VERANTWOORDING OPDRACHT DIDACTIEK; Geo Future Module 2014-2015 Site: http://duurzaambussum.weebly.com Tbv MEd Aardrijkskunde 2014-2015 Student FH Helsloot Email: [email protected] Studentnummer; 7094541 Inhoudsopgave: INLEIDING _________________________________________________________________________________ 3 OVERZICHT BIJLAGEN _________________________________________________________________________ 4 VERANTWOORDING VANUIT DE THEORIE UIT HET HANDBOEK VAKDIDACTIEK ____________________________________ 5 THEORIE UIT HET ARTIKEL ‘BLENDED LEARNING AND ONLINE TUTORING’ _______________________________________ 8 THEORIE UIT “WHAT’S THE DIFFERENCE BETWEEN COLLABORATIVE AND COOPERATIVE LEARNING. ______________________ 9 INVLOED VANUIT HET “THE R2D2; MODEL-READ, REFLECT, DISPLAY AND DO __________________________________ 9 THEORIE UIT “R2D2 IN RELATIE TOT DE THEORIE VAN KOLB” ______________________________________________ 10 THEORIE UIT “CHUNKING INFORMATION” __________________________________________________________ 10 THEORIE UIT; GET YOUR AUDIENCE PUMPED ; WAYS TO MOTIVATE ADULT LEARNERS _____________________________ 11 THEORIE UIT DE TAXONOMIE VAN BLOOM __________________________________________________________ 13 BIJLAGE 1: BESCHRIJVING DOELGROEP____________________________________________________________ 14 BIJLAGE 2 ARTIKEL : LERAAR BOEI OF GA TEN ONDER ___________________________________________________ 15 BIJLAGE 3: RICHTLIJNEN EN WAARSCHUWINGEN______________________________________________________ 17 BIJLAGE 5; DOCENTEN HANDLEIDING ____________________________________________________________ 18 Inleiding Verantwoording en onderbouwing van de Geo-Future module; “Duurzaam Bussum” tbv de Module ‘Didactiek’. Vooraf: Beste Gerrit, zoals ik in het college didactiek van 17 december waarin je feedback gaf en ondersteunde reeds met jou als docent besprak heb ik voor het neerzetten van deze Geo Future Module gebruik gemaakt van de kennis en vaardigheden die ik dit jaar opdeed in de module WAB-keuze; ICT rijk onderwijs. Dit door door deze Geo-Future module in de vorm van een blended learning site te gieten (zie ook http://duurzaambussum.weebly.com) én gebruik te maken van een ‘old abandoned project’ van het Willem de Zwijgercollege; “duurzaamheid”. Deze module (gedegen maar wat verouderd én wel erg sterk vakoverstijgend gericht) heb ik als basis gebruikt en in een actueel jasje gestoken, geactualiseerd én wat meer een aardrijkskundig jasje gestoken en tegen het licht van de opzet van een Geo Future module gehouden. Dit laatste door enkele creatieve workshops er uit te halen en deze te vervangen door meer aardrijkskundig getinte workshops als cartografie, statistiek en planologie (zie ook http://duurzaambussumworkshop.weebly.com). Tevens heb ik enkele moderne, op duurzaamheid gerichte bedrijven (isolatie, zonnepanelen ed.) toegevoegd Zoals tevens met jou besproken maak ik een aantal (vooralsnog) fictieve randvoorwaarden. Zo heb ik de setting in mijn opzet zo gemaakt dat het Willem de Zwijgercollege waar ik werk reeds daadwerkelijk een Geo-Future School is en dat we de module al in dat licht presenteren. Ik geef de collega’s daarover dan ook uitleg geef in de pagina voor de docenten en andere medewerkers op de blended learning site. Tevens wordt er van uitgegaan dat deze module op het punt staat uitgevoerd te worden. Dit laatste bleek op het Willem de Zwijger onmogelijk ivm de termijn waarop ik het aanvroeg, de enorme hoeveelheid contacten die zouden moeten worden (her)aangeboord, het jaarrooster en het zojuist beëindigen van een projectweek rondom het Naardermeer. Vandaar dat de dagen er worden weergegeven op een manier waarop die later kunnen worden ingevuld (** - ** - ****) Aanpak: Ik heb mij naast de focus op de aardrijkskundige inhoud, het betrekken van het bedrijfsleven vooral gericht op het ‘aantrekkelijk brengen en vormgeven van informatie en verwerking om leerlingen te motiveren; het ‘get your audience pumped’ principe. Tevens wilde ik (naar Marzano en de taxonomie van Bloom) de verschillende leerniveaus, leerstijlen en niveaus van vragen aanspreken. Dit heeft geresulteerd in de verschillende stijlen van workshops (zie ook (http://duurzaambussumworkshop.weebly.com) waarin verschillende leerstijlen en verschillende vormen van verwerken worden aangeboden. Daarnaast is bij de keuze van de bedrijven rekening gehouden met verschillende leerstijlen en interesses (technisch, de zorg zakelijk, non profit, etc.) als ook met de verschillende alpha en/of bèta interesses (zie ook http://duurzaambussumbedrijven.weebly.com) Ik ben in eerste instantie aan de slag gegaan met het actualiseren en ‘Vergeografiseren’ (nu al het woord van 2015) van het bestaande project. Daarna ben ik middels de aanwijzingen in de colleges en het artikel op internet in het artikel; “Geo Future; een Geo opleiding voor de toekomst” van Joop van der Schee, Rob Adriaanse en Jeroen Rijlaarsdam uit het KNAG Blad; Geografie de bestaande opzet in de vorm van een Geo-Future module gaan gieten. (bron: ‘http://www.geografie.nl/fileadmin/geografie/Geografie_PDF/1405_mei/140510_vanderschee_geofuture.pdf ) Ik heb de opzet, de ideeën erachter en de opbouw aangepast nav het lezen van de literatuur (zie de punten hieronder) om het ook echt geografisch te maken en om middels de didactische kennis en vaardigheden, opgedaan in de WAB keuze module; ICT-rijk onderwijs (* Chunkin, * theorie uit “What’s the difference between collaborative and cooperative learning, * The R2D2 Model-Read, Reflect, Display and Do, * Theorie uit de Taxonomie van