschillende alpha en/of bèta interesses (zie ook
http://duurzaambussumbedrijven.weebly.com)
Ik ben in eerste instantie aan de slag gegaan met het actualiseren en ‘Vergeografiseren’ (nu
al het woord van 2015) van het bestaande project. Daarna ben ik middels de aanwijzingen in
de colleges en het artikel op internet in het artikel; “Geo Future; een Geo opleiding voor de
toekomst” van Joop van der Schee, Rob Adriaanse en Jeroen Rijlaarsdam uit het KNAG
Blad; Geografie de bestaande opzet in de vorm van een Geo-Future module gaan gieten.
(bron: ‘http://www.geografie.nl/fileadmin/geografie/Geografie_PDF/1405_mei/140510_vanderschee_geofuture.pdf )
Ik heb de opzet, de ideeën erachter en de opbouw aangepast nav het lezen van de literatuur
(zie de punten hieronder) om het ook echt geografisch te maken en om middels de
didactische kennis en vaardigheden, opgedaan in de WAB keuze module; ICT-rijk onderwijs
(* Chunkin, * theorie uit “What’s the difference between collaborative and cooperative
learning, * The R2D2 Model-Read, Reflect, Display and Do, * Theorie uit de Taxonomie van
Bloom en * theorie tav TPACK) echt de verschillende leerstijlen aan te spreken.
Alle inhoud is zoals met jou besproken en door jou goed bevonden terug te vinden op
internet (http://duurzaambussum.weebly.com en onderliggende gelinkte sites) en een deel in
deze papieren versie. Soms overlapt dit elkaar.
NB1: Na de onderbouwing van de module met de theorie uit het ‘Handboek vakdidactiek’
volgen enkele theorieën en een deel van de omschrijving en verantwoording komt daarbij uit
mijn stuk rondom de verantwoording van de WAB keuze module; ICT rijk onderwijs, wel is
het grotendeels aangepast en herschreven richting de verantwoording van een Geo Future
module. Ik benadruk dit hier schriftelijk, ondanks het feit dat ik het je reeds heb gemeld in het
college van 17 december, om problemen rondom mogelijk ‘zelf-plagiaat’ te voorkomen.
NB2: de lijst met genoemde contactpersonen is gebaseerd op de lijst zoals die ontstond
tijdens de laatste keer dat we op school het project duurzaam draaiden. Het leek me
onhandig en onzinnig (en wellicht voor de praktijk in de toekomst contraproductief) om de
bedrijven te bellen en te vragen wie er evt contactpersoon kon zijn en/of ze mee wilden
werken aan een geo-future module die (vooralsnog) niet op de rol staat om uitgvoerd te
worden.
Als laatste:
In mijn optiek is Didactiek in het algemeen is niet zo heel lastig te vertalen naar vakdidactiek
AK; je legt de nadruk op de vraag: “Waar?” en laat veelal als tweede vraag “waarom daar?”
volgen. Je benadrukt bij AK de ruimtelijke component. Tevens werken we veelal van klein
naar groot (van de leefwereld van de leerling naar de algemene aardrijkskundige theorieën)
Verder hameren we vaak op het beantwoorden van vragen in een oorzaak / gevolg verband.
Ondanks dat zal ik beginnen met verwijzingen naar de verplichte literatuur van deze module;
het handboek Vakdidactiek bron: © 2009 Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken,
Amsterdam (bron: Centrum voor Educatieve Geografie /www.vakdidactiekaardrijkskunde.nl )
Overzicht bijlagen
(Bijlage
(Bijlage
(Bijlage
(Bijlage
1) Beschrijving doelgroep
2) Het artikel ‘leraar, boei of ga ten onder’. waar ik naar hierboven verwijs
3) Richtlijnen en waarschuwingen
4) Docentenhandleiding / aanwijzingen docenten
Verantwoording vanuit de theorie uit het Handboek Vakdidactiek
bron: Centrum voor Educatieve Geografie /www.vakdidactiekaardrijkskunde.nl )









Ik zorg voor een grote afwisseling in leermiddelen en werkvormen waarvoor in de
inleiding wordt gepleit (H1 inleiding/ Geert van der Berg)
Ik werk binnen de site niet alleen met werken maar ook met doen (H1 inleiding/ Geert
van der Berg)
Met dit onderwerp en de aanpak van deze module onderschrijf ik de mening van de
heer van der Schee: “Aardrijkskunde is niet alleen interessant maar ook nuttig voor
wie al wereldburger goed wil functioneren. Aardrijkskunde kan van pas komen als je
het nieuws wilt volgen” (H2 Aardrijkskunde; wat is dat voor vak? / Joop van der
Schee). Tevens sluit het aan bij de woorden van Iris pauw in H4: “er is vraag naar
“onderwijs dat zicht biedt op de relaties tussen het dagelijks bestaan en de
eigentijdse mondiale vraagstukken” (H4 De vormende kant van aardrijkskunde / Iris
Pauw)
De opzet van deze geo-future module en de blended learning-site voldoen geheel
aan de beschouwing van de heer van der Schee en nodigt hiertoe actief uit: :
“Aardrijkskunde kan van pas komen als je mee wilt denken over de inrichting van de
wereld waarin we leven” (H2 Aardrijkskunde; wat is dat voor vak? / Joop van der
Schee) / en mevrouw Pauw: “dit vraagt om een mix van enerzijds aansluiten bij hun
belevingswereld en anderzijds het verruimen van hun blik” (H4 De vormende kant
van aardrijkskunde / Iris Pauw)
Met het onderwerp P3 (beoordeling bedrijven) binnen deze module onderschrijf ik de
mening van de heer van der Schee: ”Aardrijkskunde heeft als doel bij te dragen aan
de vorming van jonge mensen tot zelfstandige en kritische burgers ….” (H2
Aardrijkskunde; wat is dat voor vak? / Joop van der Schee) / en mevrouw Pauw: “dit
