Nieuwsbrief Infectieziekten GGD Groningen Nieuwsbrief Infectieziekten Kindercentra jaargang 2, nummer 2, oktober 2011 De Nieuwsbrief Dit is de nieuwsbrief van de afdeling Infectieziektebestrijding van GGD Groningen. Met deze nieuwsbrief willen we onze afdeling meer onder de aandacht brengen. Ook willen we jullie attenderen op de wettelijke verplichting melding bij de GGD te doen als er op de groep meerdere gevallen van diarree, huiduitslag/vlekjes of andere besmettelijke aandoeningen zijn. In deze nieuwsbrief besteden we aandacht aan hepatitis B, bloedcontact, de ziekte van Pfeiffer en kinkhoest. Je kunt ons altijd bellen met vragen over infectieziekten Voor meer informatie over infectieziekten kun je kijken op onze website: www.ggd.groningen.nl Hepatitis B-vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma voor alle zuigelingen. Hepatitis B is een besmettelijke ziekte die leverontsteking veroorzaakt. De ziekte wordt overgebracht door bloed-bloedcontact, sexueel contact of van moeder op kind. Vanaf eind september 2011 worden alle zuigelingen in Nederland, die geboren zijn op of na 1 augustus 2011, in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) gevaccineerd tegen hepatitis B. Tot deze datum werden in het RVP alleen kinderen van moeders met hepatitis B infectie, kinderen van wie een van de ouders afkomstig is uit een land waar hepatitis B meer voorkomt en kinderen met Downsyndroom tegen hepatitis B gevaccineerd. Voor de hepatitis B vaccinatie is geen extra prik nodig omdat er gebruikt gemaakt wordt van een combinatievaccin. Het veilige en effectieve DKTP-Hib-HepB-combinatievaccin dat al jaren in veel landen wordt toegepast en ook al jaren aan de Nederlandse kinderen, afkomstig uit de eerder genoemde risicogroepen (ongeveer 20 % van alle kinderen), werd gegeven, maakt nu onderdeel uit van het RVP. Kinderen die buiten de drie risicogroepen vallen en die voor 1 augustus 2011 zijn geboren maken het vaccinatieprogramma af met het ‘oude’ vaccin zonder hepatitis B. Het zorgvuldig omgaan met bloed Tijdens de dagelijkse omgang met kinderen bestaat altijd een kans op contact met bloed. Een ongelukje zit immers in een klein hoekje. Ook kinderen met huidaandoeningen hebben vaak wondjes en lopen daardoor een groter risico op infecties. Bloed moet worden beschouwd als een mogelijke bron van verschillende infectieziekten. Een zorgvuldige omgang met bloed is daarom van groot belang.Via bloed-bloedcontact (bloed dat in contact komt met wondjes op slijmvlies) kunnen sommige infectieziekten op anderen worden overgedragen. Wanneer je je houdt aan de gangbare regels voor de hygiëne, neem je voldoende voorzorg. Werk je beroepshalve met kinderen dan moet je in verband met Jaargang2, nummer 2, november 2011 Nieuwsbrief Infectieziekten GGD Groningen infectieziekten in het algemeen alert zijn op contact met bloed. Zelf geen onbedekte open wonden hebben spreekt daarbij voor zich. Verder kun je voorkomen dat kinderen blijven rondlopen met bijvoorbeeld een bloedneus of een bloedende wond. Afhankelijk van hun leeftijd zijn kinderen daarop te instrueren. De uitgangspunten bij omgaan met bloed zijn: • gebruik zonodig handschoenen • reinig en desinfecteer alle oppervlakten en materialen die met bloed in aanraking zijn geweest en dek wonden af. Ziekte van Pfeiffer Bij de ziekte van Pfeiffer denken de meeste mensen allereerst aan adolescenten. De bijnaam van de ziekte is ‘kissing disease’ en die past bij de genoemde leeftijdscategorie. Dat komt omdat adolescenten het meeste last hebben van de ziekte van Pfeiffer. De ziekte begint bij hen meestal met griepachtige verschijnselen en gezwollen lymfeklieren. Daarna volgen enkele weken van vermoeidheid en koorts. Die verschijnselen nemen met het verloop van die weken af. Jonge kinderen kunnen ook de ziekte van Pfeiffer krijgen. De ziekte komt zelfs vaker bij jonge kinderen voor dan bij adolescenten, maar zij hebben er meestal geen last van. Soms zie je bij hen wat rode uitslag en een heel enkele keer longontsteking. Als je ziekte van Pfeiffer hebt gehad, ben je er voor je leven tegen beschermd. Krijg je het als jong kind dan kun je als adolescent niet meer besmet worden. Het bovenstaande maakt duidelijk waarom kinderen met ziekte van Pfeiffer niet van het kindercentrum geweerd hoeven te worden. Kinkhoest Alle kinderen die deelnemen aan het Rijksvaccinatie programma zijn op de leeftijd van 4 maanden beschermd tegen kinkhoest. Vanaf 2 maanden, na de eerste vaccinatie, is er al een gedeeltelijke bescherming. Ernstige complicaties komen enkel voor bij zuigelingen die nog geen enkele vaccinatie hebben gehad. De kinkhoestvaccinatie geeft geen volledige bescherming tegen de infectie en de bescherming neemt af in de jaren na vaccinatie. Hoestklachten door kinkhoest, die hevig kunnen zijn en lang kunnen duren, kunnen dus op alle leeftijden en dus ook in kindercentra voorkomen. Dit is geen reden voor ongerustheid voor wering kinderen of andere maatregelen. Kinkhoestinfecties op oudere leeftijd komen veel voor en jonge kinderen kunnen dus overal besmet raken. Indien er vermoed wordt dat een kind - of een ouder - kinkhoest heeft èn er is een niet gevaccineerde zuigeling in het gezin, is het raadzaam naar de huisarts te gaan. Die kan zonodig door het voorschrijven van antibiotica aan het hele gezin voorkomen dat de kinkhoestbacterie in het gezin blijft circuleren. De zuigeling kan dan niet besmet worden. De Nieuwsbrief infectieziekten verschijnt 2 keer per jaar. Reacties zijn welkom en kunt u sturen naar aizb@hvd. Groningen.nl GGD Groningen, PB 584, 9700 AN Groningen Algemeen telelefoonnummer: (050) 367 40 00 Jaargang2, nummer 2, november 2011