Bloom en * theorie tav TPACK) echt de verschillende leerstijlen aan te spreken. Alle inhoud is zoals met jou besproken en door jou goed bevonden terug te vinden op internet (http://duurzaambussum.weebly.com en onderliggende gelinkte sites) en een deel in deze papieren versie. Soms overlapt dit elkaar. NB1: Na de onderbouwing van de module met de theorie uit het ‘Handboek vakdidactiek’ volgen enkele theorieën en een deel van de omschrijving en verantwoording komt daarbij uit mijn stuk rondom de verantwoording van de WAB keuze module; ICT rijk onderwijs, wel is het grotendeels aangepast en herschreven richting de verantwoording van een Geo Future module. Ik benadruk dit hier schriftelijk, ondanks het feit dat ik het je reeds heb gemeld in het college van 17 december, om problemen rondom mogelijk ‘zelf-plagiaat’ te voorkomen. NB2: de lijst met genoemde contactpersonen is gebaseerd op de lijst zoals die ontstond tijdens de laatste keer dat we op school het project duurzaam draaiden. Het leek me onhandig en onzinnig (en wellicht voor de praktijk in de toekomst contraproductief) om de bedrijven te bellen en te vragen wie er evt contactpersoon kon zijn en/of ze mee wilden werken aan een geo-future module die (vooralsnog) niet op de rol staat om uitgvoerd te worden. Als laatste: In mijn optiek is Didactiek in het algemeen is niet zo heel lastig te vertalen naar vakdidactiek AK; je legt de nadruk op de vraag: “Waar?” en laat veelal als tweede vraag “waarom daar?” volgen. Je benadrukt bij AK de ruimtelijke component. Tevens werken we veelal van klein naar groot (van de leefwereld van de leerling naar de algemene aardrijkskundige theorieën) Verder hameren we vaak op het beantwoorden van vragen in een oorzaak / gevolg verband. Ondanks dat zal ik beginnen met verwijzingen naar de verplichte literatuur van deze module; het handboek Vakdidactiek bron: © 2009 Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken, Amsterdam (bron: Centrum voor Educatieve Geografie /www.vakdidactiekaardrijkskunde.nl ) Overzicht bijlagen (Bijlage (Bijlage (Bijlage (Bijlage 1) Beschrijving doelgroep 2) Het artikel ‘leraar, boei of ga ten onder’. waar ik naar hierboven verwijs 3) Richtlijnen en waarschuwingen 4) Docentenhandleiding / aanwijzingen docenten Verantwoording vanuit de theorie uit het Handboek Vakdidactiek bron: Centrum voor Educatieve Geografie /www.vakdidactiekaardrijkskunde.nl ) Ik zorg voor een grote afwisseling in leermiddelen en werkvormen waarvoor in de inleiding wordt gepleit (H1 inleiding/ Geert van der Berg) Ik werk binnen de site niet alleen met werken maar ook met doen (H1 inleiding/ Geert van der Berg) Met dit onderwerp en de aanpak van deze module onderschrijf ik de mening van de heer van der Schee: “Aardrijkskunde is niet alleen interessant maar ook nuttig voor wie al wereldburger goed wil functioneren. Aardrijkskunde kan van pas komen als je het nieuws wilt volgen” (H2 Aardrijkskunde; wat is dat voor vak? / Joop van der Schee). Tevens sluit het aan bij de woorden van Iris pauw in H4: “er is vraag naar “onderwijs dat zicht biedt op de relaties tussen het dagelijks bestaan en de eigentijdse mondiale vraagstukken” (H4 De vormende kant van aardrijkskunde / Iris Pauw) De opzet van deze geo-future module en de blended learning-site voldoen geheel aan de beschouwing van de heer van der Schee en nodigt hiertoe actief uit: : “Aardrijkskunde kan van pas komen als je mee wilt denken over de inrichting van de wereld waarin we leven” (H2 Aardrijkskunde; wat is dat voor vak? / Joop van der Schee) / en mevrouw Pauw: “dit vraagt om een mix van enerzijds aansluiten bij hun belevingswereld en anderzijds het verruimen van hun blik” (H4 De vormende kant van aardrijkskunde / Iris Pauw) Met het onderwerp P3 (beoordeling bedrijven) binnen deze module onderschrijf ik de mening van de heer van der Schee: ”Aardrijkskunde heeft als doel bij te dragen aan de vorming van jonge mensen tot zelfstandige en kritische burgers ….” (H2 Aardrijkskunde; wat is dat voor vak? / Joop van der Schee) / en mevrouw Pauw: “dit vraagt om een mix van enerzijds aansluiten bij hun belevingswereld en anderzijds het verruimen van hun blik” (H4 De vormende kant van aardrijkskunde / Iris Pauw) Naast het zélf beoordelen van bedrijven (P3) doen binnen de workshops ook de onderdelen “Maatschappelijk – de discussie”, “Architectuur” en “Planologie” aan bij de stelling in H2: “Niet alleen qua inhoud maar ook qua didactiek legt het programma een nieuwe nadruk”. Het streven naar meningsvorming en debat is duidelijk aanwezig. (H2 Aardrijkskunde; wat is dat voor vak? / Joop van der Schee) Ik doorbreek met de ze (blended learning) aanpak van ook nog eens een geheel nieuwe vorm van AK (de Geo future module binnen een Geo Future School) de terechte opmerking van de heer Vankan in H3: “… ben je wellicht geneigd om les te geven zoals je zelf les hebt gehad ….”.