vraagt om een mix van enerzijds aansluiten bij hun belevingswereld en anderzijds het
verruimen van hun blik” (H4 De vormende kant van aardrijkskunde / Iris Pauw)
Naast het zélf beoordelen van bedrijven (P3) doen binnen de workshops ook de
onderdelen “Maatschappelijk – de discussie”, “Architectuur” en “Planologie” aan bij de
stelling in H2: “Niet alleen qua inhoud maar ook qua didactiek legt het programma
een nieuwe nadruk”. Het streven naar meningsvorming en debat is duidelijk
aanwezig. (H2 Aardrijkskunde; wat is dat voor vak? / Joop van der Schee)
Ik doorbreek met de ze (blended learning) aanpak van ook nog eens een geheel
nieuwe vorm van AK (de Geo future module binnen een Geo Future School) de
terechte opmerking van de heer Vankan in H3: “… ben je wellicht geneigd om les te
geven zoals je zelf les hebt gehad ….”.(H3 Hoe geef je Aardrijkskundeles / Leo
Vankan)
Ik gebruik alle ‘niveaus van geografische kennis’ die Vankan noemt in H3:
“Contextuele kennis” / “structurele kennis” / “fundamentele kennis” en dit zowel op “de
Declaratieve kennis als de Procedurele kennis”. Dit door kennis aan te bieden
(pagina informatie en materialen) als ook de vaardigheden (kaart maken, statistieken,
discussiëren, tekenen etc.) te vragen binnen de workshops. Ook het doel de “kennis
van de ruimtelijke vraagstukken” aan te bieden” wordt aangeboord bij diegenen die
de planologische opdracht doen of zij die de architectonische workshop kiezen. (H3
Hoe geef je Aardrijkskundeles / Leo Vankan)
Ik betrek de leefwereld en de dagelijkse omgeving door de geo future module in en
om Bussum plaats te laten vinden. “Geografische vragen verbinden verschijnselen
met gebieden en omgekeerd”. (H3 Hoe geef je Aardrijkskundeles / Leo Vankan)








Door ook de bedrijfsmatige kant van duurzaamheid er bij te betrekken (de ouders van
onze doelgroep komen veelal uit het bedrijfsleven), hier ook commerciële bedrijven in
te betrekken én tevens ook de bedrijfsmatige uitwerking van workshops ruimte te
geven voldoet de module ook (deels) aan het belang dat Vankan stelt aan de inhoud:
“Kenmerken van de leerling zijn in concrete onderwijssituaties daarom van groot
belang. Daarbij kun je denken aan allerlei sociaal culturele factoren maar ook aan de
geprefereerde leefstijl”. (H3 Hoe geef je Aardrijkskundeles / Leo Vankan)
Het onderwerp en de (soms sombere blik op de toekomst) leidt tot emoties, een
onderdeel waar het AK onderwijs niet zonder kan: “Emoties zijn van belang bij het
integreren van kennis in het langetermijngeheugen. Emotie en cognitie kunnen amper
worden gescheiden”. (H3 Hoe geef je Aardrijkskundeles / Leo Vankan)
De keuze voor duurzaamheid in Bussum zorgt er dat de leefwereld en de dagelijkse
omgeving het onderwerp is en dus dat er “verbinding is tussen de conceptuele
structuur van de geografische informatie met de cognitieve structuur van de kennis
van de leerlingen".
Deze module draagt door de bewustwording van duurzaamheid en de zorg die we
dragen voor een ‘sustainable earth’ bij aan de door de auteur geuite wens; “de
leerlingen moeten hun eigen rol in veel processen leren zien” (H4 De vormende kant
van aardrijkskunde / Iris Pauw)
Verweven in deze module zit Kerndoel 36; “de leerling leert betekenisvolle vragen
stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een
beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen en daarbij respectvol met
kritiek om te gaan”. (H4 De vormende kant van aardrijkskunde / Iris Pauw). Iets dat
het beste terug te vinden is in de workshop; ‘maatschappelijk – de discussie’.
Daarnaast vinden we hier ook de “samenleving in het klein” (H4 De vormende kant
van aardrijkskunde / Iris Pauw)
Tevens geeft zij in H4 inhoud van lessen aan die leiden tot wereldburgerschap. De
inhoud van de workshops en de ‘lading’ van de betrokken en meewerkende bedrijven
maakt dat deze doelen in deze module worden bereikt. “Lessen richten zich op:
* affectieve en sociale naast cognitieve doelen
* het creëren van overzicht tav mondiale vraagstukken
* het voeren van debat
* het leren omgaan met dillema’s
* waarde educatie
(H4 De vormende kant van aardrijkskunde / Iris Pauw)
Tevens zegt zij: “Hoewel de focus wat is afgezwakt draagt ook het hedendaagse
aardrijkskunde-onderwijs duurzaamheid, gelijkheid en rechtvaardigheid uit” (H4 De
vormende kant van aardrijkskunde / Iris Pauw) . Daarbij probeer ik het “opleggen van
waarden met gebruik van de machtsrelatie van de leraar” (Hoekveld 1998) te
vermijden door de leerlingen zelf verschillende bronnen te laten onderzoeken, en
verschillende beelden te laten bekijken. .
De site geeft de leerlingen ruimte tot “relatie, competentie en autonomie” zoals
omschreven door Stevens (1994). “Het leren wordt betekenisvoller voor een leerling
als deze invloed heeft op wat er wordt geleerd en hoe er wordt geleerd, waardoor zijn
gevoel van competentie toeneemt”. Tevens
“Wanneer een leerling zich betrokken weet bij belangrijke thema’s in de eigen leeren leefomgeving, versterkt dat de autonomie en daarmee de eigenwaarde van de
leerling”. (H5 een goede les / Geert van der Berg).