(H3 Hoe geef je Aardrijkskundeles / Leo Vankan) Ik gebruik alle ‘niveaus van geografische kennis’ die Vankan noemt in H3: “Contextuele kennis” / “structurele kennis” / “fundamentele kennis” en dit zowel op “de Declaratieve kennis als de Procedurele kennis”. Dit door kennis aan te bieden (pagina informatie en materialen) als ook de vaardigheden (kaart maken, statistieken, discussiëren, tekenen etc.) te vragen binnen de workshops. Ook het doel de “kennis van de ruimtelijke vraagstukken” aan te bieden” wordt aangeboord bij diegenen die de planologische opdracht doen of zij die de architectonische workshop kiezen. (H3 Hoe geef je Aardrijkskundeles / Leo Vankan) Ik betrek de leefwereld en de dagelijkse omgeving door de geo future module in en om Bussum plaats te laten vinden. “Geografische vragen verbinden verschijnselen met gebieden en omgekeerd”. (H3 Hoe geef je Aardrijkskundeles / Leo Vankan) Door ook de bedrijfsmatige kant van duurzaamheid er bij te betrekken (de ouders van onze doelgroep komen veelal uit het bedrijfsleven), hier ook commerciële bedrijven in te betrekken én tevens ook de bedrijfsmatige uitwerking van workshops ruimte te geven voldoet de module ook (deels) aan het belang dat Vankan stelt aan de inhoud: “Kenmerken van de leerling zijn in concrete onderwijssituaties daarom van groot belang. Daarbij kun je denken aan allerlei sociaal culturele factoren maar ook aan de geprefereerde leefstijl”. (H3 Hoe geef je Aardrijkskundeles / Leo Vankan) Het onderwerp en de (soms sombere blik op de toekomst) leidt tot emoties, een onderdeel waar het AK onderwijs niet zonder kan: “Emoties zijn van belang bij het integreren van kennis in het langetermijngeheugen. Emotie en cognitie kunnen amper worden gescheiden”. (H3 Hoe geef je Aardrijkskundeles / Leo Vankan) De keuze voor duurzaamheid in Bussum zorgt er dat de leefwereld en de dagelijkse omgeving het onderwerp is en dus dat er “verbinding is tussen de conceptuele structuur van de geografische informatie met de cognitieve structuur van de kennis van de leerlingen". Deze module draagt door de bewustwording van duurzaamheid en de zorg die we dragen voor een ‘sustainable earth’ bij aan de door de auteur geuite wens; “de leerlingen moeten hun eigen rol in veel processen leren zien” (H4 De vormende kant van aardrijkskunde / Iris Pauw) Verweven in deze module zit Kerndoel 36; “de leerling leert betekenisvolle vragen stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen en daarbij respectvol met kritiek om te gaan”. (H4 De vormende kant van aardrijkskunde / Iris Pauw). Iets dat het beste terug te vinden is in de workshop; ‘maatschappelijk – de discussie’. Daarnaast vinden we hier ook de “samenleving in het klein” (H4 De vormende kant van aardrijkskunde / Iris Pauw) Tevens geeft zij in H4 inhoud van lessen aan die leiden tot wereldburgerschap. De inhoud van de workshops en de ‘lading’ van de betrokken en meewerkende bedrijven maakt dat deze doelen in deze module worden bereikt. “Lessen richten zich op: * affectieve en sociale naast cognitieve doelen * het creëren van overzicht tav mondiale vraagstukken * het voeren van debat * het leren omgaan met dillema’s * waarde educatie (H4 De vormende kant van aardrijkskunde / Iris Pauw) Tevens zegt zij: “Hoewel de focus wat is afgezwakt draagt ook het hedendaagse aardrijkskunde-onderwijs duurzaamheid, gelijkheid en rechtvaardigheid uit” (H4 De vormende kant van aardrijkskunde / Iris Pauw) . Daarbij probeer ik het “opleggen van waarden met gebruik van de machtsrelatie van de leraar” (Hoekveld 1998) te vermijden door de leerlingen zelf verschillende bronnen te laten onderzoeken, en verschillende beelden te laten bekijken. . De site geeft de leerlingen ruimte tot “relatie, competentie en autonomie” zoals omschreven door Stevens (1994). “Het leren wordt betekenisvoller voor een leerling als deze invloed heeft op wat er wordt geleerd en hoe er wordt geleerd, waardoor zijn gevoel van competentie toeneemt”. Tevens “Wanneer een leerling zich betrokken weet bij belangrijke thema’s in de eigen leeren leefomgeving, versterkt dat de autonomie en daarmee de eigenwaarde van de leerling”. (H5 een goede les / Geert van der Berg). In de Startpagina van de site is terug te vinden wat Van den Berg (naar het model van van Gelder) nastreeft tav lesfase 1 (aandacht richten op de doelen van de les en aansluiten bij de voorkennis) zoals daar zijn het spoorboekje met lesoverzicht; vaststellen van de leskern, formuleren leerdoelen, aandachtsrichter (inleidende foto en startfimpje) aansluitingen bij de voorkennis. Lesfase 2( (informatie geven en waar nodig toelichten). Hoewel het gehele internet tot hun beschikking staat toch een pagina met een eerste selectie toegevoegd. Binnen youtube word je toch vanzelf weer doorgelust. (http://duurzaambussuminformatie.weebly.com ). Fase 3 is lastig door het niet daadwerkelijk uitvoeren. Wel zal de presentatie die volgt op de bezoeken aan de bedrijven en het uitvoeren van de workshops een duidelijk test zijn of de stof is ‘doorgekomen’. Tevens zijn er evaluatieformulieren gecreëerd en op de site gezet. Lesfase 4 (instructie geven tbv zelfwerkzaamheid) is vooral voorzien in de P3 pagina (http://duurzaambussump3.weebly.com) maar ook is per bedrijf uitgewerkt wat er te zien en te doen is en waar de opdracht zich op toespitst) (http://duurzaambussumbedrijven.weebly.com. Fase 5 is onder de hoede van collega die een ‘volledige instructie’ hebben gehad (zie de 5 rollen van de leraar, Martin Sloter (mei 2010). Fase 6 is een afsluiting dmv verschillende presentaties (H5 Een goede les / Geert van den Berg) Zoals ook hierboven vermeld voldoet de site m et zijn opdrachten aan het advies van van den Berg: “Opdrachten zouden tegemoet moeten komen aan verschillende leerstijlen” (H5 Een goede les / Geert van den Berg) Van de Berg bespreekt in H5 ook de taxonomie van Bloom (“een taxonomie omdat je de volgende stap pas doen als je de voorgaande beheerst”). Fogarty en Belanca (1987) hebben op basis van Bloom een indeling gemaakt in drie fasen van denken; “verzamelen (‘collect’) , verwerken (‘proces’) en toepassen (‘apply’). Het is mijn inschatting dat alle activiteiten die LL daarbij tegenkomen/ nodig hebben ook aan bod komen (zie figuur 6: ‘drie verdiepingen-denken’ op blz. 115 / H5 Een goede les / Geert van den Berg) Ik heb getracht het begin van de les (in het geval van de GF module duurzaam Bussum de startpagina) “te prikkelen” en “uit te dagen”. De startpagina is in de indeling van van den Berg ‘Thematiserend’/ informerend’ en ‘problematiserend’ (H5 Een goede les / Geert van den Berg) Binnen de serie sites zorg ik voor 4 van de 5 manieren om te concretiseren; te weten ‘visualiseren’, ‘personaliseren’, ‘actualiseren’ en ‘stimuleren’. Alleen aan evalueren kom in de praktijk niet toe omdat de GF module niet echt wordt uitgevoerd. In theorie komt de evaluatie voort uit de evaluatieformulieren voor leerlingen en docenten/begeleiders. De bronnen op de site en in de papieren bijlagen beslaan alle drie de soorten informatiebronnen die van den Berg beschrijft (H6 Aardrijkskunde laten leven / Geert van den Berg) te weten, “bronnen met een kijk karakter, bronnen met een handelingskarakter en bronnen met een symboolkarakter”. Ook bij mijn GF module worden “de oude informatiedragers vervangen door ICT” (H6 Aardrijkskunde laten leven / Geert van den Berg) Vooral visualiseren (vanuit een didactisch oogpunt) komt sterk aan bod als methode om te concretiseren. Fotografie heeft mijn persoonlijke voorkeur om een onderwerp te laten leven en mijn ervaring is dat het leerlingen bij de lurven kan grijpen. In het geval van duurzaamheid vond ik het nog overigens nog lastig. Bij wat ik gebruik ben ik zoals van den Berg aangeeft “spaarzaam met ondertitels en bijschriften” om de leerling zelf te leren waarnemen. (H6 Aardrijkskunde laten leven / Geert van den Berg) (H8 de eigen omgeving en veldwerk / Adwin Bosschaart) omschrijft veldwerk als “de kans de leerling het gevoel te geven ‘betekenisvol’ te leren” Hij geeft mi terecht aan dat door globalisering de leefwereld zich inmiddels vaak uitstrekt over een groot deel van de globe. Daarom heb ik ondanks dat het thema Bussum betreft toch ook beeld ingevoegd op de site die mondiale verschijnselen en verachtingen rondom duurzaamheid en (bv) broeikaseffect tonen. Naar de ideeën van de heer Bosschaart heb ik geprobeerd ‘ waardevrije onderzoeksvragen …. Die door leerlingen erg oninteressant gevonden worden” (H8 de eigen omgeving en veldwerk / Adwin Bosschaart) te vermijden. Daarom komt deze module inhoudelijk zo dicht bij zijn aanbevelingen: “door leerlingen zelf een onderwerp buiten te laten onderzoeken kan de als onoverbrugbaar ervaren afstand tussen het klaslokaal en de wereld op straat worden overbrugd” (H8 de eigen omgeving en veldwerk / Adwin Bosschaart) Tav zijn onderdeel ‘veldwerk in groepjes’ behoort deze module bij de genoemde mogelijkheden 3 en 4. Belangrijkste punt uit het handboek ‘Vakdidactiek’ in het licht van Geo Future is wat mij betreft de opmerking van de heer Bosschaart: “veldwerk bij aardrijkskunde kan voor leerlingen zeer motiverend zijn omdat ze directe met de fysische en sociale werkelijkheid te maken hebben ….. maar nog belangrijker is dat bepaalde zaken in het veld veel concreter kunnen worden gemaakt dan in het lokaal”….. daarnaast is het leerrendement van een veldwerk vele malen groter dan van een gewone les … bovendien vergroot het de motivatie voor het vak” (H8 de eigen omgeving en veldwerk / Adwin Bosschaart). Dat laatste is in ieder geval bij mij het geval en ik onderschrijf het dan ook van harte en hoop dat het in deze module uitgebreid terug te vinden is. Theorie uit het artikel ‘blended learning and online tutoring’ Dat resulteert in ‘offering greater choice of resources and modalities of study materials from which to choose”(een citaat uit de HUbl literatuur; (Collis, 1998, p 377). Hierbij heb ik niet alleen meer en diverser materiaal dat gericht is op de verschillende manieren waarop leerlingen stof tot zich nemen (én tevens gemotiveerd raken?) maar ook een breder aanbod aan mogelijkheden om de resultaten te presenteren. Van creatief (tekenen, fotograferen) via cijfermatig (statistiek) en maatschappelijk (opzetten discussie; * zie ook hieronder) tot vakinhoudelijk (cartografie) etc. * Zo hoop ik dat de ‘asynchroneus discussion’ die ik opzet tav twee stellingen (zie verder http://duurzaambussumworkshop.weebly.com) bijdraagt tot een andere (diepgaander) discussie dan een puur verbale in de klas. De wekelijkse face to face manier van leren moet hierbij zo ondersteund worden door de site die de leerlingen die deze workshop kiezen al vooraf dwingt onderling diepgaand te discussiëren en zelf naast onderbouwing van de stelling ook naar de tegenargumenten laat kijken. Dit laatste is in de workshop-opdracht verwerkt maar ook in de mogelijkheden tot overleg met elkaar middels het forum en met mij als docent middels de formulieren. Ook dragen de leerlingen letterlijk zelf bij aan de module en de site middels evaluatie (evaluatieformulier op de pagina; http://duurzaambussummaterialen.weebly.com) en het aandragen van materiaal dat zijzelf vonden en zinnig, uitdagend en/of helder vonden. Theorie uit “What’s the difference between collaborative and cooperative learning. Om het belang van samenwerkend leren boven individueel verwerken te stellen én om mijn manier van onderwijs geven langzaam maar zeker weg te voeren van frontaal klassikaal lesgeven ben ik al een tijdje bezig met het meer tijd en aandacht geven aan samenwerkend leren. Zowel het ‘coöperatieve’ als het ‘collaboratieve’ leren geven beiden de voorkeur aan kleine groepen actieve studenten die met passieve, veelal op tekst gebaseerd leren aan de slag gaan. Beiden zijn ook bezig met een taak die afmoet. Conclusies: a) Coöperatief leren ligt vaak meer vast tav de structuur. b) Rockwood (Rockwood 1995a en 1995b) ziet coöperatief leren als traditioneel terwijl collaboratief het leren zelf én de leerinhoud ziet als een ‘social construct’. Als ik naar mijn Geo Future Module kijk kloppen beide bevindingen uit het artikel. Het is denk ik reëel als ik aangeef dat mijn werkwijze voor de module “Duurzaam Bussum” vóór ik me echt verdiepte in de eisen en theorie meer coöperatief was en na de aanpassingen meer collaboratief. In de eerste opzet stonden de uitkomsten en het resultaat ook veel meer vast dan bij deze versie die nu voor je ligt. Laat kinderen maar minder gestuurd aan de slag met de resultaten van enquêtes (bv wereldwinkel) en eigen bevindingen (bv meelopen met D-ants en Isogoed, bezoek watertoren etc.) en ik wil minder sturen op het eindresultaat zoals ik het voor me zag. Door minder te sturen en meer bij de samenwerkende groepjes te leggen binnen deze module krijg ik ws meer diverse resultaten en presentaties. Invloed vanuit het “The R2D2; Model-Read, Reflect, Display and Do Ik ben na lezen van het artikel tot de conclusie gekomen dat; Ik hier stuit op één van mij reeds jaren bestaande leerpunten; meer differentiëren en meer inspelen op de verschillende manieren van leren en stof tot je nemen van de verschillende typen leerlingen (zie ook hierboven bij coöperatief leren). Ik dit bewust binnen de module “Duurzaam Bussum” gaan toepassen om te voorkomen dat (zoals in H1 van het boek omtrent R2D2 wordt vermeld) ‘de meeste cursussen/projecten/modules, uit welke discipline ook, waar ze ook over gaan, voor welk publiek ze ook bedoeld zijn beperkt zijn in ‘scope’ en er niet in slagen gebruik te maken van de enorme hoeveelheid onderwijskundige mogelijkheden van het ‘Web of learning’. Het eindresultaat met het scala aan mogelijke bedrijven om informatie, ideeën en meningen op te doen en varieteit aan workshops om dit vervolgens te verwerken toont dit meen ik uit zichzelf maar bewust is getracht de opdrachten per thema: a) de verschillende typen leerlingen met hun verschillende voorkeuren van leren (auditief, verbaal, reflectief, observerend, visueel, kinesthetisch en tactiel) te bedienen en hun rol binnen één leerteam en de klas als geheel vorm te geven. b) op te bouwen uit de verschillende voorkeuren voor leren zoals daar binnen de module zijn: (Read) (Reflect) (Display) (Do) lezen en luisteren (teksten, opdrachten, sites) kijken naar foto’s, slideshows, internet-tutorials, filmbeelden, overleg, afstemmen, bediscussiëren en vergelijken van individueel gevonden antwoorden, weergeven middels bv diagrammen, kaarten, PPTs, planologie, zang, (strip)tekening tekeningen of animaties, filmopnamen enz. Het doen of uitvoeren middels bv kaarten maken, discussies voeren, statistiek en de bijbehorende grafieken, zelf duurzaamheidsadvies uitbrengen, zelf een planologische kijk op plaatsing van een windmolen etc) om de verschillende voorkeuren voor leerstijlen binnen één leerteam maar ook binnen de klas als geheel (alle groepen samen) aan te spreken. Bovenstaande onderdelen komen met regelmaat in het aanbod van de workshops terug. theorie uit “R2D2 in relatie tot de theorie van Kolb” (bron https://hubl.hu.nl/module/17211/overview/17216/session/17218) Er is een enorme overlap met bovenstaand beschreven model en met mijn toepassingen daarvan binnen de module. Zinnig vond ik een term te lezen die niet in het bovenstaande artikel terugkwam nl; concreet ervaren of ondervindend leren. Ten aanzien van dit punt; daar dit een tamelijk fysisch geografisch onderwerp is vond ik het niet makkelijk om ‘concreet ervaren’ toe te passen. Ik heb dit in de workshop: “maatschappelijk” (de discussie), de workshop “planologie” (bepalen locatie windmolen), de workshop: “architectuur” (een duurzaam huis ontwerpen) én de workshop: “film/video” (maak een beeldverslag van je bezoek van het bedrijf (zie ook het geplaatste voorbeeld van het jaar daarvoor op de sub-site http://duurzaambussumworkshop.weebly.com van leerlingen die het project eerder uitvoerden. theorie uit “Chunking Information” Geprobeerd is de theorie toe te passen en te werken van ‘Start at the highest level’, vervolgens ‘Modules into lessons en lessons into topics’, gevolgd door ‘Chunck at screen level’ en als laatste ‘Do a working memory check’. Deze is toegepast in de vormgeving van de blended learning site van deze Geo future module zoals hieronder per stap van het Chunck proces weergegeven. ‘Start at the highest level’, a) een onderverdeling in een start site en 4 afzonderlijke sites per onderdeel (workshops, bedrijven, materialen en docenteninformatie) . b) Startsite die onderverdeeld is in een kennismaking en een motiverende inleiding, gevolgd door een totaal overzicht van de 5 sub-pagina’s (die tevens linken naar de sites met de verschillende thema’s) en duidelijk afgescheiden gedeelte met de verantwoording van de gehele module (en ‘Didactiek’ opdracht van de MEd opdracht). ‘Modules into lessons en lessons into topics’, c) Gescheiden sites voor de leerlingen (inleiding, workshops en bedrijven) en de docenten. Alle informatie onder elkaar op één pagina had gekund maar ik vond het overzichtelijker om van ieder thema een aparte pagina te maken die steeds weer gemakkelijk terug te linken was naar de startpagina met de toegang tot alle andere pagina’s. gevolgd door ‘Chunck at screen level’ Gescheiden onderdelen uit de R2D2 theorie per thema pagina. Hierbinnen paste ik een deel van de theorie uit het artikel Get your audience pumped ; Ways to motivate Adult learners en als laatste ‘Do a working memory check’ . Verdeling van slechts één