In de Startpagina van de site is terug te vinden wat Van den Berg (naar het model
van van Gelder) nastreeft tav lesfase 1 (aandacht richten op de doelen van de les en
aansluiten bij de voorkennis) zoals daar zijn het spoorboekje met lesoverzicht;
vaststellen van de leskern, formuleren leerdoelen, aandachtsrichter (inleidende foto
en startfimpje) aansluitingen bij de voorkennis. Lesfase 2( (informatie geven en waar
nodig toelichten). Hoewel het gehele internet tot hun beschikking staat toch een
pagina met een eerste selectie toegevoegd. Binnen youtube word je toch vanzelf
weer doorgelust. (http://duurzaambussuminformatie.weebly.com ). Fase 3 is lastig
door het niet daadwerkelijk uitvoeren. Wel zal de presentatie die volgt op de
bezoeken aan de bedrijven en het uitvoeren van de workshops een duidelijk test zijn
of de stof is ‘doorgekomen’. Tevens zijn er evaluatieformulieren gecreëerd en op de
site gezet. Lesfase 4 (instructie geven tbv zelfwerkzaamheid) is vooral voorzien in de
P3 pagina (http://duurzaambussump3.weebly.com) maar ook is per bedrijf uitgewerkt
wat er te zien en te doen is en waar de opdracht zich op toespitst)
(http://duurzaambussumbedrijven.weebly.com. Fase 5 is onder de hoede van collega
die een ‘volledige instructie’ hebben gehad (zie de 5 rollen van de leraar, Martin
Sloter (mei 2010). Fase 6 is een afsluiting dmv verschillende presentaties (H5 Een
goede les / Geert van den Berg)
Zoals ook hierboven vermeld voldoet de site m et zijn opdrachten aan het advies van
van den Berg: “Opdrachten zouden tegemoet moeten komen aan verschillende
leerstijlen” (H5 Een goede les / Geert van den Berg)
Van de Berg bespreekt in H5 ook de taxonomie van Bloom (“een taxonomie omdat je
de volgende stap pas doen als je de voorgaande beheerst”). Fogarty en Belanca
(1987) hebben op basis van Bloom een indeling gemaakt in drie fasen van denken;
“verzamelen (‘collect’) , verwerken (‘proces’) en toepassen (‘apply’). Het is mijn
inschatting dat alle activiteiten die LL daarbij tegenkomen/ nodig hebben ook aan bod
komen (zie figuur 6: ‘drie verdiepingen-denken’ op blz. 115 / H5 Een goede les /
Geert van den Berg)
Ik heb getracht het begin van de les (in het geval van de GF module duurzaam
Bussum de startpagina) “te prikkelen” en “uit te dagen”. De startpagina is in de
indeling van van den Berg ‘Thematiserend’/ informerend’ en ‘problematiserend’ (H5
Een goede les / Geert van den Berg)
Binnen de serie sites zorg ik voor 4 van de 5 manieren om te concretiseren; te weten
‘visualiseren’, ‘personaliseren’, ‘actualiseren’ en ‘stimuleren’.
Alleen aan evalueren kom in de praktijk niet toe omdat de GF module niet echt wordt
uitgevoerd. In theorie komt de evaluatie voort uit de evaluatieformulieren voor
leerlingen en docenten/begeleiders.
De bronnen op de site en in de papieren bijlagen beslaan alle drie de soorten
informatiebronnen die van den Berg beschrijft (H6 Aardrijkskunde laten leven / Geert
van den Berg) te weten, “bronnen met een kijk karakter, bronnen met een
handelingskarakter en bronnen met een symboolkarakter”.
Ook bij mijn GF module worden “de oude informatiedragers vervangen door ICT” (H6
Aardrijkskunde laten leven / Geert van den Berg)
Vooral visualiseren (vanuit een didactisch oogpunt) komt sterk aan bod als methode
om te concretiseren. Fotografie heeft mijn persoonlijke voorkeur om een onderwerp
te laten leven en mijn ervaring is dat het leerlingen bij de lurven kan grijpen. In het
geval van duurzaamheid vond ik het nog overigens nog lastig. Bij wat ik gebruik ben
ik zoals van den Berg aangeeft “spaarzaam met ondertitels en bijschriften” om de
leerling zelf te leren waarnemen. (H6 Aardrijkskunde laten leven / Geert van den
Berg)




(H8 de eigen omgeving en veldwerk / Adwin Bosschaart) omschrijft veldwerk als “de
kans de leerling het gevoel te geven ‘betekenisvol’ te leren” Hij geeft mi terecht aan
dat door globalisering de leefwereld zich inmiddels vaak uitstrekt over een groot deel
van de globe. Daarom heb ik ondanks dat het thema Bussum betreft toch ook beeld
ingevoegd op de site die mondiale verschijnselen en verachtingen rondom
duurzaamheid en (bv) broeikaseffect tonen.
Naar de ideeën van de heer Bosschaart heb ik geprobeerd ‘ waardevrije
onderzoeksvragen …. Die door leerlingen erg oninteressant gevonden worden” (H8
de eigen omgeving en veldwerk / Adwin Bosschaart) te vermijden. Daarom komt deze
module inhoudelijk zo dicht bij zijn aanbevelingen: “door leerlingen zelf een
onderwerp buiten te laten onderzoeken kan de als onoverbrugbaar ervaren afstand
tussen het klaslokaal en de wereld op straat worden overbrugd” (H8 de eigen
omgeving en veldwerk / Adwin Bosschaart)
Tav zijn onderdeel ‘veldwerk in groepjes’ behoort deze module bij de genoemde
mogelijkheden 3 en 4.