thema per pagina. Tevens heeft de laatste aanbeveling van dit artikel vorm gekregen door ook inderdaad van (enkele) flinke hoeveelheden unrelated information een ‘; chunck’ te maken. Theorie uit; Get your audience pumped ; Ways to motivate Adult learners Ik denk aan elf van de twaalf strategieën te voldoen, zij het in meer of mindere mate: 1) usefull an relevant learning experience. Geen teksten of beelden die niet ook direct en actief in de opdrachten nodig zijn of gebruikt kunnen worden. Natuurlijk zijn enkele beelden eerder prikkelend bedoeld dan dat ze onmisbaar zijn, toch dienen ze ook daarmee een doel,. We spreken bij mijn doelgroep (3V zie verder de omschrijving van de doelgroep in bijlage 1) niet van volwassenen en zij zullen dus meer ‘gepakt’ moeten worden door beelden die of nieuwsgierig maken of aan hun eigen leefwereld raken. Te vinden in de vele filmpjes (Biosphere 2, de toekomst van de aarde etc) , de muziek (Neil Young met "Mother Earth" en Jack Johnson met de "Recycle-song") en de pagina met de links (naar veelal interessante, enthousiasmerende en op hun leefwereld en begripsniveau toegespitste artikelen met veelal populair wetenschappelijke inslag). 2) Focus on practical knowledge and skills. De inhoud van deze module (duurzaamheid) leent zich minder voor practical skilled an andere hoofdstukken. Echter practical skills die door mijn opdrachten ontstaan (presenteren, vragen ontwerpen, presentaties doen, discussiëren) komen toch aan bod in enkele thema’s. Ik heb dit in de workshop: “maatschappelijk” (de discussie), de workshop “planologie” (bepalen locatie windmolen), de workshop: “architectuur” (een duurzaam huis ontwerpen) én de workshop: “film/video” (maak een beeldverslag van je bezoek van het bedrijf. Ook het zelf mogen beoordelen van een bedrijf (zie de site: http://duurzaambussum3P.weebly.com ) zal ze hopelijk motiveren (zie ook het geplaatste voorbeeld van het jaar daarvoor op de sub-site http://duurzaambussumworkshop.weebly.com van leerlingen die het project eerder uitvoerden. 3) Provide Options. Door een voorkeur (drie voorkeuren) op te mogen geven voor een te bezoeken bedrijf en te kunnen inschrijven voor een workshop naar keuze hebben de LL keuzen te over. 4) Facilitate exploration Gebruik van foto’s en filmbeelden en tevens is bij de sites met tekst rekening gehouden met het niveau van de leerlingen zowel wb kennis als ook taalgebruik. Dit laatste geldt ook voor de keuze van de bedrijven e de workshops. 5) Create active learning Ik heb geprobeerd actieve en activerende werkvormen te vinden en workshops die én aansluiten bij de leefwereld van de jongeren (bv RAP en striptekenen) en rekening houdt met de verschillende leerstijlen (zie hierboven). 6) Accomodate busy schedules Niet aan voldaan. Er is ivm de korte en afgebakende duur van de module geen ruimte om met tijd of deadline te spelen. 7) Chunk information Zie hierboven bij mijn bevindingen bij het artikel rondom Chuncken. 8) Add a dose of suspense Alle eerste links naar beelden zijn in prikkelend bedoelde (intrigerende) teksten vervat die de LL moet ‘lokken. Daarnaast tracht ik de openingsfoto’s, openingsvideos en de teksten enige uitnodigende lading mee te geven. 9) Stimulate the mind De discussie over de toekomst van de wereld (al dan niet nu inzettend op duurzaamheid’) is zo’n voorbeeld. 10) Make it visually compelling Getracht een strakke vormgeving met mooie lay out en ‘intrigerende’ foto’s te creëren. Wel eenduidig in zijn opbouw (met de mogelijkheden heen en weer te linken op iedere pagina) dat het hopelijk herkenbaar maakt maar wel in een oogopslag uitdagend. Voorvolwassenen wellicht te springerig maar voor LL uit 3 VWO denk ik uitdagend en uitnodigend. Voor de volwassen begeleiders een wat ‘rustiger’ pagina (http://duurzaambussumdocenteninformatie.weebly.com). 11) Get learners to create graphic organizers Niet aan voldaan. 12) Ask for feedback Het evaluatie formulier dat vraagt om feedback (met verschillende vrágen nav ieder thema) staat op de materialen pagina van de Geo Future site (http://duurzaambussumdocenteninformatie.weebly.com. De leerling wordt actief uitgenodigd feedback te geven Theorie uit de Taxonomie van Bloom Onthouden: Er wordt op alle pagina’s informatie gelezen (tav de workshops, de bedrijven maar ook op de pagina met informatie) een bron gelezen en/of worden filmbeelden bekeken. Men dient hier inhoudelijke zaken van te onthouden. Begrijpen: Op de pagina ‘informatie’ en de door de LL zelf vergaarde informatie verschillende artikelen door de leerlingen gecombineerd tot kennis en wordt verschillende kennis dmv begrip door de leerling vervat in een product (presentatie / filmpje/ kaarten / discussieonderwerp / toekomstvisie / statistieken etc.) Toepassen: Kennis opgedaan met lezen en/of bekijken van beelden in combinatie ,met het bezoeken van bedrijven één lessen van ‘specialisten’ wordt toegepast bij het maken van presentatie / filmpje/ kaarten / discussieonderwerp / toekomstvisie / statistieken etc.) Analyseren: Informatie moet worden geanalyseerd om zelf met stellingen rondom klonen, (thema 1) visueel weergegeven visie op zeespiegelstand (thema 6) / inschatten van een toekomst visie (thema 1 en 5) naar voren te kunnen brengen en te verdedigen. Zo ook het inschatten van de leerpunten nav een zelfgemaakte toets (thema 3) Evalueren: Expliciete evaluatie en feedback momenten tijdens de workshops én via het evaluatieformulier. Daarnaast nog in het nabespreken van de workshop ‘Maatschappelijk – de discussie’ feedback tav elkaars product op de presentatie eindmiddag (met de ouders erbij!). Creëren: Zie de workshops. Er zijn 13 verschillende manieren om iets te creëren dat de resultaten en bevindingen presentabel maakt. BIJLAGE 1: Beschrijving doelgroep 1. Kies en beschrijf in het kort je doelgroep Het onderwerp is duurzaamheid bij bedrijven in en rondom Bussum. De doelgroep is HAVO en VWO 3 (14 tot 16 jarigen). van het Willem de Zwijgercollege in Bussum Ik zou ze omschrijven als speels, welopgevoed en welgesteld. Velen voelen het belang van een goed diploma en zijn gemotiveerd om goede resultaten te behalen. Geen leerlingen die dag in dag uit balen maar in de leeftijd (en stijl) van HAVO 3 ook niet altijd intrinsiek gemotiveerd. Plannen en hw zijn problemen, power, inzet en energie spelen vooral op de laatste uren van de dag, 5e uur (13.20-14.20) en 6e uur (14.20-15.20) en door de week heen neemt de energie, spanningsboog en motivatie wat af richting de donderdag en vrijdag. Kritische kinderen die veelal welopgevoed maar ook ‘zeer’ mondig zijn (met achter hen ook zeer mondige en assertieve ouders Magister biedt hen voldoende overzicht in opdrachten, huiswerk, cijfers en gemiste onderdelen. Gezien de opvoeding, de stijl en de sociale controle hoeven we niet voor een negatieve houding en/of negatief, brutaal gedrag te vrezen daar waar het gaat om de bezoeken bij de verschillende bedrijven die mee willen werken aan deze GeoFuturemodule. Bijlage 2 artikel : leraar boei of ga ten onder Leraar, boei of ga ten onder 15 juni 2010 / Ferry Haan foto: colourbox ‘Het onderwijs is één groot theater’, roepen ervaren krachten in koor. Ze hebben gelijk. De docent is een podiumkunstenaar die zeven voorstellingen per dag geeft. Dat is niet iedereen gegeven. De leerlingen van nu verlangen niet veel van een docent. Ze hebben eigenlijk maar één eis: ‘Boei, of ik schiet.’ Wanneer de scholier geboeid is, dan kan er heel veel en is het een feest om voor de klas te staan. Wordt de puber matig gevoed, dan duurt een lesuur ineens heel lang. Het boeien van jongeren is niet eenvoudig. Ze zappen snel weg naar andere verleidingen wanneer hun aandacht niet gevangen blijft. Of ze sneller hun aandacht verliezen dan ik zelf deed toen ik in de schoolbanken zat (in de jaren tachtig), weet ik niet. Ik vermoed van wel. De kunst van het lesgeven, is de kunst van het vasthouden van aandacht. Dat hoeft niet per se aandacht voor de persoon van de leraar te zijn. Aandacht voor een goed ontworpen opdracht werkt ook. Wanneer de leerlingen hun aandacht erbij hebben en die richten, dan leren ze. Dat is wat onderwijs beoogt. Ergens in het afgelopen jaar, mijn tweede in het onderwijs, ben ik mij ervan bewust geworden dat ik nu een podiumartiest ben. Ik geef vier tot zeven voorstellingen per dag. Voor verschillende doelgroepen. Pubervoorstellingen voor 14-jarigen in havo 3. De grotemensenwereldvoorstelling is voor 6 vwo met bijna volwassenen van 18, soms zelfs 19 jaar. Er is hierbij een groot verschil met voorstellingen in een theater. Mijn publiek heeft geen geld betaald voor de voorstelling. Ze nemen plaats, omdat ze anders gestraft worden voor spijbelen. Het publiek van de docent zit onder dwang in het klaslokaal. Ga er maar aan staan. De grote vraag is natuurlijk wat een docent moet kunnen om dit moeilijke publiek te bereiken en te pakken. Wat mij betreft moet de artiest, allereerst en allerbelangrijkst, geven om de leerlingen. Het klinkt misschien een beetje pathetisch, maar een docent die niet ‘houdt’ van zijn leerlingen, kan er beter mee ophouden. Betrokkenheid bij de levens van jongeren, waarin zo veel gebeurt op de middelbare school, is de sleutel. Veel leerlingen leren niet voor zichzelf, maar voor de leraar. Wanneer er een band is tussen beiden dan vliegen de cijfers omhoog. Om de rol van docent te kunnen vervullen op het podium voor de klas, moet de kunstenaar kunnen spelen met zijn emoties. Op het toneel moet alles met nadruk. Alles wordt uitvergroot. Blijheid, boosheid, tevredenheid, teleurstelling. Ik uit me in de klas veel overdrevener dan ik thuis doe, heb ik gemerkt. Dit toneelspel in het docentenbestaan zit in geen enkele docentenopleiding. Het helpt enorm bij het orde houden in een klas. Tegelijkertijd is de goede docent een ster in relativeren. De eigen rol, hoe overdreven ook, moet niet te serieus genomen worden. Zelfmedelijden is dodelijk. Humor is een goudmijn. Niet elke aanval van een teleurgestelde leerling is persoonlijk. Niet elke maatregel van een schoolbestuur is vijandig. De docent die zich het makkelijkst door het leven slaat, heeft een olifantenhuid. Hij snapt wat er gebeurt en kan om zichzelf lachen. De boeiende docent op zijn podium is natuurlijk meer dan alleen vorm. Hij moet weten waar hij het over heeft. Leerlingen prikken snel door je heen, wanneer je inhoudelijk hol bent. Enthousiasme voor het vak helpt flink. Waarom zouden leerlingen zich inspannen voor een vak, waarvan de docent uitstraalt dat het er niet toe doet? Hieraan zou je kunnen toevoegen dat alleen bevoegde docenten voor de klas zouden mogen staan. Maar dat doe ik niet. Wat mij betreft is het vooral belangrijk dat er goede mensen voor de klas komen. Op mijn docentenopleiding heb ik genoeg voorbeelden gezien van mensen die in het onderwijs niet veel te zoeken hebben, maar die wel hun bevoegdheid haalden. De vakinhoud wordt ook helemaal niet getoetst op de docentenopleiding. De vorm bepaalt. Doorzettingsvermogen is gewenst. Voor een beginneling is het onderwijs enorm overweldigend. Zelfs wanneer de beginneling 42 jaar oud is, zoals ik vorig jaar was. Veel tijd voor nadenken is er niet in een klas met