Belangrijkste punt uit het handboek ‘Vakdidactiek’ in het licht van Geo Future is wat
mij betreft de opmerking van de heer Bosschaart:
“veldwerk bij aardrijkskunde kan voor leerlingen zeer motiverend zijn omdat ze directe
met de fysische en sociale werkelijkheid te maken hebben ….. maar nog
belangrijker is dat bepaalde zaken in het veld veel concreter kunnen worden gemaakt
dan in het lokaal”….. daarnaast is het leerrendement van een veldwerk vele malen
groter dan van een gewone les … bovendien vergroot het de motivatie voor het
vak” (H8 de eigen omgeving en veldwerk / Adwin Bosschaart). Dat laatste is in ieder
geval bij mij het geval en ik onderschrijf het dan ook van harte en hoop dat het in
deze module uitgebreid terug te vinden is.
Theorie uit het artikel ‘blended learning and online tutoring’
Dat resulteert in ‘offering greater choice of resources and modalities of study materials from
which to choose”(een citaat uit de HUbl literatuur; (Collis, 1998, p 377). Hierbij heb ik niet
alleen meer en diverser materiaal dat gericht is op de verschillende manieren waarop
leerlingen stof tot zich nemen (én tevens gemotiveerd raken?) maar ook een breder aanbod
aan mogelijkheden om de resultaten te presenteren. Van creatief (tekenen, fotograferen) via
cijfermatig (statistiek) en maatschappelijk (opzetten discussie; * zie ook hieronder) tot
vakinhoudelijk (cartografie) etc.
* Zo hoop ik dat de ‘asynchroneus discussion’ die ik opzet tav twee stellingen (zie verder
http://duurzaambussumworkshop.weebly.com) bijdraagt tot een andere (diepgaander)
discussie dan een puur verbale in de klas. De wekelijkse face to face manier van leren moet
hierbij zo ondersteund worden door de site die de leerlingen die deze workshop kiezen al
vooraf dwingt onderling diepgaand te discussiëren en zelf naast onderbouwing van de
stelling ook naar de tegenargumenten laat kijken.
Dit laatste is in de workshop-opdracht verwerkt maar ook in de mogelijkheden tot overleg
met elkaar middels het forum en met mij als docent middels de formulieren. Ook dragen de
leerlingen letterlijk zelf bij aan de module en de site middels evaluatie (evaluatieformulier op
de pagina; http://duurzaambussummaterialen.weebly.com) en het aandragen van materiaal
dat zijzelf vonden en zinnig, uitdagend en/of helder vonden.
Theorie uit “What’s the difference between collaborative and
cooperative learning.
Om het belang van samenwerkend leren boven individueel verwerken te stellen én om mijn
manier van onderwijs geven langzaam maar zeker weg te voeren van frontaal klassikaal
lesgeven ben ik al een tijdje bezig met het meer tijd en aandacht geven aan samenwerkend
leren. Zowel het ‘coöperatieve’ als het ‘collaboratieve’ leren geven beiden de voorkeur aan
kleine groepen actieve studenten die met passieve, veelal op tekst gebaseerd leren aan de slag
gaan. Beiden zijn ook bezig met een taak die afmoet.
Conclusies:
a) Coöperatief leren ligt vaak meer vast tav de structuur.
b) Rockwood (Rockwood 1995a en 1995b) ziet coöperatief leren als traditioneel terwijl
collaboratief het leren zelf én de leerinhoud ziet als een ‘social construct’.
Als ik naar mijn Geo Future Module kijk kloppen beide bevindingen uit het artikel. Het is
denk ik reëel als ik aangeef dat mijn werkwijze voor de module “Duurzaam Bussum” vóór
ik me echt verdiepte in de eisen en theorie meer coöperatief was en na de aanpassingen
meer collaboratief. In de eerste opzet stonden de uitkomsten en het resultaat ook veel meer
vast dan bij deze versie die nu voor je ligt. Laat kinderen maar minder gestuurd aan de
slag met de resultaten van enquêtes (bv wereldwinkel) en eigen bevindingen (bv
meelopen met D-ants en Isogoed, bezoek watertoren etc.) en ik wil minder sturen op het
eindresultaat zoals ik het voor me zag. Door minder te sturen en meer bij de
samenwerkende groepjes te leggen binnen deze module krijg ik ws meer diverse
resultaten en presentaties.
Invloed vanuit het “The R2D2; Model-Read, Reflect, Display and Do
Ik ben na lezen van het artikel tot de conclusie gekomen dat;
Ik hier stuit op één van mij reeds jaren bestaande leerpunten; meer differentiëren en meer
inspelen op de verschillende manieren van leren en stof tot je nemen van de verschillende
typen leerlingen (zie ook hierboven bij coöperatief leren).
Ik dit bewust binnen de module “Duurzaam Bussum” gaan toepassen om te voorkomen dat
(zoals in H1 van het boek omtrent R2D2 wordt vermeld) ‘de meeste
cursussen/projecten/modules, uit welke discipline ook, waar ze ook over gaan, voor welk
publiek ze ook bedoeld zijn beperkt zijn in ‘scope’ en er niet in slagen gebruik te maken van
de enorme hoeveelheid onderwijskundige mogelijkheden van het ‘Web of learning’.
Het eindresultaat met het scala aan mogelijke bedrijven om informatie, ideeën en meningen
op te doen en varieteit aan workshops om dit vervolgens te verwerken toont dit meen ik uit
zichzelf maar bewust is getracht de opdrachten per thema:
a) de verschillende typen leerlingen met hun verschillende voorkeuren van leren (auditief,
verbaal, reflectief, observerend, visueel, kinesthetisch en tactiel) te bedienen en hun rol
binnen één leerteam en de klas als geheel vorm te geven.
b) op te bouwen uit de verschillende voorkeuren voor leren zoals daar binnen de module zijn:
(Read)
(Reflect)
(Display)
(Do)
lezen en luisteren (teksten, opdrachten, sites)
kijken naar foto’s, slideshows, internet-tutorials, filmbeelden,
overleg, afstemmen, bediscussiëren en vergelijken van individueel gevonden
antwoorden,
weergeven middels bv diagrammen, kaarten, PPTs, planologie, zang,
(strip)tekening tekeningen of animaties, filmopnamen enz.
Het doen of uitvoeren middels bv kaarten maken, discussies voeren, statistiek
en de bijbehorende grafieken, zelf duurzaamheidsadvies uitbrengen, zelf een
planologische kijk op plaatsing van een windmolen etc) om de verschillende
voorkeuren voor leerstijlen binnen één leerteam maar ook binnen de klas als
geheel (alle groepen samen) aan te spreken.
Bovenstaande onderdelen komen met regelmaat in het aanbod van de workshops terug.
theorie uit “R2D2 in relatie tot de theorie van Kolb”
(bron https://hubl.hu.nl/module/17211/overview/17216/session/17218)
Er is een enorme overlap met bovenstaand beschreven model en met mijn toepassingen
daarvan binnen de module. Zinnig vond ik een term te lezen die niet in het bovenstaande
artikel terugkwam nl; concreet ervaren of ondervindend leren. Ten aanzien van dit punt; daar
dit een tamelijk fysisch geografisch onderwerp is vond ik het niet makkelijk om ‘concreet
ervaren’ toe te passen. Ik heb dit in de workshop: “maatschappelijk” (de discussie), de
workshop “planologie” (bepalen locatie windmolen), de workshop: “architectuur” (een
duurzaam huis ontwerpen) én de workshop: “film/video” (maak een beeldverslag van je
bezoek van het bedrijf (zie ook het geplaatste voorbeeld van het jaar daarvoor op de sub-site
http://duurzaambussumworkshop.weebly.com van leerlingen die het project eerder
uitvoerden.
theorie uit “Chunking Information”
Geprobeerd is de theorie toe te passen en te werken van ‘Start at the highest level’, vervolgens
‘Modules into lessons en lessons into topics’, gevolgd door ‘Chunck at screen level’ en als
laatste ‘Do a working memory check’. Deze is toegepast in de vormgeving van de blended
learning site van deze Geo future module zoals hieronder per stap van het Chunck proces
weergegeven.
‘Start at the highest level’,
a) een onderverdeling in een start site en 4 afzonderlijke sites per onderdeel (workshops,
bedrijven, materialen en docenteninformatie) .
b) Startsite die onderverdeeld is in een kennismaking en een motiverende inleiding,
gevolgd door een totaal overzicht van de 5 sub-pagina’s (die tevens linken naar de
sites met de verschillende thema’s) en duidelijk afgescheiden gedeelte met de
verantwoording van de gehele module (en ‘Didactiek’ opdracht van de MEd
opdracht).
‘Modules into lessons en lessons into topics’,
c) Gescheiden sites voor de leerlingen (inleiding, workshops en bedrijven) en de
docenten. Alle informatie onder elkaar op één pagina had gekund maar ik vond het
overzichtelijker om van ieder thema een aparte pagina te maken die steeds weer
gemakkelijk terug te linken was naar de startpagina met de toegang tot alle andere
pagina’s.
gevolgd door ‘Chunck at screen level’
Gescheiden onderdelen uit de R2D2 theorie per thema pagina. Hierbinnen paste ik een deel
van de theorie uit het artikel
Get your audience pumped ; Ways to motivate Adult learners
en als laatste ‘Do a working memory check’
. Verdeling van slechts één thema per pagina.
Tevens heeft de laatste aanbeveling van dit artikel vorm gekregen door ook inderdaad van
(enkele) flinke hoeveelheden unrelated information een ‘; chunck’ te maken.
Theorie uit; Get your audience pumped ; Ways to motivate Adult
learners
Ik denk aan elf van de twaalf strategieën te voldoen, zij het in meer of mindere mate:
1) usefull an relevant learning experience. Geen teksten of beelden die niet ook direct
en actief in de opdrachten nodig zijn of gebruikt kunnen worden. Natuurlijk zijn
enkele beelden eerder prikkelend bedoeld dan dat ze onmisbaar zijn, toch dienen ze
ook daarmee een doel,. We spreken bij mijn doelgroep (3V zie verder de omschrijving
van de doelgroep in bijlage 1) niet van volwassenen en zij zullen dus meer ‘gepakt’
moeten worden door beelden die of nieuwsgierig maken of aan hun eigen leefwereld
raken.
Te vinden in de vele filmpjes (Biosphere 2, de toekomst van de aarde etc) , de muziek
(Neil Young met "Mother Earth" en Jack Johnson met de "Recycle-song") en de
pagina met de links (naar veelal interessante, enthousiasmerende en op hun leefwereld
en begripsniveau toegespitste artikelen met veelal populair wetenschappelijke inslag).
2) Focus on practical knowledge and skills. De inhoud van deze module
(duurzaamheid) leent zich minder voor practical skilled an andere hoofdstukken.
Echter practical skills die door mijn opdrachten ontstaan (presenteren, vragen
ontwerpen, presentaties doen, discussiëren) komen toch aan bod in enkele thema’s.
Ik heb dit in de workshop: “maatschappelijk” (de discussie), de workshop
“planologie” (bepalen locatie windmolen), de workshop: “architectuur” (een duurzaam
huis ontwerpen) én de workshop: “film/video” (maak een beeldverslag van je bezoek
van het bedrijf.