kinderen. De reactie op elke gebeurtenis moet in een fractie van een seconde volgen. De ervaren docent herkent situaties. De beginneling krijgt te veel informatie. Wanneer het onderwijs een begin wil maken met het oplossen van het docententekort, dan zouden allereerst nieuwe docenten beter beschermd moeten worden. Het komt veel voor dat jonge, veelbelovende leraren voor de leeuwen worden gegooid. Geen wonder dat veel docenten binnen een paar jaar teleurgesteld afdruipen. Aan de andere kant is er in het onderwijs ook geen enkel selectiemechanisme om mensen die niet op hun plek zitten, de deur te wijzen. Ook slechte docenten moeten decennia door. Ze hebben zelf een rotleven, maar ze schaden ook het leven van de leerling. De goede docent heeft echter een kwaliteit van leven waar menig kantoorslaaf jaloers op kan zijn. Maar hiervoor moet je wel wat kunnen. Makkelijk communiceren. Relativeren. Doorzetten. Vakkennis. Vind dit soort eigenschappen maar eens in één persoon tegen de huidige arbeidsvoorwaarden die het huidige onderwijs kan bieden. Aan de andere kant hebben mensen die hierover beschikken, of het kunnen aanleren, een geweldig leven op het podium in het klaslokaal. Bijlage 3: Richtlijnen en waarschuwingen (volgend uit eigen onderwijservaringen die mij inspireerden of irriteerden) Richtlijnen: - Ik wil boeien met afwisseling werkvormen, journaalbeelden, prachtige foto’s, quizzen, onverwachte vragen, eigen inbreng leerlingen, videomateriaal, computeropdrachten, groepswerk, eigen onderzoek, discussies in de klas etc., - Ik ga me verplaats je in de leerling en zijn belevingswereld . - Ik ga rekening houden met wat er fysiek en mentaal op dat moment mogelijk is en daar mijn werkvormen op aan passen Waarschuwingen: - Geen PPT’s met alleen maar tekst en dan oplezen wat er al staat. Wel interactieve PPT’s met sensationele, grappige mooie en ontroerende foto’s waar altijd ook heel veel vragen aan de leerlingen in zijn verwerkt. - Geen overdonderende hoeveelheid info en feitjes zonder overzicht en structuur - Niet persé vasthouden aan je lesopzet maar inspelen op wat op dat moment leeft maar ook mogelijk is. Werkvormen dus aanpassen aan situatie. BIJLAGE 5; Docenten handleiding Docentenhandleiding; Beste docent; Nu alvast bedankt voor je inzet. Vaak is en werkweek, een project of zoals nu een (geo-future)module leuker en boeiender dat een weekje lesgeven. Dit zowel voor de leerling als voor de leerkracht/begeleider. Soms echter, zoals wij allen weten is het ook zwaarder (al die vrije situaties, al dat gebrek aan structuur, al die leerlingen die moeten geworden gemotiveerd en veilig door het verkeer moeten worden geloodst, al die drukte en al die stress al de presentaties voor ouders en medeleerlingen op het punt van losbarsten staan…... Ik wens jullie veel plezier en veel mooie ervaringen (vooral bij de bedrijven waar je anders nooit binnenkomt of een kijkje in de keuken mag nemen en bij de presentaties van de leerlingen). Probeer zelf enthousiast en enthousiasmerend te zijn, hou de teugels kort maar laat de leerlingen genieten. Herinner je (en herinner de kinderen eraan) dat we te gast zijn en ook de komende jaren nog heel graag te gast willen zijn bij deze bedrijven. Zoals bij iedere les geldt ook nu bij het project; What you give is what you get! Er is maar weinig dat ik aan de inhoud en de opzet van de site toe te voegen heb. Natuurlijk wil ik naar jullie toe geheel compleet zijn maar gezien het feit dat ik dat ook naar de leerlingen wil zijn (al is het alleen maar om héél veel vragen per mail of in de klas te voorkomen) plaats ik heel veel informatie op de site zelf. Inzichtelijk voor zowel jullie als ook voor de leerlingen. Op de site vindt u (én de leerlingen) dan ook een heldere uitleg bij iedere pagina. De verschillende manieren waarop er wordt gedifferentieerd vindt u in de inleiding van de site: http://duurzaambussumworkshop.weebly.com Een overzicht van de meewerkende bedrijven, workshopbegeleiders vindt u hieronder (en tevens als link naar een Excel-file op de pagina voor de docenten; http://duurzaambussumdocenteninformatie.weebly.com bedrijven en instellingen Wereldwinkel Bussum Watertoren Bussum Gemeente Bussum, wijkbeheer Dudok Wonen Albert Heijn Drukkerij Imprimo Gamma De Meentboerderij EkoPlaza Autoclick Multicopy De Kringloper Tergooi Ziekenhuizen Sportcentrum De Zandzee Albert Heijn Koekoeklaan bezoekadres Julianaplantsoen/Julianaplein 92 Bussummergrindweg 1 contactpersoon Huizerweg 51 Margo Herwig Wilma Bongers / Hanneke Wilms /Bert van Hoven Dennis Eskes Rob Pekelharing Marco Cornelissen Maartje Jansen Ida van Andel dhr. van Esveld Caroline Kempkes Mariette Hoeven Hildy Treffers-Veldkamp Paul Coster Wieneke Schuringa Herenstraat 49 Veerstraat 20 Hooftlaan 65 Franse Kampweg 12 Melkmeent 9 Huizerweg 17/19 De Boomgaard 9-14 Van Oeverenstraat 41 Amsterdamsestraatweg Rijksstraatweg Struikheiweg Koekoeklaan 88 Truus Houwers Sjoerd Riedstra Toch is er ook een aparte site voor de leerkrachten en de begeleiders waar u alle informatie en alle documenten die de leerlingen nodig hebben vindt. http://duurzaambussumdocenteninformatie.weebly.com . Op de site van materialen (http://duurzaambussummaterialen.weebly.com ) vindt u (en de leerling) de benodigde zaken, interviews, scoringsformulieren, inschrijvingsformulieren enz. U doet zichzelf een plezier door uzelf hier nog voor de start van de module goed in te verdiepen. Vele materialen bevatten een inleiding die u als docent al verder helpt en enkele voor de hand liggende valkuilen doet vermijden. Veel plezier met de ze Geo Future module