Ook het zelf mogen beoordelen van een bedrijf (zie de site:
http://duurzaambussum3P.weebly.com ) zal ze hopelijk motiveren (zie ook het
geplaatste voorbeeld van het jaar daarvoor op de sub-site
http://duurzaambussumworkshop.weebly.com van leerlingen die het project eerder
uitvoerden.
3) Provide Options. Door een voorkeur (drie voorkeuren) op te mogen geven voor een te
bezoeken bedrijf en te kunnen inschrijven voor een workshop naar keuze hebben de
LL keuzen te over.
4) Facilitate exploration
Gebruik van foto’s en filmbeelden en tevens is bij de sites met tekst rekening
gehouden met het niveau van de leerlingen zowel wb kennis als ook taalgebruik. Dit
laatste geldt ook voor de keuze van de bedrijven e de workshops.
5) Create active learning
Ik heb geprobeerd actieve en activerende werkvormen te vinden en workshops die én
aansluiten bij de leefwereld van de jongeren (bv RAP en striptekenen) en rekening
houdt met de verschillende leerstijlen (zie hierboven).
6) Accomodate busy schedules
Niet aan voldaan. Er is ivm de korte en afgebakende duur van de module geen ruimte
om met tijd of deadline te spelen.
7) Chunk information
Zie hierboven bij mijn bevindingen bij het artikel rondom Chuncken.
8) Add a dose of suspense
Alle eerste links naar beelden zijn in prikkelend bedoelde (intrigerende) teksten vervat
die de LL moet ‘lokken. Daarnaast tracht ik de openingsfoto’s, openingsvideos en de
teksten enige uitnodigende lading mee te geven.
9) Stimulate the mind
De discussie over de toekomst van de wereld (al dan niet nu inzettend op
duurzaamheid’) is zo’n voorbeeld.
10) Make it visually compelling
Getracht een strakke vormgeving met mooie lay out en ‘intrigerende’ foto’s te creëren.
Wel eenduidig in zijn opbouw (met de mogelijkheden heen en weer te linken op iedere
pagina) dat het hopelijk herkenbaar maakt maar wel in een oogopslag uitdagend.
Voorvolwassenen wellicht te springerig maar voor LL uit 3 VWO denk ik uitdagend
en uitnodigend. Voor de volwassen begeleiders een wat ‘rustiger’ pagina
(http://duurzaambussumdocenteninformatie.weebly.com).
11) Get learners to create graphic organizers
Niet aan voldaan.
12) Ask for feedback
Het evaluatie formulier dat vraagt om feedback (met verschillende vrágen nav ieder
thema) staat op de materialen pagina van de Geo Future site
(http://duurzaambussumdocenteninformatie.weebly.com. De leerling wordt actief
uitgenodigd feedback te geven
Theorie uit de Taxonomie van Bloom
Onthouden: Er wordt op alle pagina’s informatie gelezen (tav de workshops, de bedrijven
maar ook op de pagina met informatie) een bron gelezen en/of worden filmbeelden bekeken.
Men dient hier inhoudelijke zaken van te onthouden.
Begrijpen: Op de pagina ‘informatie’ en de door de LL zelf vergaarde informatie
verschillende artikelen door de leerlingen gecombineerd tot kennis en wordt verschillende
kennis dmv begrip door de leerling vervat in een product (presentatie / filmpje/ kaarten /
discussieonderwerp / toekomstvisie / statistieken etc.)
Toepassen: Kennis opgedaan met lezen en/of bekijken van beelden in combinatie ,met het
bezoeken van bedrijven één lessen van ‘specialisten’ wordt toegepast bij het maken van
presentatie / filmpje/ kaarten / discussieonderwerp / toekomstvisie / statistieken etc.)
Analyseren: Informatie moet worden geanalyseerd om zelf met stellingen rondom klonen,
(thema 1) visueel weergegeven visie op zeespiegelstand (thema 6) / inschatten van een
toekomst visie (thema 1 en 5) naar voren te kunnen brengen en te verdedigen. Zo ook het
inschatten van de leerpunten nav een zelfgemaakte toets (thema 3)
Evalueren: Expliciete evaluatie en feedback momenten tijdens de workshops én via het
evaluatieformulier. Daarnaast nog in het nabespreken van de workshop ‘Maatschappelijk – de
discussie’ feedback tav elkaars product op de presentatie eindmiddag (met de ouders erbij!).
Creëren:
Zie de workshops. Er zijn 13 verschillende manieren om iets te creëren dat de resultaten en
bevindingen presentabel maakt.
BIJLAGE 1: Beschrijving doelgroep
1. Kies en beschrijf in het kort je doelgroep
Het onderwerp is duurzaamheid bij bedrijven in en rondom Bussum. De doelgroep is
HAVO en VWO 3 (14 tot 16 jarigen). van het Willem de Zwijgercollege in Bussum
Ik zou ze omschrijven als speels, welopgevoed en welgesteld. Velen voelen het
belang van een goed diploma en zijn gemotiveerd om goede resultaten te behalen.
Geen leerlingen die dag in dag uit balen maar in de leeftijd (en stijl) van HAVO 3 ook
niet altijd intrinsiek gemotiveerd. Plannen en hw zijn problemen, power, inzet en
energie spelen vooral op de laatste uren van de dag, 5e uur (13.20-14.20) en 6e uur
(14.20-15.20) en door de week heen neemt de energie, spanningsboog en motivatie
wat af richting de donderdag en vrijdag.
Kritische kinderen die veelal welopgevoed maar ook ‘zeer’ mondig zijn (met achter
hen ook zeer mondige en assertieve ouders
Magister biedt hen voldoende overzicht in opdrachten, huiswerk, cijfers en gemiste
onderdelen.
Gezien de opvoeding, de stijl en de sociale controle hoeven we niet voor een
negatieve houding en/of negatief, brutaal gedrag te vrezen daar waar het gaat om de
bezoeken bij de verschillende bedrijven die mee willen werken aan deze
GeoFuturemodule.
Bijlage 2 artikel : leraar boei of ga ten onder
Leraar, boei of ga ten onder
15 juni 2010 / Ferry Haan
foto: colourbox
‘Het onderwijs is één groot theater’, roepen ervaren krachten in koor. Ze hebben gelijk. De
docent is een podiumkunstenaar die zeven voorstellingen per dag geeft. Dat is niet iedereen
gegeven.
De leerlingen van nu verlangen niet veel van een docent. Ze hebben eigenlijk maar één eis:
‘Boei, of ik schiet.’ Wanneer de scholier geboeid is, dan kan er heel veel en is het een feest
om voor de klas te staan. Wordt de puber matig gevoed, dan duurt een lesuur ineens heel lang.
Het boeien van jongeren is niet eenvoudig. Ze zappen snel weg naar andere verleidingen
wanneer hun aandacht niet gevangen blijft. Of ze sneller hun aandacht verliezen dan ik zelf
deed toen ik in de schoolbanken zat (in de jaren tachtig), weet ik niet. Ik vermoed van wel.
De kunst van het lesgeven, is de kunst van het vasthouden van aandacht. Dat hoeft niet per se
aandacht voor de persoon van de leraar te zijn. Aandacht voor een goed ontworpen opdracht
werkt ook. Wanneer de leerlingen hun aandacht erbij hebben en die richten, dan leren ze. Dat
is wat onderwijs beoogt.
Ergens in het afgelopen jaar, mijn tweede in het onderwijs, ben ik mij ervan bewust geworden
dat ik nu een podiumartiest ben. Ik geef vier tot zeven voorstellingen per dag. Voor
verschillende doelgroepen. Pubervoorstellingen voor 14-jarigen in havo 3. De
grotemensenwereldvoorstelling is voor 6 vwo met bijna volwassenen van 18, soms zelfs 19
jaar.
Er is hierbij een groot verschil met voorstellingen in een theater. Mijn publiek heeft geen geld
betaald voor de voorstelling. Ze nemen plaats, omdat ze anders gestraft worden voor
spijbelen. Het publiek van de docent zit onder dwang in het klaslokaal.
Ga er maar aan staan.
De grote vraag is natuurlijk wat een docent moet kunnen om dit moeilijke publiek te bereiken
en te pakken. Wat mij betreft moet de artiest, allereerst en allerbelangrijkst, geven om de
leerlingen. Het klinkt misschien een beetje pathetisch, maar een docent die niet ‘houdt’ van
zijn leerlingen, kan er beter mee ophouden. Betrokkenheid bij de levens van jongeren, waarin
zo veel gebeurt op de middelbare school, is de sleutel. Veel leerlingen leren niet voor zichzelf,
maar voor de leraar. Wanneer er een band is tussen beiden dan vliegen de cijfers omhoog.
Om de rol van docent te kunnen vervullen op het podium voor de klas, moet de kunstenaar
kunnen spelen met zijn emoties. Op het toneel moet alles met nadruk. Alles wordt uitvergroot.
Blijheid, boosheid, tevredenheid, teleurstelling. Ik uit me in de klas veel overdrevener dan ik
thuis doe, heb ik gemerkt. Dit toneelspel in het docentenbestaan zit in geen enkele
docentenopleiding. Het helpt enorm bij het orde houden in een klas. Tegelijkertijd is de goede
docent een ster in relativeren. De eigen rol, hoe overdreven ook, moet niet te serieus genomen
worden. Zelfmedelijden is dodelijk. Humor is een goudmijn. Niet elke aanval van een
teleurgestelde leerling is persoonlijk. Niet elke maatregel van een schoolbestuur is vijandig.
De docent die zich het makkelijkst door het leven slaat, heeft een olifantenhuid. Hij snapt wat
er gebeurt en kan om zichzelf lachen.
De boeiende docent op zijn podium is natuurlijk meer dan alleen vorm. Hij moet weten waar
hij het over heeft. Leerlingen prikken snel door je heen, wanneer je inhoudelijk hol bent.
Enthousiasme voor het vak helpt flink. Waarom zouden leerlingen zich inspannen voor een
vak, waarvan de docent uitstraalt dat het er niet toe doet? Hieraan zou je kunnen toevoegen
dat alleen bevoegde docenten voor de klas zouden mogen staan. Maar dat doe ik niet. Wat mij
betreft is het vooral belangrijk dat er goede mensen voor de klas komen. Op mijn
docentenopleiding heb ik genoeg voorbeelden gezien van mensen die in het onderwijs niet
veel te zoeken hebben, maar die wel hun bevoegdheid haalden. De vakinhoud wordt ook
helemaal niet getoetst op de docentenopleiding. De vorm bepaalt.
Doorzettingsvermogen is gewenst. Voor een beginneling is het onderwijs enorm
overweldigend. Zelfs wanneer de beginneling 42 jaar oud is, zoals ik vorig jaar was. Veel tijd
voor nadenken is er niet in een klas met kinderen. De reactie op elke gebeurtenis moet in een
fractie van een seconde volgen. De ervaren docent herkent situaties. De beginneling krijgt te
veel informatie.
Wanneer het onderwijs een begin wil maken met het oplossen van het docententekort, dan
zouden allereerst nieuwe docenten beter beschermd moeten worden. Het komt veel voor dat
jonge, veelbelovende leraren voor de leeuwen worden gegooid. Geen wonder dat veel
docenten binnen een paar jaar teleurgesteld afdruipen. Aan de andere kant is er in het
onderwijs ook geen enkel selectiemechanisme om mensen die niet op hun plek zitten, de deur
te wijzen. Ook slechte docenten moeten decennia door. Ze hebben zelf een rotleven, maar ze
schaden ook het leven van de leerling.
De goede docent heeft echter een kwaliteit van leven waar menig kantoorslaaf jaloers op kan
zijn. Maar hiervoor moet je wel wat kunnen. Makkelijk communiceren. Relativeren.
Doorzetten. Vakkennis. Vind dit soort eigenschappen maar eens in één persoon tegen de
huidige arbeidsvoorwaarden die het huidige onderwijs kan bieden. Aan de andere kant hebben
mensen die hierover beschikken, of het kunnen aanleren, een geweldig leven op het podium in
het klaslokaal.
Bijlage 3: Richtlijnen en waarschuwingen
(volgend uit eigen onderwijservaringen die mij inspireerden of irriteerden)
Richtlijnen:
- Ik wil boeien met afwisseling werkvormen, journaalbeelden, prachtige foto’s,
quizzen, onverwachte vragen, eigen inbreng leerlingen, videomateriaal,
computeropdrachten, groepswerk, eigen onderzoek, discussies in de klas etc.,
- Ik ga me verplaats je in de leerling en zijn belevingswereld .
- Ik ga rekening houden met wat er fysiek en mentaal op dat moment mogelijk is
en daar mijn werkvormen op aan passen
Waarschuwingen:
- Geen PPT’s met alleen maar tekst en dan oplezen wat er al staat. Wel
interactieve PPT’s met sensationele, grappige mooie en ontroerende foto’s
waar altijd ook heel veel vragen aan de leerlingen in zijn verwerkt.
- Geen overdonderende hoeveelheid info en feitjes zonder overzicht en
structuur
- Niet persé vasthouden aan je lesopzet maar inspelen op wat op dat moment
leeft maar ook mogelijk is. Werkvormen dus aanpassen aan situatie.
BIJLAGE 5; Docenten handleiding
Docentenhandleiding;
Beste docent;
Nu alvast bedankt voor je inzet. Vaak is en werkweek, een project of zoals nu een
(geo-future)module leuker en boeiender dat een weekje lesgeven. Dit zowel voor de
leerling als voor de leerkracht/begeleider. Soms echter, zoals wij allen weten is het
ook zwaarder (al die vrije situaties, al dat gebrek aan structuur, al die leerlingen die
moeten geworden gemotiveerd en veilig door het verkeer moeten worden geloodst,
al die drukte en al die stress al de presentaties voor ouders en medeleerlingen op het
punt van losbarsten staan…... Ik wens jullie veel plezier en veel mooie ervaringen
(vooral bij de bedrijven waar je anders nooit binnenkomt of een kijkje in de keuken
mag nemen en bij de presentaties van de leerlingen).
Probeer zelf enthousiast en enthousiasmerend te zijn, hou de teugels kort maar laat
de leerlingen genieten. Herinner je (en herinner de kinderen eraan) dat we te gast
zijn en ook de komende jaren nog heel graag te gast willen zijn bij deze bedrijven.
Zoals bij iedere les geldt ook nu bij het project; What you give is what you get!
Er is maar weinig dat ik aan de inhoud en de opzet van de site toe te voegen heb.
Natuurlijk wil ik naar jullie toe geheel compleet zijn maar gezien het feit dat ik dat ook
naar de leerlingen wil zijn (al is het alleen maar om héél veel vragen per mail of in de
klas te voorkomen) plaats ik heel veel informatie op de site zelf. Inzichtelijk voor
zowel jullie als ook voor de leerlingen. Op de site vindt u (én de leerlingen) dan ook
een heldere uitleg bij iedere pagina.
De verschillende manieren waarop er wordt gedifferentieerd vindt u in de inleiding
van de site: http://duurzaambussumworkshop.weebly.com
Een overzicht van de meewerkende bedrijven, workshopbegeleiders vindt u
hieronder (en tevens als link naar een Excel-file op de pagina voor de docenten;
http://duurzaambussumdocenteninformatie.weebly.com
bedrijven en instellingen
Wereldwinkel Bussum
Watertoren Bussum
Gemeente Bussum,
wijkbeheer
Dudok Wonen
Albert Heijn
Drukkerij Imprimo
Gamma
De Meentboerderij
EkoPlaza
Autoclick
Multicopy
De Kringloper
Tergooi Ziekenhuizen
Sportcentrum De Zandzee
Albert Heijn Koekoeklaan
bezoekadres
Julianaplantsoen/Julianaplein
92
Bussummergrindweg 1
contactpersoon
Huizerweg 51
Margo Herwig
Wilma Bongers / Hanneke
Wilms /Bert van Hoven
Dennis Eskes
Rob Pekelharing
Marco Cornelissen
Maartje Jansen
Ida van Andel
dhr. van Esveld
Caroline Kempkes
Mariette Hoeven
Hildy Treffers-Veldkamp
Paul Coster
Wieneke Schuringa
Herenstraat 49
Veerstraat 20
Hooftlaan 65
Franse Kampweg 12
Melkmeent 9
Huizerweg 17/19
De Boomgaard 9-14
Van Oeverenstraat 41
Amsterdamsestraatweg
Rijksstraatweg
Struikheiweg
Koekoeklaan 88
Truus Houwers
Sjoerd Riedstra
Toch is er ook een aparte site voor de leerkrachten en de begeleiders
waar u alle informatie en alle documenten die de leerlingen nodig hebben vindt.
http://duurzaambussumdocenteninformatie.weebly.com . Op de site van materialen
(http://duurzaambussummaterialen.weebly.com ) vindt u (en de leerling) de
benodigde zaken, interviews, scoringsformulieren, inschrijvingsformulieren enz. U
doet zichzelf een plezier door uzelf hier nog voor de start van de module goed in te
verdiepen. Vele materialen bevatten een inleiding die u als docent al verder helpt en
enkele voor de hand liggende valkuilen doet vermijden.
Veel plezier met de ze Geo Future module
Download